RB

Algemene regels  

RB 1636

Begrip facultatieve prijstoeslagen

HvJ EU 19 juli 2012, zaak C-112/11, (ebookers.com Deutschland) - dossier.

Prejudiciële vraag gesteld door OLG Keulen, Duitsland.

Conclusie A-G [RB 1317]. Verplichting van verkoper van vliegreis om ervoor te zorgen dat facultatieve prijstoeslagen door klant op ,opt-in’-basis worden aanvaard. Prijs van door onafhankelijke verzekeringsmaatschappij aangeboden annuleringsverzekering voor vlucht die deel uitmaakt van totale prijs.

Het begrip „facultatieve prijstoeslagen” in artikel 23, lid 1, laatste zin, van verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap moet aldus worden uitgelegd dat het ook betrekking heeft op kosten die in verband met de vliegreis worden gemaakt voor diensten, zoals de in het hoofdgeding aan de orde zijnde vluchtannuleringsverzekering, welke door een andere partij dan de luchtvaartmaatschappij worden aangeboden en door de verkoper van die reis samen met de prijs van de vlucht in de vorm van een totale prijs aan de klant in rekening worden gebracht.

Vraag:

„Ziet artikel 23, lid 1, van verordening [nr. 1008/2008], volgens hetwelk facultatieve prijstoeslagen op duidelijke, transparante en ondubbelzinnige wijze aan het begin van elk boekingsproces worden medegedeeld en door de passagier op een ‚opt-in’-basis moeten worden aanvaard, ook op kosten die in verband met vliegreizen voor diensten van derden (hier: de aanbieder van een annuleringsverzekering) worden gemaakt en die de verkoper van de vliegreis in zijn totale prijs samen met de prijs van de vlucht aan de passagier aanrekent?”

RB 1632

Actie 'geen BTW' geldt alleen bij het bezit van een voordeelpas

RCC 6 februari 2013, dossiernr. 2013/00032 (GAMMA voordeelpas)

Misleidend. Voorwaarden. Voordeelpas. De bestreden reclame-uiting betreft de televisiecommercial waarin een werknemer van de Gamma een actie aanprijst waarbij men gedurende vier dagen “geen BTW” betaalt over aankopen. In beeld verschijnt enige tijd de tekst “*kijk voor de voorwaarden op GAMMA.nl”. Op het buitenbord bij de GAMMA filialen staat “0% btw” en “Alles belastingvrij”. Aan de rechteronderzijde van het buitenbord staat verticaal vermeld dat de actie alleen geldt met de GAMMA voordeelpas.

In de commercial wordt de actie aangeprezen zonder dat specifiek melding wordt gemaakt van de voorwaarde dat men over een GAMMA voordeelpas dient te beschikken om gebruik te kunnen maken van de actie. Naar het oordeel van de voorzitter betreft het feit dat deze pas verplicht is een belangrijke beperkende voorwaarde, waarover de consument duidelijk geïnformeerd dient te worden. De enkele in beeld getoonde verwijzing naar de actievoorwaarden op adverteerders website is onvoldoende. Adverteerder had derhalve in de televisiecommercial de consument dienen te informeren over de noodzaak van een GAMMA voordeelpas. Ten aanzien van het buitenbord ligt het voorgaande in zoverre anders, dat in deze uiting wel specifiek staat dat men alleen met een GAMMA voordeelpas kan deelnemen aan de actie.

Nu de consument in de uitingen niet duidelijk wordt geïnformeerd over de voorwaarde van een GAMMA voordeelpas om te kunnen deelnemen aan de actie, is sprake van een te laat of op onduidelijke wijze verstrekken van essentiële informatie. De gemiddelde consument zou hierdoor ertoe gebracht kunnen worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Niet gesteld of gebleken is dat vrijwel alle consumenten over een GAMMA voordeelpas beschikken of bereid zijn een dergelijke pas aan te schaffen. De voorzitter acht de reclame-uitingen misleidend en daardoor oneerlijk.

RB 1629

“Alleen voor bonuskaarthouder” is essentiële informatie

RCC 5 februari 2013, dossiernr. 2012/01068 (Alleen voor AH-bonuskaarthouders)

Het betreft een televisiecommercial waarin de ‘Albert Heijn-man’ de actie “Route 99” aanprijst met de mededeling: “De voordeligste route van Nederland loopt deze maand dwars door Albert Heijn, met 99 aanbiedingen voor 99 cent.” De man loopt door een Albert Heijn filiaal en meldt bij een aantal producten: “Kijk: 99 cent! En deze: 99 cent!”

De commercial wordt gevolgd door een kortere commercial in hetzelfde reclameblok (‘tag on’), waarin een aantal producten wordt getoond in het kader van de actie. De tag on eindigt met een blauw scherm met daarop het Albert Heijn logo en in witte letters onderin beeld de melding: “Kijk voor de actievoorwaarden op ah.nl. Aanbiedingen geldig op vertoon van uw bonuskaart”. De voorzitter acht het aannemelijk dat de gemiddelde consument de commercial en tag-on als een samenhangend geheel zal beschouwen, nu deze elkaar in korte tijd opvolgen in hetzelfde reclameblok. In de gehele uiting wordt veel nadruk gelegd op de Route 99-aanbiedingen, terwijl het aanbod slechts geldt voor houders van een bonuskaart.

Het voorgaande impliceert dat de consument duidelijk moet worden geïnformeerd over de wijze waarop de actie moet worden uitgelegd om te voorkomen dat bij hem onjuiste verwachtingen worden gewekt omtrent het voordeel waarop hij op grond van de actie recht heeft. (...)

Aan het einde van de uiting is de mededeling “Aanbiedingen geldig op vertoon van uw bonuskaart” echter dermate kort in beeld, dat deze (...) de gemiddelde consument gemakkelijk kan ontgaan.

Hierdoor  is sprake van een op onduidelijke wijze verstrekken van essentiële informatie.

Op andere blogs:
Hoogenraad & Haak (Alleen voor AH-Bonuskaarthouders)

RB 1628

Absolute claim "milieuvriendelijk", anders dan "milieuvriendelijker"

RCC 6 februari 2013, dossiernr. 2012/01141 (cv-haarden; milieuvriendelijk)

wood stove 2 In de uiting worden de door adverteerder aangeboden houtgestookte cv-haarden (“CV Haarden zowel hout-, gas- als pelletgestookt”) aangeduid als “milieuvriendelijk”. Deze aanduiding dient, anders dan bijvoorbeeld de aanduiding “milieuvriendelijker”, te worden aangemerkt als een absolute milieuclaim in de zin van de Milieu Reclame Code. De advertentie geeft de indruk dat het gebruik van houtgestookte (cv) haarden geen negatief effect heeft op het milieu.

De producten van adverteerder voldoen aan de 11 keurmerken die tot stand zijn gekomen na onderzoeken waarnaar houtrook.nl verwijst, en die veel verder gaan dan de in Nederland gehanteerde normen.

Ingevolge artikel 3 MRC dient adverteerder de juistheid van deze absolute milieuclaim aan te tonen. Naar het oordeel van de Commissie is adverteerder daarin niet geslaagd. Weliswaar is voldoende aannemelijk geworden dat de door adverteerder aangeboden houtgestookte cv-haarden aan meer keurmerken voldoen dan in Nederland is voorgeschreven en (daardoor) als milieuvriendelijker kunnen worden beschouwd dan andere cv-haarden, maar dat betekent niet dat adverteerders houtgestookte cv-haarden absoluut milieuonschadelijk zijn. Gelet hierop acht de Commissie de uiting vanwege het gebruik van de kwalificatie “milieuvriendelijk” in strijd met de artikelen 2 en 3 MRC.

RB 1627

Verplicht redelijke voorraad goederen aanwezig in verhouding tot gevoerde reclame

RCC 4 februari 2013, dossiernr. 2013/00004 (Gigantische voorraad topbankstellen)

couch twoCasa-Mobilia. Bijna alles voor de helft van de helft beperkte voorraad, lokkertje.

In de onderhavige via een huis-aan-huisblad verspreide uiting wordt de leegverkoop van “een gigantische voorraad topbankstellen” van bepaalde merken, “aangevuld met belangrijke Europese faillissementen en liquidaties” met “bijna alles voor de helft van de helft” van de prijs aangekondigd voor de periode van 16 tot en met 22 december 2012. 

Klaagster heeft bij de start van de verkoopactie de winkel van adverteerder bezocht. Volgens de verkoper waren er geen bankstellen voor “de helft van de helft”. De aanvulling “met belangrijke Europese faillissementen en liquidaties” bleek uit twee bankstellen te bestaan die ook niet in de winkel aanwezig waren. Ook het rundleren bankstel van € 1.800,- voor € 450,- was niet aanwezig.

Indien een adverteerder een dergelijk bijzonder aanbod doet, dient de adverteerder ervoor zorg te dragen dat er een in verhouding tot dat aanbod en de daarvoor gevoerde reclame redelijke voorraad goederen aanwezig is. Dit geldt zeker indien in de reclame-uiting geen mededelingen worden gedaan waaruit de consument kan afleiden dat er slechts een beperkte beschikbaarheid is. In het onderhavige geval ontbreekt een dergelijke mededeling en wordt juist de indruk gewekt dat sprake is van een “gigantische voorraad”.

Nu niet is gebleken dat de bankstellen beschikbaar waren in een mate die gezien de omstandigheden redelijk moet worden geacht en in de uiting niet wordt gewezen op een beperkte beschikbaarheid van het aanbod, is sprake van misleidende reclame.

Het betreft de advertentie in het Zondagochtendblad van 16 december 2012, waarin onder de kop
“Schagen Verkoop start zondag 16 dec.” onder meer staat:
“OPRUIMINGS LEEG VERKOOP TOP-BANKSTELLEN
Gigantische voorraad
o.a. van de merken DIVANI – POLTRONE
Aangevuld met belangrijke Europese faillissementen en liquidaties (…)
Nu bijna alles voor de HELFT VAN DE HELFT” en “Voorbeeld
Let op! Alleen deze week Bankstel 3/2 zits rundleder
Normaal 1.800,- Halve prijs 900,- NU 450,-“.
RB 1625

Op de posters deugt de verhouding met kleiner lettertype niet

Vzr. Rechtbank Den Haag 30 januari 2013, LJN BZ1486 (Lebara tegen Vectone Mobile)

Reclamerecht. Maatman. Misleidende en ongeoorloofd misleidende reclame ter zake van internationale pre-paid mobiele telefoniediensten. Rectificatie.

Lebara en Vectone zijn telecommunicatiebedrijven. Zij bieden pre-paid mobiele telefoniediensten aan, waarbij hun doelgroep bestaat uit consumenten die veelvuldig internationale telefoongesprekken voeren.

Vectone vergelijkt op haar 'vergelijkingswebpagina' en posters de door haar label "Delight Mobile" gehanteerde tarieven met die van andere aanbieders, waaronder Lebara, Lyca en Ortel. In haar reclame-uitingen stelt Vectone onder andere dat zij "De beste prepaid aanbieding van Nederland" en/of "één van de laagste internationale tarieven van Nederland" aanbiedt. Voor de beslissing op die vorderingen zijn enkel van belang de laatste reclame-uitingen van Vectone. Daarvan uitgaande kunnen de 'oude' reclame-uitingen van Vectone toewijzing van de vorderingen van Lebara niet rechtvaardigen.

Vectone wordt niet gevolgd in haar stelling dat in de onderhavige kwestie niet de 'gemiddelde' consument als toetsingsmaatstaf mag worden gehanteerd, maar dat enkel rekening moet worden gehouden met de specifieke doelgroep, namelijk consumenten die veelvuldig internationale telefoongesprekken voeren en die veel ervaring heeft met internationaal bellen, bekend is met alle marketingstrategieën van de aanbieders en aan een half woord genoeg heeft en zich dus niet laat misleiden door het weglaten van een bepaald element.

Vectone wordt niet gevolgd voor zover zij stelt niet gehouden te zijn om het starttarief te vermelden. Lebara wordt niet gevolgd in de stelling dat de gehanteerde afrekenmethode vermeld dient te worden, omdat alle aanbieders dezelfde afrekenmethode van (naar bovenvafgeronde) hele minuten hanteren.

Weliswaar is gebruikelijk en tot op zekere hoogte ook toelaatbaar dat voor de tekst van een disclaimer een kleiner lettertype wordt gebruikt dan voor de (wervende) hoofdtekst, maar op de posters deugt de verhouding in dat opzicht niet. Niet kan worden uitgesloten dat derden, die ooit in het bezit zijn gesteld van posters en waarover geen controle meer uitgeoefend kan worden, verouderde ('rondzwervende') posters niet verwijderen. Aangenomen moet worden dat ook andere aanbieders, waaronder Lebara, daarmee worden geconfronteerd.

De toegewezen vorderingen impliceren immers dat Vectone gehouden is alle reclamematerialen die daarmee in strijd zijn te (laten) verwijderen, voor zover dat redelijkerwijs binnen haar bereik ligt (zie onder 3.21). Plaatsing van een rectificatie acht de voorzieningenrechter in de gegeven omstandigheden proportioneel, mede waar de vordering van Lebara niet verder strekt dan plaatsing op de homepage van Vectone gedurende veertien dagen.

Starttarief (i)
3.11. Vectone kan niet worden gevolgd voor zover zij stelt dat zij op grond van het bepaalde in artikel 194a lid 2 onder c BW niet gehouden was om het starttarief te vermelden omdat die bepaling toestaat dat slechts "een of meer wezenlijke, relevante, controleerbare en representatieve kenmerken" met elkaar worden vergeleken. Onder 'kenmerken' moeten worden verstaan aspecten als kwaliteit en prijs, welk laatste voorbeeld ook uitdrukkelijk wordt aangehaald in de onderhavige bepaling. Daaronder kunnen niet worden begrepen onderdelen die medebepalend zijn voor het betreffende kenmerk. Zoals hiervoor - onder 3.4 - al overwogen moeten de vergeleken gegevens, (in casu: de gesprekskosten) juist en volledig worden vermeld, opdat de consument een goede afweging kan maken alvorens hij zijn keus bepaalt.


Afrekenmethode (ii)

3.14. Lebara kan daarin echter niet worden gevolgd. Zowel Vectone als de 'vergeleken' aanbieders hanteren dezelfde afrekenmethode, in die zin dat zij de beltijd (naar boven) afronden naar hele minuten. Voorts geeft Vectone op de door haar verspreide posters duidelijk aan dat daarop de tarieven per minuut staan vermeld. Verder is van belang dat Vectone op de zitting heeft gesteld dat die methode ('afrekenen per minuut') standaard is in de hier aan de orde zijnde markt; volgens haar rekent iedere aanbieder van prepaid mobiele telefoondiensten voor internationaal bellen af per minuut. (...) Kortom, het maakt niet uit of de methode wel of niet wordt aangegeven.


Bruto-nettotariefstructuur van Lebara (iii)

3.19. Met betrekking tot de disclaimer op de - meest recente - 'vergelijkende' posters van Vectone (producties 22, 23 en 24 van Lebara), moet worden geconcludeerd dat, behoudens voor wat betreft de asterisk, niet is voldaan aan voormelde eis. Weliswaar is gebruikelijk en tot op zekere hoogte ook toelaatbaar dat voor de tekst van een disclaimer een kleiner lettertype wordt gebruikt dan voor de (wervende) hoofdtekst, maar op de posters deugt de verhouding in dat opzicht niet. Voor de disclaimer is een dermate klein lettertype gebruikt, dat de tekst ervan wegvalt in het geheel van de overige, wel in het oog springende, mededelingen op de posters en als gevolg daarvan niet wordt opgemerkt door de gemiddelde consument. Daarmee zijn de posters misleidend en ongeoorloofd vergelijkend. De disclaimers dienen minimaal te worden opgesteld met een lettertype als thans wordt gebruikt voor de direct boven de disclaimers opgenomen mededeling.


Verouderde posters (iv)

3.21. Lebara verwijt Vectone dat deze er een gewoonte van maakt dat zij - kort na het verspreiden van nieuwe posters - haar tarieven wijzigt/verhoogt, waarna zij die (verouderde) posters, waarop dus foutieve tarieven staan vermeld, bewust laat hangen. Vectone heeft een en ander gemotiveerd besteden, zodat - mede gelet op het beperkte karakter van een procedure als de onderhavige - van de juistheid van die stelling van Lebara niet kan worden uitgegaan. Daarvoor is nader onderzoek nodig, waarvoor in een kort geding geen plaats is. Overigens kan Vectone niet in alle gevallen worden verweten dat verouderde posters blijven hangen. Niet kan worden uitgesloten immers dat derden, die ooit in het bezit zijn gesteld van posters van Vectone en waarover Vectone geen controle kan uitoefenen, verouderde ('rondzwervende') posters niet verwijderen. Aangenomen moet worden dat ook andere aanbieders, waaronder Lebara, daarmee worden geconfronteerd.

RB 1623

Naadloze internetdekking in andere landen

RCC 31 januari 2013, dossiernr. 2012/01078 (droam naadloze dekking)

Naadloze dekking van internet. Garantie. Dekking in andere landen afhankelijk van gekozen carrier.

Het betreft een uiting op https://www.droam.nl/dekking. Daarin staat onder het kopje: “Dekking van Droam1000” onder meer: “Droam1000 garandeert naadloze dekking in de onderstaande landen”. Omdat naadloze dekking wordt gegarandeerd, huurde klaagster een Droam ten behoeve van internet tijdens haar reis naar Engeland. Daar bleek het apparaat geen internet te leveren, behalve hoog op een berg.

Verweer: “Naadloos” moet in dit geval, en zo wordt het door iedereen begrepen, worden gelezen als werkend van land tot land, zonder instellingen of sims te moeten wijzigen. Dat is ook waarin het product zich onderscheidt van wat iedereen zelf kan, namelijk voor elk van de bewuste landen een aparte sim “regelen”. Bovendien is iedereen afhankelijk van de dekking van de gekozen carrier. Verweerder werkt in ieder land met meer carriers, om de dekking te optimaliseren. In geen enkele uiting garandeert verweerder bruikbaarheid of dekking op elke vierkante meter of in ieder gebouw. 

Naar het oordeel van de Commissie kan door de volzin “Droam1000 garandeert naadloze dekking in de onderstaande landen” bij de gemiddelde consument gemakkelijk de indruk ontstaan dat Droam1000 in de betreffende landen overal dekking biedt. Die indruk is onjuist omdat, zoals bij verweer meegedeeld, een mobiel netwerk nooit overal dekking biedt en men afhankelijk is van de dekking van de gekozen carrier.

Volgens verweerder wordt met “naadloze dekking” bedoeld dat Droam1000 werkt “van land tot land, zonder instellingen of sims te moeten wijzigen”. Nu deze betekenis van “naadloze dekking” niet uit de uiting valt op te maken, acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de voordelen van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1620

Voor 22.00 besteld, niet gegarandeerd morgen in huis

RCC 31 januari 2013, dossiernr. 2012/01117 (Wehkamp bestelling volgende dag bezorgen)

Klager vindt de uiting boven aan de website www.wehkamp.nl waar staat “eerst wehkamp.nl”: “Vóór 22:00 besteld, morgen in huis” misleidend. Wehkamp kan de claim niet waarmaken bij bestelling op vrijdagavond, zaterdag of zondag. Naar aanleiding van de onderhavige klacht heeft adverteerder onderzocht in hoeverre zij de claim in de praktijk kan waarmaken. Tot haar spijt heeft adverteerder moeten constateren dat producten die vóór 22.00 uur zijn besteld niet in alle gevallen de volgende dag kunnen worden geleverd.

Naar adverteerder heeft erkend, kan de claim “Vóór 22:00 besteld, morgen in huis” niet in alle gevallen worden waargemaakt, in elk geval niet indien eerst een (wettelijk verplichte) kredietwaardigheidstoets dient te worden verricht en niet indien de bestelling plaatsvindt in het weekend. De Commissie acht voornoemde claim, die niet vergezeld is van enig voorbehoud, te absoluut.

Aangezien de Commissie en het College van Beroep adverteerder naar aanleiding van een soortgelijke uiting (“Wat je vandaag bestelt, heb je morgen al in huis” in een televisiecommercial), in 2009 (dossier 2009/478) al hebben aanbevolen om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken, heeft de Commissie besloten de onderhavige uitspraak als Alert te laten verspreiden.

Naar adverteerder heeft erkend, kan de claim “Vóór 22:00 besteld, morgen in huis” niet in alle gevallen worden waargemaakt, in elk geval niet indien eerst een (wettelijk verplichte) kredietwaardigheidstoets dient te worden verricht en niet indien de bestelling plaatsvindt in het weekend. Naar het oordeel van de Commissie betreft het hier belangrijke beperkingen.
Gelet op het bovenstaande acht de Commissie voornoemde claim, die niet vergezeld is van enig voorbehoud, te absoluut. Naar het oordeel van de Commissie is er aldus sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Aangezien de Commissie en het College van Beroep adverteerder naar aanleiding van een soortgelijke uiting (“Wat je vandaag bestelt, heb je morgen al in huis” in een televisiecommercial) in 2009 al hebben aanbevolen om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken, in welk geval evenmin een voorbehoud werd gemaakt wat betreft een uitzondering op de bewuste slogan, heeft de Commissie besloten de onderhavige uitspraak als Alert te laten verspreiden, waardoor de uitspraak onder de aandacht wordt gebracht van een breed publiek.

Dat adverteerder heeft meegedeeld de bestreden uiting niet meer te zullen hanteren, leidt niet tot een ander oordeel.

Op andere blogs:
Reclameadvocaat.com (Voor 22:00 bij Wehkamp besteld, morgen echt in huis?)
Twinkle (Wehkamp.nl wijst nu op avond- en zaterdagbezorging)

RB 1617

Laagste prijsgarantie, een wassen neus

RCC 8 februari 2013, dossiernr. 2013/00018 (Laagste prijsgarrantie BelCompany)

Betreft de mededeling op de website www.belcompany.nl zijnde 'Wij bieden in onze winkels de laagste prijsgarantie voor alle mobiele telefoons en tablets.' Klager acht de laagste prijsgarantie een wassen neus. Het bedrag ad € 849 dat klager op 28 september 2012 voor de iPhone5 heeft betaald bij BelCompany, blijkt € 90 hoger te zijn dan de door Apple (vóór de btw-verhoging) gehanteerde adviesprijs.

Als erkent is komen vast te staan dat de bestreden uiting pas eind september 2012 van internet is verwijderd. Het feit dat de niet meer gehanteerde laagsteprijsgarantie nog via de website zichtbaar was, moet voor rekening van adverteerder komen. De Commissie acht de uiting misleidend. Ten overvloede overweegt de Commissie dat zij de bestreden uiting, indien de aangeboden garantie nog wel gold, eveneens misleidend zou achten. Er is sprake van het te laat verstrekken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen.

Naar het oordeel van de Commissie betreft deze voorwaarde essentiële informatie waarover de consument tijdig moet worden geïnformeerd teneinde te voorkomen dat bij hem onjuiste verwachtingen worden gewekt en hij als gevolg daarvan een besluit over een transactie kan nemen dat hij niet zou hebben genomen indien deze essentiële informatie tijdig aan hem zou zijn verstrekt. De algemene verwijzing “Vraag de medewerkers in de winkels naar de voorwaarden” die in een van de door klager overgelegde uitingen is opgenomen, betekent niet dat de gemiddelde consument in die uiting tijdig is gewezen op het bestaan van genoemde belangrijke voorwaarde om aanspraak te kunnen maken op de laagsteprijsgarantie.

RB 1616

SEO rapport, wat is er echt interessant?

Met een bijdrage van Jan Kabel, kernredactielid Reclameboek, DLA Piper, UVA

Dit rapport (RB 1601) van de Stichting Economisch Onderzoek draagt als titel 'Oneerlijke handelspraktijken' en gaat niet over oneerlijke handelspraktijken. Tenminste niet over oneerlijke handelspraktijken in de zin die de meeste juristen aan die term toekennen: de praktijken van artikel 6:193a BW, misleidende en anderszins oneerlijke handelspraktijken. Het rapport gaat over inkoopmacht van supermarkten  en eenzijdige wijzigingen door die supermarkten van afspraken met leveranciers. Misleidende titel dus. Er is in het hele rapport ook geen enkele verwijzing te vinden naar de gebruikelijke terminologie op dit punt. Aanleiding voor het rapport is de recente eenzijdige tussentijdse korting die Albert Heijn probeerde op te leggen aan zijn leveranciers en de problemen die leverancies ondervinden om tegen dat soort contractspraktijken op te komen. Leveranciers houden zich gedeisd uit vrees uitgesloten te worden van leverantie en daar helpt geen lieve juridische moeder aan.

Het rapport loopt de bestaande contractuele en mededingsrechtelijke mogelijkheden (inkoopmacht)  na, constateert dat die niet helpen en stelt een  zelfreguleringsoptie voor: gedragscodes, kenniscentra en neutrale geschillenbeslechting.  De vraag is of die oplossingen de feitelijke praktische verhoudingen kunnen doorbreken. Interessant in het rapport vind ik de Engelse optie:  door het Engelse Office of Fair Trade verplicht opgelegde zelfregulering. Een gedragscode die in elk contract tussen afnemer en leverancier moet worden opgenomen. Een verplichting dit soort afspraken schriftelijk vast te leggen. En, na wat gedoe over een per supermarkt aan te stellen onafhankelijke Compliance Officer (dat gaat natuurlijk niet werken ) instelling van een Ombudsman waar anoniem klachten kunnen worden ingediend. Alles onder toezicht van OFT. Goed idee. Daar heb je geen fusie van Nma, OPTA en Consumenten autoriteit voor nodig. Als het goed is kan de Nma dat wel af. Benieuwd wat de opdrachtgever van dit rapport, het Ministerie van EZ met dit rapport gaat doen.