RB

Wetgeving & zelfregulering  

RB 1519

Total Body Scan speelt niet op gevoelens van angst in

Vzr. RCC 2 oktober 2012, zaaknr. 2012/00824 (klager tegen adverteerder Total Body Scan)

Meer pre-Scan jurisprudentie IEF 100727, IEF 10122.

De bestreden reclame-uiting:
 
Per post toegezonden reclame-uiting in briefvorm van Prescan met onderwerp “Geniet gerust van onze speciale prijs voor de Total Body Scan”. Klager maakt bezwaar tegen de “aanbieding” voor een medisch onderzoek, omdat deze inspeelt op gevoelens van angst en tegen het ongewenst toesturen van de geadresseerde reclame, terwijl hij geen toestemming voor toezending van de reclame heeft gegeven.

In de uiting: “(…) hebben velen hierdoor erger kunnen voorkomen. Anderen genieten na afloop geruster, hetgeen ook vaak als gezondheidswinst wordt ervaren” en “de kans op genezing is groter als een ziekte eerder wordt ontdekt! (Bron: KWF Kankerbestrijding)”.

Volgens de voorzitter kan van deze mededelingen, gelet op de aard van het product en de context waarin de mededelingen worden gedaan, niet worden gezegd dat deze zonder te rechtvaardigen redenen appelleren aan gevoelens van angst in de zin van artikel 6 van NRC. Dit gedeelte van de klacht wordt daarom afgewezen.

Voor zover de klacht gaat over het ongevraagd toezenden van de reclame-uiting wordt de klacht afgewezen. Niet is gesteld of gebleken dat klager aan Prescan schriftelijk heeft meegedeeld geen geadresseerde reclame meer te willen ontvangen, zoals bedoeld in artikel 14 van de Code Brievenbusreclame, Huissampling en Direct Response Advertising (CBR). 

RB 1140

CvdM Regeling liefdadigheidsacties

Regeling liefdadigheidsacties

Op 15 oktober treedt een nieuwe, door het Commissariaat voor de Media opgestelde 'Regeling liefdadigheidsacties' in werking.

De regeling geeft aan onder welke omstandigheden vermijdbare uitingen (zoals het noemen van bedrijfsnamen) in het kader van liefdadigheidsacties toelaatbaar zijn. Met deze regeling kunnen publieke media-instellingen zelf bepalen of een voorgenomen actie is toegestaan. Zij hoeven acties dus niet, zoals voorheen het geval was, voorafgaand ter beoordeling aan het Commissariaat voor te leggen. Uiteraard kan het Commissariaat wel achteraf toetsen of de regels zijn nageleefd.

RB 1020

Leidraad Informatie UR geneesmiddelen

Bijlage bij Kamerstukken II 2010/11, 29 477, nr. 169 (Leidraad Informatie UR Geneesmiddelen)

Veel is er te zeggen over het verschil tussen reclame en informatie inzake UR Geneesmiddelen. Zo is er laatst een congres rond georganiseerd door de VvRr en VFenR (verslag RB 992) en zijn er de Gedragscode Geneesmiddelenreclame en de Geneesmiddelenwet en buigen zowel de RCC als de CGR over kwestie. Met deze Leidraad verzoekt CGR verduidelijking te krijgen wat getolereerd wordt als "informatie" over UR-Geneesmiddelen. [klik plaatje voor vergroting]

Alhoewel de Gedragscode Geneesmiddelenreclame betrekking heeft op reclame en niet op informatie, heeft de CGR gemerkt dat behoefte is aan een uitgebreider Leidraad ten aanzien van informatie over ziekte, ziektebeelden en behandelingen waarbij direct of indirect wordt verwezen naar UR-geneesmiddelen en informatie van algemene en technische aard die relevant is voor het gebruik van een UR-geneesmiddel zonder dat hieraan een specifiek verzoek is voorafgegaan.

De “Nadere invulling van het onderscheid tussen reclame en informatie voor geneesmiddelen” blijft nog wel relevant als hulpmiddel om vast te stellen of sprake is van reclame of informatie. Wel vervalt de paragraaf over “eisen aan informatie”, de artikelen 4 t/m 6 en de toelichting daarop. Deze eisen zijn uitgewerkt in deze Leidraad. Uit de artikelen 1 t/m 3 van deze Nadere invulling blijkt dat het niet eenvoudig is om een exacte grens te trekken tussen informatie en reclame. In de Begripsbepalingen bij de Gedragscode Geneesmiddelenreclame wordt reclame gedefinieerd als “iedere aanprijzing van geneesmiddelen en daarmee samenhangende diensten of denkbeelden, daaronder (…).”

Doorslaggevend voor het onderscheid tussen reclame en informatie is het aanprijzende karakter van (elementen van) een uiting. De vraag of een uiting als informatie dan wel als reclame moet worden beschouwd moet van geval tot geval worden beoordeeld. Is de uiting promotioneel, dan zijn de reclameregels van toepassing. Is de uiting informatief van aard, dan is de Leidraad van toepassing.

RB 991

Alcoholverbod in Mediawet

Amendement van de leden Van der Staaij/ Voordewind ter vervanging van nr. 10 over het opnemen van een verbod in de Mediawet 2008 op reclame voor alcoholhoudende drank, Kamerstukken II, 2010-11, 32 022, nr. 64.

Reclamerecht. Mediarecht. Vervallen van zinsnede: "tussen 06.00 uur en 21.00 uur" in een aantal artikelen. Kern van amendement:

(...) Een verbod tussen 06.00 uur en 21.00 uur is onvoldoende omdat de doelgroep van jongeren rond de 16 jaar door deze maatregel niet wordt beschermd. Immers, zij zien doorgaans ook na 21:00 uur nog televisieprogramma’s en komen dus nog teveel in aanraking met alcoholreclames. In elk geval is voldoende aangetoond – onder andere door STAP - dat zelfregulering niet werkt. Zelfregulering is een systeem dat in theorie veel voordelen biedt, maar in de praktijk onhaalbaar is. Daarvoor zijn de belangen van de alcoholbranche veel te groot. Daar komt nog bij dat er met een algeheel verbod niet langer meer een onderscheid is tussen reclame voor alcohol en tabak. Ook tabaksreclame is verboden en alles wijst erop dat dit zijn vruchten begint af te werpen!

Zie link / pdf
Mediawet 2008

RB 649

Doelgroepen - Kinderen

 

EUROPESE SPEELGOEDRICHTLIJN

EU                                         Richtlijn 2009/48/EG betreffende de veiligheid van speelgoed

EU                                         Richtsnoeren toepassing Richtlijn 2009/48/EG

ZELFREGULERING

Stichting Reclame Code   Kinder- en Jeugdreclamecode

Stichting Reclame Code   Algemene aanbeveling kindervuurwerk