RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Pers/printmedia  

RB 2664

Onrechtmatige vergelijkende reclame door Mazdadealer

Vzr. Rechtbank Den Haag 19 februari 2016, RB 2664; ECLI:NL:RBDHA:2016:1696 (Autobedrijf 1 tegen Autobedrijf 2)
Vergelijkende reclame. Rectificatie. Autobedrijf 1 is in plaats van Autobedrijf 2 door Mazda Nederland aangesteld als erkend Mazdadealer en reparateur voor de verkoop en reparaties van Mazda’s. Autobedrijf 2 is sindsdien uitsluitend nog erkend Mazdareparateur. Autobedrijf 1 eist dat Autobedrijf 2 de uitlatingen waarmee zij de onjuiste indruk wekt dat zij nog steeds erkend Mazdadelar is voor de verkoop van nieuwe Mazda’s verwijdert. De vordering wordt deels toegewezen. Autobedrijf 2 voert aan dat de advertenties en overige reclame-uitingen van Autobedrijf 1 waarin de indruk wordt gewekt dat Autobedrijf 1 Autobedrijf 2 heeft overgenomen misleidend en onrechtmatig zijn. De voorzieningenrechter veroordeelt Autobedrijf 1 om een rectificatie te plaatsen. 

5.1. veroordeelt [Autobedrijf 2] om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de zinsnede ‘ook voor het leveren van nieuwe auto’s’ uit de banner op haar website met de tekst ‘Betrouwbaar en vertrouwd. Wij blijven uw vertrouwde aanspreekpunt voor reparatie en onderhoud van MAZDA, ook voor het leveren van nieuwe auto’s’, te verwijderen;

5.2. veroordeelt [Autobedrijf 2] om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis het woord ‘DEALER’ uit de tekst op haar website ‘MAZDA service DEALER’ te verwijderen;

5.3. veroordeelt [Autobedrijf 2] om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de verwijzing naar het (vroegere) Mazdadealerschap van [Autobedrijf 2] uit de tekst op haar website en haar facebookpagina ‘ [Autobedrijf 2] is gestart in 1970 en is in 1976 begonnen met het MAZDA dealerschap. Sinds 2012 is ook het dealerschap van CHEVROLET onder het dak bij [Autobedrijf 2] te vinden. De auto branche is altijd in beweging zo ook [Autobedrijf 2] Op dit moment zijn er 15 personen in dienst. Wij staan net als de merken Mazda en CHEVROLET voor kwaliteit en vakmanschap.’ te verwijderen;

5.4. veroordeelt [Autobedrijf 2] om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de vermelding op haar facebookpagina dat zij Mazdadealer is te verwijderen;

5.10 veroordeelt [Autobedrijf 1] om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis in het Algemeen Dagblad katern Gouda een rectificatie te (laten) plaatsen, afmetingen ten minste 20 bij 20 cm, althans deze tijdig ter plaatsing tegen de daarvoor gebruikelijke betaling aan de redactie aan te bieden, waarvan de tekst als volgt dient te luiden: (…)

5.11. veroordeelt [Autobedrijf 1] om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis in de Krant van Gouda een rectificatie te (laten) plaatsen, paginavullend, althans deze tijdig ter plaatsing tegen de daarvoor gebruikelijke betaling aan de redactie aan te bieden, waarvan de tekst als volgt dient te luiden: (…)

RB 2660

Geneesmiddelfolders en -brochures zijn verkoopcatalogi die zijn uitgesloten van reclameregelgeving

NL Rechtbank van eerste aanleg Brussel 15 januari 2016, RB 2660; eerder als IEFbe 1693 (verkoopcatalogus Eurogenerics)
Uitspraak aangebracht door Eric De Gryse, Simont Braun. Het vonnis is in kracht van gewijsde gegaan en dus definitief. Strafrecht. Reclame. Geneesmiddelen. Vrijspraak.  Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten stelt in een proces-verbaal dat de door Eurogenerics gehanteerde brochure onder het begrip 'reclame voor geneesmiddelen' valt en niet valt onder de categorie 'verkoopcatalogi en prijslijsten'. Rekeninghoudend met de schikking, vormgeving en inhoud kunnen de folders bestempeld worden als verkoopcatalogi. De in de geviseerde brochures gehanteerde indeling valt niet te beschouwen is als informatie betreffende de geneesmiddelen zodat zij hun status van verkoopcatalogi - die uitgesloten zijn van de reclame-regelgeving - behouden. De rechtbank spreekt de nv Eurogenerics voor de enige tenlastelegging vrij.

D.6. Het verbieden van een indeling, zoals door de nv Eurogenerics gehanteerd, zou betekenen dat er geen sprake meer kan zijn van verkoopcatalogi. Er zouden bij wijze van spreken enkel nog alfabetische lijsten mogelijk zijn. Zoals gezegd, is het nochtans inherent aan het begrip verkoopcatalogus dat de koopwaar enigszins wordt 'uitgestald', om de gebruiker een overzicht te bieden van het gamma.

D.7. Er moet besloten worden dat de aan de geviseerde folders geen (gekwalificeerd) verkoopsbevorderend oogmerk ten grondslag ligt, zodat zij het karakter van een verkoopcatalogus behouden.

E. Tweede inbreuk: vermelden van gegevens van de geneesmiddelen
E.1. Zoals uiteengezet, moet het als een inherente eigenschap van een verkoopcatalogus aanvaard worden dat er een indeling wordt gehanteerd om de producten op een efficiënte en praktische wijze voro te stellen.
De indeling in deze zaak heeft een neutrale, objectieve bron en heeft een oriënterend in plaats van een beschrijvend karakter. Indien een dergelijke indeling zou worden beschouwd als het verschaffen van gegevens betreffende de medicamenten, zou de term 'verkoopcatalogus' ieder nuttig effect verliezen.
(...)

E.3. Er moet besloten worden dat de in de geviseerde brochures gehanteerde indeling niet te beschouwen is als informatie betreffende de geneesmiddelen zodat zij hun status van verkoopcatalogi - die uitgesloten zijn van de reclame-regelgeving - behouden.
(...)

 

RB 2572

Indrinken als bespaartip zet niet aan tot overmatig alcoholgebruik onder studenten

RCC 30 oktober 2015, RB 2572; Dossiernr: 2015/01000 (De Studenten Kortingskrant)
Afwijzing. Alcohol. Uiting: Het betreft een uiting op de pagina’s 4 en 5 van De Studenten Kortingskrant, Back to school editie // Leiden, Den Haag, Delft en Rotterdam // September 2015. Rechts bovenaan pagina 5 staat: “Nieuwe Studiefinanciering”.
In de uiting staat boven een tekst, geschreven door “Ewoud Berends”:

“Huisfeesten en zelfgesmeerde bammetjes // Hoe houd jij de financiële schade van studeren binnen de perken? // SK2 geeft samen met ING tips aan studenten om te besparen”. Hierbij zijn de woorden “financiële schade van studeren” en ING oranje gedrukt. In de betreffende tekst staat onder het kopje “Huisfeest i.p.v. kroeg” onder meer:

“Eén van de dingen waar de redactie een lans voor wil breken, is het besparen op de kroeg en het organiseren van meer huisfeestjes. Een cheap-ass kratje pils, plus een fles Chateau Migraine, een Facebook evenement aanmaken en tot diep in de nacht de buren wakker houden. Huisfeesten zijn minstens net zo gezellig als uitgaan, maar een stuk goedkoper. Zie het kader hierboven voor andere handige bespaartips van ING”.

In bedoeld kader staat onder het -oranje gedrukte- kopje “ING BESPAARTIPS” onder meer:

“Tequila. Neem een vast bedrag aan contant geld mee als je naar de kroeg gaat. Anders ga je dingen doen als rondjes Tequila uitdelen, terwijl je je dat niet kunt veroorloven. Indrinken is beter”.

Klacht: Het is goed dat er bespaartips worden gegeven, maar klaagster vindt het kwalijk dat de tip wordt gegeven om “buiten” minder uit te geven, door eerst thuis te gaan indrinken. Dronken over straat gaan is niet wenselijk noch handig of verstandig. Beter kan de tip worden gegeven om minder te drinken; dit is beter voor je hersenen, nodig bij je studie en beter voor je portemonnee. Klaagster kan zich niet voorstellen dat ING met “deze tips” komt en hier achter staat. De overheid steekt miljoenen in vooral op jongeren gerichte anti-alcohol campagnes, en ING geeft bespaartips door jongeren aan te zetten tot overmatig alcoholgebruik.

Commissie:

Allereerst dient de vraag te worden beantwoord of de bestreden uiting reclame is als bedoeld in artikel 1 NRC. De Commissie beantwoordt die vraag in bevestigende zin en overweegt daartoe het volgende. De uiting betreft een redactioneel ogend artikel over de “Nieuwe Studiefinanciering”, geschreven door Ewoud Berends, maar houdt tevens een (tenminste indirecte) aanprijzing in van producten en diensten van de bank ING. Bovenaan het artikel staat onder meer: “Hoe houd jij de financiële schade van studeren binnen de perken? // SK2 geeft samen met ING tips aan studenten om te besparen”, hetgeen duidt op enige betrokkenheid van ING en in het kader bovenaan pagina 5 worden “ING BESPAARTIPS” gegeven. Bij de opmaak van de uiting is gebruik gemaakt van de voor ING kenmerkende kleur oranje. Rechts onderaan pagina 5 staat bovendien: “Nieuwe stufi, wat betekent dit voor jou? Bekijk de video’s op ing.nl/nieuwestufi”, welke tekst ook duidelijk verwijst naar een dienst van ING.

De ING BESPAARTIP met het kopje “Tequila” houdt in dat men beter een vast bedrag aan contant geld mee kan nemen naar de kroeg, teneinde geen rondjes te geven die men zich niet kan veroorloven. In dit verband wordt tot slot gesteld: “Indrinken is beter”. De Commissie heeft er begrip voor dat niet iedereen deze mededeling zal waarderen, maar van strijd met de NRC is naar haar oordeel geen sprake. Meer in het bijzonder kan niet worden gezegd dat jongeren door deze mededeling worden aangezet tot overmatig alcoholgebruik.

Commissie wijst de klacht af.

RB 2568

HelloFresh cadeaukaart bij Bobo is gericht op ouders

RCC 22 oktober 2015, RB 2568; Dossiernr. 2015/00920 (HelloFresh cadeaukaart bij Bobo)
Afwijzing. Kinderen. Voeding. Uiting: Het betreft een foldertje inclusief een “Cadeaukaart”, welk foldertje was ingestoken bij het blad Bobo. Op de voorkant van de Cadeaukaart staat links van het logo van HelloFresh: “Cadeaukaart. Kijk op de achterkant voor jouw unieke code” en “€ 20,-  www.hellofresh.nl”. Op de achterzijde van de kaart staat onder de code onder meer: “Voorwaarden: deze Cadeaukaart is geldig bij het bestellen van je eerste HelloFresh Box(…)”.

Klacht: Op de Cadeaukaart, die het formaat heeft van een creditcard, staat het bedrag van € 20,-. Dit is misleidend voor kinderen (en overigens ook voor volwassenen, zeker indien zij de bijbehorende kleine lettertjes niet kunnen lezen). De Bobo wordt aan het begin van het schooljaar uitgedeeld aan zeer veel kinderen op zeer veel scholen. Naar de mening van klager maakt adverteerder op smakeloze wijze gebruik van de goedgelovigheid van jonge kinderen. De ouders “mogen” de kinderen uitleggen dat ze niet zomaar € 20,- hebben gekregen om “te spenderen”.

Volgens de Reclame Code mag reclame kinderen niet tot de aankoop van een bepaald product aanzetten door te profiteren van hun onervarenheid of goedgelovigheid.

Commissie:

De Commissie vat de klacht op in die zin dat klager de uiting in strijd acht met artikel 2 lid 1 onder a van de Kinder- en Jeugdreclamecode (KJC). Deze bepaling luidt:

“Reclame gericht op kinderen mag hen geen morele of fysieke schade berokkenen en moet daarom voor hun bescherming voldoen aan de volgende criteria:

a.  zij mag niet tot de aankoop van een bepaald product aanzetten door te profiteren van hun onervarenheid of hun goedgelovigheid”.

Naar het oordeel van de Commissie is de onderhavige uiting niet gericht op kinderen als bedoeld in de KJC. In de KJC is “reclame gericht op kinderen” gedefinieerd als “reclame die geheel of gedeeltelijk tot kinderen wordt gericht”.

Wat betreft de inhoud is de uiting, die in haar geheel moet worden beschouwd, onmiskenbaar niet op kinderen, maar op hun ouders gericht. Zo wordt onder het kopje “Laat je verrassen door HelloFresh!” gesteld: “(…) wordt er elke week weer een HelloFresh Box samengesteld, zodat er jou veel werk uit handen wordt genomen. Wij bedenken wat je gaat eten en doen bovendien de boodschappen. Binnen een handomdraai heb jij lekkere en verrassende maaltijden op tafel staan!”.

Het enkele feit dat de uiting zich bevindt in de Bobo, betekent nog niet dat de uiting op kinderen is gericht. De Bobo is weliswaar een voor kinderen bedoeld tijdschrift, maar aannemelijk is dat dit blad ook veel ouders bereikt, bijvoorbeeld bij het voorlezen.

Nu de uiting niet op kinderen is gericht, is artikel 2 lid 1 KJC in dit geval niet van toepassing en wordt als volgt beslist. 

RB 2567

Lactacyd reinigt en beschermt

Bijdrage ingezonden door Ebba Hoogenraad en Sarah Arayess, Hoogenraad & Haak (traden op namens: Omega Pharma). De website en TVC voor de wasgel Lactacyd stelt de vraag ‘feit of fabel’. ‘Reinigen van je intieme zone met water alleen is niet voldoende. Lactacyd reinigt én beschermt. Feit!’ Een aantal vrouwen heeft klachten ingediend bij de Reclame Code Commissie [zie RB 2566]. Reiniging met water alleen zou volgens hen genoeg zijn. Al snel werd duidelijk dat sprake is van een misverstand; Lactacyd is voor reiniging van de uitwendige intieme zone. Iedereen weet dat de natuur in principe alles prima voor elkaar heeft: interne reiniging van de vagina is niet nodig en zelfs af te raden. Dat staat ook duidelijk vermeld op de website vaginapagina.nl en op de verpakking. De Reclame Code Commissie bepaalt dat Omega Pharma de reinigende en beschermende werking van het cosmeticaproduct Lactacyd goed heeft onderbouwd. ‘Lactacyd reinigt én beschermt’ is toegestaan en de klacht wordt afgewezen. Reinigen met water alleen is weliswaar mogelijk, maar water biedt daarnaast niet de bescherming die Lactacyd wél geeft. De RCC geeft verder nog de tip om voortaan duidelijk te maken dat Lactacyd bestemd is voor uitwendig gebruik. Dat gaat Omega Pharma van harte doen. Het product wordt immers gebruikt als wasgel (zonder zeep natuurlijk) onder de douche.

RB 2566

Zonder toevoeging 'uitwendig' is aanduiding 'intieme zone' onduidelijk

RCC 26 oktober 2015, RB 2566; dossiernr. 2015/00954 en 2015/00954A (Lactacyd)
Aanbeveling. Persoonlijke verzorging en uiterlijk. Misl. Voornaamste kenmerken product. Audiovisuele Mediadiensten. Het betreft de televisiecommercial voor het product Lactacyd. Aan het begin van de commercial wordt de vraag gesteld: “Je intieme zone reinigen met alleen water is voldoende. Fabel of feit?” Eén - kennelijk op straat geïnterviewde - vrouw antwoordt: “Feit”, een andere vrouw antwoordt: “Fabel”. De voice-over zegt vervolgens: “Je intieme zone heeft van nature een zure beschermingslaag tegen schadelijke bacteriën en infecties. Water alleen is niet voldoende om deze laag in balans te houden. De unieke formule van Lactacyd bevat melkzuur en lactoserum voor een optimale natuurlijke zuurbalans van je intieme zone. Lactacyd reinigt èn beschermt. Feit! Probeer het zelf.” Echter zonder de toevoeging ‘uitwendig’ maakt de aanduiding “intieme zone” naar het oordeel van de Commissie niet duidelijk dat alleen gedoeld wordt op de uitwendige delen van de vagina. Aanbeveling vanwege strijd met artikel 7 NRC.

4. Adverteerder heeft aangevoerd dat de commercial voldoende duidelijkheid verstrekt over het feit dat Lactacyd alleen voor uitwendig gebruik bestemd is. Zij heeft daartoe gewezen op het gebruik van de aanduiding “intieme zone” in plaats van het mogelijk verwarrende ‘vagina’, en voorts op de verwijzing naar de website vaginapagina.nl, waarop uitleg staat over Lactacyd producten. Dit verweer kan niet slagen. Zonder de toevoeging ‘uitwendig’ maakt de aanduiding “intieme zone” naar het oordeel van de Commissie niet duidelijk dat alleen gedoeld wordt op de uitwendige delen van de vagina. Voorts verschaft de enkele verwijzing in de commercial naar de website vaginapagina.nl - ook al bevat die website informatie over (het gebruik van) Lactacyd - evenmin de gewenste duidelijkheid. De commercial dient als zelfstandige reclame-uiting te worden beschouwd en als zodanig de noodzakelijke informatie over de aard en het gebruik van het product te verschaffen.

5. Nu in de televisiecommercial niet duidelijk wordt gemaakt dat Lactacyd bestemd is voor uitwendig gebruik, is de commercial voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de aard van het aangeprezen product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder a van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de Commissie tevens van oordeel is dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Uit dossier 2015/00954/B: Afwijzing. Naar het oordeel van de Commissie heeft adverteerder gemotiveerd gesteld dat Lactacyd een reinigende en beschermende werking heeft en heeft zij deze werking mede door verwijzing naar het notificatiedossier voldoende aannemelijk gemaakt.

Uit dossier 2015/00956: Afwijzing: Uiting voor het product Lactacyd op de website vaginapagina.nl, die luidt: “Fabel of Feit? WATER ALLEEN IS GOED GENOEG Fabel. "

2. Uit de klacht leidt de Commissie af dat klaagster in de veronderstelling verkeert dat Lactacyd (mede) wordt aangeprezen voor inwendig gebruik. Niet in geschil is dat de inwendige vagina zelfreinigend is en dat inwendige reiniging met intiemverzorgingsproducten wordt afgeraden. Vast is komen te staan dat Lactacyd producten bestemd zijn voor uitwendig gebruik, hetgeen op de website vaginapagina.nl, waarvan de bestreden uiting onderdeel is, uitdrukkelijk wordt meegedeeld. Van de uiting op zichzelf beschouwd - met name door de zinsnede “Net zoals de rest van je huid en haar (…)” - gaat naar het oordeel van de Commissie niet de suggestie uit dat Lactacyd voor inwendig gebruik wordt aangeprezen.

RB 2565

Onwenselijk dat jonge kinderen regelmatig op schoolroute enge clown zien

RCC 22 oktober 2015, RB 2565, dossiernr. 2015/01015 (Halloween Fright Night-schoolroute)
 Aanbeveling (gedeeltelijk). Recreatie, amusement, cultuur en sport. Kinderen en jongeren. Buitenreclame op schoolroute. Het betreft een abriposter met daarop een reclame-uiting voor de “Halloween Fright Nights” in Walibi. Hierop is een personage te zien dat is bedoeld om te verwijzen naar Halloween. Klaagster acht de uiting waarop een hele enge clown te zien is niet geschikt voor jonge kinderen, terwijl deze zich op 170 meter afstand van een kinderopvang/peuterspeelzaal bevindt en langs de route naar deze kinderopvang/peuterspeelzaal en een basisschool.

De Commissie: (...) Niet in geschil is dat de uiting zich op een afstand van 170 meter bevindt van een kinderopvang/peuterspeelzaal. Door de situering van de bestreden uiting in de nabijheid van hun kinderopvang/peuterspeelzaal en langs een route die, naar klaagster onweersproken heeft gesteld, wordt gebruikt om deze kinderopvang/peuterspeelzaal en een basisschool te bereiken, zullen jonge kinderen regelmatig met de poster (kunnen) worden geconfronteerd, hetgeen de Commissie niet wenselijk acht. Op grond van het voorgaande is de Commissie van oordeel dat de uiting – voor zover zij zich op deze specifieke plek naast de Bernardbrug in Moordrecht bevindt – de grens van het maatschappelijk toelaatbare te buiten gaat.
RB 2563

E-Lybra's beweerdelijke succesvolle behandeling verondersteld genezing

Voorz. RCC 21 oktober 2015, RB 2563; dossiernr. 2015/00998 (E-Lybra)
Toewijzing. Artikel 7 NRC. Het betreft een advertentie (advertorial) in de Trouw met als aanhef: “Juiste frequentie bij Become Healthy E-Lybra brengt lichaam in balans. Met de e-Lybra, een geavanceerd bioresonantie-apparaat, wordt het zelfherstellend vermogen van het lichaam gemeten en geactiveerd. “Het zet het lichaam aan tot genezing, waardoor een behandeling gezondheidsklachten kan genezen, zowel lichamelijk als geestelijk.”

Klacht: Klager stelt dat er geen enkel (wetenschappelijk) bewijs voor het bestaan van het fenomeen bioresonantie bestaat. Adverteerder kan geen verifieerbare bewijzen overleggen voor de werking van het apparaat en doet uitspraken die niet onafhankelijk te controleren zijn. Klager is arts en elektrotechnisch ingenieur en kan op basis van eigen deskundigheid stellen dat de e-Lybra methode niet kan werken. Adverteerder maakt zich om die reden in de uiting schuldig aan het bedrieglijk beweren dat haar methode ziekten kan genezen. In de uiting wordt voorts [naam] genoemd. Dit is een gerespecteerd internist die niets met de e-Lybra methode te doen heeft. De werkelijke producent van de e-Lybra is [naam], een ICT-er die geen enkele medische achtergrond heeft. Deze informatie in de advertentie is derhalve onjuist en kan de suggestie wekken dat een gerespecteerd medicus de methode zou ondersteunen. In de advertentie komt een kopje “wetenschappelijk” voor. Dit wordt nergens onderbouwd en de verpleegkundige achtergrond van een van de adverteerders kan daarvoor geen argument zijn.  Klager acht de uiting op dit punt in strijd met artikel 10 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Voorzitter:

1)  De klacht is in de eerste plaats gericht tegen mededelingen in de bestreden uiting waarin staat of wordt gesuggereerd dat een behandeling met het in de uiting genoemde apparaat (e-Lybra, een apparaat dat in de uiting nader wordt omschreven als een bioresonantie-apparaat) een genezend effect heeft. De voorzitter noemt in dit verband, gelet op de klacht en de nadere toelichting door klager, de volgende mededelingen: Met de e-Lybra, een geavanceerd bioresonantie-apparaat, wordt het zelfherstellend vermogen van het lichaam gemeten en geactiveerd. Het zet het lichaam aan tot genezing, waardoor een behandeling gezondheidsklachten kan genezen, zowel lichamelijk als geestelijk. Ook kinderen met gedragsproblemen, en volwassenen met lichamelijke, emotionele, chronische en psychische klachten zoals PTSS worden met de e-Lybra succesvol behandeld”.
De voorzitter overweegt in verband met laatstbedoelde mededeling dat een beweerdelijke “succesvolle behandeling” van lichamelijke en psychische klachten door de gemiddelde consument zal worden opgevat als het genezen daarvan. Immers, een succesvolle behandeling impliceert dat klachten afnemen of verdwijnen hetgeen een genezing veronderstelt.

2)  Klager heeft betwist dat een behandeling met het e-Lycra apparaat enig genezend effect heeft. Volgens klager wordt in de advertentie bedrieglijk beweerd dat met dit apparaat ziekten en gebreken kunnen worden genezen. Hiervoor bestaat volgens klager, anders dan in de uiting wordt gesuggereerd, geen wetenschappelijke onderbouwing. Adverteerder heeft in reactie hierop de werking van het apparaat niet aannemelijk gemaakt en ook niet weersproken dat die werking niet wetenschappelijk kan worden onderbouwd. Om die reden is de reclame-uiting misleidend in de zin van artikel 8.5 NRC in verbinding met punt 16 van de bij artikel 8.5 behorende bijlage 1 van de Nederlandse Reclame Code. Dit impliceert dat de reclame-uiting misleidend is en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Dat adverteerder, naar zij stelt, de gevolgen van de tekst niet heeft kunnen overzien, doet voor de toepasselijkheid van deze regeling niet ter zake. Het in het kader van een aanprijzing doen van feitelijke beweringen over een genezend effect van een product is immers uitsluitend toegestaan indien de adverteerder deze beweringen in voldoende mate kan onderbouwen aan de hand van relevante stukken. Het niet aandragen van enige onderbouwing voor de lichamelijke effecten die een consument op grond van de uiting  van het gebruik van het product mag verwachten, brengt mee dat de bewering onjuist dient te worden geacht en de uiting reeds om die reden in strijd met punt 16 van bijlage 1 is (vgl. in dit verband het Werkdocument van de diensten van de Commissie, Leidraad voor de tenuitvoerlegging/toepassing van richtlijn 2005/29/eg betreffende oneerlijke handelspraktijken blz. 58, 59 en 60).

3)  Met betrekking tot de naam van de ontwikkelaar van het e-Lybra apparaat is niet in geschil dat deze in de uiting ten onrechte als [naam] wordt geschreven in plaats van als [naam]”. Eerstgenoemde naam is gelijk aan die van een gespecialiseerde arts (een internist) in Amerika. De voorzitter acht het opmerkelijk dat de bij adverteerder betrokken personen die blijkens het artikel zelf een opleiding bij de ontwikkelaar van het apparaat hebben gevolgd, desondanks de naam van deze persoon verkeerd doen vermelden in het artikel, dat door hen voorafgaand aan de plaatsing is gelezen en goedgekeurd. Door deze onjuiste vermelding zal de gemiddelde consument, indien deze in verband met de advertentie de naam “[naam]” googelt, ten onrechte in de veronderstelling verkeren dat bedoelde internist bij e-Lybra is betrokken. Aan deze onjuiste indruk dragen ook de mededelingen “wetenschappelijk” en “kunnen wetenschappelijk worden aangetoond” in de uiting bij. Van betrokkenheid van een gespecialiseerde arts of het bestaan van enig wetenschappelijk bewijs is geen sprake. Op grond hiervan acht de voorzitter de uiting tevens onjuist in de zin van artikel 8.2 aanhef NRC. Verder is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Ook om deze redenen dient de reclame-uiting oneerlijk en om die reden in strijd met artikel 7 NRC te worden geacht. Bij deze uitkomst is niet meer relevant of het gebruik van het woord “wetenschappelijk” in de uiting voldoet aan het bepaalde in artikel 10 NRC. Reeds op grond van het voorgaande dient het gebruik van dit woord immers onjuist en niet toegestaan te worden geacht. Derhalve wordt beslist als volgt.

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2558

Nieuwe slogan op billboard maakt duidelijk dat Trojka Pink alcohol bevat

Vzr. RCC 5 oktober 2015, RB 2558, dossiernr. 2015/00968 (Trojka Pink)
VT zonder aanbeveling. Billboard campagne. De uiting: Het betreft een audiovisuele uiting (billboard campagne) voor Trojka Pink die is uitgezonden via de kanalen van SBS tijdens en na een film. De klacht: Klager stelt, samengevat, dat in de reclame-uiting geen melding wordt gemaakt van het feit dat het aangeprezen product alcohol bevat, terwijl ook de educatieve slogan ‘Geen 18, geen alcohol’ ontbreekt.

Het oordeel van de voorzitter:
1)  Niet in geschil is dat in de bestreden reclame-uiting zoals deze luidde ten tijde van het indienen van de klacht, niet de slogan ‘Geen 18, geen alcohol’ werd vermeld, waardoor deze in strijd is met artikel 33 lid 1 en lid 2 RVA 2014 is. Evenmin is voldaan aan artikel 3 lid 1 RvA 2014 nu uit de reclame-uiting onvoldoende blijkt dat het gaat om alcoholhoudende drank. Dit laatste kan slechts uit de teksten op de afgebeelde fles worden afgeleid. Deze fles verschuift echter telkens in beeld en de aandacht van de teksten op de fles wordt afgeleid door wisselende foto’s in relatief groot formaat met feestende personen. De klacht is derhalve gegrond.

2)  Adverteerder heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij na de ontvangst van de klacht direct actie heeft ondernomen teneinde het uitzendschema en de reclame-uiting aan te passen. De nieuwe reclame-uiting vermeldt, zoals de voorzitter heeft geconstateerd, wel de voorgeschreven slogan. Door het gebruik van deze nieuwe slogan wordt tevens duidelijk gemaakt dat het gaat om alcoholhoudende drank. Om die reden zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.

De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 3 lid 1 RvA 2014 en artikel 33 lid 1 en lid 2 RVA 2014.

RB 2555

Keuze voor korting of een upgrade betrekking op huidige al betaalde hostingpakket

RCC 1 oktober 2015, RB 2555, dossiernr. 2015/00896 (Hostingpakket)
Aanbeveling. Uitzenden ICT. De uiting: Het betreft de volgende aanbieding van ‘hostingpakket 2’ op adverteerders website www.budgetwebhosting.nl: “Hostingpakket 2 (incl. E-mail Pakket)1250 MB, 12.5 GB, € 24,00, € 12,-” en: “Prijs € 12,00 per jaar (eenmalige set-up kosten € 8,65)  Hostingpakket 2: Gratis domein! 1250 MB webruimte,12.5 GB dataverkeer per maand”. De klacht: In de uiting wordt als inhoud van ‘hostingpakket 2’ 1250 MB webruimte en 12.5 GB dataverkeer per maand beloofd. Nadat klager het pakket had besteld (en betaald), bleek dat hij slechts 250 MB webruimte en 2.44 GB dataverkeer kreeg. Nadat klager hierover contact had opgenomen met adverteerder, bleek hem dat onder in de uiting in kleine lettertjes staat dat incasso nodig is. Klager heeft de incasso in orde gemaakt door het invullen en aan adverteerder toesturen van het ‘formulier automatische incasso’ (welk formulier door klager is overgelegd [en in kopie als bijlage 2 aan deze uitspraak is gehecht]). Desondanks werd klagers limiet voor webruimte en dataverkeer niet verhoogd. Desgevraagd werd klager meegedeeld dat dit het gevolg is van zijn op het incassoformulier ingevulde keuze voor “10% korting” in plaats van voor “extra webruimte en dataverkeer”. Klager acht het niet duidelijk dat de keuze voor korting of een upgrade betrekking heeft op het huidige al betaalde hostingpakket.

Het oordeel van de Commissie:
In de bestreden uiting wordt ‘hostingpakket 2’ met 1250 MB webruimte en 12.5 GB dataverkeer per maand aangeboden voor € 12,00 per jaar in plaats van de gebruikelijke prijs van € 24,00. In de beschrijving van het ‘hostingpakket 2’ staat onder meer “Betaling per jaar middels automatische incasso”. Voorts staat onder in de uiting, na de beschrijving van alle door adverteerder aangeboden hostingpakketten en onder de links naar deze pakketten, in kleine letters (voor zover hier van belang): “Genoemde pakketten i.c.m. incasso excl. BTW & domein.” De Commissie acht voldoende aannemelijk geworden dat bij betaling per incasso het ‘hostingpakket 2’ met genoemde inhoud daadwerkelijk voor € 12,00 per jaar besteld kan worden. Op grond hiervan kan de bestreden uiting zelf niet onjuist of misleidend worden geacht. Niettemin is de Commissie van oordeel dat sprake is van oneerlijke reclame in de zin van artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), nu de gemiddelde consument in het op de uiting volgende bestelproces in verwarring wordt gebracht. Uit de klacht en de daarbij gevoegde e-mailcorrespondentie tussen klager en adverteerder blijkt immers dat het ontvangen van ‘hostingpakket 2’ met de geadverteerde inhoud van 1250 MB en 12.5 GB niet alleen afhankelijk is van betaling per incasso, maar ook van het uitdrukkelijk aangeven van de keuze “extra”/“5 keer meer webruimte en dataverkeer” op het ten behoeve van de automatische incasso in te vullen formulier. Wordt gekozen voor de andere optie “10% korting op uw totale factuurbedrag”, dan bestaat de inhoud van het ‘hostingpakket 2’, naar adverteerder niet heeft weersproken, uit 250 MB webruimte en 2.44 GB dataverkeer per maand. Naar het oordeel van de Commissie is voor de gemiddelde consument niet duidelijk dat de geadverteerde 1250 MB webruimte en 12.5 GB dataverkeer per maand kennelijk een upgrade betreffen van een basispakket met 250 MB en 2.44 GB, welke upgrade de consument alleen ontvangt indien hij deze keuze op het incassoformulier uitdrukkelijk vermeldt, en dat bij de keuze voor 10% korting niet de in de uiting genoemde webruimte en dataverkeer worden verkregen maar slechts een vijfde deel daarvan. Door bovengenoemde onduidelijkheid kan de consument op het verkeerde been worden gezet en tot een transactie besluiten waartoe hij niet besloten zou hebben indien hem duidelijk was gemaakt - in de uiting of tijdens het bestelproces - wat de gevolgen van zijn keuze voor korting of een upgrade zijn. De Commissie acht een dergelijke verwarrende wijze van informatieverstrekking in strijd met de vereisten van professionele toewijding als bedoeld in artikel 7 NRC. Daarom wordt als volgt beslist.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.