RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Internet  

RB 2502

Kosten bij windenergie groter dan alleen energiekosten productie

RCC 6 augustus 2015, RB 2501, dossiernr. 2015/00585 (Kosten bij windenergie groter dan alleen energiekosten productie)
Gedeeltelijke aanbeveling. Belegging windenergie. De uiting: Het betreft een uiting in een op 30 april 2015 aan klager per e-mail gezonden “Nieuwsbrief speciale editie” met als “Subject”: Duurzaamnieuws special: veilig beleggen in windenergie 16”, afkomstig/“From”: “Duurzaamnieuws.nl”. De uiting heeft als titel: “Windenergie als veilige beleggingsoptie”. De klacht: De titel: “Windenergie als veilige beleggingsoptie” is misleidend, omdat een belegging in windenergie wel degelijk risicovol is. Ook de onderbouwing ‘Bij windenergie werkt dat juist andersom: een windmolen levert de energie die nodig was voor haar productie en plaatsing in minder dan 6 maanden terug’ is feitelijk onjuist, omdat de kosten veel groter zijn dan alleen de energiekosten voor de productie.

Het oordeel van de Commissie:
1. Naar het oordeel van de Commissie betreft de bestreden uiting niet een zuiver redactioneel artikel in een nieuwsbrief, maar houdt deze tevens een systematische directe aanprijzing in van de mogelijkheid om als (aanvullende) pensioenvoorziening te investeren in windenergie, meer in het bijzonder in het windpark Nobelwind. In dit park -zo blijkt uit de uiting- kan de geadresseerde van de nieuwsbrief participeren, en wel via Meewind. In de uiting wordt de lezer aangemoedigd om te participeren in Nobelwind; gesteld wordt: “Wilt u ook mee participeren in een toekomstbestendige energievoorziening met een financieel aantrekkelijk rendement? Informeer u dan op de website van Meewind. Vraag hier direct een informatiepakket aan:
• Per e-mail
• Per post
Bent u al deelnemer aan een fonds van Meewind en wilt u bijstorten? Kijk dan hier.” Onderaan de uiting wordt men geattendeerd op drie gratis toegankelijke informatiebijeenkomsten en wordt de mogelijkheid geboden zich daarvoor op te geven: “Meld u hier aan voor een van de bijeenkomsten”. Gelet op het bovenstaande is er sprake van reclame als bedoeld in artikel 1 van Nederlandse Reclame Code (NRC).

2. De titel van de uiting luidt: “Windenergie als veilige beleggingsoptie”. Klager heeft gesteld dat een belegging in windenergie wel degelijk risicovol is. Verweerders hebben deze stelling niet, althans onvoldoende weersproken. Naar het oordeel van de Commissie is de titel een absolute stelling die in de tekst eronder niet  althans onvoldoende wordt genuanceerd. Hierdoor kan de onjuiste indruk ontstaan dat beleggen in windenergie geheel veilig is, meer in het bijzonder dat daaraan geen of nauwelijks financiële risico’s zijn verbonden. In zoverre acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de risico’s die investeren in windenergie met zich brengt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. De Commissie acht beide verweerders verantwoordelijk voor de onderhavige overtreding van de NRC, verweerder sub 1 als de in de uiting genoemde partij via welke kan worden geparticipeerd in het windpark Nobelwind en verweerder sub 2 als partij van wie de nieuwsbrief afkomstig is.

3. Klager heeft ook gesteld: “Ook de onderbouwing ‘Bij windenergie werkt dat juist andersom: een windmolen levert de energie die nodig was voor haar productie en plaatsing in minder dan 6 maanden terug’ is feitelijk onjuist, omdat de kosten veel groter zijn dan alleen de energiekosten voor de productie”. De Commissie acht niet duidelijk wat klager bedoelt met “de onderbouwing”. Blijkens het verweer van verweerder sub 2 heeft deze “de onderbouwing” opgevat in die zin dat klager doelt op een onderbouwing van de titel “Windenergie als veilige beleggingsoptie”.  Het komt de Commissie echter voor dat de mededeling ‘Bij windenergie …  voor de productie’ veeleer moet worden gezien in relatie tot het kopje erboven: “Windenergie is economie”. Wat hiervan zij, gezien de formulering van dit onderdeel van de klacht ziet de Commissie geen aanleiding om te oordelen dat de uiting ook gelet op de mededeling ‘Bij windenergie …  voor de productie’ in strijd is met de NRC.

De beslissing
Gelet op hetgeen in het oordeel onder 1 en 2 is overwogen acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt verweerders aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst zij de klacht af.

RB 2501

Gsmweb.nl (geen) gratis smartphone bij abonnement

RCC 6 augustus 2015, RB 2500, dossiernr. 2015/00727 (Gsmweb.nl geen gratis smartphone bij abonnement)
Aanbeveling. Verlening abonnement mobiele telefonie. De uiting: Het betreft een aan klager gerichte ‘Direct Mail’, afkomstig van adverteerder met als onderwerp: “Reminder verlenging abonnement mobiele telefonie”. Hierin staat: “Als u nu verlengt kunt u een gratis smartphone uitzoeken of u kiest voor een sim only waarmee hoge kortingen op de abonnementskosten gerealiseerd kunnen worden”. (…) De klacht: In de uiting wordt gesuggereerd dat de consument die zijn (telefoon)abonnement bij adverteerder verlengt, een gratis smartphone kan uitzoeken. Gebleken is echter dat de consument die gebruik wil maken van de ‘gratis smartphone actie’ aan adverteerder een hoger bedrag aan abonnementskosten dient te voldoen dan wanneer hij geen gebruik maakt van de actie en slechts zijn abonnement verlengt zonder een beroep te doen op de ‘gratis’ telefoon. Klager acht de uiting om die reden misleidend.

Het oordeel van de Commissie:
Op grond van het bepaalde in artikel 8.5 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en punt 19 van de bij dit artikel behorende bijlage 1 is het onder alle omstandigheden misleidend om in een reclame een product als ‘gratis’ te omschrijven als de consument iets anders moet betalen dan de onvermijdelijke kosten om in te gaan op het aanbod en het product af te halen dan wel te laten bezorgen. In het onderhavige geval is sprake van een gecombineerd aanbod, aangezien de consument de smartphone alleen ‘gratis’ ontvangt bij de verlenging van zijn abonnement. Bij een dergelijk gecombineerd aanbod betekent de bepaling van punt 19 van bijlage 1 NRC, dat de kosten van het gratis product niet mogen worden terugverdiend door deze te verdisconteren in de prijs van het wel te betalen product (abonnement). Uit de door klager overgelegde e-mailcorrespondentie met adverteerder blijkt dat de in de reclame-uiting vermelde aanbieding: “Als u nu verlengt kunt u een gratis smartphone uitzoeken”, inhoudt dat de consument geen éénmalig bedrag voor de ‘gratis’ smartphone betaalt, maar dat hij het toestel als het ware afbetaalt doordat hij maandelijks een hoger bedrag aan abonnementskosten betaalt. Hiermee is volgens de Commissie vast komen te staan dat voor de ‘gratis’ smartphone wel degelijk kosten in rekening worden gebracht die in de abonnementskosten worden verdisconteerd, zodat sprake is van een onjuist gebruik van de aanduiding ‘gratis’. Gelet hierop is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2499

Zinsnede 'met dezelfde of nog voordeligere tarieven' te absoluut

Vzr. RCC 11 augustus 2015, RB 2498, dossiernr. 2015/00773 (Met dezelfde of nóg voordeligere tarieven te absoluut)
Voorzittertoewijzing. Nutsvoorziening. De uiting: Het betreft de door adverteerder aan klager gezonden e-mail, in het bijzonder de eerste alinea daarvan. De klacht: In de eerste alinea suggereert adverteerder dat klager voordelig zijn energie-contract kan verlengen met “InControl met de iPhone 6”. Dat klinkt aantrekkelijk, maar bij het bekijken van de tarieven blijkt dat elektra wel goedkoper is, maar dat gas duurder is. Bovendien heeft het nieuwe contract een looptijd van 3 jaar en bedragen de vaste leveringskosten € 14,50 per maand, ofwel € 750,- per 3 jaar, terwijl klager daarvoor nu €  55,- per jaar betaalt. Gelet op het vorenstaande acht klager de uiting misleidend.

Het oordeel van de voorzitter:
In de gewraakte alinea zegt adverteerder bestaande klanten de mogelijkheid te geven uit dezelfde producten te kiezen als nieuwe klanten “Met dezelfde of nóg voordeligere tarieven.”. In klagers geval is daarvan geen sprake, integendeel. Hij zou, indien hij van dit aanbod gebruik zou hebben gemaakt onvoordeliger uit zijn geweest. Gelet hierop acht de voorzitter de zinsnede “Met dezelfde of nóg voordeligere tarieven” te absoluut. Blijkens het voorgaande is in de uiting onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing van de voorzitter
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en beveelt hij adverteerder aan voortaan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2498

Geen 128GB SDkaart maar slechts korting bij de aanschaf

Vzr. RCC 11 augustus 2015, RB 2498, dossiernr. 2015/00765 (Onzorgvuldige tekst. Geen 128GB SD kaart maar korting)
VT voor zover nodig. Misleiding. SD kaart. De uiting: Het betreft de op 2 juli 2015 aan klager gezonder e-mail met de aanhef “Beantwoord 2 korte vragen voor een GRATIS gigagrote 128GB SD kaart t.w.v. 100,00 heer Ven” De klacht: Klager heeft de vragen beantwoord en daarbij stond “Beantwoord deze vragen en win”. Dit impliceert dat men bij beantwoording altijd prijs heeft. Vervolgens kreeg klager een e-mail met de mededeling “Helaas, u heeft de 128GB SSD niet gewonnen maar u bent wel de winnaar van de 20% korting op deze 128GB SD kaart, heer Ven”. Het is misleidend een SD te beloven, maar tenslotte slechts korting daarop te geven.

Het oordeel van de voorzitter: In de uiting wordt, bij juiste beantwoording van twee vragen, een 128GB SD kaart in het vooruitzicht gesteld, maar in plaats van een dergelijke kaart krijgt klager korting bij aanschaf van een kaart. Adverteerder erkent dat de tekst van de uiting onzorgvuldig is. Blijkens het voorgaande is in de uiting voor de gemiddelde consument onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing van de voorzitter
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code en beveelt hij adverteerder, voor zover nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2495

Garantie veilig aanbetalen na faillissement is misleidend

RCC 8 juli 2015, RB 2495, dossiernr. 2015/00613 (Aanbetaling veilig na faillissement is misleidend)
Aanbeveling. Veilig aanbetalen. De uiting: Het betreft de volgende mededelingen op de homepage van de website www.cbw-erkend.nl: “CBW erkend Zeker van uw aankoop” en “Garanties van CBW-erkend: Veilig aanbetalen (…)”, en de volgende mededelingen op het voorblad van de folder “CBW-erkend Voorwaarden voor woonwinkels”: “Veilig aanbetalen". De klacht: In de uitingen wordt gesteld dat je zeker bent van je aankoop en dat je aanbetaling veilig is als de winkel waar je je aankoop hebt gedaan failliet gaat. Klager acht deze mededelingen misleidend. In geval van faillissement moet je namelijk uitwijken naar een van de door adverteerder geselecteerde alternatieve CBW-erkende leveranciers. Klager, die een keuken had gekocht bij een keukenleverancier in het hogere segment, heeft ervaren dat niet altijd een “reëel alternatief” beschikbaar is. Bovendien is de nieuwe leverancier volledig vrij om een willekeurige prijs te berekenen, aldus klager. Wordt de aanbetaling in mindering gebracht op een prijs die hoger is dan de oorspronkelijke prijs, dan moet de aanbetaling alsnog als verloren worden beschouwd. Er is dus geen enkele garantie dat je je geld niet kwijt bent. Daarom acht klager de bestreden mededelingen misleidend.

Het oordeel van de Commissie:
1. De Commissie begrijpt de klacht aldus dat klager de uitingen over de aanbetalingsgarantie van CBW-erkend misleidend acht omdat daarin volgens klager ten onrechte de indruk wordt gewekt dat je in geval van een faillissement je aanbetaling niet kwijt bent.

2. In de bestreden uitingen wordt de aanbetalingsgarantie onder meer aangeprezen met de mededelingen “Veilig aanbetalen” en “Gaat een winkel failliet, dan bent u uw aanbetaling (of: uw geld) niet kwijt”. Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument deze - absoluut gestelde - mededelingen gemakkelijk aldus kunnen opvatten dat in geval van faillissement van de onderneming waarmee hij een overeenkomst heeft afgesloten het bedrag van zijn aanbetaling wordt terugbetaald dan wel als aanbetaling wordt aanvaard door een andere ondernemer die eenzelfde offertebedrag hanteert. In werkelijkheid houdt de garantie in dat de door de consument betaalde aanbetaling wordt verrekend als hij een vervangende overeenkomst sluit met een andere CBW-erkende ondernemer, die hiervoor een nieuwe offerte, die duurder kan uitvallen, uitbrengt. Adverteerder heeft toegegeven dat het mogelijk is dat als de nieuwe offerte - ook al is deze conform de normale prijzen van het betreffende bedrijf - hoger is dan de oorspronkelijke offerte van de failliete ondernemer en de koper niet op de hogere offerte wil ingaan, de koper zijn aanbetaling kwijt is.

3. Gelet op het voorgaande acht de Commissie de bestreden uitingen voor de gemiddelde consument te absoluut en daarom onduidelijk ten aanzien van de voordelen van de aanbetalingsgarantie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Aan dit oordeel doet niet af dat de invulling die adverteerder aan de aanbetalingsgarantie geeft in de Algemene Voorwaarden wordt uiteengezet, nu de consument niet direct bij de bestreden uitingen, bijvoorbeeld door een asterisk, naar deze voorwaarden wordt verwezen. Omdat de gemiddelde consument door de uitingen ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen misleidend en om die reden oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

4. Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uitingen in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2494

Actiepakker kansspel met 300 vragen en 90 cent per minuut aan kosten

RCC 4 augustus 2015, RB 2494; dossiernr. 2015/00610 (300 vragen en 90cent per minuut om deel te nemen)
Gedeeltelijke aanbeveling. Kansspel. Digitale marketing communicatie. De uiting: Het betreft door klager ontvangen reclame per e-mail van 7 mei 2015 voor een actie: “Win een JUMBO waardebon”. In stap 1 staat onder meer:“Je hebt mogelijk gewonnen! Jouw email is geselecteerd. Maak direct kans op deze Superdeal: Een JUMBO WAARDEBON t.w.v. € 500.-”. en “Gratis nieuwsbrief dienst Actiepakker. Actiepakker sluit elke aansprakelijkheid uit wanneer informatie in deze e-mail niet correct, onvolledig of het niet tijdig overkomt, evenals indien er schade ontstaat ten gevolge van deze e-mail. Contact: info@blz2.nl, Kuiperssingel 2, Drachten”. In stap 2 staat onder meer: “Deze actie is nog geldig tot 7 mei. Antwoord op deze 3 vragen zodat we kunnen zien of we je de waardebon kunnen opsturen. Ken je JUMBO? Ja. Neen”. In stap 3 staat onder meer: “Je kunt nu kijken of je de waardebon van € 500,- euro kan verdienen! Opgelet! Er zijn nog slechts 5 waardebonnen over. (…) Kijk voor je waardebon. Je kunt nu nog gedurende 52 seconden deelnemen. Aan de deelname kunnen voorwaarden verbonden zijn”.

In stap 4 staat onder meer: “WORD JIJ ONZE WINNAAR VANDAAG? Vul je gegevens in: Voornaam: E-mail: Telefoonnummer: (…)”. Onderaan de pagina staat in relatief kleine letters: “Het tarief van deze dienst is € 0,90 per minuut. Om deel te nemen aan deze dienst, bestaande uit in totaal 300 quizvragen per telefoon, vult u uw telefoonnummer in op de internetpagina en wordt er aan u een PIN code beschikbaar gesteld. Uw PIN code vult u in op de pagina, zoals weergegeven op uw beeldscherm, om deze dienst te activeren. Op het moment dat u de (telefoon)verbinding verbreekt, kunt u de dienst stoppen. Blijf dus aan de lijn, beluister de vragen en vul het juiste antwoord in met optie 1 of optie 2 via uw telefoon. Deelname aan deze dienst is mogelijk tussen 10/02/2015 en 01/07/2015. Degene met de meeste vragen goed wint. Voor informatie kunt u contact opnemen per e-mail nl@quiz-fun.com.my of bezoek de website https://quiz-fun.com.my/nl-nl/. Conversion Factory, handelende onder de naam Quiz-Fun, is gevestigd in Kuala Lumpur (….)”. In stap 5 staat onder meer: “WIN COMPUTER PRIZE ID: JUMBO WAARDEBON LIJN IS OPEN:   0.33 SEC (…) 1 Bel 0909-4555111 €0,90 per minuut en je krijgt een unieke pincode te horen … blijf aan de lijn … 2 Vul je code hier in: (….)”. Onderaan de pagina staat in relatief kleine letters dezelfde tekst als hierboven aangehaald onder “stap 4” (Het tarief ... gevestigd in Kuala Lumpur (…))”.

De klacht: De klacht kan als volgt worden samengevat. De tijdsdruk van een minuut bij stap 3 is bijzonder sluw, omdat men daardoor niet de tijd neemt om bij de stappen 4 en 5 de kleine lettertjes onderaan de pagina te lezen. Het gaat om 300 vragen, een tarief van 90 eurocent per minuut, minstens 10 seconden per vraag, derhalve om minstens 50 minuten, hetgeen betekent dat de kosten minstens 45 euro bedragen. De meeste mensen zullen afhaken na een paar minuten, maar dat is wel “kassa” voor Actiepakker. Klager maakt met name bezwaar tegen “die truc met die tijdsdruk”. Klager vraagt zich af of het niet misleidend is om mensen doelbewust af te leiden van informatie over de kosten. In stap 5 is wel een tarief vermeld bij het te bellen telefoonnummer, maar intussen ziet men de seconden wegtikken, en dus de kans op gratis shoppen kleiner worden. Ook dat is misleidend. Als men terug gaat naar de mail, kan men weer opnieuw beginnen, sterker nog: een paar dagen later kan men nog steeds doorklikken vanuit de mail. De mededeling in stap 3: “Deze actie is nog geldig tot 7 mei” is dan ook onjuist; de vermelde datum is steeds die van “de huidige dag”. Opmerkelijk is ook dat er elke keer “nog slechts 5 waardebonnen over” zijn, volgens stap 3. Klager vindt de onderhavige uiting nogal stuitend, en “zeker geen reclame voor de bedrijven die eraan deelnemen”. Eerder ontving klager een soortgelijke uiting van Actiepakker, toen betreffende een bouwmarkt.

Het oordeel van de Commissie: 1. De Commissie stelt voorop dat zij verweerder sub 2 (hierna ook: Jumbo) niet verantwoordelijk acht voor de bestreden uiting. Zij overweegt daartoe dat Jumbo voldoende aannemelijk heeft gemaakt, onder meer door te verwijzen naar een waarschuwing op haar website, dat haar naam zonder haar toestemming in de uiting is gebruikt en dat de in de uiting opgenomen actie niet (mede) door Jumbo is georganiseerd. 2. Ten aanzien van de inhoud van de bestreden uiting overweegt de Commissie het volgende. Deze uiting, die bestaat uit verschillende “stappen”, dient als één geheel te worden beoordeeld. In de e-mail, die het eerste onderdeel van de uiting vormt, wordt gewezen op de kans die de geadresseerde maakt om een Jumbo waardebon ter waarde van € 500,- te winnen. Daarbij wordt nog niet gewezen op het feit dat men, om kans te maken op deze waardebon, gebruik dient te maken van een telefonische informatiedienst van € 0,90 per minuut. Dat gebeurt pas nadat men 3 vragen heeft moeten beantwoorden, over welke vragen overigens is vermeld: “Antwoord op deze 3 vragen zodat we kunnen zien of we je de waardebon kunnen opsturen”, hetgeen doet vermoeden dat het enkel juist beantwoorden van de 3 vragen kan leiden tot het toesturen van de waardebon. Uiteindelijk blijkt uit het hierboven onder “de bestreden uiting” als “stap 4” aangeduide deel van de uiting dat een 0909-nummer voor € 0,90 per minuut moet worden gebeld om kans te maken op het winnen van de waardebon. Deze informatie is essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. Deze informatie had naar het oordeel van de Commissie voor de consument direct kenbaar moeten zijn, bij eerste confrontatie met de uiting. Dit geldt temeer nu in “stap 4” staat: “Je kunt nu nog gedurende 52 seconden deelnemen. Aan de deelname kunnen voorwaarden verbonden zijn”. Deze mededeling zet de lezer mogelijk aan tot overhaaste deelname, zonder dat hij voldoende op de hoogte is van de aan deelname verbonden voorwaarden, meer in het bijzonder het feit dat het gaat om een betaalde informatiedienst. Gelet op het bovenstaande is er sprake van een te laat verstrekken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. 3. Klager heeft ook bezwaar gemaakt tegen de vermelding “Deze actie is nog geldig tot 7 mei”. De Commissie acht dit bezwaar gegrond, nu in de in de “stappen 4 en 5” opgenomen voorwaarden staat: “Deelname aan deze dienst is mogelijk tussen 10/02/2015 en 01/07/2015”, hetgeen onverenigbaar is met de mededeling “Deze actie is nog geldig tot 7 mei”. In zoverre gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. De Commissie acht verweerders sub 1 en 3 beide verantwoordelijk voor de onderhavige overtredingen van de NRC.

De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt verweerders sub 1 en 3 aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.Ten aanzien van verweerder sub 2 wijst zij de klacht af.

RB 2492

Reclame en geen Reply To-veld van AD in strijd met Code email

RCC 4 augustus 2015, RB 2492; dossiernr. 2015/00736 (Reclame per email en geen Reply To-veld van AD)
Aanbeveling. Bijzondere reclamecode. Geen email van het AD. De uiting: 1. Een door klager ontvangen email van 26 mei 2015, 18:04 uur, afkomstig van “AD ?bounce@mail.ad.nl?” met als onderwerp: “Bevestiging startdatum van uw abonnement”. 2. Een door klager ontvangen email van 16 juni 2015, 13:32 uur, afkomstig van “Algemeen Dagblad ?noreply@mail.ad.nl?” met als onderwerp: “Disney abonnee actie. 10,- korting met code: ADW081”. De klacht: Tegen de verschillende uitingen heeft klager de volgende bezwaren. Ad 1. De uiting is een 2e bevestigingsmail betreffende een door klager afgesloten proefabonnement op het AD, maar wijst daarnaast op “AD Voordeel” en is in zoverre aan te merken als reclame per e-mail. De uiting, verzonden vanaf “AD ?bounce@mail.ad.nl?, heeft als reply tot-adres: geenantwoord@ad.nl. Onderaan de mail staat: “reacties gestuurd naar dit e-mailadres worden niet gelezen”. Een door klager verzonden e-mail kwam dan ook als onbestelbaar retour (bounce). Hiermee wordt artikel 2.3 van de Code reclame via e-mail 2012 (hierna: Code e-mail) overtreden. Ad 2. In deze uiting wordt klager als AD-abonnee korting aangeboden op Disney-cd’s en boekjes. Ook deze mail is reclame via e-mail. Klager acht de uiting in strijd met artikel 1.3 Code e-mail. Naar zijn mening is er geen sprake van een gelijksoortig product in de zin van die bepaling. Verder is de uiting in strijd met artikel 2.2 Code e-mail, omdat het adres en contactgegevens van het AD of een directe verwijzing daarnaar in de e-mail ontbreken.

Het oordeel van de Commissie:
Met betrekking tot de verschillende bezwaren overweegt de Commissie het volgende. Ad 1. In deze mail is vermeld op welke datum de eerste krant in het kader van klagers proefabonnement op het AD zal worden bezorgd. In de mail staat ook: “En er is meer… Als klant van het AD heeft u toegang tot allerlei voordeel en acties, speciaal voor u geselecteerd. Neem eens een kijkje op www.ad.nl/voordeel”. Naar het oordeel van de Commissie wordt hier niet alleen informatie verstrekt in verband met klagers abonnement, maar houdt de betreffende mededeling tevens een aanprijzing in van www.ad.nl/voordeel en het/de daarop te vinden voordeel/acties, geselecteerd voor de klanten van het AD. In zoverre is er sprake van reclame per e-mail en had de betreffende e-mail moeten zijn voorzien van een werkend antwoordadres in het Reply To-veld, waarop response kan worden ontvangen. Nu dat niet is gebeurd, is de uiting in strijd met artikel 2.3 Code e-mail. 

Ad 2. In uiting 2 wordt aan klager € 10,- korting aangeboden op “MAGISCHE LEES- & LUISTERBOEKJES”. Meer in het bijzonder bestaat dit product uit, zoals blijkt uit de e-mail: 12 unieke boekjes, 12 cd’s, unieke verzamelbox, kleurplaten, disney stickers en kartonnen minifiguurtjers. De Commissie deelt niet het oordeel van verweerder dat hier sprake is van een product dat gelijksoortig is (als bedoeld in artikel 1.3a Code e-mail) aan het dagblad AD. Nu ook niet is gebleken dat klager door een actieve handeling vooraf toestemming heeft verleend voor het verzenden van reclame per e-mail, is de onderhavige uiting in strijd met artikel 1.3a Code e-mail. In de uiting zijn het adres en contactgegevens van verweerder niet opgenomen en ontbreekt een (duidelijke) verwijzing naar die gegevens. In zoverre is de uiting in strijd met artikel 2.2 Code e-mail. Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing
De Commissie acht uiting 1 in strijd met artikel 2.3 Code e-mail en uiting 2 in strijd met de artikelen 1.3a en 2.2 Code e-mail. Zij beveelt verweerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 
RB 2489

Actieaanbod Airfryer geldt niet voor alle Mora en Aviko producten

RCC 4 augustus 2015, RB 2489; dossiernr. 2015/00757 (Actieaanbod Airfyer geldt niet voor alle Mora en Aviko producten)
Aanbeveling. Misleidende ontbrekende informatie. Huishouden en inrichting. De uiting: een uiting op de website van Philips (https://www.philips.nl/c-m-ho/koken/airfryer-topic.html), waarin een Philips Airfryer is afgebeeld met daarbij een actiebutton met de mededeling: “Gratis Mora & Aviko producten t.w.v. € 20,-”, gevolgd door de logo’s van Mora en Aviko. Onder de kop “Gratis Mora en Aviko producten (t.w.v. € 20)” staat: “Hoe ontvangt u gratis Mora en Aviko producten (t.w.v. € 20)? Wilt u deelnemen aan deze actie? Het enige wat u dan hoeft te doen is het volgen van de onderstaande stappen. Koop uw Airfryer en schrijf u in voor de actie* (…) Koop uw Mora of Aviko producten bij de supermarkt. Bewaar de volledige (originele!) streepjescodes van de Mora en Aviko verpakkingen, en upload deze via uw persoonlijke link (…) *(…) Lees de complete actievoorwaarden.” een kaartje op het schap in de winkel met (overeenkomstig de onder A beschreven uiting) de afbeelding van een Philips Airfryer met daarbij een ‘sticker’ met de mededeling: “Gratis Mora & Aviko producten t.w.v. € 20,-”, gevolgd door de logo’s van Mora en Aviko. De klacht: In de uitingen staat niet dat de actie slechts voor bepaalde producten van Mora en Aviko geldt. Klager heeft direct na aanschaf van de Airfryer producten van Aviko en Mora gekocht. Pas na registratie op de website van Philips blijkt welke producten voor de actie in aanmerking komen. Klager acht de uitingen misleidend.

Het oordeel van de Commissie: 1. De Commissie stelt voorop dat de onderhavige beslissing betrekking heeft op de door klager in zijn klacht genoemde en hiervoor als ‘uiting A’ en ‘uiting B’ beschreven reclame-uitingen. Dit betekent dat de Commissie niet oordeelt over de door Philips genoemde en als bijlagen bij het verweer gevoegde ‘wobbler’ en leaflet. 2. Niet is in geschil dat in elk geval Philips verantwoordelijk moet worden geacht voor de bestreden uitingen A en B. Nu de namen en logo’s van Mora en Aviko uitdrukkelijk deel uitmaken van deze uitingen, moeten naar het oordeel van de Commissie verweerders sub 2 en 3 mede verantwoordelijk gehouden worden voor de reclame-uitingen. Mora en Aviko hebben meegedeeld zich voor wat hun inhoudelijke verweer op de klacht aan te sluiten bij het verweer van Philips. 3. Vast is komen te staan dat de actie van gratis Mora en Aviko producten ter waarde van € 20,- bij de aanschaf van een Philips Airfryer slechts geldt voor bepaalde producten van Mora en Aviko. Deze beperking blijkt niet uit de bestreden uitingen A en B. In beide uitingen ontbreekt op de actiebutton/sticker die bij de Airfryer is geplaatst een verwijzing naar de actiepagina op de website voor de “deelnemende producten” en de actievoorwaarden. Bovendien wordt op de website in het stappenplan om de gratis Mora en Aviko producten (t.w.v. € 20) te ontvangen slechts meegedeeld “Koop uw Mora of Aviko producten bij de supermarkt”, zonder dat de consument gewezen wordt op het feit dat niet alle producten aan de actie meedoen. Gelet op het voorgaande kunnen de uitingen naar het oordeel van de Commissie bij de gemiddelde consument gemakkelijk de indruk wekken dat de absoluut gestelde aanbieding “Gratis Mora & Aviko producten t.w.v. € 20,-” voor alle producten van deze merken (tot een maximum van € 20,-) geldt. 4. Dat het actieaanbod van gratis Mora en Aviko producten bij aanschaf van een Airfryer niet voor alle producten geldt, is geen beperking waarop de gemiddelde consument bedacht hoeft te zijn. Dit betreft essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het deelnemen aan de actie, welke informatie daarom tijdig en op duidelijke wijze moet worden verstrekt. Nu dat in de onderhavige uitingen A en B niet wordt gedaan, en de gemiddelde consument daardoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen misleidend als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Onder verwijzing naar hetgeen onder 2 is overwogen, houdt de Commissie naast verweerder sub 1 verweerders sub 2 en 3 medeverantwoordelijk voor deze overtreding van de NRC. 5. Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uitingen in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt verweerders aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2484

Eigen website bouwen met Wordpress niet voor gemiddelde consument

RCC 28 juli 2015, RB 2484; dossiernr. 2015/00722 (Eigen website met WordPress)
Aanbeveling. Misleiding bouwen website. Digitale marketing communicatie. De uiting: “Bouw je website met WordPress. Je eigen website in een handomdraai. Met het professionele en gebruiksvriendelijke WordPress bouw je naast een blog, eenvoudig je eigen website. Je hebt de keuze uit verschillende thema’s en uitbreidingsmogelijkheden. Zonder kennis van de technologie of HTML toch snel je website online! Doorloop het bestelproces en installeer WordPress op je hostingpakket. (…) De werking van externe plug-ins wordt niet gegarandeerd en we bieden geen inhoudelijke ondersteuning op de installatie of configuratie van Word Press”. De klacht: In de uiting wordt de suggestie gewekt dat de consument in een ‘handomdraai’ en zonder kennis van technologie of HTML eenvoudig een eigen website kan maken. Adverteerder biedt voor een ‘kale’ wordpress website geen enkele procesmatige ondersteuning aan. Het installeren van ‘wordpress’ zonder een door adverteerder aangeleverd installatie script is niet eenvoudig en is zelfs voor een IT-er als klager lastig omdat adverteerder ook geen hulpmiddelen aanbiedt om de benodigde (onderliggende) MySQL database te installeren, aldus klager. Ook wordt de indruk gewekt dat het installeren van ‘wordpress’ onderdeel is van het bestelproces, hetgeen niet het geval blijkt te zijn.

Het oordeel van de Commissie: Ten aanzien van de klacht van klager dat in de uiting ten onrechte de suggestie wordt gewekt dat de consument ‘in een handomdraai’ en zonder kennis van technologie of HTML eenvoudig een eigen website kan maken, oordeelt de Commissie als volgt. Doordat in de uiting onder andere wordt gezegd: “Met het professionele en gebruiksvriendelijke wordpress bouw je naast een blog, eenvoudig je eigen website.” en “Zonder kennis van de technologie of HTML toch snel je website online!” richt de uiting zich (voornamelijk) tot de niet ervaren, beginnende websitebouwer. Volgens de Commissie zal deze consument de uiting aldus opvatten dat met het product dat adverteerder aanbiedt (een hostingpakket, geschikt voor het programma ‘wordpress’) een gemiddelde computergebruiker direct na aanschaf eenvoudig in staat is om een website te bouwen. Klager stelt dat adverteerder daarmee een te rooskleurig beeld geeft van haar product. De Commissie is van oordeel dat adverteerder hiertegenover niet, althans onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het voor de gemiddelde consument daadwerkelijk zo eenvoudig is om een eigen website te maken zoals in de uiting wordt gesteld. Gelet hierop is de Commissie van oordeel dat er onjuiste informatie is verstrekt ten aanzien de van het gebruik te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Op andere blogs:
Webwereld
ISpam.nl
RB 2483

Lotto-abonnee blijkt toch een voorwaarde bij winactie

Vzr. RCC 28 juli 2015, RB 2483; dossiernr. 2015/00614 2015/00614/l (Facebook uiting Lotto en Jumbo)
Voorzittersafwijzing. Kansspel. Detailhandel. De uiting: Het betreft een via facebook openbaar gemaakte uiting waarin onder “Lotto, dat is win, win!” en naast afbeeldingen waarop het Jumbo-logo staat, vermeld is: “Je kunt nu kans maken op een jaar lang gratis boodschappen!  t.w.v. € 4.500,- bij Jumbo”. Tot slot wordt gevraagd om adres en telefoonnummer in te vullen, waarbij wordt “Vul uw telefoonnummer in en ontvang eenmalig een telefonisch aanbod van De Lotto om mee te spelen”. De klacht: Klaagster verkeerde in de veronderstelling dat zij, door haar gegevens achter te laten, door de Lotto met een aanbod zou worden benaderd. Er stond niet dat zij eerst Lotto-abonnee diende te worden om kans te maken op de gratis boodschappen. Toen klaagster enige tijd later telefonisch werd benaderd, werd haar gevraagd om 6 nummers op te noemen Lotto-abonnee te worden en daardoor kans te maken op gratis boodschappen. Nu niet vermeld is dat men deel moet nemen aan De Lotto om kans te maken op gratis boodschappen, acht klaagster de uiting misleidend.

Het oordeel van de voorzitter:
In de eerste plaats overweegt de voorzitter dat in de uiting de indruk wordt gewekt dat deze zowel van De Lotto als van Jumbo afkomstig is. Niet is bestreden dat de uiting alleen van de Lotto is en dat Jumbo daarbij op geen enkele wijze betrokken is (geweest). De voorzitter acht derhalve De Lotto voor deze uiting verantwoordelijk en wijst de klacht jegens Jumbo af. Ten aanzien van de klacht overweegt de voorzitter dat uit de uiting niet blijkt dat deelname aan De Lotto voorwaarde is om kans te maken op gratis boodschappen. Door deze essentiële informatie onvermeld te laten, acht de voorzitter de uiting onvolledig en daardoor misleidend. Blijkens het voorgaande is door het te laat verstrekken van essentiële informatie de uiting onduidelijke volledige informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De voorzitter is van oordeel dat De Lotto voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat passende maatregelen zijn genomen om herhaling te voorkomen en om die reden zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.

De beslissing van de voorzitter
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met de artikel 7 NRC.
De voorzitter wijst de klacht tegen Jumbo af.