RB

Media  

RB 2453

Gratis shotje aanbieden aan particulieren verboden

Vz. RCC 23 juni 2015, RB 2453; dossiernr. 2015/00646 (gratis shotje)
VT zonder aanbeveling. Voeding en drank. Reclame. De uiting:  “Vanavond gaan we gewoon gestaag door met feestennnn!!! En tussen 22:30 en 00:00 bij elke bestelling binnen een gratis shotje!!”. De klacht: Klaagster stelt, samengevat, dat het gratis weggeven van alcoholhoudende drank, zoals in de uiting staat, verboden is. Ook in eerdere uitingen heeft adverteerder reclame gemaakt met gratis alcoholhoudende drank.

Het oordeel:
1)  Niet in geschil is dat met het “gratis shotje” waarvan in de uiting melding wordt gemaakt een alcoholhoudende consumptie wordt bedoeld. Deze wordt verstrekt door adverteerder die blijkens haar Facebook pagina een “Bar – Café” is. Aldus doet zich een situatie voor die in strijd is met artikel 20 lid 1 van de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (RVA) 2014. Er is immers sprake van reclame waarbij alcoholhoudende drank door een lid van de branche gratis aan particulieren wordt aangeboden, hetgeen niet is toegestaan.
2) De voorzitter neemt nota van de excuses die adverteerder aanbiedt en haar toezegging ervoor te zullen zorgen "dat het niet meer gebeurt”. Om die reden gaat de voorzitter ervan uit dat sprake is van een eenmalige fout en zal hij gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.

De beslissing van de voorzitter:
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 20 lid 1 RvA 2014.

RB 2452

Onduidelijke claim over 1 ton CO2

RCC 16 juli 2015, RB 2452; dossiernr. 2015/00659 (Groener vliegen)
Aanbeveling (gedeeltelijk). MIlieu. De uiting:“Groener vliegen past binnen een verantwoord reisbeleid. Het vermindert reiskosten en CO2. Met TravelScan, TravelCoach en GreenSeat van Climate Neutral Group kunt u tot wel 25% besparen. Deze diensten geven u inzicht en praktische suggesties voor het vermijden, verminderen en vergroenen van uw zakelijke vluchten".“U vliegt al klimaatneutraal binnen Europa voor de prijs van een kop koffie. 100% Klimaatneutraal vliegen?"

De klacht: 

a. In de advertentie staat: “Groener vliegen = ook lagere reiskosten”. Het is onbegrijpelijk hoe dit mogelijk is zonder de gevlogen afstanden te bekorten.

b. Onder de kop “100% Klimaatneutraal vliegen?” staat:
“Compensatie is de enige manier om uw CO2-uitstoot volledig te beperken” en verderop staat: “1 ton CO2 hier geproduceerd = 1 ton CO2 daar gereduceerd” . Voor klimaatneutraal vliegen kan echter niet worden volstaan met het verminderen van dezelfde hoeveelheid CO2. Volgens de IPPC-rapporten kent de CO2-uitstoot bij vluchten 2 tot 3 keer meer klimaatgevolgen. De website www.climateneutralgroup.com” verwijst ook naar het IPPC (“het door het UN aangewezen instituut dat klimaatverandering wetenschappelijk onderzoekt”). Er is derhalve geen sprake van klimaatneutrale reductie. Ook de vorming van roet en condensstrepen dient bij de compensatie te worden betrokken.

c. Op de site staat: “Wanneer u rechtstreeks via Climate Neutral Group klimaatneutraal vliegt, levert u per kwartaal of per jaar een lijst aan met uw vluchtdata”. “Neutraal” wordt echter niet bereikt door compensatie achteraf, soms na een jaar. Het tijdelijk hogere CO2-gehalte wordt genegeerd.

d.Op de site staat: “U vliegt al klimaatneutraal binnen Europa voor de prijs van een kop koffie”. Klager vindt het misleidend om de huidige, lage CO2-prijs als maatstaf te nemen.

Het oordeel van de Commissie: Ad a. De Commissie begrijpt dat adverteerder bedrijven adviseert over -zoals in het verweer gesteld- “een groener reisbeleid, dat in de meeste gevallen leidt tot lagere reiskosten”, bijvoorbeeld omdat Business class wordt vervangen door Economy class, maar ook omdat videoconferences worden gehouden of treinreizen worden gemaakt, in plaats van dat men vliegt. Ter zitting is namens adverteerder meegedeeld dat uit communicatief oogpunt beter zou kunnen worden gesproken over “Groener reizen” dan over “Groener vliegen”.

Nu adverteerder onder “groener vliegen” ook verstaat dat men niet vliegt om kosten te besparen is de juistheid van de mededeling “Groener vliegen = ook lagere reiskosten” niet aannemelijk geworden. In zoverre gaat de advertentie gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ad b.

Op de site staat onder de kop “100% Klimaatneutraal vliegen?”:

“Compensatie is de enige manier om uw CO2-uitstoot volledig te beperken” en verderop staat: “1 ton CO2 hier geproduceerd = 1 ton CO2 daar gereduceerd”. In dit onderdeel van de website is niet vermeld dat de mededeling “1 ton CO2 hier geproduceerd” niet alleen ziet op het broeikasgas CO2,   maar ook op andere broeikasgassen, zoals methaan en stikstofoxide en op de vorming van roet en condensstrepen, die volgens het verweer alle worden betrokken in de berekening. Elders op de website staat wel:

“Op deze GreenSeat vlieg je klimaatneutraal, wat betekent dat alle broeikasgassen, roet en condensstrepen worden meegenomen in de berekening”,

maar deze mededeling geeft onvoldoende duidelijkheid over wat wordt bedoeld met “1 ton CO2 hier geproduceerd”.

Gelet op bovenbedoelde onduidelijkheid acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de voordelen van het product als bedoeld in 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Aangezien de bestreden uiting moet worden aangemerkt als een milieuclaim in de zin van de Milieu Reclame Code (MRC), acht de Commissie de uiting tevens in strijd met artikel 2 MRC. Deze bepaling houdt -voor zover hier van belang- in dat milieuclaims geen mededelingen of suggesties mogen bevatten waardoor de consument kan worden misleid over milieuaspecten van de aangeprezen producten.

Ad c.

Adverteerder heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is van compensatie vooraf, en wel als volgt. Als een bedrijf zelf zijn vluchten boekt, wordt er op basis van de vluchtdata die het bedrijf aan adverteerder aanlevert per kwartaal of jaar, gecompenseerd. In dit geval wordt vooraf betaald en gecompenseerd, aldus adverteerder. Er wordt een inschatting gemaakt van de CO2-uitstoot en de kosten om dit te compenseren op basis van de vluchtdata van het jaar ervoor. Aan de hand van de werkelijk uitgevoerde vluchten vindt een nacalculatie plaats en wordt het verschil verrekend, overeenkomstig het principe van de energienota.

Derhalve acht de Commissie dit onderdeel van de klacht ongegrond.

Ad d.

De Commissie ziet geen aanleiding om de juistheid in twijfel te trekken van adverteerders mededeling dat de CO2-prijs op dit moment € 5,- per ton bedraagt en dat de CO2-prijs van een vlucht Londen-Parijs thans € 2,50 bedraagt, welk bedrag via adverteerder kan worden geïnvesteerd in een klimaatcompensatieproject. Derhalve acht de Commissie klagers bezwaar tegen de mededeling “U vliegt al klimaatneutraal binnen Europa voor de prijs van een kop koffie” ongegrond.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing

Op grond van het oordeel onder Ad a respectievelijk Ad b acht de Commissie de advertentie in strijd met artikel 7 NRC en de uiting op de website in strijd met de artikelen 7 NRC en 2 MRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.

RB 2451

ASR mag Olli-producten na afloop licentieovereenkomst blijven uitleveren

Vzr. Rechtbank Den Haag 29 juli 2015, RB 2451; ECLI:NL:RBDHA:2015:8878 (John Doe BV tegen ASR)
Contractenrecht. Merkenrecht. Auteursrecht. John Doe bedenkt, ontwikkelt en exploiteert reclamecampagnes, is houdster van diverse OLLI (beeld)merken, niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel en auteursrechthebbende. Voor ASR heeft zij de succesvolle Fey-Blij-campagne bedacht. Na afloop van de licentieovereenkomst zit ASR met resterende 22.623 Olli knuffels en 19.306 t-shirts. ASR, mocht er van uitgaan ook na afloop van de Licentieovereenkomst kon blijven uitleveren; de licentievergoeding is voldaan en het had op de weg gelegen om nadrukkelijk uitlevering te staken na afloop. Er is geen inbreuk voor actief reclame maken voor Olli-knuffel of T-shirt als cadeau bij ASR producten, ook niet door te spreken van "onze knuffel Olli". Het kopiëren van tekening, viel niet onder de licentieovereenkomst, is een auteursrechtinbreuk. ASR mag geen uitingen doen zonder credits of 'onze knuffel Olli' waarmee suggestie van exclusieve rechten wordt gedaan.

De exclusiviteit van het gebruik van Olli voor ASR was verlopen na ommekomst van de duur van het contract, en ook de exclusiviteit voor John Doe om promotiematerialen te ontwerpen, is daarmee verlopen.

4.7. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat ASR, zoals zij stelt, er geredelijk van uit mocht gaan dat zij de Olli producten ook na afloop van de Licentieovereenkomst kon blijven uitleveren. Zij had immers de licentievergoeding voor die producten reeds aan John Doe voldaan en het had naar voorlopig oordeel op de weg van John Doe in zo een geval gelegen om nadrukkelijk te bepalen dat de producten na afloop van die termijn toch niet meer uitgeleverd konden worden. Hiermee strookt tevens de opmerking van (de advocaat van) John Doe dat het ASR na afloop van de licentieovereenkomst vrijstond de resterende Olli knuffels aan een warenhuis te verkopen of bijvoorbeeld aan Diergaarde Blijdorp te schenken. In zoverre valt, zonder nadere toelichting die ontbreekt, niet in te zien wat tussen die kennelijk toegestane leveringsmogelijkheden nu precies het verschil zou zijn met de Olli producten weg te geven na het sluiten van een ASR-verzekering of als prijs bij een evenement. Tot slot weegt bij dit alles mee dat er op enig moment een hype ontstond en ASR terecht aanvoert dat zoiets lastig te voorspellen is, zodat een overschatting van de aantallen Olli producten die binnen de contractuele periode zouden kunnen worden verspreid begrijpelijk was. Beteuterde kinderen die tevergeefs lang in de rij voor hun knuffel hebben gestaan zijn vanzelfsprekend geen goede reclame.

4.8. Ingevolge artikel 2 van de Licentieovereenkomst is aan de door ASR betaalde licentievergoeding het recht verbonden om Olli producten in te zetten ter promotie van haar diensten en producten. Het weggeven van Olli producten na het sluiten van een ASR-verzekering of als prijs bij een evenement, zoals ASR onweersproken is doet, strookt naar voorlopig oordeel hiermee. ASR heeft daarbij wel de overige bedingen in de Licentieovereenkomst, zoals het vragen van toestemming bij nieuwe uitingen (artikel 3) en het vermelden van de ontwerper (artikel 5) in acht te nemen. Naar voorlopig oordeel brengt de omstandigheid dat in de overeenkomst wel nadrukkelijk is bepaald dat deze een duur heeft tot 15 augustus 2014 mee dat ASR zich enigszins terughoudend heeft op te stellen in het promotionele gebruik. Het moet ASR immers duidelijk zijn geweest dat de exclusiviteit van haar gebruik op dat moment voorbij was en John Doe in beginsel Olli weer voor andere doeleinden moest kunnen inzetten. Al te opvallend promotioneel gebruik van Olli en daarmee samenhangende IE-rechten in verband met de verkoop respectievelijk levering van de resterende Olli-producten, is ASR redelijkerwijs niet toegestaan.

4.9. d.    ASR heeft door John Doe ontworpen tekeningen van John Doe eigenhandig gekopieerd en gebruikt deze in begeleidende brieven die zij naar haar klanten verstuurt (productie 13k).

•    De voorzieningenrechter overweegt andermaal dat uit het voorgaande blijkt dat dit handelen als zodanig geen inbreuk vormt. ASR is hiertoe gerechtigd volgens de Licentieovereenkomst. Aangaande de strijd met artikel 3 van de Licentieovereenkomst, is hiervoor reeds beslist. Voor zover het echter de tekening van Olli betreft kan met John Doe worden aangenomen dat gebruik van deze tekening niet nodig is voor het doel van de Licentieovereenkomst noch voor de legitieme verspreiding van de restanten Olli-knuffels. Aan dit gebruik van de tekening, dat kennelijk nog niet had plaatsgevonden in de tijd dat de Licentieovereenkomst nog liep, had John Doe zodoende redelijkerwijs haar toestemming kunnen onthouden, zodat dit niet geoorloofd is te achten. Gebruik van die tekening moet dan ook als auteursrechtinbreuk worden gekwalificeerd.

e.    Geen van de door ASR gebruikte promotiematerialen is door John Doe ontworpen of uitgevoerd. Zoals hiervoor aangegeven, wordt Olli voortdurend gebruikt in promotiematerialen van ASR (producties 13a, 13g, 13i, 13k, 13m als ook de Tweets). ASR handelt in strijd met het Addendum (art. D) door niet alle promotiematerialen door John Doe te laten ontwerpen en uit te voeren.

•    De voorzieningenrechter overweegt dat waar de exclusiviteit van het gebruik van de Olli voor ASR was verlopen na ommekomst van de duur van het contract, dit voorshands evenzeer heeft te gelden voor de exclusiviteit voor John Doe om promotiematerialen te ontwerpen. Dit strookt ook met de gedachte dat na 15 augustus 2014 de samenwerking tussen partijen is beëindigd. Iets anders is dat deze promotiematerialen nog wel de (niet op onredelijke gronden te onthouden) goedkeuring van John Doe behoefden, doch daaromtrent is in het voorgaande reeds overwogen.

5.2. beveelt gedaagden ieder voor zich te bevelen om binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis, iedere toerekenbare tekortkoming ten aanzien van de Licentieovereenkomst en het daarbij behorende Addendum te staken en gestaakt te houden, te weten geen uitingen van Olli in 2- of 3-dimensionale vorm te doen zonder John Doe in de credits te vermelden (‘Design Olli by [naam ontwerper] / John Doe BV’) zoals bedoeld in artikel 5 van de Licentieovereenkomst, alsmede niet voorafgaand aan iedere vorm van gebruik van Olli in 2-dimensionale vorm, schriftelijke goedkeuring te vragen aan John Doe als bedoeld in artikel 3 van de Licentieovereenkomst, alsmede gebruik van aanduidingen als “onze knuffel Olli” waarmee wordt gesuggereerd dat gedaagden daarop de (exclusieve) rechten bezitten, één en ander op straffe van een onmiddellijke opeisbare dwangsom van EUR 1.000,- (duizend euro) voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, of - zulks naar keuze van John Doe - van EUR 100,- (honderd euro) voor ieder gebruik waarmee gedaagden in strijd handelen met dit bevel, met een maximum van EUR 250.000,-,

RB 2450

Andere invulling Jumbo's Laagste Prijs Garantie voor de Slijterij

RCC 9 juli 2015, RB 2450; dossiernr. 2015/00522/I (Jumbo Jonge Graanjenever)
Aanbeveling. Alcohol. Laagste prijsgarantie. Ontbreken essentiële informatie. Het betreft een advertentie van Jumbo Brinkman Heerde in “Nieuws- en advertentieblad Schaapskooi” van 31 maart 2015. In de advertentie staat “Jumbo’s Laagste Prijs Garantie” en daarboven staat de tekst: “Laagste prijs garantie… Ook op onze Slijterij”. In de spelregels voor de laagsteprijsgarantie, die op de website jumbo.com staan, wordt de consument gewezen op de voor alcohol geldende uitzondering op de gratis verstrekking van producten met de volgende mededeling: “Geneesmiddelen, rookwaren, alcoholische dranken en zuigelingenvoeding (0-6 maanden) verstrekken we niet gratis vanwege wettelijke voorschriften.” Het verstrekken van een waardebon heeft het effect van het gratis maken van alcohol en is daarom evenmin in overeenstemming met de RVA.

Oordeel: (...) Alcoholische dranken blijken echter “vanwege wettelijke voorschriften” van de gratis verstrekking uitgezonderd te zijn. Bij deze producten betekent de laagsteprijsgarantie alleen een aanpassing van de prijs door Jumbo indien hetzelfde product door een andere supermarkt in de buurt voor een lagere vaste prijs wordt aangeboden.

2. Dat de geadverteerde laagsteprijsgarantie op slijterijartikelen op een wezenlijk beperktere manier wordt ingevuld dan bij het grootste deel van het assortiment van Jumbo supermarkten het geval is, betreft essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te kunnen nemen. Naar het oordeel van de Commissie dient de consument daarom al in de uiting te worden geïnformeerd over de invulling van de laagste-prijsgarantie met betrekking tot slijterijartikelen. In dit specifieke geval is een algemene verwijzing naar de spelregels van Jumbo onvoldoende om de gemiddelde consument attent te maken op een afwijkende invulling van de laagsteprijsgarantie voor alcoholhoudende dranken.

3. Gelet op het voorgaande is de Commissie van oordeel dat in de onderhavige advertentie sprake is van het ontbreken van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

4. Nu de bestreden advertentie Jumbo Brinkman als afzender vermeldt en als onweersproken vaststaat dat Jumbo Brinkman als franchisenemer de advertentie heeft ontwikkeld en geplaatst, houdt de Commissie alleen Jumbo Brinkman verantwoordelijk voor de hiervoor geconstateerde overtreding van de NRC. Voor zover de klacht is gericht tegen Jumbo, wordt de klacht afgewezen.

RB 2448

Verdubbeldagen alleen (onvermeld) voor nieuwe klanten

RCC 6 juli 2015, RB 2448; dossiernr. 2015/00645 (Simpel verdubbeldagen)
Ontbreken essentiële informatie. Het betreft een televisiecommercial waarin in woord en beeld het volgende - voor zover hier van belang - wordt meegedeeld: De verdubbeldagen van Simpel. Nú tijdelijk met dubbel zo veel belminuten (50 100), dubbel zo veel MB’s (500 1000) en onbeperkt sms’en voor maar € 9,50. Bestel snel op simpel.nl. De verdubbeldagen blijken niet te gelden voor bestaande abonnementen.

Commissie: Als erkend is komen vast te staan dat de ‘Verdubbeldagen’, waarbij tijdelijk het dubbele aantal belminuten en MB’s en onbeperkt sms’en voor € 9,50 wordt aangeboden, alleen gelden indien bij Simpel een nieuw abonnement voor 2 jaar wordt afgesloten of een bestaand abonnement bij Simpel na afloop van de contractperiode voor de duur van 2 jaar wordt verlengd.

Voor bestaande klanten van Simpel van wie de abonnementsperiode nog niet is afgelopen, is het dus niet mogelijk om van de actie gebruik te maken. Naar het oordeel van de Commissie is dit een belangrijke beperking van het aanbod, waarop de gemiddelde consument niet bedacht hoeft te zijn en waarop hij daarom in de uiting attent moet worden gemaakt. Dat wordt in het onderhavige geval niet gedaan. De commercial bevat geen (verwijzing naar een) voorbehoud voor geldigheid van de actie. De website simpel.nl, waarop de actievoorwaarden kennelijk zijn vermeld, wordt in de uiting slechts genoemd in het kader van het bestellen van de ‘Verdubbeldagen’.

Gelet op het voorgaande is in de televisiecommercial sprake van het ontbreken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de commercial misleidend als bedoeld in de aanhef en onder c van artikel 8.3 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2447

'Too early to drink wine' op Facebook van eetcafé

Vz. RCC 8 juli 2015, RB 2447; dossiernr. 2015/00547 (Verslavingsrisico als grap op Facebook)
Toewijzing. Alcohol. Het betreft een “post” die is gedeeld op het Facebook account van het door adverteerder geëxploiteerde eetcafé. In de uiting is een foto van de hoofdrolspelers van de serie “Absolutely fabulous” te zien en de tekst: “If anyone tells you it’s too early to drink wine….unfriend them. You don’t need that kind of negativity in your life!”. Klacht: De uiting zet aan tot risicovol gedrag als bedoeld in artikel 14 van de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (RVA) 2014, immers moedigt aan al vroeg op de dag te gaan drinken.

Eindbeslissing:
1)  In de tussenbeslissing is overwogen dat in de uiting enige nuance dient te worden aangebracht voor zover deze ook minderjarigen bereikt. In dat verband heeft de voorzitter gewezen op de in artikel 33 lid 2 RVA 2014 voorgeschreven educatieve slogan “Geen 18, geen alcohol”, welke slogan gebruikt kan worden in combinatie met “Geniet, maar drink met mate”. Dit artikel is ingevolge artikel 24 lid 2 RVA 2014 ook van toepassing bij reclame die is bedoeld voor verspreiding via internet, waartoe gedeelde posts via het Facebook account van een adverteerder kunnen worden gerekend.

2)  Uit het feit dat adverteerder geen gebruik heeft gemaakt om te reageren op de tussenbeslissing, leidt de voorzitter af dat adverteerder niet in staat is te weerleggen dat de uiting niet voldoet aan artikel 24 lid 2 RVA 2014 in verbinding met artikel 33 lid 2 RVA 2014. Op grond hiervan het voorgaande wordt beslist als volgt.

De eindbeslissing van de voorzitter 

Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 24 lid 2 RVA 2014 in verbinding met artikel 33 lid 2 RVA 2014. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2433

Kosten reparatie defecte producten niet altijd voor consument

CBb 8 juli 2015, RB 2433; ECLI:NL:CBB:2015:194 (BCC reparatie defecte producten)
Misleidende handelspraktijk. Bijkoopgaranties. Het College acht bewezen dat winkelketen BCC een bestendige praktijk had om bij consumenten de indruk te wekken dat na het verstrijken van de fabrieksgarantietermijn altijd kosten moeten worden betaald in verband met de reparatie van een defect product. Die informatie is niet in alle gevallen juist, aangezien uit de bepalingen in het BW omtrent de consumentenkoop voortvloeit dat de koper recht heeft op kosteloos herstel of vervanging ingeval van non-conformiteit van het product. Het sanctiebesluit [bezwaaradviescommissie ACM, besluit op bezwaar ACM, Rechtbank Rotterdam] is niet in strijd met beginselen van behoorlijk bestuur. Boete €90.000 passend.

14.2. Het College is met ACM van oordeel dat de overtreding geheel aan [onderneming] te verwijten valt, nu van haar als professionele onderneming en gelet op de aard van de door haar verhandelde producten mag worden verwacht dat zij in voldoende mate kennis heeft van consumentenrecht, in het bijzonder de bepalingen over garantie en non-conformiteit, teneinde haar verplichting na te komen de consument niet onjuist en niet (potentieel) misleidend te informeren omtrent diens rechten. Het College is eveneens met ACM van oordeel dat de overtreding ernstig is, omdat, mede gelet op de duur ervan, een substantieel aantal consumenten op het verkeerde been is gezet over hun wettelijke rechten en zij daardoor nadelige gevolgen ondervonden of konden ondervinden. Voorts heeft ACM voldoende rekening gehouden met de omstandigheid dat [onderneming] per 1 november 2009 is gestopt met het verkopen van bijkoopgaranties, door het boetebedrag van € 100.000,- dat zij in beginsel voor overtreding van artikel 8.8 van de Whc in verbinding met artikel 6:193, eerste lid, onder g, van het BW passend acht, met 10% te matigen. Voorts valt niet in te zien dat ACM blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door als uitgangspunt te nemen dat de hoogte van de boete zodanig moet zijn dat deze de overtreder weerhoudt van nieuwe overtredingen (speciale preventie) en ook in algemene termen ten aanzien van andere potentiële overtreders een afschrikkende werking heeft (generale preventie).
Gelet op het voorgaande onderschrijft het College het oordeel van de rechtbank dat de hoogte van de boete ad € 90.000,- passend en geboden is.
15.    Het College komt tot de conclusie dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat bestreden besluit 1 stand kan houden.
RB 2432

Website vormt een geheel en informeert voldoende over behandelmethode

RCC 2 juli 2015, RB 2432; dossiernr. 2015/00564 (KPRI) + uiting
Beslissing ingezonden door Jacqueline Schaap, Visser Schaap & Kreijger. Afwijzing. Behandelmethode nek-rugklachten. Adverteerder is aanbevolen niet meer reclame te maken voor de behandeling van rug- en nekklachten in strijd met artikel 7 NRC [dossier 2014/0039]. Volgens klaagster heeft adverteerder niet gereageerd en herhaalt klaagster haar klacht nu met betrekking tot adverteerders vernieuwde website. Volgens de website werkt de therapie met gebruik van zooltjes in schoenen door voor langere tijd, maar er zijn geen medische onderzoeken in PubMed te vinden over de verwijdering van de rug- en nekklachten door de Krullaards Perfect Reset plaat.

Het eerdere dossier had weliswaar betrekking op een uiting voor de Krullaards Perfect Reset, maar betrof een advertentie in een regionaal dagblad met een andere inhoud. Enkele pagina's van de bestreden website zijn overgelegd, maar de beoordeling dient plaats te vinden in de context van de gehele website, waarmee zij één geheel vormen. De gemiddelde consument wordt door de website voldoende geïnformeerd over de behandelig. Er wordt over een duurzame behandeling en idem resultaten gesproken, maar niet een garantie voor blijvende werkzaamheid gegarandeerd. De werkzaamheid van de behandeling is voldoende aannemelijk gemaakt door het aangevoerde empirische bewijs uit meet- en behandelgegevens van de fysiotherapeuten die de KPR-behandelingen uitvoeren.

RB 2431

Geen reclame originele kinderfeestjes gericht op kind

RCC 18 juni 2015, RB 2431; dossiernr. 2015/00542 (originele-kinderfeestjes.nl)
Aanbeveling. Strijd met artikel 1 KJC, dat klager heeft ingestemd met verstrekken van persoonsgegevens, maakt het oordeel niet anders. Het betreft een op het adres van klager ontvangen envelop, gericht ‘aan de (bijna) jarige’, met daarin een brochure (mailing) waarin suggesties worden gedaan voor diverse kinderfeestjes en waarin voorts staat: “Als je nu je kinderfeestje reserveert, krijg jij van ons je verjaardag cadeau!”(…) “Heb je al een keuze gemaakt? Je gratis verjaardag reserveren is zo gedaan: Ga snel naar www.originele-kinderfeestjes.nl (...) Klacht: De mailing is gericht aan de (bijna) jarige minderjarige zoon (9 jaar) van klager.

Krachtens artikel 1 KJC mag een reclame gericht op kinderen (t/m 12 jaar) niets in woord, geluid of beeld bevatten waardoor kinderen op enigerlei wijze worden misleid over de mogelijkheid en eigenschappen van het aangeboden product. In de toelichting op dit artikel staat dat daarbij rekening gehouden dient te worden met hun bevattingsvermogen en verwachtingspatroon.

 De Commissie is van oordeel dat adverteerder in strijd heeft gehandeld met voornoemd artikel door in de – rechtstreeks tot kinderen gerichte – uiting te vermelden: “Als je nu je kinderfeestje reserveert, krijg je van ons je verjaardag cadeau!” (…) “Je gratis verjaardag reserveren is zo gedaan.” (…) “Jij viert je meest originele verjaardag ooit. gratis!” Gelet op het bevattingsvermogen en verwachtingspatroon van kinderen is de Commissie van oordeel dat het gemiddelde kind deze informatie gemakkelijk aldus kan opvatten dat indien hij een reservering maakt voor een kinderfeestje (waartoe hij in de uiting wordt aangezet), hij zijn kinderfeestje gratis met al zijn vriendjes en vriendinnetjes bij adverteerder kan komen vieren. Dat alleen het jarige kind ‘gratis’ naar binnen kan, zal de doelgroep van de uiting naar het oordeel van de Commissie gemakkelijk ontgaan.

Dat klager kennelijk heeft ingestemd met het verstrekken van de persoonsgegevens van zowel hem als zijn minderjarige zoon aan adverteerder maakt het oordeel van de Commissie niet anders.

Andere blogs
Uit de Nieuwsbrief augustus: "De 9-jarige zoon van klager krijgt een aan hem geadresseerde brief waarin suggesties worden gedaan voor diverse kinderfeestjes. In de brief staat onder meer: “Als je nu je kinderfeestje reserveert, krijg jij van ons je verjaardag cadeau!”(…) “Heb je al een keuze gemaakt? Je gratis verjaardag reserveren is zo gedaan”.
RB 2428

Uiting Gentiaan Violet bevat medische claims

RCC 4 juni 2015, RB 2428; dossiernr. 2015/00278 (Gentiaan Violet)
Aanbeveling (Gedeeltelijk). Medische claims. Artikel 2 NRC en 4 CPG. Het betreft een uiting op www.borstvoeding.com. Daarin staat onder de aanhef:“Gentiaan Violet door Stefan Kleintjes”, waar er sprake is van reclame inhoudende medische claims voor producten met Gentiaan Violet van Eurolac. Mede doordat een link is opgenomen naar de webwinkel van Eurolac is de uiting aan te merken als reclame voor producten met Gentiaan Violet van Eurolac.

“Een beetje ouderwets middel volgens sommigen, maar het is effectief en goedkoop. Effectiever dan schimmelwerende middelen” en:

“Gentiaan Violet is een paarse inkt, een effectief middel ter bestrijding van schimmels en bacteriën die huidinfecties veroorzaken, bijvoorbeeld spruw in de mond van de baby, op tepels en tepelhoven, vaginale schimmelinfecties en kalknagels of infecties met stafylokokken op beschadigde en broeierige huid”.

Door de hierboven aangehaalde teksten wordt Gentiaan Violet gepresenteerd als geschikt voor: het genezen of voorkomen van een ziekte, gebrek of wond bij de mens als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder b van de Geneesmiddelenwet. Nu het -zoals de Keuringsraad KOAG/KAG heeft meegedeeld- gaat om een product dat niet is geregistreerd als geneesmiddel is de uiting in strijd met artikel 84 lid 2 Geneesmiddelenwet en met het op deze wetsbepaling gebaseerde artikel 4 CPG. Artikel 4 CPG luidt:

“Het is verboden reclame te maken voor geneesmiddelen waarvoor de wettelijk vereiste handelsvergunning niet is afgegeven”.

Klaagster heeft zich ook beroepen op de artikelen 11, 13, 14 en 15 CPG. Deze (op de Geneesmiddelenwet gebaseerde) artikelen hebben betrekking op reclame voor een geneesmiddel waarvoor de wettelijk vereiste handelsvergunning wel is afgegeven en waarvoor op zichzelf genomen reclame mag worden gemaakt. Nu daarvan geen sprake is, acht de Commissie deze bepalingen in dit geval niet van toepassing, zodat de klacht op dit punt faalt.