Suit Supply's abriposter met seksueel getinte houding mag niet
CvB RCC 18 juni 2015, RB 2430; dossiernr. 2015/00171; 00171B; 00171C; 00171D (Suit supply Into the blue)
Beslissing ingezonden door Daniël Haije, Hoogenraad & Haak. Aanbeveling gedeeltelijk vernietigd. Goede smaak en fatsoen. Het betreft abriposters in het kader van adverteerders campagne ‘Suit Supply into the blue’ ter promotie van haar voorjaars- en zomercollectie 2015. Op de drie verschillende posters zijn een man en een vrouw afgebeeld die zich onder water bevinden. De man is gekleed in een pak en heeft een zonnebril op. In twee van de drie uitingen (hierna: ‘uiting 1’ en ‘uiting 2’) is te zien dat de vrouw alleen een bikinibroekje draagt, in de derde uiting (‘uiting 3’) is het naakte bovenlichaam van de vrouw te zien. Het College vernietigt de bestreden beslissing ten aanzien van de uitingen 2 en 3 en wijst in zoverre de klacht alsnog af.
Het College bevestigt de bestreden beslissing ten aanzien van uiting 1 [klik afbeelding voor vergroting] met wijziging van gronden. Naar het oordeel van het College komt aldus in uiting 1 een beeld naar voren dat zozeer duidt op seksueel contact tussen de man en de overwegend naakte vrouw in een seksueel getinte houding, dat deze op een abriposter in het straatbeeld niet in overeenstemming is met de goede smaak en het fatsoen.
Klacht: De uitingen, waarop volledig topless vrouwen zijn afgebeeld, betreffen softporno geplaatst op drukke, openbare plaatsen. Hierdoor wordt softporno opgedrongen aan iedereen, ook aan (jonge) kinderen. Het feit dat de man op de posters volledig gekleed is afgebeeld terwijl de vrouw bijna totaal naakt is, versterkt het seksistische beeld dat sommige mensen van vrouwen hebben.
Het verweer is opgebouwd als volgt:
I. de RCC gaat ten onrechte uit van een wijziging in de maatschappelijke opvattingen
II. de RCC gaat ten onrechte uit van een 'functioneel bloot-criterium',
III. de RCC overweegt ten onrechte dat de naaktheid van de vrouw prominent in beeld wordt gebracht,
IV. de RCC hanteert ten onrechte een strengere maatstaf voor buitenreclame.
Beroep op een analogie met artikel 430a WvSr kan buiten beschouwing blijven.
Ten aanzien van uiting 1
14. De compositie en belichting benadrukken in deze uiting de naaktheid van de vrouw. In uiting 1 is zij frontaal afgebeeld, waarbij het meeste licht valt op haar naakte bovenlichaam dat hierdoor in het geheel van de uiting lijkt op te lichten. Daaraan draagt bij dat sprake is van een relatief donkere achtergrond. De man is gekleed in donkere kleding en valt optisch aanzienlijk minder op tegen de relatief donkere achtergrond. Voor wat betreft de houding van de vrouw valt op dat zij haar armen langs haar hoofd houdt terwijl zij zich uitstrekt en enigszins naar achteren lijkt te buigen. Haar ogen zijn gesloten en haar mond is wijd geopend. Deze houding kan in de compositie van de uiting seksuele overgave aan de man uitdrukken, mede gelet op haar geprononceerde naaktheid en het feit dat de man haar ter hoogte van haar linkerzij vasthoudt, blijkbaar op haar onbedekte huid. De gelaatsuitdrukking van de vrouw kan overkomen als een uitdrukking van seksueel genot. Hetgeen Suit Supply aanvoert over de specifieke filosofie achter de fotoreportage, kan niet tot een ander oordeel leiden, nog daargelaten dat het publiek dat op straat met uiting 1 wordt geconfronteerd niet bekend kan worden geacht met die filosofie en zich enkel op basis van de uiting een beeld kan vormen. Naar het oordeel van het College komt aldus in uiting 1 een beeld naar voren dat zozeer duidt op seksueel contact tussen de man en de overwegend naakte vrouw in een seksueel getinte houding, dat deze op een abriposter in het straatbeeld niet in overeenstemming is met de goede smaak en het fatsoen. Deze constatering en een bijpassende aanbeveling acht het College, in het licht van de klacht en gezien hetgeen hiervoor in 9 tot en met 12 is overwogen over de beoordelingsmarge van het College, noodzakelijk in verband met de bescherming van de gezondheid of de goede zeden en de bescherming van de rechten van anderen. Het College onderschrijft ten aanzien van uiting 1 dus het oordeel van de Commissie dat de uiting in strijd met artikel 2 NRC is, zij het op andere gronden.
Ten aanzien van uiting 2
15. In deze uiting valt naar het oordeel van het College de nadruk op het naakte bovenlichaam van de vrouw nu hierop het meeste licht valt. Zoals hiervoor in 11 is overwogen, is dit enkele gegeven onvoldoende om de uiting in strijd met de goede smaak en het fatsoen te achten. De vrouw is zijdelings afgebeeld en reikt haar rechterhand naar de man die daarop lijkt te reageren. Deze interactie wekt niet de indruk van een seksueel georiënteerd contact. Ook verder is geen sprake van een compositie die op sexualiteit duidt. Wel geldt dat het publiek in het straatbeeld met deze uiting in de vorm van een abriposter wordt geconfronteerd. Anders dan Suit Supply stelt, kan het publiek zich bij een op een dergelijke wijze gepubliceerde uiting niet aan confrontatie daarmee onttrekken. Weliswaar kan men, indien men dat wenst, zijn blik afwenden, maar dit zal men doen nadat men de uiting al gezien heeft. Het College oordeelt evenwel dat de uiting, door de daarin getoonde niet seksueel georiënteerde interactie tussen man en vrouw, niet van dien aard is dat deze niet in overeenstemming zou zijn met de goede smaak en het fatsoen. Het College is daarom, anders dan de Commissie, van oordeel dat de inleidende klacht tegen uiting 2 geen doel treft en zal om die reden de klacht in zoverre alsnog afwijzen.
Ten aanzien van uiting 3
16.In deze uiting staat naar het oordeel van het College de man meer centraal dan in uitingen 1 en 2. De man is in uiting 3 frontaal afgebeeld en de zijdelings gefotografeerde vrouw speelt in het totaal van de uiting een aanzienlijk minder grote rol dan in de andere uitingen. De vrouw kijkt de man onderzoekend aan. Er is geen sprake van enige vorm van seksuele interactie en het naakte bovenlichaam van de vrouw is in deze uiting minder prominent in beeld dan bij uitingen 1 en 2. Het College oordeelt dat de uiting, door de daarin getoonde niet seksuele interactie tussen man en vrouw, niet van dien aard is dat deze niet in overeenstemming zou zijn met de goede smaak en het fatsoen, zodat ook op dit punt anders wordt beslist dan de Commissie en in zoverre de klacht alsnog zal worden afgewezen.
Conclusie
Het College vernietigt de bestreden beslissing ten aanzien van de uitingen 2 en 3 en wijst in zoverre de klacht alsnog af. Het College bevestigt de bestreden beslissing ten aanzien van uiting 1 met wijziging van gronden.
Op andere blogs:
Dirkzwager
Strijd met goede smaak en fatsoen. Uiting: Het betreft een promo waarin het filmaanbod, te weten de film “High Plains Drifter” met acteur Clint Eastwood, van RTL7 wordt aangekondigd. Klacht: Klaagster is van mening dat de betreffende reclame van RTL7 voor de programmering van het filmaanbod ongepast is. Uit de beelden blijkt sprake te zijn van een verkrachting terwijl de zender meldt: “een echte man neemt wat hij wil”. De beelden van de man die een jongedame meesleurt in een schuur terwijl zij heel hard nee schreeuwt, waarna deze jongedame verwart op de grond van de schuur ligt terwijl Clint Eastwood zijn broek aan of uit doet normaliseert en/of verheerlijkt verkrachting.
Aanbeveling (Gedeeltelijk). Medische claims. Artikel 2 NRC en 4 CPG. Het betreft een uiting op www.borstvoeding.com. Daarin staat onder de aanhef:“Gentiaan Violet door Stefan Kleintjes”, waar er sprake is van reclame inhoudende medische claims voor producten met Gentiaan Violet van Eurolac. Mede doordat een link is opgenomen naar de webwinkel van Eurolac is de uiting aan te merken als reclame voor producten met Gentiaan Violet van Eurolac.
Abstracte aanprijzing. Het beroep is uitsluitend gericht tegen hetgeen de Commissie in haar beslissing heeft overwogen met betrekking tot de mededeling in de bestreden uiting: “Dé nummer 1 in gebruikte trapliften!”. De uiting ‘dé nummer 1’ dient door de inkleding en inhoud ervan te worden beschouwd als toelaatbare reclameoverdrijving (‘puffery’). Het betreft een ongespecificeerde slogan die niet invult waarin [naam adverteerder] nummer één is en die daarom heeft te gelden als in reclame gebruikelijke overdrijving. (...) Het is een abstracte aanprijzing. Als de gemiddelde consument de uiting wel als een superioriteitsclaim opvat, betreft het een ongespecificeerde superioriteitsclaim.
Uitspraak ingezonden door Gert Jan van de Kamp,
Aanbeveling. Radioreclame. Het WKOF claimt nú te hebben bewezen dat voedingsgewoonten, gezond gewicht etc. eraan bijdragen om het risico op kanker te beperken. Klager heeft hiertegen de volgende bezwaren: a) Dit is al lang aangetoond. Al in de jaren ’90 heeft KWF Kankerbestrijding op basis van e.e.a. diverse voorlichtingscampagnes gevoerd. In 2004 heeft deze organisatie het rapport “De rol van voeding bij het ontstaan van kanker” uitgebracht. b) Het WKOF heeft dit niet bewezen. De organisatie beroept zich op onderzoeken van anderen. Volgens klager is sprake van misleiding van het publiek door een leugenachtige claim.
Vrijblijvend advies. Het betreft een flyer in de vorm van een deurhanger, opgehangen aan de voordeur van klaagsters huis. De tekst van de flyer luidt: “U stemt toch ook vandaag VVD” [red. afbeelding komt niet helemaal overeen]. De flyer werd ongevraagd aan klaagsters deur gehangen. Door de flyer wordt de indruk gewekt dat klaagsters politieke voorkeur uitgaat naar de VVD. Klaagster wil haar voorkeur voor een politieke partij privé houden en niet ongevraagd geassocieerd worden met de VVD.
Aanbeveling. Misleiding. Digitale marketing. In de uiting op internet en in de televisiereclame is ten aanzien van de HelloFresh box vermeld: “Gratis bezorging. In heel Nederland” respectievelijk “Gratis bezorgd in heel Nederland”. Zoals bij verweer is meegedeeld, is bezorging op de (van Nederland deel uitmakende) Waddeneilanden niet gratis. Uit het verweer begrijpt de Commissie dat het bezorging op de Waddeneilanden nog niet plaatsvindt, omdat zodanige bezorging voor HelloFresh zeer kostbaar is, maar dat het bezorgen van een box “binnen een maand” op alle eilanden zal worden aangeboden, en wel tegen een vergoeding van € 8,- tot € 10,-.
Toewijzing. Gezondheid. Misleidende voornaamste kenmerken product. De bestreden uiting Het betreft de website www.slimpatchproacai.nl voor zover hierop staat: “De Power Slim Patch is nieuw op het gebied van afslanken de laatste jaren." Klaagster stelt dat het twijfelachtig is of het sap van een handvol bessen via een pleister in het lichaam kan worden opgenomen. Aangenomen dat dit lukt, dan is er het probleem dat acai bessen niet afslankend werken. Blijkens een bij de klacht overgelegd artikel uit Wikipedia leveren de bessen 42% van het voedsel van Caboclo bewoners in het Amazonegebied van Brazilië. Het is een levensmiddel maar geen afslankmiddel. In PubMed is geen wetenschappelijk artikel te vinden over de werking van Slim Patch Pro Acai. Kennelijk zijn er geen wetenschappelijke artikelen over dit product verschenen en bestaat er geen bewijs omtrent de afslankende werking ervan.
Aanbeveling met Alert. Bijzondere Reclamecode Brievenbussampling. Dr. Kramer Agressieve reclame / talisman voor ontvangen geldbedragen / alleen postbusnummer in brievenbusreclame vermeld. Klaagster stelt dat zij tegen haar wil per week 2 à 3 van dergelijke brieven ontvangt van Dr. Kramer en andere adverteerders. Zij heeft ook tegen de van andere adverteerders afkomstige uitingen een klacht ingediend (bij de Commissie bekend onder de dossiernummers 2015/00292, 2015/00310 en 2015/00312). Zij wil dat de toezending van deze uitingen stopt, maar weet niet hoe zij dit kan bereiken. In de in dossier 2015/00292 ingediende klacht, die in de onderhavige klacht wordt genoemd, stelt klaagster dat ze 72 jaar is en er “weleens in [is] getrapt, het gaat ze alleen maar om die 45 euro”.