RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Oneerlijke handelspraktijken  

RB 2388

Gezinspas kent niet slechts twee voorwaarden

RCC 13 april 2015, RB 2388, dossiernr. 2015/00068 (Basic-Fit gezinspas)
Misleiding. Onjuiste informatie. Aanbeveling.  De uiting: Het betreft een uiting op de website www.basic-fit.nl. Daarin staat onder het kopje “gezinspas” onder meer: “Wil iedereen bij jou thuis sporten, maar zijn allemaal losse abonnementen te duur? Dat hoeft ook niet meer: bij Basic-Fit kun je met 1 pas sporten met het hele gezin”. 1 pas voor het hele gezin Er zijn maar 2 voorwaarden om aan te voldoen: het gaat om de gezinsleden die op hetzelfde adres wonen en tussen de check ins moet minimaal een uur zitten. Zo kan iedereen in het gezin sporten: Ouders, verzorgers en kinderen”.

De klacht:
De klacht kan als volgt worden samengevat. Er is nog een restrictie, die niet genoemd wordt in de expliciete lijst. Klager voert hiertoe het volgende aan. In de Algemene Voorwaarden staat onder meer: “Gezinsleden: de echtgeno(o)t(e) of partner van het Lid waarmee het Lid duurzaam samenwoont en/of bij het Lid inwonende kinderen die niet ouder zijn dan 21 jaar en ….” en “Jeugdlid: een natuurlijk persoon tussen 12 en 16 jaar die op eigen naam Lid is” en “f. Jongeren tussen de 12 en 16 jaar, zijnde Jeugd- of Gezinsleden krijgen uitsluitend toegang tot de Basic-Fit vestiging onder begeleiding en verantwoordelijkheid van een meetrainend Lid van 16 jaar of ouder (…)”. Uit het bovenstaande volgt dat alleen een gezin met kinderen tussen 16 en 21 jaar voldoende heeft aan 1 pas.

Het oordeel:
In de bestreden uiting staat met betrekking tot “1 pas voor het hele gezin” uitdrukkelijk: “Er zijn maar 2 voorwaarden om aan te voldoen: het gaat om de gezinsleden die op hetzelfde adres wonen en tussen de check ins moet minimaal een uur zitten”. In werkelijkheid blijken er echter niet slechts “2 voorwaarden” te gelden. Volgens de algemene voorwaarden zijn inwonende kinderen, ouder dan 21 jaar immers uitgesloten en krijgen gezinsleden tussen 12 en 16 jaar uitsluitend toegang tot de Basic-Fit vestiging onder begeleiding en verantwoordelijkheid van een meetrainend Lid van 16 jaar of ouder. Blijkens het voorgaande is geen juiste informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 2387

De indruk wekken dat men kan volstaan met het invullen van een code

RCC 8 april 2015, RB 2387, dossiernr. 2015/00143 (Dekamarkt)
Persoonsgegevens. Misleidend. Aanbeveling. De uiting: Het betreft een uiting op www.dekamarkt.nl. Links op de betreffende webpagina staat onder de aanhef “KRAS JE KRATJE” onder meer: “Van 25 januari t/m 21 februari ontvangt u een Kras je Kratje kraskaart cadeau bij elke € 15* aan boodschappen (…). Met elke kraskaart maakt u kans op één van de 12.000 kratjes boordevol verse en heel handige producten, ter waarde van meer dan € 50,-! Een vol kratje winnen is altijd leuk. Zo kunt u er één winnen: 1 Bij de kassa ontvangt u een Kras je Kratje kraskaart. 2 Kras het vakje open. 3 Vul de code in en u ziet direct of u een kratje gewonnen hebt”. Rechts op de bewuste webpagina staat onder meer: “Kras je Kratje Vul hieronder uw codes in en maak direct kans op één van de 12.000 kratjes! U kunt hier de actievoorwaarden lezen. Uw codes (…) Uw gegevens Aanhef* Dhr Mevr Naam* Tussenvoegsel Achternaam* E-mail* Telefoon Filiaal* (..) Ja, stuur mij wekelijks de aanbiedingen van DekaMarkt Ik ga akkoord met de actievoorwaarden * verzend”.

De klacht:

De klacht kan als volgt worden samengevat. In de uiting staat: “Vul de code in en u ziet direct of u een kratje gewonnen hebt”. Dit is niet juist. Na het invullen van de code en een klik op ‘controleren’ moet je eerst persoonsgegevens invullen. Klager begrijpt dat dit nodig is om je prijs te kunnen innen, maar hij acht het vooraf invullen van deze gegevens misleidend en strijdig met de ‘handleiding’. Als je geen prijs hebt gewonnen, heeft de Dekamarkt jouw persoonsgegevens verkregen. Voorts is het de vraag of Dekamarkt in het kader van de Wet Bescherming persoonsgegevens niet onevenredig veel persoonsgegevens verzamelt. Een e-mailadres of telefoonnummer zou voldoende moeten zijn.

Het oordeel:

A. In de bestreden uiting staat onder meer: “Een vol kratje winnen is altijd leuk. Zo kunt u er één winnen: 1 Bij de kassa ontvangt u een Kras je Kratje kraskaart. 2 Kras het vakje open. 3 Vul de code in en u ziet direct of u een kratje gewonnen hebt”. Hierdoor wordt de indruk gewekt dat men kan volstaan met het invullen van de code die zich kennelijk op de kraskaart bevindt, om erachter te komen of men een kratje gewonnen heeft. In werkelijkheid, zo blijkt uit de actievoorwaarden die elders op de website staan, dient de klant niet alleen de code, maar ook een aantal persoonsgegevens in te vullen op www.dekamarkt.nl om kans te maken op “een gevuld kratje”. Volgens het verweer dienen in elk geval te worden ingevuld: geslacht, voornaam, achternaam, e-mail en het filiaal van Dekamarkt waar de klant de eventuele prijs wenst op te halen.

Gelet op het bovenstaande gaat de reclame-uiting gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Bovendien kan de gemiddelde consument er toe worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Zo kan hij besluiten om inkopen te doen bij Dekamarkt teneinde een kraskaartje te ontvangen, waarmee hij enkel aan de hand van de code zou kunnen nagaan of hij een kratje heeft gewonnen. Gelet hierop is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

B. Wat betreft het verzamelen/het gebruiken van persoonsgegevens op zich zelf ziet de Commissie geen aanleiding om te oordelen dat de Wet Bescherming persoonsgegevens is overtreden. De Commissie neemt daarbij in overweging dat adverteerder bij verweer het volgende heeft meegedeeld.

Dekamarkt verwerkt de gevraagde persoonsgegevens uitsluitend om te kunnen bepalen welke meespelende klanten een prijs hebben gewonnen en om te verifiëren dat de gewonnen prijs aan de juiste persoon wordt meegegeven. Gebruik van uitsluitend een telefoonnummer of e-mailadres is fraudegevoelig en om die reden kan daarmee niet worden volstaan.
RB 2386

Green Tea Slim Patch op vijf fronten misleidend

RCC 25 maart 2015, RB 2386, dossiernr. 2014/00915 (Green Tea Slim Patch)
Gezondheidsclaim. Misleidend ten aanzien van beschikbaarheid. Totale prijs ontbreekt. Reviews van niet bestaande personen. Aanbeveling. De uiting: Het betreft een uiting voor Green Tea Slim Patch op adverteerders webpagina www.greenteaslimpatch.nl. De uiting heeft als kop “AFSLANKEN MET GROENE THEE Breng uw figuur in topvorm met Green Tea Slim Patch!” en bevat onder meer de aanbieding “PROBEER VANDAAG GRATIS! OP=OP!” en een online bestelformulier. De klacht: Klager heeft – kort samengevat – de volgende bezwaren tegen de uiting: 1) De claims dat Green Tea Slim Patch de vetverbranding verhoogt en de spijsvertering stimuleert zijn discutabel en onbewezen.

In de uiting wordt verwezen naar “een studie (waarvan verslag gedaan in de American Journal of Clinical Nutrition)” die heeft “aangetoond dat door de inname van het groene thee extract de verbranding van energie steeg” en dat “gedurende een periode van 24 uur groene thee extract de stofwisseling verhoogt met 4%”. Klager meent dat sprake is van misleiding, nu (a) de studie volgens hem laat zien dat het effect hooguit gemiddeld is (zie https://ajcn.nutrition.org/content/91/1/73.abstract) en (b) een promotieonderzoek laat zien dat je hooguit een enkele kilo afvalt van alleen groene thee (https://www.nu.nl/wetenschap/ 2484818/groene-thee-goed-lijn.html).

2) Volgens klager zijn de mededelingen “Probeer vandaag gratis! OP=OP”, “Nog beperkt beschikbaar” (bovenaan het bestelformulier) en “Nog [2] pakketten beschikbaar” (zichtbaar tijdens het bestelproces) niet op waarheid gebaseerd en slechts bedoeld om kopers te lokken.

3) In de uiting wordt niet vermeld dat als het “gratis” proefpakket niet binnen 14 dagen wordt geretourneerd, er drie zendingen van het product ten bedrage van € 59,95 per zending volgen. Deze voorwaarde zit verborgen achter de hyperlink “voorwaarden” die onderin het bestelformulier is opgenomen in de (aan te vinken) tekst: “Ik ga akkoord met de voorwaarden en wil het product gratis uitproberen. Ik betaal hiervoor 6,95 verzend- en verpakkingskosten. (…)”. In de uiting wordt niet meegedeeld dat je akkoord gaat met het ontvangen van vervolgzendingen, dit blijkt pas uit de niet in de uiting opgenomen voorwaarden.

4) In de uiting is een “Exclusief 3-staps afslank programma” opgenomen van “Gewichtsconsulent Dr. H. van Beek”. Nu klager deze gewichtsconsulent via Google niet heeft kunnen vinden en op adverteerders website geen contactgegevens van hem zijn vermeld, lijkt deze persoon niet te bestaan en ontstaat de indruk, aldus klager, dat een fictieve “Dr.” wordt gebruikt om aan de uiting gezag te verlenen en autoriteit uit te stralen.

Het oordeel:

De Commissie stelt voorop dat de klacht die klager op de website Klachtenkompas heeft gedaan, met (mede) als doel de door hem niet gewenste vervolgzendingen van Green Tea Slim Patch stop te laten zetten en afgeschreven betalingen van adverteerder terug te krijgen, er niet aan in de weg staat dat klager bij de Commissie een klacht kan indienen met betrekking tot de wijze van reclame maken door adverteerder en dat de Commissie de bestreden reclame-uiting toetst aan de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Ad klacht 1) De Commissie vat dit onderdeel van de klacht aldus op dat klager bestrijdt dat het aangeprezen product Green Tea Slim Patch daadwerkelijk de (mate van) afslankende werking heeft die in de uiting wordt geclaimd. Klager heeft ter onderbouwing van zijn stelling onder meer verwezen (door middel van een link) naar een studie uit 2009 over het effect van groene thee catechinen met of zonder cafeïne op lichaamsgewicht en lichaamsomvang.

Nu klager de juistheid van de in de uiting geclaimde werking van Green Tea Slim Patch met – volgens de uiting – “gegarandeerd resultaat” gemotiveerd heeft bestreden, ligt het op de weg van adverteerder om de juistheid en eerlijkheid van de uiting aannemelijk te maken.

Ter onderbouwing van de geclaimde werking heeft adverteerder zich beroepen op een in de uiting niet nader aangeduide “studie waarvan verslag gedaan in de American Journal of Clinical Nutrition”. Blijkens het verweer wordt hiermee gedoeld op de studie “Efficacy of a green tea extract rich in catechin polyphenols and caffeine in increasing 24-h energy expenditure and fat oxidation in humans” uit 1999. Deze studie toont aan, aldus adverteerder, dat het juist is te stellen dat door de inname van het groene thee extract de verbranding van energie stijgt en dat gedurende een periode van 24 uur groene thee extract de stofwisseling verhoogt met 4%.

Wat er zij van de conclusies van genoemde studie, gebleken is dat bij dit onderzoek is uitgegaan van orale inname van groene thee extract (“Each subject (…) was randomly assigned to receive 1 of the following 3 treatments orally (in capsular form) 3 time/d …” Adverteerder heeft niet aangetoond of aannemelijk gemaakt dat het gebruik van de patches met groene thee extract hetzelfde resultaat opleveren als orale inname van dat extract.

Bovendien blijkt uit het door klager aangevoerde onderzoek uit 2009 dat het afslankende effect van groene thee, zo dat er al is, met name te danken is aan de aanwezigheid van cafeïne. Niet is gesteld of gebleken dat cafeïne ook voorkomt in de Green Tea Slim Patch.

Nu adverteerder de in de uiting geclaimde werking van Green Tea Slim Patch niet aannemelijk heeft gemaakt, wordt het ervoor gehouden dat deze uiting gepaard gaat met onjuiste informatie ten aanzien van de van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de Commissie voorts van oordeel is dat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ad klacht 2) In de uiting wordt op verschillende plaatsen en in verschillende bewoordingen meegedeeld dat sprake is van een beperkte beschikbaarheid van de aanbieding om Green Tea Slim Patch gratis te proberen. Als erkend is komen vast te staan dat de (aanvankelijk) tijdens het bestelproces getoonde mededeling over het exacte aantal nog verkrijgbare pakketten niet juist was. De Commissie heeft kennis genomen van de mededeling van adverteerder dat deze vermelding inmiddels niet meer wordt getoond.

Naar het oordeel van de Commissie heeft adverteerder ook de juistheid van de in de uiting staande mededelingen “Probeer vandaag gratis! OP=OP” en “Nog beperkt beschikbaar” niet aannemelijk gemaakt. Volgens adverteerder is de aanbieding in tijd beperkt, nu een voorraad voor drie maanden beschikbaar is en de website na drie maanden uit de lucht gaat. Vast is komen te staan dat de aanbieding ten tijde van de zitting (op 19 februari 2015), ruim drie maanden na de door klager op 14 november 2014 geplaatste bestelling, nog op de website staat. De beperking van de aanbieding tot een periode van drie maanden is daardoor niet komen vast te staan. Voor zover wel van een dergelijke beperking sprake is, moet ervan uitgegaan worden dat klager direct na plaatsing van de aanbieding op de website het product besteld heeft. Niet is aannemelijk dat op dat moment gezegd kan worden “Nog beperkt beschikbaar” of dat de consument moet worden aangespoord om snel Green Tea Slim Patch te bestellen.

Gelet op het voorgaande is de Commissie van oordeel dat in de uiting onjuiste informatie wordt verstrekt over de beschikbaarheid van het aangeprezen product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de Commissie voorts van oordeel is dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting ook op dit punt misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ad klacht 3)  Vast is komen te staan dat, indien men ingaat op het aanbod om het product Green Tea Slim Patch gratis te proberen, akkoord wordt gegaan met de voorwaarde dat bij het niet binnen 14 dagen retourneren van de zending een abonnement wordt aangegaan voor tenminste drie vervolgzendingen, ten bedrage van € 59,95 per zending, welk bedrag door middel van automatische incasso wordt afgeschreven.

Van belang is dat (het bestelformulier in) de onderhavige uiting een uitnodiging tot aankoop in verband met een overeenkomst op afstand betreft, waarvoor de in artikel 8.4 NRC (onder f t/m s) genoemde informatieverplichtingen gelden. In genoemd artikel is onder i onder meer bepaald dat de uiting de totale prijs van de zaak dient te bevatten inclusief, in geval van een overeenkomst die een abonnement inhoudt waarvoor een vast tarief van toepassing is, de totale maandelijkse kosten. Voorts is in artikel 8.4 onder p NRC bepaald dat de consument op een duidelijke en in het oog springende manier en onmiddellijk voordat hij zijn bestelling plaatst op deze informatie moet worden gewezen.

Aan deze verplichtingen is naar het oordeel van de Commissie niet voldaan. Zoals hiervoor is overwogen, krijgt men na ontvangst van het proefpakket automatisch (minimaal) drie vervolgzendingen toegestuurd waarvoor door middel van automatische incasso geld van de rekening wordt afgeschreven, tenzij men binnen een periode van 14 dagen na ontvangst van het proefpakket meedeelt geen prijs te stellen op deze vervolgzendingen. Dat in feite sprake is van een abonnement waarvan de maandelijkse kosten € 59,95 bedragen tenzij de consument actief, door middel van het retourneren van de zending, laat weten dat niet te willen, is naar het oordeel van de Commissie essentiële informatie die duidelijk in de uiting vermeld dient te zijn. Het opnemen van een link naar elders te raadplegen voorwaarden is daartoe niet voldoende, evenmin als de mededeling “Ik neem af bij tevredenheid en ontvang vervolgens zolang ik wil elke maand dit product”.

Nu adverteerder naar het oordeel van de Commissie niet heeft voldaan aan de onder i en p van artikel 8.4 NRC opgenomen verplichtingen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ad klacht 4) Als erkend is komen vast te staan dat ten onrechte de in de uiting genoemde gewichtsconsulent is aangeduid als “Dr.”. Aldus gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in de aanhef van artikel 8.2 NRC. Omdat dit ertoe kan leiden dat voor de gemiddelde consument meer waarde aan het ‘afslankprogramma’ van de gewichtsconsulent wordt toegekend, waardoor deze consument ertoe gebracht kan worden een besluit over de aanschaf van Green Tea Slim Patch te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ad klacht 5) Naar het oordeel van de Commissie heeft adverteerder niet aannemelijk gemaakt dat de in de uiting opgenomen reviews waarheidsgetrouwe beoordelingen van bestaande personen betreffen. De enkele opmerking dat de namen van deze personen op Facebook te vinden zijn, is hiertoe niet voldoende. Gelet op het voorgaande wordt het ervoor gehouden dat de uiting ook op dit punt gepaard gaat met onjuiste informatie als bedoeld in de aanhef van artikel 8.2 NRC, op grond waarvan de uiting misleidend is en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

 

RB 2384

Korting zag slechts op ‘gelabelde exemplaren’

RCC 7 april 2015, RB 2384, dossiernr. 2015/00129 (Bristol)
Misleidend. Ontbrekende informatie. Aanbeveling. De uiting: Het betreft een winkelspotje dat in één van de filialen van adverteerder is afgespeeld met onder meer de volgende tekst: “Nu bij Bristol 50% korting op alle dames-, heren- en kinderschoenen en - kleding”. De klacht: Klager heeft met zijn partner het Bristolfiliaal Rotterdam Alexandrium bezocht waar de bestreden reclamespot elke drie minuten via een luidspreker werd herhaald. Bij de kassa werd door het winkelpersoneel aan klager meegedeeld dat de korting slechts zag op ‘gelabelde exemplaren’, met als gevolg dat hij op de door hem gewenste (niet gelabelde) artikelen geen korting ontving.

Het oordeel:
1. Vaststaat dat de korting van 50% slechts zag op gelabelde artikelen. In de bestreden commercial wordt echter zonder voorbehoud meegedeeld: “Nu bij Bristol 50% korting op alle dames-, heren- en kinderschoenen en -kleding, terwijl in feite sprake is van een beperking van de aanbieding tot de gelabelde artikelen. De Commissie is van oordeel dat deze beperking essentiële informatie betreft waarover de consument tijdig moet worden geïnformeerd. Daarom moet reeds in de uiting zelf een voorbehoud worden gemaakt met betrekking tot de artikelen waarop de korting ziet. Naar het oordeel van de Commissie biedt het onderhavige medium voldoende mogelijkheden om de consument de bedoelde essentiële informatie te verstrekken. Dat in de winkel posters hangen waarop staat vermeld: “Opruiming op alle dames-, heren- en kinderschoenen en – kleding* 50% kassakorting.” *M.u.v. de nieuwe collectie (501), accessoires, moonboots, schaatsen, sportschoenen, sportkleding, pantoffels en andere aanbiedingen (2 voor), maakt het oordeel van de Commissie niet anders. De reclamespot waarover is geklaagd dient te worden aangemerkt als een zelfstandige reclame-uiting, die op zichzelf genomen dient te voldoen aan de Nederlandse Reclame Code (hierna: NRC), los van de posters in de winkel.

2. Nu in de uiting essentiële informatie ontbreekt die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen, is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 2366

Netwerkkosten onvermeld in het gemiddelde maandbedrag

RCC 26 maart 2015, RB 2366, dossiernr. 2015/00081 (eon.nl)
Ontbrekende informatie. Aanbeveling. De uiting: Op de website van adverteerder www.eon.nl staat onder meer op de homepage: “1 jaar vast tarief Royaal € 132,- Gemiddeld maandbedrag (klein lettertype) Korte looptijd Ideaal voor hoog verbruik Meer info (link) Stap direct over (link)” In het getoonde gemiddelde maandbedrag zijn de netwerkkosten niet meegenomen. Klik op ‘Meer info’ voor een berekening inclusief netwerkkosten.

De klacht:

De gemiddelde maandbedragen op de website van adverteerder van respectievelijk € 132, € 131, € 142 en € 143 zijn zeer concurrerend. Menig consument zal direct klikken op de link ‘stap direct over’ en een overeenkomst met adverteerder sluiten. Echter, helemaal onderaan staat het zinnetje “In het getoonde gemiddelde maandbedrag zijn de netwerkkosten niet meegenomen”. Klager vraagt zich af waarom die kosten niet zijn meegenomen in het gemiddelde maandbedrag omdat zij onlosmakelijk zijn verbonden met de energiekosten en bovendien een aanzienlijk deel bevatten van de totale kosten. Met de onvermijdelijke netwerkkosten erbij wordt € 132 opeens ruim € 165, waardoor adverteerder helemaal niet zo concurrerend is, aldus klager.

Het oordeel:

1. De Commissie begrijpt de klacht aldus, dat volgens klager de onderhavige uiting misleidend is nu in het getoonde gemiddelde maandbedrag de netwerkkosten niet zijn inbegrepen.

2. Het aanbod in de bestreden uiting betreft een uitnodiging tot aankoop die verband houdt met een overeenkomst op afstand. Dit houdt in dat voor adverteerder extra informatieverplichtingen gelden. Deze brengen – voor zover hier van belang – met zich dat in de uiting de totale (gemiddelde) prijs dient te worden genoemd, inclusief alle (op voorhand bekende) kosten, en dat mededeling op een duidelijke en in het oog springende manier dient te geschieden. Dit volgt uit het bepaalde in artikel 8.4 onder i in samenhang met artikel 8.4 onder p NRC.

3. Vast is komen te staan dat adverteerder in het getoonde gemiddelde maandbedrag op de eerste pagina van het aanbod de netwerkkosten niet heeft meegenomen, terwijl elke consument deze kosten – ongeacht zijn verbruik – dient te voldoen. Onderaan de uiting staat weliswaar (in een klein lettertype) dat in het getoonde gemiddelde maandbedrag de netwerkkosten niet zijn meegenomen en dat de consument op ‘meer info’ kan klikken voor een berekening ‘inclusief netwerkkosten’, echter de Commissie is van oordeel dat een dergelijke wijze van informatieverstrekking niet voldoet aan de hiervoor genoemde eisen van artikel 8.4 aanhef en onder i NRC. Daarnaast in de vermelding van de totaalprijs op een andere plaats op de website niet in het oog springend is. Hierdoor heeft adverteerder niet de essentiële informatie verschaft op de wijze als voorgeschreven in artikel 8.4 onder i en p NRC in samenhang met artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Uit laatstgenoemde artikel volgt dat het op onjuiste wijze verschaffen van essentiële informatie misleidend is indien de consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Naar het oordeel van de Commissie is aan laatstgenoemde eis voldaan nu in de uiting een onjuiste (gemiddelde) prijs wordt genoemd. Immers komt de consument indien zij ingaat op het aanbod van adverteerder in het geval zij kiest voor 1 jaar vast tarief ‘Royaal’ niet op een gemiddeld maandbedrag uit van € 132,- zoals in de uiting staat vermeld, maar op een bedrag van € 165,71. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

4. Gelet op de thans geldende regelgeving zal de Commissie het verzoek van adverteerder dat indien de Commissie tot een aanbeveling mocht komen, adverteerder niet eerder dan per 1 juli 2015 de aanbeveling krijgt om de bestreden reclame-uiting aan te passen, niet honoreren.
RB 2365

Eenmalige set-up kosten zijn in de uiting niet vermeld

RCC 24 februari 2015, RB 2365, dossiernr. 2015/00004 (Yourhosting set-up kosten)
Ontbrekende informatie. Digitale marketing communicatie. Aanbeveling. De uiting: Het betreft een uiting op de website van adverteerder www.yourhosting.nl, die tevens op 19 december 2014 per e-mail als nieuwsbrief aan klager is verzonden. In de uiting staat onder meer: “Wist je dat je al vanaf € 3,-* per maand een hostingpakket hebt? (…) * Actietarief geldt voor de eerste maand.” De klacht: Klager is geen klant (geweest) bij adverteerder en is desondanks ‘gespammed’ met een nieuwsbrief, afkomstig van adverteerder. In de uiting staat dat de consument al vanaf € 3,-- per maand een hostingpakket bij haar kan afnemen. Dat is echter onjuist. De consument is de eerste maand € 13,-- verschuldigd en de daarop volgende maanden € 6,--

Het oordeel:

1. De Commissie begrijpt de klacht aldus, dat volgens klager de onderhavige uiting misleidend is nu hierin de indruk wordt gewekt dat – indien de consument een hostingpakket bij adverteerder wil afnemen – de kosten de eerste maand € 3,-- bedragen, terwijl de consument daarnaast nog eenmalig setup-kosten verschuldigd is. Om die reden meent klager dat niet kan worden gezegd dat de consument de eerste maand slechts een bedrag van € 3,-- verschuldigd is. De Commissie merkt daarbij nog op dat nu klager expliciet heeft aangegeven dat de klacht zich enkel hierop richt en niet op het feit dat klager, zoals tevens in de klacht wordt gesteld, is ‘gespammed’ of al dan niet in strijd met wettelijke bepalingen een nieuwsbrief heeft ontvangen, de Commissie dit laatste deel van de klacht buiten beschouwing zal laten.

2. Het aanbod in de bestreden uiting betreft een uitnodiging tot aankoop die verband houdt met een overeenkomst op afstand als bedoeld in artikel 8.4 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Ingevolge artikel 8.4 onder i NRC dient in dat geval op duidelijke en begrijpelijke wijze als essentiële informatie te worden verstrekt “de totale prijs van de zaken of diensten, (…) en, in voorkomend geval, alle extra vracht-, leverings- of portokosten en eventuele andere kosten (…). In het geval van een overeenkomst voor onbepaalde duur of een overeenkomst die een abonnement inhoudt, omvat de totale prijs de totale kosten per factureringsperiode. Indien voor een dergelijke overeenkomst een vast tarief van toepassing is, omvat de totale prijs ook de totale maandelijkse kosten.

3. Vast is komen te staan dat de consument – indien zij bij adverteerder een XS hostingpakket afneemt – eenmalige setup-kosten van € 10,-- dient te voldoen en dat zij een overeenkomst met adverteerder dient aan te gaan voor (tenminste) één jaar. Ook staat vast dat de consument de kosten bij vooruitbetaling (per jaar) dient te voldoen. Hoewel de Commissie van oordeel is dat het derhalve meer voor de hand had gelegen om in de bestreden uiting een jaarbedrag te noemen, maakt dit de uiting nog niet misleidend.

4. In de uiting wordt gezegd dat bij adverteerder al een hostingpakket verkrijgbaar is vanaf € 3,-- per maand, terwijl de consument tevens eenmalig setup-kosten aan adverteerder dient te voldoen. Nu de setup-kosten niet in de bestreden uiting zijn vermeld, is er sprake van een verborgen houden van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. Nu de uiting de gemiddelde consument er bovendien toe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC in verbinding met artikel 8.4 sub i NRC en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2363

Niet vermeld dat het aanbod om “gratis” mee te spelen verband houdt met een abonnement

Vz. RCC 23 maart 2015, RB 2363, dossiernr. 2015/00047 (Vriendenloterij.nl)
Zwarte lijst (misleiding). Ontbrekende informatie. Voorzitterstoewijzing. De uiting: Het betreft een op 5 januari 2015 in De Telegraaf gepubliceerde advertentie waarin onder meer staat: “Speel GRATIS mee voor dubbele prijzen tot wel € 2 miljoen! Ga naar vriendenloterij.nl.” De klacht: Klager wijst op het feit dat in de uiting staat dat men gratis kan meespelen. Uit voorwaarden die niet in de advertentie staan, blijkt echter dat alleen de eerste maand gratis is.

Vervolgens dient er maandelijks betaald te worden en zal een bedrag worden geïncasseerd indien men niet direct na aanmelding actie onderneemt om te voorkomen dat voor de maand die volgt op de gratis maand een bedrag zal worden geïncasseerd. Adverteerder maakt aldus misbruik van het woord gratis. Het woord “gratis” is misleidend omdat de aanmelding leidt tot een overeenkomst tegen betaling in de vorm van een abonnement tot deelname aan de loterij.

Het oordeel:

1) In de gewraakte uiting staat dat men “gratis” kan meespelen voor prijzen tot maximaal € 2 miljoen. In de uiting wordt geen informatie gegeven over de voorwaarden die gelden om van dit aanbod gebruik te kunnen maken. Meer in het bijzonder wordt niet vermeld dat sprake is van een abonnement waarbij men de eerste maand “gratis” meespeelt en vervolgens tegen betaling blijft doorspelen indien en zolang niet wordt opgezegd. De voorzitter begrijpt de klacht aldus dat klager van mening is dat deze informatie in de uiting had dienen te worden vermeld omdat anders niet duidelijk is dat het “gratis” aanbod verband houdt met een abonnement dat na de “gratis” maand tegen betaling wordt voortgezet.

2) Deze klacht treft doel. Naar het oordeel van de voorzitter had uit de advertentie dienen te blijken dat het aanbod om “gratis” mee te spelen verband houdt met de verplichting een abonnement tot wederopzegging te sluiten. Dit vloeit voort uit artikel 3 aanhef onder b sub 1 van de Reclamecode voor kansspelen die worden aangeboden door vergunninghouders ingevolge de wet op de kansspelen (RVK) 2015. Het ontbreken van deze informatie brengt mee dat sprake is van oneerlijke reclame.

3) Dat bedoelde voorwaarden wel op de website van adverteerder staan en het blijkbaar mogelijk is bij tijdige opzegging slechts gedurende de gratis maand mee te spelen, doet niet af aan de verplichting voor adverteerder de informatie over het abonnement ook in de advertentie te vermelden. De bestreden uiting dient immers zelfstandig, los van hetgeen op de website staat, te voldoen aan de bepalingen van de Nederlandse Reclame Code in het algemeen en de RVK in het bijzonder.
RB 2362

Reserveringskosten bleken niet in de prijs te zijn inbegrepen

Vz. RCC 17 maart 2015, RB 2362, dossiernr. 2015/00131 (Vlucht24.nl)
Reisdienst. Digitale marketing communicatie. Voorzitterstoewijzing. De uiting: Het betreft de website www.vlucht24.nl waarop een retour vliegtuigticket van Amsterdam naar Lissabon werd aangeboden voor een bedrag van € 128,01 per persoon. Achter dit bedrag staat een asterisk die verwijst naar de volgende tekst: “In overeenkomst met gekozen extra services en betaalwijze kunnen er extra kosten ontstaan”, gevolgd door de link “Informatie”. Door op deze link te klikken verschijnt een scherm waarop onder meer staat: “Reserveringskosten (incl. BTW) betaalwijze Visa Electron creditcard; per traject € 0,00 betaalwijze American Express; per traject € 19,99 betaalwijze Mastercard; per traject € 19,99 betaalwijze Visa creditcard; per traject € 19,99”.

De klacht:

Klaagster stelt, samengevat, dat toen zij het ticket boekte, zij in totaal € 256,-- diende te betalen voor twee retourtickets van Amsterdam naar Lissabon. Klaagster heeft daarop de reis bevestigd en haar creditcard als betaalmethode vermeld. In de bevestigingsmail bleek vervolgens een extra bedrag in rekening te worden gebracht voor onder meer “servicekosten”. Klaagster was hierover van tevoren niet geïnformeerd en vindt dat adverteerder door het niet vermelden van de servicekosten ad € 79,96 in strijd met de Nederlandse Reclame Code heeft gehandeld.

Het oordeel:

1) De bestreden uiting is een uitnodiging tot aankoop gericht op de Nederlandse markt betreffende reisdiensten en is aldus aan te merken als een uiting waarop - naast de andere bepalingen van de Nederlandse Reclame Code (NRC) - de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) van toepassing is. Ingevolge het bepaalde onder IV lid 1 RR zijn aanbieders van reisdiensten in hun uitnodigingen tot aankoop op dezelfde wijze als in reclame-uitingen, conform het bepaalde onder III lid 1 RR, gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen. Uitgangspunt daarbij is dat aanbieders alle op het moment van publicatie bekende vaste onvermijdbare kosten in de prijs dienen te verdisconteren. Deze verplichting volgt overigens ook uit artikel 23 van Verordening EG nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap. Ingevolge dit artikel dienen de voor het publiek beschikbare luchttarieven altijd de geldende passagiers- of luchttarieven en alle toepasselijke belastingen en heffingen, toeslagen en vergoedingen te bevatten die op het tijdstip van publicatie onvermijdbaar en voorzienbaar zijn.

2) De voorzitter begrijpt dat klaagster stelt dat ten aanzien van de reserveringskosten niet aan voormelde eis is voldaan, nu deze kosten niet in de geadverteerde prijs bleken te zijn inbegrepen maar apart worden genoemd, en wel pas nadat men de bevestigingsmail ontvangt. Adverteerder heeft in haar verweer volstaan met mede te delen dat de consument wel over de reserveringskosten wordt geïnformeerd. De voorzitter leidt uit de informatie over die kosten af dat deze aan een betaalwijze zijn gekoppeld. In feite betreffen die kosten derhalve een toeslag verbonden aan een bepaalde wijze van betaling. Deze kosten dienen als vaste onvermijdbare bijkomende kosten te worden beschouwd, nu de enige gratis “betaalwijze” (de “Visa Electron”) geen in Nederland gangbaar betaalmiddel is, terwijl voor alle wel gangbare betaalmiddelen telkens een toeslag is verschuldigd. Deze toeslag had derhalve in de prijs dienen te zijn inbegrepen. Nu adverteerder dit heeft nagelaten, heeft zij gehandeld in strijd met het bepaalde onder IV sub 1 RR in verbinding met het bepaalde onder III sub 1 RR.
RB 2360

Magnetische technologie "Backed by independent clinical trials” heeft adverteerder ook niet aannemelijk gemaakt

RCC 13 maart 2015, RB 2360, dossiernr. 2014/00884, (Trion:Z)
Misleidend. Voornaamste kenmerken product. Aanbeveling. De uiting: Het betreft een advertentie in GolfWeekly, nummer 29 van 30 oktober 2014. Daarin staat onder het kopje “Performance Perfected With Trion:Z” onder meer: “ARMBANDEN MET MAGNETISCHE TECHNOLOGIE DIE DE BLOEDSOMLOOP VERBETEREN EN PRESTATIES VERHOGEN” en “Betere aanvoer van zuurstof”. Links onderin de advertentie die een foto bevat van golfer Joost Luiten, die kennelijk een Trion:Z armband draagt, staat: “Backed by independent clinical trials”.

De klacht:
De uiting bevat “gezondheidsclaims” waarvoor in de literatuur geen wetenschappelijke onderbouwing is te vinden. Klager haalt deze claims als volgt aan: “De magnetische armbanden verbeteren de bloedsomloop, geven een betere aanvoer van zuurstof en verhogen prestaties”. Ook de mededeling “Backed by independent clinical trials” is nergens op gebaseerd en dus misleidend. Het bedrijf verwijst op haar website naar een in Engeland uitgevoerde “studie” met 211 deelnemers, waaruit de geclaimde werking zou blijken. Het bedrijf heeft deze studie (het invullen van een vragenlijst door gebruikers) zelf uitgevoerd, niet echt onafhankelijk derhalve. De Britse ASA heeft een klacht tegen een vergelijkbare advertentie van adverteerder in oktober 2014 gegrond verklaard, omdat geen gedegen bewijs kon worden geleverd voor de gebruikte gezondheidsclaims.

Het oordeel:
De Commissie stelt voorop dat zij niet bevoegd is om zich uit te laten over de ter zitting namens adverteerder gestelde vraag, op welke wijze adverteerder “reclame mag maken”. De Commissie heeft tot taak te beoordelen of reclame wordt gemaakt in overeenstemming met de Nederlandse Reclame Code (NRC), hetgeen betekent dat de Commissie reeds gemaakte reclame toetst aan de NRC.

Klager heeft gemotiveerd weersproken dat de in de bestreden uiting aangeprezen armbanden de werking hebben die daaraan in de advertentie wordt toegeschreven. Meer in het bijzonder heeft klager gesteld dat wat betreft het onderhavige product in de literatuur geen wetenschappelijke onderbouwing is te vinden van de mededelingen: “armbanden met magnetische technologie die de bloedsomloop verbeteren en prestaties verhogen” en “Betere aanvoer van zuurstof”.

Het lag op de weg van adverteerder om de juistheid van voornoemde mededelingen aan te tonen. Daarin is adverteerder naar het oordeel van de Commissie niet geslaagd. Uit het bij het verweer overgelegde onderzoeksrapport “A clinical study to test the effects of static magnets on pain, stiffness and ease of daily functioning” heeft de Commissie niet kunnen afleiden dat voornoemde mededelingen juist zijn. Dit valt evenmin op te maken uit de bij het verweer overgelegde stukken omtrent -samengevat- notificatie van producten van adverteerder als medisch hulpmiddel klasse I.

Gelet op het bovenstaande gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de van het gebruik van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ook de juistheid van de door klager bestreden mededeling “Backed by independent clinical trials” heeft adverteerder niet aannemelijk gemaakt, reeds omdat deze mededeling duidt op verschillende, onafhankelijke onderzoeken, en adverteerder bij verweer slechts naar één onderzoek heeft verwezen. Ten aanzien van dit onderzoek heeft adverteerder klagers mededeling bij repliek, dat de betreffende studie niet onafhankelijk is, niet weersproken.

In dit opzicht gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 2357

Misleidende handelspraktijk al heeft informatie betrekking op slechts een consument

HvJ EU 16 april 2015, RB 2357; ECLI:EU:C:2015:225 (Hongaarse consumentenbescherming tegen UPC)
Richtlijn 2005/29/EG – Oneerlijke handelspraktijken – Verstrekking van onjuiste informatie door een telecommunicatiebedrijf aan een abonnee met extra kosten als gevolg – Aanmerking als ,misleidende handelspraktijk’. HvJ EU antwoord: 1) [richtlijn oneerlijke handelspraktijken] moet aldus worden uitgelegd dat de verstrekking van onjuiste informatie door een handelaar aan een consument, zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, moet worden aangemerkt als „misleidende handelspraktijk” in de zin van die richtlijn, ook al had die verstrekking van informatie slechts op één consument betrekking.

 2) Richtlijn 2005/29 moet aldus worden uitgelegd dat een handelspraktijk die voldoet aan alle in artikel 6, lid 1, van die richtlijn genoemde criteria om te kunnen spreken van een misleidende praktijk jegens de consument, als oneerlijk en daarmee als verboden op grond van artikel 5, lid 1, van de richtlijn kan worden aangemerkt zonder dat nog behoeft te worden nagegaan of die praktijk ook in strijd is met de vereisten van professionele toewijding in de zin van artikel 5, lid 2, onder a), van de richtlijn.

Vragen:

1)      Dient artikel 5 van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken aldus te worden uitgelegd dat in het geval van misleidende handelspraktijken in de zin van lid 4 van dat artikel de criteria van lid 2, onder a), van dat artikel niet afzonderlijk mogen worden getoetst?
2)      Kan de verstrekking van op onwaarheden berustende informatie aan één enkele consument worden aangemerkt als een handelspraktijk in de zin van die richtlijn?