RB

Diensten  

RB 1769

Aanbieding alleen voor online bestellingen

Vz. RCC 21 mei 2013, dossiernr. 2013/00312 (Kruidvat foto's)

Essentiële informatie. Misleidend. Het betreft adverteerders aanbieding in de huis aan huis folder waarin onder de aanhef “Kruidvat foto’s” onder meer staat “Voordelig je foto’s afdrukken. 100 voor € 6.00 Bestel makkelijk online, kruidvat.nl”. De klacht - Deze aanbieding bleek alleen voor online-bestellingen te gelden, maar dat valt uit de uiting niet op te maken. Nu deze beperking niet uit de reclame-uiting blijkt, acht klaagster de uiting misleidend.

Het oordeel van de voorzitter - Niet duidelijk is dat de aanbieding uitsluitend geldt voor online-bestellingen en dat het niet mogelijk is om via de winkel van de actie gebruik te maken. Blijkens het voorgaande is in de uiting sprake van het verborgen houden van essentiële informatie die de consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1768

Niet met succes een beroep op drukfouten

RCC 23 mei 2013, dossiernr. 2013/00329 (OAD drukfout geadverteerde vroegboekkorting)
Drukfout. Misleiding, art. 7 NRC. Het betreft de reisgids van adverteerder waarin een 8-daagse treinrondreis door Italië met de Bella Citta Express wordt aangeboden voor een prijs “vanaf 359”. Op de door klager op 8 maart 2013 geboekte reis in september 2013 heeft klager geen vroegboekkorting gekregen, hoewel klager bij de boeking wel voldeed aan de voorwaarde dat de boeking moet zijn gedaan 30 dagen voor aankomst. Nu klager de korting niet kreeg, acht hij de uiting misleidend.

De in de jaarbrochure vermelde vroegboekkorting berust op een drukfout  en kon om die reden niet worden gegeven. Alle boekingskantoren zijn hiervan op de hoogte gesteld en de website is aangepast. Voordat iemand deze reis boekt, wordt meegedeeld dat deze korting niet wordt gegeven. Ook aan klager is dat meegedeeld, zodat van misleiding geen sprake is. 

In de brochure wordt bij de door klager geboekte reis een vroegboekkorting van 10% aangeboden indien men de reis 30 dagen voor aankomst boekt. Hoewel klager bij zijn boeking aan deze voorwaarde voldeed, kreeg hij de boeking niet omdat, naar adverteerder liet weten, deze aanbieding berustte op een drukfout. Bij een adverteerder berust de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor zijn reclame-uiting en hij kan daarom niet met succes een beroep doen op drukfouten. Daarbij is ook van belang dat in dit geval geen sprake is van een kennelijke fout.
Nu de vroegboekkorting niet (meer) wordt gegeven, is de gewraakte mededeling onjuist.

RB 1760

AFM Waarschuwing tegen misleidende reclames

AFM Nieuwsbrief: Waarschuwing tegen misleidende reclames en informatie over lijfrentes.
Iedere maand verschijnt de consumentennieuwsbrief van de AFM. Lees nu de nieuwsbrief van mei met actuele berichten voor consumenten, (surf)tips en de vraag van de maand. Onderwerpen in deze nieuwsbrief: Misleidende reclames prijzen risicovolle producten aan als alternatief voor sparen.

RB 1753

Reiziger mag veilige transfer verwachten

Rechtbank Noord-Holland 13 februari 2013, LJN CA1159 (eiseres tegen Thomas Cookk Nederland)
Als randvermelding, omdat hier vaker over de reisbranche wordt bericht. Reisovereenkomst 7:500 e.v. BW. De reisovereenkomst verloopt niet overeenkomstig de verwachtingen die de reiziger redelijkerwijze mag verwachten (7:507 BW) als de reisorganisator, c.q. de door haar ingeschakelde busvervoermaatschappij, de reiziger in het kader van de transfer van het vliegveld naar het hotel niet veilig, dat wil zeggen zonder belaging door derden, overbrengt. Van de reisorganisatie mag immers in het algemeen verwacht worden, dat hij het overeengekomen vervoer zodanig uitvoert, dat de passagier de overeengekomen reisbestemming ongeschonden bereikt.

De beroving was, zoals de reisorganisator ook zelf aanvoert, voorzienbaar zodat het beroep van de reisorganisator op artikel 7:507, tweede lid, aanhef en onder b, BW niet opgaat. Hoewel Turkije een veilige vakantiebestemming is, met (kleine) criminaliteit rekening moet houden en de reiziger onderweg normale voorzichtigheid in acht moet nemen. Het beroep van de reisorganisator op overmacht als bedoeld in onderdeel c van die bepaling gaat ook niet op, omdat de reisorganisator geen (nadere) voorzorgsmaatregelen had getroffen of door de buschauffeur had doen treffen. Er is ook sprake van het vereiste causale verband tussen het niet treffen van voldoende voorzorgsmaatregelen en de beroving.

4.5.1. Thomas Cook heeft zelf gesteld dat de reiziger in Turkije, hoewel Turkije een veilige vakantiebestemming is, met (kleine) criminaliteit rekening moet houden en de reiziger onderweg normale voorzichtigheid in acht moet nemen. Hieruit volgt dat ook Thomas Cook zelf van mening is dat in zijn algemeenheid niet kan worden gezegd dat een diefstal of beroving niet was te voorzien. Dat deze transfer niet dusdanig risicovol was dat daarom een diefstal of beroving niet was te voorzien, zoals Thomas Cook heeft gesteld, heeft zij onvoldoende gemotiveerd, zodat de rechtbank daaraan voorbij gaat. Het beroep van Thomas Cook op artikel 7:507, tweede lid onder b, BW gaat daarom niet op.

4.5.1. Haar beroep op overmacht als bedoeld in onderdeel c van die bepaling gaat daarnaast ook niet op, omdat Thomas Cook geen (nadere) voorzorgsmaatregelen had getroffen of door de buschauffeur had doen treffen. Gelet op de risico’s was Thomas Cook gehouden in het kader van de transfer voorzorgsmaatregelen te treffen of bij inschakeling van een busvervoerder te doen treffen om onveiligheid door criminaliteit tijdens die transfer zo veel mogelijk te voorkomen. Thomas Cook, op wie de stelplicht en bewijslast ligt dat zij voldoende voorzorgsmaatregelen heeft getroffen, heeft onvoldoende gesteld dat zij voor dergelijke maatregelen heeft zorg gedragen. In de omstandigheden van het geval had zij daarvoor meer kunnen en moeten doen. Die omstandigheden zijn de volgende. De bus was laat op de avond geparkeerd op circa veertig meter afstand van een restaurant, op een vrij toegankelijke, zelf niet verlichte en overigens verlaten parkeerplaats, langs een grote weg. De buschauffeur had de bus verlaten en de beide deuren van de bus opengelaten. Voorts was sprake van een transfer in de avond vlak na aankomst in het land van vakantiebestemming na een vertraagde en dus kennelijk vermoeiende vliegreis. Uit de stellingen van Thomas Cook blijkt dat zij in het geheel geen (nadere) voorzorgsmaatregelen had getroffen. Zij heeft volstaan met de stelling dat het op de weg van [eiseres] had gelegen met de mogelijkheid van criminaliteit rekening te houden. Hieruit volgt dat het feit dat de beroving feitelijk door een ander is uitgevoerd, in beginsel geen grond kan vormen Thomas Cook de tekortkoming niet toe te rekenen.

4.6. Meer subsidiar, zo begrijpt de rechtbank haar betoog, betwist Thomas Cook het causaal verband tussen het achterwege laten van voldoende voorzorgsmaatregelen en de beroving. Zij stelt daartoe dat sprake was van een zeer brutale beroving die sowieso zou hebben plaatsgevonden, ook indien de chauffeur in of bij de bus aanwezig zou zijn geweest. Hoewel niet (met zekerheid) vastgesteld kan worden of de beroving door het treffen van voldoende voorzorgsmaatregelen voorkomen had kunnen worden, acht de rechtbank, mede gezien het feit dat Thomas Cook zulke maatregelen in het geheel niet had getroffen, heel plausibel hetgeen [eiseres] op dit punt gemotiveerd heeft aangevoerd. Zij stelt dat het voor de berover een ‘er in en er uit’ situatie was (de rechtbank begrijpt: door de openstaande tweede deur), die met voorzorgsmaatregelen wel te voorkomen was geweest. Bij deze stand van zaken kan niet gesteld worden dat de beroving zou hebben plaatsgevonden ongeacht het treffen van voldoende voorzorgsmaatregelen. Het niet steeds laten openstaan van de tweede deur zou immers een voor de hand liggende voorzorgsmaatregel zijn geweest. Het verweer faalt.
RB 1750

Verborgen houden essentiële info over leeftijdskorting

Vzr. RCC 21 mei 2013, dossiernr. 2013/00266 (Peale leeftijdskorting)

Zie ook RB 1588. Leeftijdskorting. Betreft een folder en de advertentie in het blad Veluwerand.nl met de tekst 'Leeftijds-korting op alle monturen (uw leeftijd is uw korting in %)'. Nadat klaagster een nieuw montuur had uitgezocht, bleek zij geen leeftijdskorting te krijgen. Alleen indien men ook nieuwe glazen neemt, krijgt men de korting. Volgens klaagster is de reclame misleidend.

De voorzitter is van oordeel dat uitdrukkelijk vermeld had moeten worden dat de leeftijdskorting alleen wordt gegeven bij aanschaf van een complete bril. Er is sprake van een verborgen houden van een essentiële voorwaarde. De voorzitter acht de reclame-uiting misleidend. Met betrekking tot de folder overweegt de voorzitter dat adverteerder op de voorzijde van de folder volstaat met een verwijzing naar de voorwaarden, nu deze op de achterzijde van de folder staan en zij duidelijk vermeld zijn.

Aldus is sprake van een verborgen houden van een essentiële voorwaarde die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
 
Met betrekking tot de folder overweegt de voorzitter dat voor- en achterzijde van de folder als één geheel dienen te worden beschouwd. Om die reden kan adverteerder op de voorzijde van de folder volstaan met een verwijzing naar de voorwaarden, nu deze op de achterzijde van de folder staan en de gewraakte beperkende voorwaarde daarin duidelijk is vermeld.

RB 1749

Juistheid geclaimde werking niet aannemelijk gemaakt

RCC 3 mei 2013, dossiernr. 2013/00135 (Tancosan)
Misleidende reclame. Digitale marketing. Betreft claims op de websites van Tancosan.com. Volgens de websites is Tancosan een voedingssupplement dat het afweersysteem ondersteunt en zorgt voor een goede weerstand en een hoog energieniveau. Klaagster heeft echter geen wetenschappelijke onderbouwing kunnen vinden waaruit blijkt dat deze claims waar zijn. Volgens haar bevatten de uitingen niet genoeg informatie en bovendien onjuiste gegevens, waardoor zij misleidend zijn.

Naar het oordeel van de Keuringsraad, zouden de claims niet van een toelatingsstempel zijn voorzien, indien zij zouden zijn voorgelegd. Naar het oordeel van de Commissie is niet duidelijk, op grond van welke ingrediënten van Tancosan wordt beweerd dat dit product het immuunsysteem van het lichaam verbetert en leidt tot een hoger energieniveau. Adverteerder is niet geslaagd in het aannemelijk maken van de juistheid van de geclaimde werking. De Commissie acht de reclame-uitingen derhalve in strijd met artikel 7 NRC en beveelt adverteerder niet meer op dergelijke wijze reclame te maken.

1) De Commissie stelt voorop dat de klacht in het bijzonder is gericht tegen de mededelingen in de bestreden uiting die inhouden of impliceren dat Tancosan het immuunsysteem (de “weerstand”) van het lichaam ondersteunt of verbetert respectievelijk leiden tot een “hoger energieniveau”. De Commissie acht de claims niet van een dusdanige aard, dat sprake is van medische claims. Wel is sprake van gezondheidsclaims in de zin van artikel 3 lid 1 van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RVV) in verbinding met artikel 2 lid 5 van de EU-verordening inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen nr. 1924/2006 (verder: de Claimsverordening). Bij EU-verordening nr. 432/2012 van 16 mei 2012 is - ter uitvoering van (artikel 13 van) de Claimsverordening - een lijst van toegestane gezondheidsclaims voor levensmiddelen vastgesteld.
 
2) Niet duidelijk is geworden op grond van welke specifieke ingrediënten van Tancosan wordt beweerd dat dit product het immuunsysteem van het lichaam verbetert en leidt tot een hoger energieniveau. Adverteerder verwijst weliswaar naar een als bijlage bij zijn  verweerschrift genoemde opgave van “ingrediënten, WHO monografieën en referenties (selectie van Pubmed), maar de Commissie heeft bij gebreke aan stukken waaruit duidelijk de samenstelling van Tancosan blijkt, niet kunnen verifiëren of de genoemde ingrediënten in Tancosan in werkzame hoeveelheid aanwezig zijn. Voor zover er vanuit wordt gegaan dat Tancosan de in de bijlage genoemde ingrediënten bevat, geldt het volgende.
 
3) Als relevante ingrediënten worden genoemd: Echinacea, Eleutherocci, Allium, Matricaria, Pau p’arco, Peumus boldus, Viola tricolor, Agropyron repens, Triticum repens en Drosera rotundifolia. De Commissie heeft geconstateerd dat met betrekking tot de hier aan de orde zijnde ingrediënten geen claims zijn vermeld op de als bijlage bij Verordening 432/2012 gevoegde lijst van toegestane gezondheidsclaims. Wel zijn met betrekking tot Echinacea, Allium, Matricaria, Peumus boldus, Viola tricolor, Agropyron repens, Triticum repens en Drosera rotundifolia claimsvermeldingen gedaan die voor een deel betrekking hebben op de geclaimde werking van Tancosan. De Commissie constateert dat deze claims thans nog “on hold” staan.
 
4) De Commissie zal op grond van het voorgaande de uiting wegens het gebruik van de bestreden claims toetsen aan de artikelen 7 en 8 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu klaagster gemotiveerd de juistheid en eerlijkheid van de reclame heeft aangevochten, dient adverteerder de juistheid van de geclaimde werking van Tancosan aannemelijk te maken. Adverteerder is hierin niet geslaagd.

RB 1748

Voorbehoud slechts in de vorm van een 'tip' opgenomen

RCC 2 mei 2013, dossiernr. 2013/00210 (Telfort)
Misleidende reclame. Digitale marketing. Betreft de uiting op www.telfort.nl betreffende de overstap naar 'Internet, TV en bellen van Telfort'. Op deze website staat onder meer 'Stap naadloos over naar Telfort' en 'Geen dag zonder internet'. De klacht richt zich op deze beloften. Klaagster stelt dat deze in de praktijk niet worden waargemaakt.

Naar het oordeel van de Commissie wordt in de uiting onvoldoende duidelijk gewezen op het voorbehoud, dat slechts in de vorm van een 'tip' is opgenomen. De uiting gaat gepaard met onjuiste informatie en daarin wordt onduidelijke informatie verstrekt ten aanzien van de voordelen van de aangeprezen overstap naar Telfort. De Commissie acht de uiting misleidend.

In de bestreden uiting wordt op verschillende plaatsen melding gemaakt van een naadloze overstap naar Telfort. De gemiddelde consument zal deze mededeling aldus begrijpen dat vanaf het moment dat het contract bij een andere provider is beëindigd gebruik kan worden gemaakt van internet, televisie en telefonie krachtens het nieuwe contract bij Telfort. In de praktijk blijkt dit niet - in ieder geval niet altijd - het geval te zijn. Wordt overgestapt van een kabelexploitant naar Telfort, dan kan alleen indien de ingangsdatum van het nieuwe contract bij Telfort twee weken voor de einddatum van het contract bij de kabelexploitant wordt gezet, worden gegarandeerd dat men bij de overstap niet zonder internet komt te zitten. Naar het oordeel van de Commissie wordt in de uiting onvoldoende duidelijk gewezen op dit voorbehoud, dat slechts in de vorm van een “tip” aan het einde van stap 2 van het stappenplan voor de overstap is opgenomen.

(...)

Gelet op het voorgaande gaat de bestreden uiting gepaard met onjuiste informatie en wordt  daarin onduidelijke informatie verstrekt ten aanzien van de voordelen van de aangeprezen overstap naar Telfort als bedoeld in de aanhef en onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de Commissie van oordeel is dat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht zij de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1747

Verborgen houden van essentiële informatie

RCC 1 mei 2013, dossiernr. 2013/00224A (EyeWish)
Misleidende reclame. Audiovisuele mediadiensten. Betreft een televisiecommercial en een op straat geplaats reclamebord van Het Huis en Eyewish waarin onder meer wordt gezegd 'het 2e glas cadeau'. Rechtsonderin beeld staat in kleine letters 'Vraag naar de voorwaarden'. De klacht behelst dat er een maximum van € 200 verbonden is aan de actie.

Volgens de Commissie is er sprake van het verborgen houden van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit te nemen. Zij acht de uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1746

Korte levertijd kan reden van aankoop zijn

RCC 25 april 2013, dossiernr. 2013/00200 (Bol.com)
Misleidende reclame. Ontbrekende informatie. Digitale marketing. Betreft de mededeling 'Vandaag (voor 22:30 uur) besteld morgen in huis*', in de banner op de website www.bol.com. Bij vier verschillende bestellingen van klager is deze belofte niet waargemaakt. De bestreden tekst kan klanten ertoe brengen bij Bol.com te kopen en dus worden consumenten misleid. Klager wijst hierbij naar de recent door de Commissie beoordeelde reclame van Wehkamp.

Gelet op de beperkte ruimte in de banner acht de Commissie het toelaatbaar dat door middel van plaatsing van een asterisk bij de mededeling wordt verwezen naar de geldende voorwaarden die elders op de website zijn opgenomen. In het geval van een van de producten die door klager zijn gekocht blijkt deze vermelding ten onrechte bij het product te zijn geplaatst en gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie. Omdat de geclaimde korte levertijd een reden kan zijn om bij Bol.com te kopen, is de reclame misleidend. Het verweer van adverteerder dat bij de overige 3 bestellingen door klager sprake van een latere bezorging die te wijten is aan niet tijdige bezorging van PostNL, gaat niet op.

3) In het geval van de ‘Veltkamp Plakstrip’ blijkt deze vermelding ten onrechte bij het product te zijn geplaatst en gaat de uiting derhalve gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in de aanhef van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de geclaimde korte levertijd van doorslaggevend belang kan zijn om een product bij klager te bestellen, is de Commissie voorts van oordeel dat de gemiddelde consument door deze uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Om die reden is deze uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. De Commissie heeft nota genomen van adverteerders mededeling dat de website op dit punt is aangepast. Dit kan echter niet tot een ander oordeel met betrekking tot de aan de Commissie voorgelegde uiting leiden.
 
4) Vast is komen te staan dat bij de drie overige bestellingen door klager sprake is van een latere bezorging van de artikelen dan de beloofde levertijd van één dag. Adverteerder wijt deze  vertraging aan een niet tijdige bezorging door PostNL, waarop Bol.com zegt weinig invloed te hebben. Dit verweer kan adverteerder niet baten. Het is immers de keuze van Bol.com om de claim “vandaag (voor 22.30 uur) besteld, morgen in huis” te gebruiken ondanks haar afhankelijkheid hierbij van de door haar ingeschakelde bezorgservice door derden. Bij de vermelding van de voorwaarden die gelden voor de claim “vandaag (voor 22.30 uur) besteld, morgen in huis” wordt geen voorbehoud gemaakt ten aanzien van vertraging in de levering door toedoen van derden. Gelet hierop is naar het oordeel van de Commissie de claim “Vandaag (voor 23.00 uur) besteld, morgen in huis” te absoluut en is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Nu de gemiddelde consument hierdoor ertoe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1744

Met behulp van affiliates gemaakte reclame

RCC 1 mei 2013, dossiernr. 2012/00816; RCC 1 mei 2013, dossiernr. 2012/00816-I; RCC 1 mei 2013, dossiernr. 2012/00816-II; RCC 1 mei 2013, dossiernr. 2012/00816-III  (Supermarkt coupon)
Box o' couponsMisleidende reclame. Bijzondere Reclamecode. Agressieve reclame. Digitale marketing. Betreft een op 31 juli 2012 verzonden e-mail van be@n4c.nl, waarin onder meer staat: ''DOE MEE EN MAAK KANS OM EENSUPERMARKT COUPON TER WAARDE VAN 450 EUR TE Winnen'' en ''Wij betalen uw boodschappen! klik hier... Wij hebben u geselecteerd om kosteloos boodschappen te kunnen doen deze maand. (...) U ontvangt dit bericht omdat u lid bent van de Nieuws Voor Consumenten Nieuwsbrief''. Klaagster klikte op de link en diende vervolgens een zeer gemakkelijke vraag te beantwoorden, maar na antwoorden diende zij haar gsm nummer op te geven, waarna bleek dat het om een abonnementsdienst ging. Zij vindt de e-mail misleidend en meent dat zij recht heeft op de waardebon.

De Commissie stelt vast dat First Impressions bij verweer heeft meegedeeld dat zij deze e-mail heeft verzonden, op verzoek van Immediato B.V., die First Impressions als “adverteerder” aanmerkt. Aldus de Commissie is sprake van een klacht tegen grensoverschrijdende reclame als bedoeld in Bijlage 1 bij het Reglement RCC en het College van Beroep, nu de e-mail afkomstig is van het in Nederland gevestigde First Impressions, en is ontvangen door klaagster, die in België woont.

Nadat de Commissie in haar eerste tussenbeslissing (van 27 november 2012) heeft geoordeeld dat de bestreden e-mail in strijd is met artikel 3.1 Reclamecode SMS-dienstverlening, dat er sprake is van agressieve reclame en dat de e-mail in strijd is met de waarheid, dient nog de vraag te worden beantwoord wie verantwoordelijk moet worden geacht voor de bestreden e-mail.

(...)

Weliswaar is niet gebleken dat Immediato, overeenkomstig de door haar gehanteerde voorwaarden, toestemming heeft gegeven om de bestreden e-mail te verzenden, maar wel is komen vast te staan dat Immediato gebruik heeft gemaakt van marketing met behulp van affiliates. Niet is gesteld of gebleken dat Immediato aan neergelegde verplichtingen omtrent affiliates heeft voldaan. Gelet hierop acht de Commissie Immediato mede verantwoordelijk voor de inhoud van de bestreden, met behulp van affiliates gemaakte reclame.

(...)

Zoals is vermeld in de tweede tussenbeslissing (van 5 februari 2013) heeft het e-mail marketingbureau Sevbo MD B.V. (hierna Sevbo) meegedeeld dat zij de bestreden e-mail heeft verzonden naar de Belgische leden. Naar het oordeel van de Commissie dient bij zodanige verzending, waarbij Sevbo bekend kan worden verondersteld met de inhoud van die e-mail, in elk geval Sevbo verantwoordelijk te worden geacht voor die inhoud. Ten aanzien van First Impresssions en Scoort Media worden de klachten afgewezen.