RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Prijsaanduiding  

RB 2320

Korting op waardebon voor gepersonaliseerde M&M's, niet op product

RCC 26 januari 2015, RB 2320; dossiernr. 2014/00869 (gepersonaliseerde M&M's)
Aanbeveling. Voeding. Groupon/M&M gepersonaliseerde M&M's, korting op waardebon, korting niet op product, onjuist beeld geschetst van aanbod. Het betreft een tweetal uitingen op de website www.groupon.nl waarin gepersonaliseerde M&M’s worden aangeprezen.

Klacht: In beide uitingen staat dat de consument gepersonaliseerde M&M’s kan kopen vanaf € 2,- en in uiting 2 wordt er tevens bij vermeld dat de consument hiermee een korting ontvangt van 80%. Echter, de gepersonaliseerde M&M’s zijn niet verkrijgbaar vanaf € 2,-. De korting ziet op de aanschaf van waardebonnen die de consument met korting kan aanschaffen en die vervolgens te verzilveren zijn indien de consument voor een bedrag van minimaal € 29,90 bij adverteerder besteedt. De consument moet ten minste € 22,- (in plaats van € 30,-) uitgeven om het product daadwerkelijk te kunnen kopen. Dit komt neer op een korting van nog geen 30%, terwijl adverteerder het doet voorkomen alsof zij een korting verstrekt van 80%.

Het oordeel van de Commissie
1. De Commissie vat de klacht aldus op dat klager de bestreden uitingen misleidend acht nu hierin volgens hem de indruk wordt gewekt dat de consument voor een bedrag van

€ 2,- gepersonaliseerde M&M’s kan verkrijgen. Voorts zijn de uitingen volgens klager misleidend omdat er geen korting van 80% wordt verstrekt, zoals in uiting 2 wordt vermeld.

2. Adverteerder sub 1 heeft betwist dat uiting 1 dient te worden beschouwd als een zelfstandige reclame-uiting. Het betreft een nieuwsbrief die slechts als onderdeel moet worden beschouwd van en in samenhang met uiting 2. De Commissie is echter van oordeel dat de nieuwsbrief waarover is geklaagd dient te worden aangemerkt als een (zelfstandige) reclame-uiting. Deze uiting dient zelfstandig aan de Nederlandse Reclame Code (hierna: NRC) te voldoen, los van de website waarnaar deze verwijst.

3. De Commissie is van oordeel dat de nieuwsbrief (uiting 1) niet anders kan worden begrepen dan dat gepersonaliseerde M&M’s worden aangeboden voor een bedrag van

€ 2,00. De kop van de uiting luidt: gepersonaliseerde M&M’s en er staat € 10,00 € 2,00 bekijk de deal (link), terwijl in de uiting met geen enkel woord wordt gesproken over het feit dat de korting ziet op ‘waardebonnen’ waarmee men gepersonaliseerde M&M’s kan aanschaffen. Evenmin wordt in de uiting vermeld dat het minimum bestedingsbedrag om gepersonaliseerde M&M’s te kunnen aanschaffen € 29,90 bedraagt (exclusief € 7,90 verzendkosten). Gelet op het vorenstaande oordeelt de Commissie dat in de reclame-uiting een onjuist beeld wordt geschetst van wat het aanbod daadwerkelijk inhoudt en dat onjuiste informatie is verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef NRC. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden acht de Commissie uiting 1 misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Ook indien, zoals adverteerder sub 2 stelt, in de reclame-uiting beperkte ruimte is, brengt dit niet met zich dat op misleidende wijze reclame mag worden gemaakt.

4. Met betrekking tot uiting 2 oordeelt de Commissie als volgt. Bij de vraag of sprake is van misleiding dient op de totale uiting te worden gelet. In de kop van de uiting wordt gezegd: “Geef iemand met Kerstmis een gepersonaliseerd chocolade cadeau met My M&M’s – tot 80% korting” en daaronder staat vermeld: “vanaf € 2”, waardoor men stellig de indruk krijgt dat met 80% korting en vanaf € 2,- gepersonaliseerde M&M’s verkrijgbaar zijn. Hierna volgt een uitleg van 3 opties waaruit de consument kan kiezen en waarvan niet aanstonds duidelijk is hoe deze zich verhouden met het in de kop van de uiting genoemde aanbod. Deze uitleg is complex en pas bij zorgvuldige bestudering van de voorwaarden blijkt de korting geen betrekking te hebben op een gepersonaliseerd chocolade cadeau, maar op een waardebon. Gelet hierop is de Commissie van oordeel dat in de uiting onduidelijke informatie is verstrekt over wat het aanbod daadwerkelijk inhoudt in de zin van artikel 8.2 aanhef NRC. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden acht de Commissie deze uiting eveneens misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

5. De Commissie acht beide adverteerders verantwoordelijk nu het een product van adverteerder sub 1 betreft en dit product kennelijk in overleg met haar wordt aangeprezen door adverteerder sub 2.
RB 2319

Kortingsactie niet geldig in combinatie met andere acties

RCC 30 januari 2015, RB 2319; dossier 2014/00875 (Dacia Wintercheck - Winterbanden)
en RCC 30 januari 2015, RB 2319; dossiernr. 2014/00874 (Renault wintercheck)
Aanbeveling. 7 NRC. 8.3 aanhef onder c NRC. Klager heeft enkele weken vóór de winterbandenactie bij adverteerder een offerte gevraagd voor winterbanden. Toen klager tijdens de winterbandenactie langs ging om winterbanden te bestellen, kreeg hij op de offerte geen 30% korting. Adverteerder heeft hem meegedeeld dat winterbanden altijd al een actieprijs hebben en dat daarom geen korting op winterbanden wordt gegeven.

Klacht: Klager heeft enkele weken vóór de winterbandenactie bij adverteerder een offerte gevraagd voor winterbanden. Toen klager tijdens de winterbandenactie langs ging om winterbanden te bestellen, kreeg hij op de offerte geen 30% korting. Adverteerder heeft hem meegedeeld dat winterbanden altijd al een actieprijs hebben en dat daarom geen korting op winterbanden wordt gegeven.

Nu uit de tekst van de reclame-uiting niet blijkt dat de kortingsactie niet geldig is in combinatie met andere acties is de Commissie van oordeel dat het voor de gemiddelde consument niet duidelijk is dat geen korting wordt verstrekt op een offerte die (kennelijk) al van een actieprijs is voorzien.

Het oordeel van de Commissie

1. De Commissie begrijpt de klacht aldus dat klager het in de eerste plaats misleidend acht dat in de uiting wordt vermeld dat 30% korting wordt geboden op winterbanden, terwijl adverteerder deze korting niet aan klager heeft willen verstrekken. Tevens acht klager het misleidend dat de in de uiting vermelde korting niet geldt voor winterbandensets.

2. Ten aanzien van de eerste klacht oordeelt de Commissie als volgt. Niet in geschil is dat adverteerder kort voor aanvang van deze actie een offerte aan klager heeft verstrekt die zag op een winterbandenset (banden + velg) en dat adverteerder tijdens de actieperiode op deze offerte geen korting heeft willen geven omdat de op de offerte vermelde prijs volgens de dealer al een actieprijs zou zijn. Nu uit de tekst van de reclame-uiting niet blijkt dat de kortingsactie niet geldig is in combinatie met andere acties is de Commissie van oordeel dat het voor de gemiddelde consument niet duidelijk is dat geen korting wordt verstrekt op een offerte die (kennelijk) al van een actieprijs is voorzien. Blijkens het voorgaande heeft adverteerder, vanwege het ontbreken van essentiële informatie, reclame gemaakt in strijd met het bepaalde onder c van artikel 8.3 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden zijn de uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

3. Ten aanzien van de klacht dat de op de website van adverteerder vermelde korting niet geldt voor winterbandensets oordeelt de Commissie als volgt. Bij de vraag of sprake is van misleiding dient op de totale uiting te worden gelet. De Commissie is van oordeel dat het voor de gemiddelde consument onvoldoende duidelijk is dat de kortingsactie alleen geldt voor banden. In de uiting wordt immers naast de advertentietekst een winterband met velg afgebeeld, waardoor – hoewel in de disclaimer onderaan de uiting staat dat de korting uitsluitend geldt voor banden en niet voor bandensets – toch de indruk kan ontstaan dat de actie ziet op een set in plaats van uitsluitend een band. Op grond van vorenstaande is de Commissie van oordeel dat er in de reclame-uiting op de website van adverteerder dubbelzinnige informatie is verstrekt als bedoeld onder in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Voorts voldoet de uiting niet aan de Algemene Aanbeveling onder i: “afbeelding van het aangeboden product” van de NRC nu de afbeelding van de winterband niet exact hetzelfde weergeeft als hetgeen in de aanduiding wordt geadverteerd.

 

RB 2308

Prejudiciële vragen: Moet verkoopprijs ook verplichte transportkosten omvatten?

Prejudiciële vragen aan HvJ EU 18 september 2014, RB 2308, Zaak C-476/14 (Citroën tegen ZLW)
Citroën laat een advertentie plaatsen (maart 2011) waarin zij een auto aanbiedt voor een voordeelprijs met de toevoeging in kleine lettertjes ‘exclusief transportkosten ter hoogte van € 790,-‘. Verweerster (Centrale vereniging van de motorvoertuigbranche ter bescherming van eerlijke mededinging = ZLW) stelt een verbodsvordering in tegen verzoeksters advertentie op grond van de DUI Regeling inzake prijsvermelding wegens de verborgen maar verplichte kosten. Zij wordt door het Landgericht in het gelijk gesteld en ook het Hof van Beroep acht de vordering gegrond. Hij oordeelt dat voor het vermelden van de uiteindelijke prijs het niet volstaat een prijs te noemen waarbij de consument nog iets moet optellen om de uiteindelijke prijs van het product te bepalen. Transportkosten zullen door de consument als onderdeel van de prijs worden opgevat. Dit conform de Duitse regeling die haar grondslag heeft in RL 98/6, die voorrang heeft op RL 2005/29. De zaak ligt nu voor in beroep tot Revision bij de verwijzende rechter.

Het verwijzende Duitse Bundesgerichtshof stelt de beslechting van het geschil afhankelijk van de vraag of de Duitse regeling nog verenigbaar is met het Unierecht. De vraag is of reclame voor een product onder vermelding van de daarvoor te betalen prijs kwalificeert als ‘aanbieden’ in de zin van RL 98/6. En dan rijzen er ook vervolgvragen die hij tevens aan het HvJ EU voorlegt:

1. Valt een reclameboodschap voor een product waarin de daarvoor te betalen prijs wordt aangeduid, onder aanbieden in de zin van artikel 1 van richtlijn 98/6/EG?

Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord:
2. Moet de bij het aanbieden in de zin van artikel 1 van richtlijn 98/6/EG overeenkomstig artikel 1 en artikel 3, lid 1, eerste zin, aan te duiden verkoopprijs ook verplichte kosten omvatten in verband met het van de fabrikant naar de handelaar transporteren van het motorvoertuig?

Indien de eerste of de tweede vraag ontkennend wordt beantwoord?
3. Moet de „prijs inclusief belastingen” die bij een uitnodiging tot aankoop in de zin van artikel 2, sub i, van richtlijn 2005/29/EG moet worden vermeld overeenkomstig artikel 7, lid 4, sub c, eerste alternatief, van die richtlijn, in geval van een motorvoertuig ook verplichte kosten omvatten voor het van de fabrikant naar de handelaar transporteren van het motorvoertuig?

Questions préjudicielles

1. Faire de la publicité pour un produit en indiquant le prix à payer pour celui-ci revient-il à offrir ce produit au sens de l’article premier de la directive 98/6/CE1 ?

S’il convient de répondre par l’affirmative à la première question:
2. Le prix de vente, qu’il faut indiquer conformément à l’article premier et à l’article 3, paragraphe 1, première phrase, de la directive 98/6/CE lors d’une offre au sens de l’article premier, doit-il inclure aussi les frais, obligatoires, de transfert d’un véhicule automobile du fabricant au vendeur?

S’il convient de répondre par la négative à la première ou à la deuxième question:
3. Le «prix toutes taxes comprises», qu’il faut indiquer conformément à l’article 7, paragraphe 4, sous c), premier cas de figure, de la directive 2005/29/CE2 lors d’une invitation à l’achat au sens de l’article 2, sous i), de cette même directive, doit-il inclure aussi les frais, obligatoires, de transfert d’un véhicule automobile du fabricant au vendeur?

RB 2299

Onleesbare (kleine) tekst Renault-commercial is gebrekkig en misleidend

Vz RCC 17 december 2014, RB 2299 (Renault)
Voorzitterstoewijzing. Misleiding en ontbrekende informatie. 7 en 8.3 NRC. De uiting: een televisiecommercial voor de Renault Twingo. Aan het einde van de commercial verschijnen diverse mededelingen in beeld, waaronder de tekst “All-in-one vanaf € 99,- per maand Renault.nl”. De klacht: Nadat men op de website van adverteerder heeft gekeken, ontdekt men dat deze prijs realiseerbaar is indien men € 4.498 aanbetaalt en na vier jaar nog eens € 2.497 bijbetaalt.

1) De voorzitter heeft in verband met de beoordeling van de klacht de commercial bekeken op een groot formaat televisie. Daarbij heeft de voorzitter het volgende geconstateerd. De onderhavige televisiecommercial duurt ongeveer 29 seconden. Gedurende de laatste seconden (het betreft volgens de waarneming van de voorzitter drie seconden) verschijnen diverse mededelingen in beeld, waaronder - centraal in beeld en in een relatief groot lettertype - de tekst “All-in-one vanaf € 99,- per maand Renault.nl”. Opvallend hierbij is dat de aangeprezen auto om deze tekst heen rijdt. Dit leidt in enige mate de aandacht af van de overige teksten die gedurende de laatste drie seconden in beeld zijn. Dit geldt met name voor de onderin beeld staande tekst “Maandbedrag berekend o.b.v. financiering v.d. consumentenprijs na aftrek van (a) een aanbetaling van 33,33% v.d. consumentenprijs en (b) betaling van een slottermijn ineens van 25% v.d. consumentenprijs. Exacte voorwaarden op renault.nl”. De voorzitter acht het aannemelijk dat deze tekst de gemiddelde consument gemakkelijk zal kunnen ontgaan, niet alleen doordat sterk de aandacht wordt gevestigd op de all-in-one prijs met de daarom heen rijdende auto, maar ook door het relatief zeer kleine formaat letter. Het voor die mededelingen gebruikte formaat is zelfs dermate klein dat de tekst ook op een groot formaat televisiescherm niet leesbaar is. Dit geldt indien de commercial wordt bekeken op een gebruikelijk te achten kijkafstand, hetgeen in dit geval de toepasselijke beoordelingsmaatstaf is.

2) Op grond van het voorgaande kan de gemiddelde consument niet in staat worden geacht kennis te nemen van de – overigens complexe - inhoud van bedoelde voorwaarde. De voorzitter oordeelt dat sprake is van essentiële informatie die de consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen, mede gelet op het feit dat de uiting als een uitnodiging tot aankoop dient te worden aangemerkt nu daarin een bepaalde auto voor een prijs wordt aangeprezen. Derhalve dient duidelijk te zijn onder welke voorwaarden deze prijs van toepassing is. Nu deze informatie niet geacht kan worden de gemiddelde consument te bereiken, is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c in verbinding met artikel 8.4 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat deze consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2274

Prijsaanduiding Ford Fiesta misleidend door bijkomende kosten

RCC 28 oktober 2014, RB 2274 (Ford Fiesta)
Aanbeveling. Misleiding. Onvolledige informatie. Uitnodiging tot aankoop. Art. 7, 8.3 en 8.4 NRC. Ontbrekende informatie. De uiting: Het betreft een televisiecommercial waarin de Ford Fiesta wordt aangeprezen. In het laatste beeld staat onder meer: “FORD FIESTA Vanaf 12.645,-”. De klacht: De in de commercial genoemde vanafprijs van € 12.645,- is niet juist. Bij deze prijs komen nog de kosten rijklaar maken en de wettelijke kosten zoals leges en verwijderingsbijdrage. Deze kosten zijn een vast onderdeel van de aankoopprijs. Bovendien betreffen deze kosten standaardbedragen die tevoren bekend zijn.

De televisiecommercial dient te worden aangemerkt als een uitnodiging tot aankoop in de zin van artikel 8.4 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). In deze bepaling is artikel 7 lid 4 van Richtlijn 2005/29/EG geïmplementeerd, welk artikel in het kader van misleidende omissies bepaalt welke informatie in verband met de prijs essentieel is voor zover deze informatie niet reeds uit de context blijkt. Vast is komen te staan dat de in de commercial genoemde verkoopprijs vanaf € 12.645,- “exclusief recyclingsbijdrage, legeskosten en advieskosten voor het rijklaarmaken” is. Dit betreffen kosten waarop de consument geen invloed kan uitoefenen en die altijd verschuldigd zijn. Dat onvermijdbare bijkomende kosten verschuldigd zijn, blijkt niet uit de televisiecommercial. Om aan de verplichting tot het verstrekken van essentiële informatie over de prijs te voldoen, kan niet worden volstaan met de algemene vermelding “ford.nl”, welke vermelding bovendien niet bij de prijs maar in een eerder beeld van de commercial wordt getoond. Ook kan niet worden gezegd dat de aanduiding “vanaf” bij de prijs moet worden opgevat als een verwijzing naar de bijkomende kosten waarop de consument geen invloed kan uitoefenen. Op grond van het voorgaande oordeelt de Commissie dat de gemiddelde consument onvoldoende over de onvermijdbare bijkomende kosten is geïnformeerd en dat sprake is van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC in verbinding met artikel 8.4 aanhef en onder c NRC. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de commercial misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 2272

Leeuw Telecom misleidt met 50% kortingsactie

RCC 6 november 2014, RB 2272 (Leeuw Telecom)
Aanbeveling. Misleiding. Prijsvermelding. Art. 7 en 8.2 NRC. De uiting: Het betreft twee buiten de winkel van adverteerder geplaatste reclameborden waarop staat: “50% korting op alle accessoires en reparaties!” of “Tot 50% korting op alle accessoires en telefoons”. De klacht: Toen klaagster in de winkel van adverteerder een Samsung headset kocht, werd haar daarvoor de normale prijs van € 10,- in rekening gebracht. Op de vraag van klaagster naar de op de borden beloofde korting van 50% op accessoires, deelde de verkoopmedewerker mee dat deze headset bij de MediaMarkt € 20,- kost, zodat de gerekende prijs van € 10,- een korting van 50% betekent.

In de bestreden uitingen wordt zonder voorbehoud vermeld dat door adverteerder (tot) 50% korting op accessoires wordt verstrekt. De gemiddelde consument zal deze reclame aldus opvatten dat de korting wordt gegeven op de buiten de actieperiode door adverteerder gehanteerde normale prijzen voor accessoires. Bij gebreke van een andersluidende reactie van adverteerder gaat de Commissie ervan uit dat klaagster geen korting heeft gekregen op de door haar aangeschafte Samsung headset.

Aldus gaan de uitingen gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van het bestaan van een specifiek prijsvoordeel als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC .
RB 2264

Onjuiste prijsvermelding op boekingswebsite Corendon

Vz. RCC 21 oktober 2014, RB 2264 (Corendon)
Voorzitterstoewijzing. Artikel IV sub 1 RR. Aanbeveling. Misleiding. Prijsvermelding. De uiting: Het betreft de aanbieding van een boekingsmodule voor een 8-daagse reis met vertrekdatum 24 oktober 2014 naar Hotel Rocamar in Portugal op adverteerders website www.corendon.nl. De klacht: De 8-daagse reis met vertrekdatum 24 oktober 2014 wordt met 42% korting aangeboden van € 499,- voor € 294. Op de boekingspagina staat “24 oktober 8 dagen 294”. Bij het boeken blijkt echter dat de normale prijs van € 499,- wordt gerekend. Klager acht dit misleidend.

De bestreden uiting met boekingsmodule is een uitnodiging tot aankoop gericht op de Nederlandse markt betreffende reisdiensten en aldus aan te merken als een uiting waarop

- naast de andere bepalingen van de Nederlandse Reclame Code (NRC) - de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) van toepassing is. Ingevolge het bepaalde in artikel IV lid 1 RR zijn aan-bieders van reisdiensten in hun uitnodigingen tot aankoop op dezelfde wijze als in reclame-uitingen conform artikel III lid 1 RR gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen.

Naar het oordeel van de voorzitter voldoet de bestreden uiting niet aan deze verplichting ten aanzien van prijsvermelding in de uitnodiging tot aankoop. Als erkend is komen vast te staan dat de in de prijstabel weergegeven prijzen kunnen verschillen van de daadwerkelijk op dat moment geldende prijzen. Ook bij de door klager gewenste reis is dit het geval, nu in de prijstabel en bovenin de webpagina voor vertrek op 24 oktober 2014 een prijs van

€ 294,- wordt geadverteerd, terwijl bij boeking blijkt dat de op dat moment werkelijk geldende actuele prijs € 499,- bedraagt. Het in artikel III lid 1 RR besloten liggende vereiste van duidelijke en correcte prijzen staat in de weg aan het hanteren van de tabel met, naar later blijkt, onjuiste prijzen. De in de boekingsmodule staande mededeling “Let op: De prijzen in de prijstabel kunnen door updates afwijken van de totaalprijs in de kassabon rechts. De prijs in de kassabon is de definitieve prijs” neemt de onjuistheid van de in de tabel en bovenin de webpagina weergegeven prijs niet weg. Bovendien hoeft de gemiddelde consument er op grond van deze mededeling niet op bedacht te zijn dat de uiteindelijke prijs aanzienlijk hoger (ruim € 200,-) uitvalt dan de in de prijstabel getoonde prijs, en van enige korting in het geheel geen sprake is.

RB 2229

Romantische getaway met 40% korting van TravelBird duurder dan boeken via het hotel

RCC 26 augustus 2014, RB 2229, dossiernr. 2014/00481 (TravelBird)
Aanbeveling. Misleidende prijs. Het betreft de website www.travelbird.nl voor zover daarop de volgende aanbiedingen stonden vermeld: Aanbieding 1: “Hotel Olaertsduyn, een romantische getaway beleef je op Landgoed Olaertsduyn, gelegen midden in de natuur en op steenworp afstand van het strand! Nu 3 dagen met ontbijt en een 3-gangendiner. Van € 97,-- voor € 59,-- 40% korting”. TravelBird biedt dit arrangement aan exclusief € 20,-- boekingskosten, terwijl hetzelfde arrangement rechtstreeks bij het hotel (zonder korting) te boeken is voor € 69,50. Boeken via TravelBird is dus € 10,-- duurder dan rechtstreeks boeken via de website van het hotel. Van een korting van 40%, zoals vermeld in de uiting, is dan ook geen sprake. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.

Het oordeel van de Commissie

1. De Commissie merkt op dat klager in de klacht tevens verwijst naar een televisiecommercial. Nu de klacht evenwel specifiek is toegelicht aan de hand van de aanbiedingen op de website en de televisiecommercial daarbij niet nader wordt genoemd, zal de Commissie uitsluitend oordelen over bedoelde aanbiedingen op de website.

2. De Commissie begrijpt de klacht aldus, dat volgens klager de onderhavige uitingen misleidend zijn, nu hierin de indruk wordt gewekt dat TravelBird hotelarrangementen aanbiedt met hoge kortingen (40% respectievelijk 53%), terwijl de arrangementen rechtstreeks bij het hotel te boeken zijn voor dezelfde prijs of zelfs voor een lager bedrag dan waarvoor TravelBird de arrangementen aanbiedt.

3. Ten aanzien van aanbieding 1 is als erkend vast komen te staan dat, anders dan in de uiting wordt gesuggereerd, geen sprake is van een kortingsvoordeel van 40%. Derhalve is er geen juiste informatie verstrekt over het bestaan van een specifiek prijsvoordeel als bedoeld onder d van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de onder 1 genoemde uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2227

Extra betalen voor basisglas bij goedkoop montuur

RCC 18 augustus 2014, RB 2227, dossiernr. 2014/00546 (Pearle)
Voorzitterstoewijzing. Misleidende prijs. Het betreft de website www.pearle.nl/nl_NL/brillen/altijd-heldere-prijzen, voorzover daarop ten tijde van het indienen van de klacht stond: “Alle prijzen bij Pearle zijn gebaseerd op een montuur inclusief een basisglas. En een basisglas bij Pearle is standaard kraswerend en helder ontspiegeld.” Bij de aanschaf van een 29 euro montuur dient er extra te worden betaald voor het glas. De uiting “alle prijzen bij Pearle zijn gebaseerd op een montuur inclusief een basisglas” is dus niet juist. De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC.

Het oordeel van de voorzitter

1) De voorzitter is van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende.

2) Niet in geschil is dat de onderhavige reclame-uiting verwarrend is voor de gemiddelde consument. De gemiddelde consument zal, zoals is gebleken, na het lezen van de uiting kunnen menen dat een 29 euro montuur bij Pearle wordt geleverd inclusief een basisglas.

3) Nu in de uiting in absolute zin staat dat alle prijzen bij Pearle zijn gebaseerd op een montuur inclusief een basis glas, terwijl dit in de praktijk niet het geval is, oordeelt de voorzitter dat onduidelijke informatie is verstrekt ten aanzien van de prijs als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2215

Alleen korting op sieraden met kortingssticker

Vz. RCC 6 augustus 2014, RB 2215, dossiernr. 2014/00520 (Eve sieraden)
Voorzitterstoewijzing. Oneerlijke reclame. Het betreft de vermelding “Alle Eve sieraden tot 75% korting” in de etalage van een Lucardi winkel te Amsterdam. Klaagster stelt, samengevat, dat in de winkel bleek dat de korting niet voor alle Eve sieraden gold, maar alleen voor de sieraden met een kortingssticker. Klaagster acht de uiting misleidend omdat niet op alle Eve sieraden korting werd gegeven en er geen producten met 75% korting te koop waren. De voorzitter acht de reclame-uiting deels in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.

1) Klaagster maakt in de eerste plaats bezwaar tegen het feit dat in de uiting staat dat op “alle” Eve sieraden korting wordt gegeven, terwijl in werkelijkheid de korting alleen blijkt te gelden voor de Eve sieraden die zijn voorzien van een kortingssticker. Adverteerder heeft tegen dit onderdeel van de klacht geen specifiek verweer gevoerd. De voorzitter gaat daarom ervan uit dat de klacht in zoverre feitelijk juist is. Dit impliceert dat in de uiting een onvolledig beeld van de actie wordt gegeven. Immers, anders dan in de uiting staat, geldt de korting niet voor de gehele (“alle”) Eve collectie maar kennelijk alleen voor een bepaalde selectie daarvan. De consument kan dit pas constateren nadat hij de winkel is binnengegaan in de onjuiste veronderstelling dat korting wordt gegeven op alle Eve artikelen. In zoverre oordeelt de voorzitter dat sprake is van het te laat verstrekken van de essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

2) Met betrekking tot de maximaal mogelijke korting (“tot 75%”) stelt klaagster dat volgens een verkoopster in het desbetreffende filiaal geen artikel was te vinden waarop 75% korting werd gegeven. In reactie hierop heeft adverteerder een foto van de desbetreffende winkelvitrine overgelegd waarop een artikel zichtbaar is dat met 75% korting wordt verkocht. Dit artikel staat volgens adverteerder eveneens in een folder die over 2,7 miljoen huishoudens in Nederland is verspreid en in een boekje dat aan de filialen is verzonden met daarbij de tijdelijke kortingsprijs. Beide zijn door adverteerder overgelegd. Adverteerder stelt dat er meer artikelen zijn die met 75% korting verkocht worden. Aldus heeft adverteerder voldoende aannemelijk gemaakt dat zij daadwerkelijk een of meer artikelen te koop aanbiedt met 75% korting. Dat voor andere artikelen een lagere korting geldt, blijkt voldoende uit de aanduiding “tot” 75% korting. In zoverre kan de klacht niet slagen. Dat klaagster over het voorgaande mogelijk niet juist is geïnformeerd door een verkoopster van het desbetreffende filiaal, leidt niet tot een ander oordeel.