"U betaalt alleen de BTW" over gratis meubels misleidend
RCC 9 april 2015, RB 2389, dossiernr. 2015/00134 (Henschoten & Zn.)
Misleidend ten aanzien van de prijs. Aanbeveling. De uiting: Het betreft een televisiecommercial waarin Emile Ratelband is te zien die zegt: “Welkom bij Henschoten & Zn.! Hier zijn alle boxsprings de helft van de helft (en hij verscheurt het prijskaartje). Ook voor alle matrassen betaalt u de helft van de helft. En alle meubels, jaja u raadt het al…” Vervolgens zegt de voice-over: “De helft van de helft? Nee nee, we geven nu alle meubels gratis weg! Ja! Gratis! Betaal alleen de BTW. Kijk op ‘datkantochniet.nl’. In beeld verschijnt de tekst: ‘Alle meubels gratis!!! U betaalt alleen de BTW. Datkantochniet.nl Henschoten&Zn. Uiting 2 Een uiting op de website van adverteerder www.datkantochniet.nl. Hierop staat: ‘Alle meubels gratis! U betaalt alleen de BTW!’
De klacht:
In deze commercials wordt vermeld dat alle meubels gratis zijn. De klant zou slechts btw hoeven te betalen. Het is echter onmogelijk om producten gratis aan te bieden en dan toch de btw bij de klant in rekening te brengen, aangezien 0 x 1,21 = 0.
Het oordeel:
1. Krachtens artikel 8.5 in combinatie met punt 19 van de bij dit artikel behorende Bijlage 1 bij de Nederlandse Reclame Code (NRC) is onder alle omstandigheden sprake van misleidende reclame indien een product wordt omschreven als ‘gratis’(of soortgelijke bewoordingen), terwijl de consument iets anders moet betalen dan de onvermijdelijke kosten om in te gaan op het aanbod en het product af te halen dan wel dit te laten bezorgen. Naar het oordeel van de Commissie is de in de bestreden reclame-uitingen gebruikte aanduiding ‘gratis’ niet te rechtvaardigen nu adverteerder de consument blijkens de reclame-uitingen kennelijk wel had willen confronteren met een betalingsverplichting. Nu dit in de onderhavige kwestie andere kosten betreft dan de ‘onvermijdelijke kosten’ is de Commissie van oordeel dat de bestreden uitingen ook misleidend zijn op grond van artikel 8.5 in combinatie met punt 19 van Bijlage 1 bij de NRC en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
2. Op grond van het vorenstaande wordt als volgt beslist.