RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Electronica  

RB 1993

Grote formaat tv uit advertentie blijkt in de winkel € 100,-- duurder te zijn

Vz. RCC 23 oktober 2013, dossiernr. 2013/00701 (Toshiba)
Voorzitterstoewijzing. Misleiding. Prijsaanduiding. Het betreft een advertentie in het Algemeen Dagblad voor de “Correct Superdeal” waarin een “Toshiba 32L4333DG FULL HD LED SMART TV” wordt aangeboden voor € 399,--. Boven de prijs staat “Leverbaar in de beeldmaten 82 of 98 cm. Afm. 32 inch TV 73.6x50.4x8,5 cm. Afm. 39 inch 89.1x59x8,5 cm.” Onder de prijs staat: “Ook leverbaar met Toshiba 39L43333DG 99 cm Smart/Cloud TV. Correct Superdeal Setprijs 499,-“.

De klacht - Klager stelt, samengevat, dat in de advertentie de indruk wordt gewekt dat de 32L4333DG Full HD Smart TV in twee maten leverbaar is voor een prijs van € 399,--. In de winkel blijkt het grotere formaat € 100,-- duurder te zijn. Klager acht de reclame-uiting misleidend.

Het oordeel van de voorzitter
1) De voorzitter is van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende. Doordat de prijs direct en zonder nuancering onder de twee formaten staat waarin de onderhavige televisie wordt aangeboden, wordt de indruk gewekt dat de prijs geldt voor beide formaten. Deze onjuiste indruk wordt niet weggenomen doordat onder de prijs staat: “Ook leverbaar met Toshiba 39L43333DG 99 cm Smart/Cloud TV. Correct Superdeal Setprijs 499,-“. De voorzitter acht het voor de gemiddelde consument onvoldoende duidlelijk dat het hier kennelijk hetzelfde toestel betreft als het toestel dat boven de prijs is omschreven als “Afm. 39 inch 89.1x59x8,5 cm.” De woorden “Ook leverbaar” lijken immers naar een andere uitvoering te verwijzen, waarbij komt dat sprake is van een afwijkend beeldformaat (99 cm in plaats van 98 cm). Aldus is voor de gemiddelde consument onvoldoende duidelijk dat de prijs van € 399,-- niet geldt voor de televisie die in de uiting is omschreven als “Afm. 39 inch 89.1x59x8,5 cm”.

 

2) Blijkens het voorgaande is geen duidelijke informatie verstrekt als bedoeld onder d van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) voor zover het betreft de prijs van de televisie die in de uiting is omschreven als “Afm. 39 inch 89.1x59x8,5 cm”. Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen.

3) De voorzitter neemt nota van de mededeling van adverteerder dat zij aan klager excuses heeft aangeboden en de controle op het gebruik van specifieke modelnummers en Correct-artikelnummers heeft aangescherpt teneinde herhaling te voorkomen. Dit op zichzelf genomen te waarderen handelen, kan evenwel niet afdoen aan het feit dat op grond van het voorgaande de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC dient te worden geacht. Wel zal de voorzitter met het voorgaande rekening houden door te bepalen dat de aanbeveling wordt gedaan voor zover nog nodig.

 

De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder, voor zover nog nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Regeling: NRC (nieuw) art. 7
NRC (nieuw) art. 8.2 onder d.

RB 1975

"Gratis tablet" krijg je niet, maar maak je kans op

RCC 1 november 2013, dossiernr. 2013/00441 (Gratis Tablet)
Latitude 10 TabletAanbeveling. Het betreft de per e-mail aan klager gezonden reclame-uiting met de aanhef
“GRATIS Android Tablet, een uniek kado voor jou! Gefeliciteerd, het AD is vernieuwd en deelt uit om dat te vieren! Jij krijgt daarom alleen deze week nog een Android 0.4 Tablet kado.”
De klacht - In de uiting wordt aan klager een gratis tablet in het vooruitzicht gesteld. Nadat klager zijn persoonlijke gegevens op de website had ingevuld, bleek echter dat hij slechts kans maakte op een gratis tablet.

Het oordeel van de Commissie
Allereerst overweegt de Commissie dat de onderhavige reclame-uiting misleidend is, aangezien daarin aan klager gratis een Android Tablet wordt aangeboden, terwijl klager in werkelijkheid slechts kans maakt om deze tablet gratis te krijgen.

Blijkens het voorgaande is de Commissie van oordeel dat in de reclame-uiting voor de gemiddelde consument onjuiste informatie wordt verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de reclame-uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Thans dient beoordeeld te worden wie voor de gewraakte reclame-uiting verantwoordelijk dient te worden gehouden.

De Commissie is van oordeel dat het AD voor de uiting verantwoordelijk moet worden gehouden en overweegt daartoe als volgt.

Het AD heeft, teneinde meer abonnees te krijgen, Digimo benaderd om de marketing voor abonnementenwerving te verzorgen en heeft daartoe een (digitale) advertentie geaccordeerd. Nu het AD de aanprijzing van zijn product heeft overgelaten aan een derde, i.c. Digimo, van wie het AD geacht moet worden te (hebben ge)weten dat deze daarbij gebruik maakt van zogenaamde affiliates, die belang hebben bij het behalen van een gunstig verkoopresultaat, moet het AD geacht worden zich bewust te zijn geweest van het risico dat het daarmee nam. In verband daarmee had het AD maatregelen behoren te nemen om er voor te zorgen dat zijn product wordt aangeprezen op een wijze die niet in strijd is met wet- en regelgeving.

Op het verzoek aan het AD om met bescheiden aan te tonen de geëigende maatregelen te hebben genomen, stelt het AD een waarschuwing te hebben doen uitgaan en, na kennis te hebben genomen van de gewraakte reclame-uiting, het contact met Digimo te hebben verbroken en verzocht te hebben een rectificatie te plaatsen. Daarbij heeft het AD volstaan met het overleggen van een kopie van de geaccordeerde reclame-uiting.

Niet is daarmee aangetoond dat het AD voorwaarden heeft gesteld aan de wijze waarop voor het AD abonnees mogen worden geworven dan wel dat het AD maatregelen heeft genomen om te voorkomen dat dit gebeurt op een wijze die in strijd is met de NRC.

Gelet hierop acht de Commissie het AD voor de gewraakte reclame-uiting (mede) verantwoordelijk.

Ten aanzien van Digimo overweegt de Commissie dat Digimo niet heeft weersproken de gewraakte reclame-uiting te hebben (doen) verspreiden, zodat zij ook Digimo voor de gewraakte reclame-uiting verantwoordelijk acht.

De beslissing
Op grond van het vorenstaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC en beveelt zij verweerders aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 

Regeling: NRC (nieuw) art. 7

NRC (nieuw) art. 8.2 aanhef

RB 1972

Vermelding waterdicht voor waterbestendige telefoon is misleidend

Rechtbank Noord-Nederland 23 oktober 2013, ECLI:NL:RBNNE:2013:6436 (Vereniging Consument en Recht tegen MobielWerkt B.V.)
Misleiding. Nonconformiteit. Cessie. Belsimpel heeft over de bij haar bestelde telefoon, een Motorola Defy + Black, vermeld dat het betreffende toestel water- en stofdicht is en dat dit toestel een IP certificering IP 67 heeft. Hiermee wordt door partijen verstaan dat het toestel geschikt is voor blootstelling aan water van maximaal 1 meter diep en voor maximaal 30 minuten. Dit toestel is alleen helemaal niet waterdicht, maar waterbestendig. A heeft een dergelijk toestel gekocht en is daarmee voor een paar minuten op een halve meter diepte in het water geweest. De telefoon heeft waterschade opgelopen. Belsimpel heeft niet aannemelijk gemaakt dat A langer dan 30 minuten of dieper met het toestel in het water is geweest.

De consument had uit de vermelding op de site van Belsimpel mogen afleiden dat het een waterdicht toestel was en nu dit niet het geval is is sprake van nonconformiteit in de zin van artikel 7:17 BW. Ook is er sprake van een misleidende handelspraktijk in de zin van artikel 6:193 c lid 1 BW.  Aanvankelijk heeft A Belsimpel aansprakelijk gemaakt op reparatie dan wel vervanging van het toestel. Belsimpel weigerde dit en A heeft de overeenkomst ontbonden en aanspraak gemaakt op terugbetaling van het aankoopbedrag, de wettelijke rente en vergoeding voor buitengerechtelijke kosten alsmede toekomstige schade. A heeft de vorderingen gecedeerd aan een incassobureau.

De rechtbank verklaart voor recht dat Belsimpel onrechtmatig heeft gehandeld en dat de vernietigings- of ontbindingsverklaring doel heeft getroffen. Ook veroordeelt de rechtbank Belsimpel de gevorderde bedragen aan het incassobureau en de kosten in het geding te betalen.

Beoordeling
1.8 Voorts is het volgende van belang. Bij dagvaarding is, productie 14, onder meer een mail van Motorola overgelegd waarin onder meer wordt vermeld dat de Defy + niet IP 67 gecertificeerd is. De telefoon is getest en voldoet aan de IP 67 normen maar, aldus die email, "Motorola wil u er op attenderen dat de telefoon als waterbestendig en niet als waterdicht wordt verkocht. Dit geldt ook alleen als alle ports en de achterkant op de juiste manier gesloten zijn, etc en wanneer de telefoon correct wordt gebruikt. "
Belsimpel heeft bij nadere akte een, korte, mail eveneens afkomstig van Motorola overgelegd. Daarin wordt vermeld dat het toestel wel een IP 67 certificering heeft. Uit de eveneens overgelegde foto van de verpakking, bijlage 4 bij die akte, blijkt echter dat het toestel niet waterdicht maar waterbestendig is. De kwalificatie "waterbestendig" is van een andere aard dan met de aanduiding op de website "waterdicht" en de aanduiding IP 67 certificering wordt bedoeld.

1.10 [A] mocht er als consument op basis van de vermeldingen op de site van Belsimpel van uitgaan dat het door hem bestelde toestel waterdicht was en een IP 67 certificering had.
Daarmee heeft de door hem gekochte mobiel niet de eigenschappen die hij op grond van de koopovereenkomst en op grond van de mededelingen van Belsimpel daaromtrent, aanwezig mocht achten. Daarmee is sprake van nonconformiteit in de zin van artikel 7:17 BW.

1.13 De aanduidingen IP 67 certificering en waterdicht door Belsimpel zijn tevens feitelijk onjuiste mededelingen die niet alleen nonconformiteit opleveren maar tevens aangemerkt dienen te worden als feitelijk onjuiste mededelingen in de zin van artikel 6:193 c eerste lid BW. Er is dan ook tevens sprake van een misleidende handelspraktijk.
De gevraagde verklaringen voor recht sub I tot en met II zijn dan ook toewijsbaar omdat die direct samenhangen met de vordering tot terugbetaling van de koopsom van de mobiel. [eiseres 1] heeft geen zelfstandig belang (meer) bij de gevraagde verklaring voor recht sub III zodat die wordt ontzegd.

RB 1939

Voor korting e-reader moet eerst een energiecontract worden afgesloten

RCC 19 september 2013, dossiernr. 2013/00608 (Foto Klein)
Aanbeveling, misleiding, ontbrekende informatie. Het betreft een uiting op pagina 4 van een 4 pagina’s tellende folder van Foto Klein. Daarin staat met betrekking tot een e-reader SONY PRS T 2 binnen een wit kader onder meer: NORMAAL: € 126,- NU 66* BEZUINIGINGSPRIJS!”. De asterisk verwijst naar de mededeling: “Na € 50,- energiecashback bij afsluiten van een energiecontract”.

De klacht - Deze kan als volgt worden samengevat. Het gedeelte van de uiting binnen het kader is duidelijk opgesteld; er is sprake van een groot lettertype en kleuren. Onder het kader staat echter in een lichtblauw veld met witte letters van 1,4 mm dat het om een retouractie van € 50,- gaat bij het afsluiten van een energiecontract. Deze letters zijn moeilijk te lezen gezien de lettergrootte en kleur. De verkoper bij Foto Kleijn wilde de bewuste e-reader niet voor € 66,- aan klager verkopen.

Het oordeel van de Commissie
In de bestreden uiting staat in grote, direct in het oog springende rode letters en cijfers:  “NU 66”, terwijl daarbij een doorgestreepte prijs van ”NORMAAL” € 126,- is vermeld. Bij de vermelding “66” staat een relatief kleine asterisk die verwijst naar de onderaan de uiting in kleine letters vermelde tekst: “Na € 50,- energiecashback bij afsluiten van een energiecontract”. Dat deze voorwaarde betreffende het afsluiten van een energiecontract van toepassing is, acht de Commissie essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een besluit over een transactie te nemen en waarop de consument duidelijk dient te worden geattendeerd. Dit geldt te meer nu een ‘energiecashback bij afsluiten van een energiecontract’ geen voor de hand liggende wijze van verlenen van korting is (bij dit soort producten).

Naar het oordeel van de Commissie wordt voornoemde informatie in de onderhavige uiting op onduidelijke wijze verstrekt.

Dat onder de cijfers “66” staat: “BEZUINIGINGSPRIJS!” en dat op de pagina’s 1 en 2/3 van de folder “banners” staan met de teksten:

“BEZUINIGEN?

 Bespaar tot € 1250,- op uw huishouden”

respectievelijk

“BEZUINIGEN?

 Bespaar tot € 1250,- op uw huishouden

 Kom langs en doe de gratis besparingscheck!” geeft onvoldoende duidelijkheid omtrent de toepasselijkheid van voornoemde voorwaarde bij de aanschaf van een E-reader voor € 66,00.

Blijkens het voorgaande is er sprake van een op onduidelijke wijze verstrekken van sprake van essentiële informatie die de consument nodig heeft om een besluit over een transactie te nemen onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Regeling:    NRC (nieuw) art. 7

NRC (nieuw) art. 8.3 aanhef

NRc (nieuw) art. 8.3 onder c.

RB 1929

Korting op alles is niet absoluut

Vz. RCC 11 september 2013, dossiernr. 2013/00574 (vakantiekorting)
Voorzitterstoewijzing, misleidende, ontbrekende informatie. Het betreft adverteerders reclamefolder, geldend voor de periode 3 tot en met 9 juni 2013, op de voorzijde waarvan onder meer staat: “Uw 8% vakantiegeld is bij ons…16% voordeel op alles*”.
De klacht -  In de folder wordt 16% korting op alles beloofd. Toen klager echter bij Media Markt een lifecam HD3000 V2 kocht, bleek daarop geen korting te worden gegeven omdat de kortingsactie niet geldt voor accessoires. Volgens klager is sprake van valse voorlichting van consumenten.

Het oordeel van de voorzitter
De mededeling “16% korting op alles*” wekt de indruk van een nagenoeg absolute mededeling. Een aanzienlijk aantal productgroepen, waaronder kennelijk – naar adverteerder niet heeft weersproken – accessoires, blijkt echter van de actie uitgesloten te zijn. Dit is een belangrijke beperking van het aanbod die, nu de consument door de aanduiding “korting op alles” daarop niet bedacht zal zijn, duidelijk in de uiting moet worden meegedeeld. Dat is naar het oordeel van de voorzitter niet het geval.

Weliswaar wordt met een asterisk verwezen naar de ‘disclaimer’, maar deze valt door het zeer kleine lettertype ervan en de verticale plaatsing aan de zijkant van de folder nauwelijks op in verhouding tot de door de lettergrootte sterk de aandacht trekkende mededeling “16% korting op alles”. Bovendien is de inhoud van de mededeling waarnaar door middel van de asterisk verwezen wordt onvoldoende duidelijk. Deze mededeling begint met het uitdrukkelijk noemen van twee beperkingen, te weten “Aanbiedingen max. 1 per klant. Geen verkoop aan handelaren” en wordt gevolgd door andere informatie. Hierdoor wordt de indruk gewekt dat dit de twee van toepassing zijnde beperkingen zijn. Aan het eind van de mededeling wordt men voor de “zondagopeningen en actievoorwaarden” nog naar adverteerders website verwezen, maar niet duidelijk is dat daar nog meer beperkingen staan die op deze voordeelactie van toepassing zijn.

Gelet op het voorgaande is sprake van het op een onduidelijke wijze verstrekken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in de aanhef en onder c van artikel 8.3 NRC. Omdat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing van de voorzitter 
De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Hij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Regeling:    NRC (nieuw) art. 7

NRC (nieuw) art. 8.3 aanhef

NRc (nieuw) art. 8.3 onder c.

RB 1925

Gezonde elektronische sigaret bevat schadelijke stof nicotine

RCC 19 september 2013 dossiernr. 2013/00610 (puff)
 Misleiding, voornaamste kenmerken, folders. Het betreft een flyer met de volgende tekst:
“Op zaterdag 27 juli opent de eerste Puff Store in Nederland haar deuren in Bussum
Stoppen met roken maar lukt het niet?
Puff is HET gezonde alternatief!
Kom langs, probeer GRATIS en ervaar zelf het verschil”.

De klacht - Volgens klaagster kan het predicaat “gezond” in geval van voedings- en genotmiddelen alleen worden toebedeeld aan producten die ingrediënten bevatten die gezond zijn, bijvoorbeeld omdat ze essentiële bouwstoffen bevatten zoals vitaminen, mineralen e.d.. Voorts heeft het RIVM zich nog niet uitgelaten in termen als “gezond” met betrekking tot elektrische sigaretten en/of andere alternatieven voor roken. Ten slotte wordt in de productinformatie op de website www.puffstore.nl ook niet verwezen naar gezonde ingrediënten.

Het oordeel van de Commissie
In de bestreden uiting wordt de elektronische sigaret Puff aangeduid als “HET gezonde alternatief!” voor roken. Namens adverteerder is echter meegedeeld dat Puff de voor de gezondheid schadelijke stof nicotine bevat. Gelet hierop acht de Commissie de mededeling “HET gezonde alternatief!” te absoluut en daardoor onjuist.
Naar haar oordeel wordt in de uiting aldus onjuiste informatie gegeven ten aanzien van de aard en de voordelen van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder a respectievelijk b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
 
De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
 
Regeling:    NRC (nieuw) art. 7
NRC (nieuw) art. 8.2 aanhef
NRC (nieuw) art. 8.2 onder a.
NRC (nieuw) art. 8.2 onder b.

RB 1900

Tablet met of zonder hoes voor 99,95

Vz. RCC 13 augustus 2013, dossiernr. 2013/00481 (onjuiste prijsvermelding tablet)
Misleidende prijsvermelding. Aanbeveling. Het betreft de door adverteerder per e-mail aan klager gezonden reclame-uiting voor een “Android tablet met 8GB geheugen en met of zonder hoes” met de vermelding “Prijs 99,95”. Deze aanbieding stond eveneens op adverteerders (Groupon) website.

De klacht - De tablet wordt in deze reclame-uiting met of zonder hoes aangeboden voor 99,95. Als men, voor meer informatie, verder klikt, blijken er meerdere opties mogelijk te zijn met daaraan gekoppeld een hogere prijs. Daar wordt als prijs vermeld “vanaf € 99,95” en blijkt men voor dit bedrag geen hoes bij de tablet te krijgen. Gelet hierop is de reclame-uiting misleidend.

Het oordeel van de voorzitter
In de door klager per e-mail ontvangen reclame-uiting wordt een “Android tablet met 8GB geheugen en met of zonder hoes” voor “99,95” aangeboden. Deze aanbieding is misleidend omdat, naar klager niet dan wel onvoldoende weersproken heeft gesteld, een Android tablet mét hoes niet voor € 99,95 verkrijgbaar is. Deze blijkt € 114,95 te kosten. Dat men de juiste prijs vindt indien men op zoek gaat naar meer informatie neemt de onjuistheid in de gewraakte reclame-uiting niet weg. Ook de allereerste informatie die wordt gegeven dient juist te zijn, omdat deze informatie de consument heeft kunnen doen besluiten om van het aanbod gebruik te maken.
Nu in de gewraakte reclame-uiting onjuiste informatie wordt gegeven ten aanzien van de prijs is deze in strijd met het bepaalde in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de uiting de gemiddelde consument ertoe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de voorzitter de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing van de voorzitter
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC en beveelt hij adverteerder aan om niet meer op een dergelijk wijze reclame te maken.

RB 1894

1 maand gratis sporten blijkt maximaal 4 keer te zijn

RCC 2 augustus 2013, dossiernr. 2013/00510 (BCC - Abonnement Basic-Fit)
Onduidelijke informatie. Voornaamste kenmerken product. Aanbeveling. Het betreft de uiting voor “1 maand* gratis sporten bij Basic-Fit” op de achterpagina van de “Vaderdagfolder” van BCC en op een “Waardebon” die klanten gedurende de actieperiode bij aankoop van een product bij BCC ontvingen.
                 
De klacht - De suggestie wordt gewekt dat een gratis abonnement voor een maand bij Basic-Fit wordt aangeboden. Nu Basic-Fit zelf (in andere media) adverteert met een onbeperkt, door alle gezinsleden te gebruiken lidmaatschap, vond klager een dergelijk lidmaatschap één maand gratis zeer aantrekkelijk. Pas bij aanmelding merkte klager dat sprake is van zeer beperkende voorwaarden. De “1 maand gratis sporten” blijkt te bestaan uit maximaal vier keer sporten. Dat is geen maand, zoals wordt gesuggereerd. Achteraf heeft klager gezien dat de beperkingen wel in de folder en op de waardebon staan, maar “ernstig weggestopt”. Door “de manier waarop in de reclame focus gegeven wordt”, acht klager de uitingen misleidend.

Het oordeel van de Commissie
In de bestreden uitingen wordt “1 maand*  gratis sporten bij Basic-Fit” aangeboden bij aankoop van alle producten tijdens de actieperiode. De asterisk verwijst naar de onderin de uitingen staande voorwaarden betreffende duur en inhoud van de actie. Blijkens deze voorwaarden moet onder “1 maand” in het kader van de actie worden begrepen: maximaal 4 lessen verdeeld over vier weken. De Commissie is van oordeel dat dit een dermate beperkte uitleg is, dat niet kan worden gesproken over “1 maand gratis sporten”. De gemiddelde consument, die niet bedacht zal zijn op deze uitleg, wordt door de aanduiding “1 maand” op het verkeerde been gezet. De (door het kleurgebruik van een witte asterisk tegen een grijze achtergrond onopvallende) verwijzing naar de elders in de uiting staande beschrijving van de actie neemt het misleidende karakter van het aanbod “1 maand gratis sporten” niet weg. Gelet op het voorgaande acht de Commissie de bestreden uitingen onvoldoende duidelijk ten aanzien van de voornaamste kenmerken van het aangeprezen product als bedoeld in de aanhef en onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen tevens misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. 

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uitingen in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1855

Prejudiciële vraag inzake energielabels aan televisietoestellen

Prejudiciële vraag aan HvJ EU 5 juni 2013, zaak C-319/13 (Rätzke tegen S+K Handels GmbH) - dossier
Vragen gesteld door Thüringer Oberlandesgericht (Duitsland).

Etikettering. Verzoeker Udo Rätzke verkoopt elektrische apparaten, vooral televisietoestellen. Zijn concurrent S+K Handels GmbH biedt begin 2012 een tv-toestel te koop aan dat niet is voorzien van een energie-etiket, zoals vereist in de bijlage bij Vo. 1062/2010. Het toestel was al in mei 2011 aan S+K geleverd. Rätzke stelt S+K in gebreke. S+K stelt op haar beurt een vordering in tot het verkrijgen van een negatieve verklaring voor recht. Rätzke stelt dan als reconventionele vordering dat S+K een verbod wordt opgelegd tv-toestellen te verkopen zonder het sinds 2011 vereiste energie-etiket. S+K meent dat voor het in mei 2011 geleverde tv-toestel het aanbrengen van een etiket niet verplicht is. De rechter stelt S+K in het gelijk. Rätzke gaat in beroep. Hij is van mening dat uit de systematiek van RL 2010/30/EU kan worden afgeleid dat leveranciers hoe dan ook verplicht zijn om vanaf 2010 tv-toestellen mét etiket te leveren, ongeacht of de groothandel die had meegeleverd. S+K wijst echter op punt 25 van de considerans van die RL waarin wordt aangegeven dat het niet de bedoeling is kleine en middelgrote ondernemingen omslachtige verplichtingen op te leggen.

De verwijzende Duitse rechter meent dat uit de bewoordingen van het betreffende artikel in Vo. 1062/2010 opgemaakt zou kunnen worden dat de handelaar alleen dan een verplichting tot etikettering heeft wanneer het etiket reeds bij de levering door de leverancier is verstrekt. De verplichting bestaat vanaf 30-11-2011. Er is geen overgangsregeling getroffen voor de handelaars die voor die datum door de groothandel geleverde toestellen na die datum aan consumenten verkopen. Hij meent dat uitlegging van artikel 4, sub a, van de Vo. van bijzonder belang is voor het oplossen van onderhavige zaak omdat de formulering vragen oproept bij handelaren. Hij stelt de volgende vraag aan het HvJEU:

Moet artikel 4, sub a, van gedelegeerde verordening (EU) nr. 1062/2010 van de Commissie van 28 september 2010 houdende aanvulling van richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van televisies aldus worden uitgelegd dat op de handelaar (vanaf 30 november 2011) slechts dan een verplichting tot etikettering van televisies rust, wanneer die televisies door de leverancier overeenkomstig artikel 3, lid 1, sub a, van genoemde verordening (vanaf 30 november 2011) reeds met desbetreffend etiket zijn geleverd dan wel aldus dat ook dan op de handelaar een verplichting tot etikettering rust (vanaf 30 november 2011) voor televisies die vóór 30 november 2011 door de leverancier zonder desbetreffend etiket zijn geleverd, zodat de handelaar verplicht is om (tijdig, achteraf) etiketten voor die televisies aan te vragen?

RB 1847

Zeer kleine, vrijwel onleesbare letters

RCC 27 juni 2013, dossiernr. 2013/00389 (Prepaidkorting.nl)
Prijsvermelding. Verpakking en etikettering. Onduidelijk. Aanbeveling. Het betreft een sticker op de verpakking van een Samsung GALAXY telefoon. Daarop staat onder meer: “Van € 15,- tot € 50,- RETOUR bij een prepaid pakket”.

De klacht - Om gebruik te kunnen maken van deze cash-back aanbieding moeten vrijwel “onneembare hindernissen” worden overwonnen. Op de rand van de sticker wordt -in piepkleine letters- verwezen naar de website “prepaidkorting.nl” en meegedeeld dat de actie geldig is tot en met 31 maart 2013. Na het vinden van de website is het nog een hele rompslomp (formulier invullen, voucher en aankoopbon uitprinten, streepjescode uit verpakking knippen en dit allemaal opsturen). Klager, die primair bezwaar maakt tegen de kleine letters, vraagt zich af hoe mensen zonder printer, computer en vergrootglas ooit van de aanbieding gebruik kunnen maken.

Het oordeel van de Commissie
Adverteerder heeft niet weersproken dat de bestreden sticker zich op de buitenkant van de doos bevond en dat klager op basis van de cashback-actie zoals vermeld op de bestreden sticker tot aanschaf van het bewuste toestel is overgegaan. Het verweer dat de sticker pas kan zijn gezien na aankoop wordt derhalve verworpen. Langs de rand van de bestreden sticker staat in zeer kleine, vrijwel onleesbare letters: “Actie is geldig tot en met 31 maart 2013. Ga voor aanvragen, voorwaarden en het specifieke voordeel voor jouw toestel naar prepaidkorting.nl. Max. 1 aanvraag per persoon”. Gelet hierop acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van het bestaan van een specifiek prijsvoordeel als in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Voor zover klager moet worden geacht mede bezwaar te maken tegen het feit dat men over een computer en printer dient te beschikken om van de actie gebruik te maken, wijst de Commissie de klacht af. Dat een computer en printer nodig zijn, betekent op zichzelf genomen niet dat de bestreden uiting in strijd is met de NRC. 

De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst zij de klacht af.