RB

Wetgeving & zelfregulering  

RB 3832

Reclame over "duurzame" cruisereis is misleidend

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 19 mrt 2024, RB 3832; 2024/00059 (Klager tegen adverteerder), https://www.reclameboek.nl/artikelen/reclame-over-duurzame-cruisereis-is-misleidend

RCC 19 maart 2024, RB 3832; 2024/00059 (Klager tegen adverteerder). In een advertentie in de Volkskrant (uiting 1) en op een website (uiting 2) worden cruisereizen aangeboden die een “duurzame keuze” zouden zijn. De claim wordt echter niet onderbouwd of toegelicht. Klager stelt dat ten opzichte van andere vormen van vakantie cruisevakanties juist schadelijk zijn voor het klimaat en het milieu en verwijst naar diverse bronnen over de uitstoot. De gemiddelde consument zou misleid worden door deze uiting en denken dat het inderdaad een duurzame keuze is en niet milieu- en klimaatschadelijk is. Dit zou misleidend en daarmee in strijd met de artikelen 3.1, 4 en 7 van de Code voor Duurzaamheidsreclame (hierna: CDR) zijn. Adverteerder voert verweer en stelt dat een vakantie in Noorwegen wel duurzaam is. De Commissie oordeelt dat de algemene vermelding dat de reis een “duurzame” keuze is, niet voldoende is. Het begrip ‘duurzaam’ moet ingevuld worden en er moet duidelijk zijn op grond waarvan het begrip gerechtvaardigd wordt. Beide uitingen zijn hierdoor in strijd met artikel 3.1 CDR. De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze te adverteren.

RB 3831

Verzoek Amazon om openbaarmakingsplicht van advertentieopslag op te schorten afgewezen

Rechtspraak (NL/EU) 13 dec 2023, RB 3831; ECLI:EU:T:2023:589 (Europese Commissie tegen Amazon), https://www.reclameboek.nl/artikelen/verzoek-amazon-om-openbaarmakingsplicht-van-advertentieopslag-op-te-schorten-afgewezen

HvJ EU 27 september 2023, RB 3831; ECLI:EU:T:2023:589 (Europese Commissie tegen Amazon). Bij besluit van 23 april 2023 is Amazon door de Europese Commissie aangemerkt als een zeer groot onlineplatform, wat het de verplichting geeft een repository (opslag) openbaar te maken met gedetailleerde informatie over onlinereclame. Amazon heeft nietigverklaring van die verplichting en voorlopige voorzieningen gevorderd bij het Gerecht EU. Het Gerecht heeft de tenuitvoerlegging van het besluit van de Commissie opgeschort, waartegen de Commissie hoger beroep heeft ingesteld bij het Hof. Het Hof stelt vast dat de Commissie in strijd heeft gehandeld met het beginsel dat de partijen moeten worden gehoord en de gelegenheid is ontzegd om commentaar te leveren op de argumenten die Amazon tijdens de procedure voor het Gerecht naar voren heeft gebracht. Het Hof is het voorts eens met Amazon dat haar fundamentele rechten op eerbiediging van het privéleven en de vrijheid van ondernemerschap beperkt, op het eerste gezicht niet kan worden beschouwd als irrelevant en gebrekkig aan ernst, maar acht deze bevindingen niet doorslaggevend. Er moet een belangenafweging gemaakt worden om te oordelen of opschorting gerechtvaardigd kan worden. De door de Uniewetgever verdedigde belangen prevaleren in dit geval boven de materiële belangen van Amazon, met als gevolg dat de belangenafweging doorweegt in het voordeel van de afwijzing van het verzoek tot opschorting.

RB 3673

Gebruik Nutri-Score systeem bewust gedoogd

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 7 jun 2022, RB 3673; (Albert Heijn tegen klager ), https://www.reclameboek.nl/artikelen/gebruik-nutri-score-systeem-bewust-gedoogd

RCC 7 juni 2022, RB 3673; dossiernr. 2022/00080 (Albert Heijn tegen klager) Albert Heijn geeft door middel van een Nutri-Score aan welke producten een gezonde samenstelling hebben en welke dit niet hebben. Klager richt een klacht tegen diverse reclame-uitingen van de Albert Heijn die aandacht vestigen op Nutri-Score. Er wordt beweerd door adverteerder dat het systeem met Nutri-Scores gezondere keuzes makkelijker maakt. De voorzitter stelt vast dat dit systeem alleen producten binnen een bepaalde productgroep met elkaar vergelijkt, maar geen claim bevat omtrent het (absolute) gezondheidsgehalte van het dergelijke product. De voorzitter oordeelt verder dat het gebruik van het Nutri-Score systeem in strijd is met de wet. Albert Heijn heeft echter voldoende aannemelijk gemaakt dat, ook als er geen sprake is van expliciete toestemming voor het gebruik van de Nutri-Score, er sprake is van een situatie waarin het gebruik ervan door de Nederlandse overheid bewust is gedoogd. De voorzitter oordeelt dat er wel degelijk sprake is van strijd met de wet als bedoeld in artikel 2 NCR, maar dat hier geen gevolgen ten nadele van haar kunnen worden verbonden. De voorzitter bepaalt dat een aanbeveling achterwege zal blijven.

RB 3672

Verpakking koekje wekt niet suggestie van onmiskenbare gembersmaak

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 22 mrt 2022, RB 3672; (Ginger Thins ), https://www.reclameboek.nl/artikelen/verpakking-koekje-wekt-niet-suggestie-van-onmiskenbare-gembersmaak

RCC 22 maart 2022, RB 3672; dossiernr. 2021/00509 (Ginger Thins) Klager diende een klacht in over de koekjes ‘Ginger Thins’. Hij kon de smaak van gember en de stukjes gember nauwelijks proeven, maar proefde vooral kaneel. Dat uit ingrediëntenlijst blijkt dat het koekje maar voor 0.2% bestaat uit gember, wekt verbazing bij klager. De klager benadrukt dat de productnaam op de verpakking in overeenstemming moet zijn met de verhoudingen in de ingrediëntenlijst. 'Ginger Thins' is een gebruikelijke naam voor dit soort koekjes en wordt op de verpakking vergezeld van de beschrijvende benamingen ‘Thin and crispy spiced biscuits’ en ‘Kruidige koek’. De voorzitter is van oordeel dat adverteerder kon volstaan met de combinatie van de gebruikelijke en beschrijvende benamingen. Daarnaast overweegt de voorzitter dat het niet in de lijn der verwachting ligt dat de gemiddelde consument bij de benaming ‘Ginger Thins’ zal verwachten dat het koekje in overwegende mate uit gember zal bestaan. Indien dit wel verwacht wordt, wordt die onjuiste indruk voldoende gerelativeerd door de overige inhoud van de uiting. Klager maakt bezwaar tegen de beslissing van de voorzitter. De Commissie is van oordeel dat er gekeken moet worden naar de gehele verpakking, dus ook de beschrijvende toevoegingen en ingrediëntenlijst. In de verpakking als geheel ligt volgens de Commissie niet de suggestie besloten dat de koekjes een onmiskenbare gembersmaak hebben. De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter en wijst de klacht af.

RB 3652

Aanduiding CO2-neutraal als misleidend

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 8 apr 2022, RB 3652; (CO2ZERO), https://www.reclameboek.nl/artikelen/aanduiding-co2-neutraal-als-misleidend

RCC 8 april 2022, RB 3652; dossiernr. 2021/00553 (CO2ZERO) KLM biedt bij het boeken van een vlucht de mogelijkheid om de CO2-uitstoot van uw vlucht te neutraliseren, door een additionele kleine bijdrage te leveren. Alhoewel KLM meedoet aan een herbebossingsproject door Gold standard gecertifieerde carbon credits/Ver's te kopen, staat daardoor volgens de Commissie niet vast dat KLM daardoor ook het beloofde effect realiseert. Tezamen met het feit dat er geen volledige wetenschappelijke consensus hierover bestaat, acht de Commissie dat deze beloftes van KLM niet in de door art. 3 MRC vereiste mate worden aangetoond en zijn daardoor misleidend.

RB 3432

Reis aanbieden met “gegarandeerd vertrek” in coronatijdperk misleidend

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 8 jul 2020, RB 3432; (Aanklager tegen OAD), https://www.reclameboek.nl/artikelen/reis-aanbieden-met-gegarandeerd-vertrek-in-coronatijdperk-misleidend

Reclame Code Commissie 8 juli 2020, IEF 19354, RB 3432; 2020/00219 (Aanklager tegen OAD) Reclamerecht. Reizen aanbieden met “gegarandeerd vertrek” wordt misleidend geacht, omdat “gegarandeerd vertrek” zorgvuldig moet worden gebruikt. De consument zal er bij deze toevoeging van uitgaan dat het zeker is dat een reis zal doorgaan, tenzij er sprake is van een plotselinge verhindering die op het moment van het aanbieden van de reis niet kon worden voorzien. Verhindering van de reis door corona is wel voorzienbaar.

RB 3290

Misleidende informatie bij productaankoop leidingsysteem, maar geen aansprakelijkheid

Rechtspraak (NL/EU) 12 feb 2019, RB 3290; ECLI:NL:GHARL:2019:1290 (Vivantes tegen Nathan en Uponor), https://www.reclameboek.nl/artikelen/misleidende-informatie-bij-productaankoop-leidingsysteem-maar-geen-aansprakelijkheid

Hof Arnhem-Leeuwarden 12 februari 2019, RB 3290; ECLI:NL:GHARL:2019:1290 (Vivantes tegen Nathan en Uponor) Hoger Beroep. Misleidende mededeling. Uponor is producent van kunststofbuizen. Nathan is de fabrieksvertegenwoordiger van Uponor in Nederland en België. Uponor prijst haar buizen aan door middel van folders, waarin zij stelt dat de betreffende buizen een maximaal constante werktemperatuur van 95°C kunnen verdragen (hierna: de aanprijzing). Vivantes stelt dat deze aanprijzing misleidend dan wel onrechtmatig is. De rechtbank heeft in eerste aanleg [RB 1607] geoordeeld dat de aanprijzing misleidend is in de zin van artikel 6:194 sub a BW, waarmee in beginsel sprake is van een onrechtmatige daad die aan Nathan en Uponor moet worden toegerekend. De rechtbank achtte het echter onvoldoende aannemelijk dat Vivantes haar keuze voor de Unipipe-buizen heeft gebaseerd op de aanprijzing. Derhalve heeft de rechtbank geen causaal verband aangenomen. In hoger beroep voert Vivantes drie grieven aan tegen deze beslissing. Met haar eerste grief stelt Vivantes dat degene die in verband met een misleidende mededeling schadevergoeding vordert niet hoeft aan te tonen dat hij op die misleidende mededeling is afgegaan indien er sprake is van een misleidende mededeling. Dit is echter onjuist nu Vivantes een rechtspersoon is handelend in de uitoefening van bedrijf of beroep. Vervolgens beroep Vivantes zich op het HR World Online arrest (HR 27 november 2009, ECLI: NL:HR:2009: BH2162). Dit beroep gaat echter niet op nu er belangrijke verschillen zijn met de situatie in het World Online arrest. Belangrijke verschillen zijn dat de productfolder zich in dit geval richt op een specifieke doelgroep van technisch onderlegde professionals in plaats van, zoals in de World Online-zaak, op een breed publiek van beleggers (waaronder professionele beleggers en consumenten zonder kennis en ervaring met beleggen), terwijl de in de World Online-zaak geschetste bewijsproblemen voor de beleggers zich niet of anders en in mindere mate voordoen voor Vivantes. Tot slot heeft Vivantes onvoldoende gesteld om aan te nemen dat de aanprijzing in de folder voldoende van belang is geweest bij de beslissing om de kunststofbuizen aan te kopen. Alle grieven falen.

RB 3282

ING mag app aanbieden als voor eenieder beschikbaar

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 30 jan 2019, RB 3282; 2018/00800 (klager tegen ING), https://www.reclameboek.nl/artikelen/ing-mag-app-aanbieden-als-voor-eenieder-beschikbaar-1

RCC 30 januari 2019, IEF 18247, RB 3279; dossiernr. 2018/00800 (klager tegen ING) Reclamecodecommissie. Afwijzing. Geen wervend karakter boodschap. Het betreft mededelingen over de ‘Mobiel Bankieren App’ op de website van ING (subpagina https://www.ing.nl/particulier/mobiel-en-internetbankieren/mobiel-bankieren-app/index.html) en  in de berichten op klagers mijn.ing.nl. De klacht houdt in essentie in dat de app van ING niet functioneert op oudere besturingssystemen.

RB 3182

Aanvraag aanbesteding voor reclamemast langs A1 is evident tijdig

Nederland 20 feb 2018, RB 3182; ECLI:NL:RBAMS:2018:1206 (DKTD Media tegen Diemen), https://www.reclameboek.nl/artikelen/aanvraag-aanbesteding-voor-reclamemast-langs-a1-is-evident-tijdig

Vzr. Rechtbank Amsterdam 20 februari 2018, RB 3182; ECLI:NL:RBAMS:2018:1206 (DKTD Media tegen Diemen) Aanbesteding. Reclamemast. De Gemeente Diemen heeft op 8 april 2016 een openbare aanbesteding uitgeschreven. Doel van de aanbesteding was om een onderneming te selecteren die in staat en bereid is om een reclamemast te realiseren en te exploiteren op een door de Gemeente vastgestelde locatie langs de A1. Onder meer DKTD Media en Interbest hebben binnen de gestelde termijn op de aanbesteding ingeschreven. In de aanbesteding is een 4-weken termijn opgenomen. Op 12 juni 2017 heeft de Gemeente de opdracht definitief gegund aan Interbest. Op 24 juli 2017 heeft Interbest bij de Gemeente de vereiste omgevingsvergunning aangevraagd. DKTD stelt dat de 4-weken termijn niet is nagekomen, en heeft verzocht de opdracht aan DKTD te geven. De gemeente heeft op 20 juli de overeenkomst aan Interbest gestuurd. Dit is een vrijdag dus Interbest heeft de overeenkomst niet eerder dan op maandag 23 juli ontvangen. Een dag na de ontvangst heeft Interbest de vergunning aangevraagd, hetgeen evident tijdig is. Het is voldoende aannemelijk dat de vergunning tijdig is aangevraagd. De vordering wordt afgewezen.

RB 2949

Gerechtsdeurwaarders niet aansprakelijk voor publicatie die vergelijkende reclame behelst

Rechtspraak (NL/EU) 1 aug 2017, RB 2949; ECLI:NL:GHAMS:2017:3098 (KBvG tegen gerechtdeurwaarders), https://www.reclameboek.nl/artikelen/gerechtsdeurwaarders-niet-aansprakelijk-voor-publicatie-die-vergelijkende-reclame-behelst

Hof Amsterdam 1 augustus 2017, RB 2949; ECLI:NL:GHAMS:2017:3098 (KBvG tegen gerechtdeurwaarders) Tuchtrecht. Vergelijkende reclame. Klacht van de KBvG tegen zeven gerechtsdeurwaarders. Deurwaarders zijn met hun kantoor aangesloten bij een stichting die als doel heeft de derdengelden van opdrachtgevers veilig te stellen. De KBvG stelt dat met de verschenen publicatie, waarin de stichting feitelijk gepromoot wordt, in strijd is gehandeld met art. 1 en 12 van de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders en art. 1 van de Verordening KBvG normen voor kwaliteit in samenhang met art. 1.2 van het Reglement KBvG Normen voor kwaliteit. De kamer heeft de KBvG niet-ontvankelijk verklaard in haar klacht. In hoger beroep zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die ertoe moeten leiden dat de gerechtsdeurwaarders tuchtrechtelijk laakbaar gedrag vertoond hebben. Het enkele aangesloten zijn bij een stichting waarvoor feitelijk reclame wordt gemaakt, is niet tuchtrechtelijk laakbaar. Het hof verklaart de klacht tegen de gerechtsdeurwaarders ongegrond.