RB
RB 3834
25 april 2024
Artikel

Seminar Uitingsvrijheid op donderdag 16 mei 2024

 
RB 3833
25 april 2024
Uitspraak

Boete wegens reclame over 'geneesmiddel' zonder handelsvergunning

 
RB 3832
9 april 2024
Uitspraak

Reclame over "duurzame" cruisereis is misleidend

 
RB 2161

Geen degelijk bewijs werking KPR behandelmethode

RCC 3 juni 2014, RB 2161, dossiernr. 2014/00339 (Krullaards Perfect Reset)
Aanbeveling. Misleidende reclame. Het betreft een advertentie voor Krullaards Perfect Reset in het Leids Nieuwsblad van 20 maart 2014. Onder de kop “Uw lage rug- of nekklachten binnen seconden verholpen? Het kàn nu in Leiden!” staat onder meer: “De nieuwe Krullaards Perfect Reset behandelmethode pakt snel en comfortabel een belangrijke oorzaak van de klachten aan: een scheefstand van het bekken. Doorgaans zijn er drie behandelingen nodig om een zeer hoge successcore van meer dan 90% te realiseren op het rechtzetten van het bekken en normaliseren van de wervelkolom.” De klacht is dat er geen degelijk bewijs bestaat van de medische werkzaamheid van het Krullaards Perfect Reset (hierna ook: KPR) behandelapparaat. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en beveelt adverteerder niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de Commissie
Adverteerder heeft ter onderbouwing van de werkzaamheid van de KPR behandelmethode verwezen naar de resultaten die blijkens overgelegde verklaringen van zes “gekwalificeerde fysiotherapeuten” in de periode januari(en/of februari) t/m april 2014 zijn behaald bij door hen uitgevoerde KPR behandelingen. Naar het oordeel van de Commissie kunnen deze - gestandaardiseerde - verklaringen van behandelaars die via een franchiseovereenkomst aan adverteerder verbonden zijn slechts tot ondersteunend bewijs van de werkzaamheid van KPR dienen, indien daarnaast de werkzaamheid en effecten van de KPR behandelmethode over een langere periode zijn geconstateerd in onafhankelijk (medisch) wetenschappelijk onderzoek. Van een dergelijk onderzoek is niet gebleken.

De Commissie komt dan ook tot de conclusie dat adverteerder de juistheid van de bestreden beweringen met betrekking tot werking van de KPR behandelmethode niet aannemelijk heeft gemaakt en dat in de uiting geen juiste informatie is verschaft over de van het gebruik van het product te verwachten resultaten als bedoeld in de aanhef en onder b van artikel 8.2 NRC. Nu de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2160

Booking.com misleidt met 'nog maar 1 beschikbaar'

CvB 4 juli 2014, RB 2160, dossiernr. 2014/00190 (Booking.com tegen Kohnstamm)
Uitspraak ingezonden door Joost Becker en Eric Janssen, Dirkzwager. Booking.com heeft als mededeling voor beschikbare kamer "Nog maar 1 beschikbaar voor €[prijs], mogelijk zijn er meer beschikbaar tegen hogere prijzen". Zij creëert veelvuldig de illusie van schaarste. Voor de gemiddelde consument is het onvoldoende duidelijk dat de mededeling uitsluitend betrekking heeft op het aanbod dat het betreffende hotel via Booking.com beschikbaar stelt. Hetgeen door de commissie in strijd met artikel 7 NRC wordt bestempeld. Het College van Beroep bekrachtigt de bestreden beslissing.

De combinatie met de tekst van de "mouse over" (dat elders mogelijk meer kamers tegen hogere prijzen beschikbaar zijn), volgt dat er sprake is van de laatst beschikbare kamer in een bepaald hotel voor een bepaalde prijs.

Dat andere adverteerders eveneens melding maken van een beperkt aanbod in de zin dat het om de 'laatste' exemplaren gaat, doet aan het oordeel niet af. Een overtreding van de NRC kan niet rechtvaardigen dat ook Booking.com op misleidende wijze reclame zou blijven mogen maken. Van een algemeen aanvaarde praktijk is geen sprake.

Lees hier:
dossiernr. 2014/00190 (link)
RB 2160 (pdf)

RB 2159

Werelddealweken aanbieding geldt slechts voor beperkt aantal stoelen

RCC 16 juni 2014, RB 2160, dossiernr. 2014/00209 (KLM)
Aanbeveling. Prijsvermelding. Het betreft een uiting op www.klm.com. Daarin staat onder de aanhef “Retourprijzen Key West” onder meer: “Amsterdam Schiphol (AMS) Key West, Key West Intl (EYW) 1 volwassene, economy class”. Onderaan de uiting staat een overzicht met diverse retourprijzen, al naar gelang de maand van vertrek. Bij april 2014 staat: “EUR 730”. Onderaan het overzicht van prijzen staat: “Inclusief belastingen en toeslagen, exclusief (EUR 10) boekingskosten (een creditcardtoeslag kan van toepassing zijn)”. Klaagster boekte tijdens de KLM-Werelddealweken op 16 januari 2014 twee tickets voor de vlucht Amsterdam - Key West. Op grond van de aanbieding tijdens de Werelddealweken zou deze vlucht in april € 730,- (+ € 10,- boekingskosten) per ticket kosten. Na afronden van de bestelling bleek de prijs echter € 1003,48 per ticket te bedragen. Volgens KLM gaat het om een beperkt aantal stoelen, maar dan dienen de vluchten waarvoor geen stoelen meer beschikbaar zijn van de site te worden gehaald of dient de aanbieding te worden gestaakt. Zoals blijkt uit de bij de klacht overgelegde afdruk van de uiting wordt nergens een voorbehoud gemaakt betreffende een beperkt aantal stoelen. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met de artikelen III onder 1 RR en V onder 1 RR.

Het oordeel van de Commissie
Gelet op het bepaalde in artikel VI RR ligt het op de weg van adverteerder, als aanbieder, om de juistheid van de aanbieding aannemelijk te maken, indien deze wordt aangevochten. Dat heeft adverteerder naar aanleiding van de onderhavige klacht niet gedaan. Meer in het bijzonder heeft zij geen screenshots kunnen tonen van een boeking van een ticket Amsterdam - Key West voor de aanbiedingsprijs van € 730,-. Gelet hierop is artikel V onder 1 RR overtreden. Daarin staat: “Aanbieders zorgen voor een redelijke beschikbaarheid van de door hen in reclame-uitingen geboden diensten voor de genoemde prijs”. Bij verweer heeft adverteerder meegedeeld dat in een aanbieding altijd vermeld is dat het om een vanaf-prijs gaat. Ten aanzien van de onderhavige aanbieding is dit niet gebleken. In de bij de klacht overgelegde afdruk van de bestreden uiting ontbreekt de vermelding “vanaf”. Evenmin is gebleken dat elders in het boekingsproces van de onderhavige, niet onder de Werelddealweken vallende vlucht, wordt gewezen op het feit dat er sprake is van een vanaf-prijs. In zoverre acht de Commissie de uiting in strijd met artikel III onder 1 RR waarin voor zover van belang is bepaald: “Aanbieders zijn gehouden tot het hanteren van (…) duidelijke prijzen in hun reclame-uitingen”.

RB 2158

Claims over diervriendelijkheid “Vlees van oorsprong” onjuist

RCC 11 juni 2014, RB 2159, dossiernr. 2014/00369 (Jumbo)
Aanbeveling. Onjuiste informatie. Misleidende reclame. Het betreft een reclame-uiting in de winkels van Jumbo met de volgende tekst: “ Vlees met oorsprong. Vlees met een goed verhaal. Jumbo Vlees van Oorsprong is afkomstig van diervriendelijke houderijen en voldoet aan strenge normen. Het is extra mals, vol van smaak en ieder product vertelt zijn eigen unieke verhaal. Jumbo”. De klacht: klaagster verwijst voor het gebruik van de term “diervriendelijke houderijen” naar de uitspraak van de Commissie van 1 december 2011 en is op grond van deze uitspraak van mening dat het misleidend is om Vlees van Oorsprong aan te prijzen als afkomstig van “diervriendelijke houderijen”. Door te spreken over “diervriendelijke houderijen” wordt ten onrechte de indruk gewekt dat Vlees met Oorsprong op diervriendelijke wijze is geproduceerd. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC en beveelt de adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de Commissie
Nu het door adverteerder onder de noemer “Vlees van Oorsprong” verkochte kalfsvlees en kippenvlees slechts één Beter Leven-ster hebben en het varkensvlees en rundvlees zelfs daarvoor niet in aanmerking komen, acht de Commissie het onjuist en misleidend om “Vlees van Oorsprong” met de absolute claim “diervriendelijk” aan te prijzen.

Gelet op het vorenstaande is de Commissie van oordeel dat in de uiting onjuiste informatie wordt verstrekt ten aanzien van de wijze waarop het vlees is geproduceerd als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de NRC.

RB 2158

Onvoldoende gewezen op risico's payrollconstructie

RCC 20 juni 2014, RB 2158, dossiernr. 2014/00365 (VPO)
Aanbeveling. Het betreft een uiting op de website www.vpo.nu. Daarin staat onder het kopje “Informatie opdrachtgevers” onder meer: “Wilt u goed en veilig gebruik maken van payrollen? Let op deze 10 tips! 1. Bedenk wat de behoefte is binnen uw organisatie. Is dat het wegnemen van administratieve lasten en juridische risico’s? Kies dan voor payrollen. Is dat een behoefte aan werving en flexibiliteit? Kies dan voor uitzenden”. 2.Een via de website www.vpo.nu te downloaden leaflet. Daarin staat onder het kopje “Voordelen van payrolling” onder meer: “U besteedt uw personeelszaken uit. Dankzij payroll hoeft u zich geen zorgen meer te maken over zaken als arbeidscontracten, salarisadministratie of ziekteverzuim. Hierdoor kunt u zich volledig richten op het ondernemen zelf”. De klacht: vanaf 2013 zijn diverse rechterlijke uitspraken gedaan waarbij door de payrollconstructie is heen geprikt. Klager noemt er drie. Geoordeeld werd dat de payrollovereenkomst geen arbeids- of uitzendovereenkomst met het payrollbedrijf inhield. De Commissie acht de reclame-uitingen in strijd met artikel 7 NRC.

Het oordeel van de Commissie
De Commissie acht het aannemelijk dat VPO als brancheorganisatie zorgvuldig wil handelen en waarborgen biedt met het oog op een goede uitoefening van de payrollconstructie. Zo dient een payrollonderneming die lid wil worden van VPO en het VPO-keurmerk wil voeren te voldoen aan lidmaatschapseisen, waaronder eisen betreffende financiële betrouwbaarheid. Voorts dient een VPO-lid te voldoen aan kwaliteitseisen, opgenomen in de “VPO-Arbeidsvoorwaardenregeling” en het “Reglement Kwaliteit van de dienstverlening”. Dit neemt echter niet weg dat niet valt uit te sluiten dat een rechter zal oordelen dat een tussen een VPO-lid en een “werknemer” gesloten payrollovereenkomst geen “arbeidsovereenkomst” in de zin van de wet is, waardoor jegens de derde aanspraak kan worden gemaakt op loondoorbetaling. Naar het oordeel van de Commissie wordt in de bestreden uitingen onvoldoende op dit risico gewezen.

 

RB 2157

Afslankend effect voor ideaalbeeld jeugdige consument onaannemelijk

Vz. RCC 10 juni 2014, RB 2157, dossiernr. 2014/00130, 00130A (LipoControl)
Voorzittersaanbeveling. Het betreft een televisiecommercial voor het product LipoControl. In de televisiecommercial is een actrice met overgewicht te zien die in het bijzijn van vriendinnen een rode jurk wil passen maar hierin door haar overgewicht niet slaagt. Aan het einde van de televisiecommercial loopt een zichtbaar slankere vrouw in dezelfde jurk op de genoemde vriendinnen af die aan een tafel zitten, en legt een verpakking LipoControl tegenover hen op een tafel. De klacht: de reclame begint met beelden van het meisje dat problemen heeft met haar figuur en niet in een jurkje past omdat ze wat voller is. In de volgende scene past ze met behulp van LipoControl wel in dat jurkje, maar zie je niet haar gezicht. Het is blijkbaar niet hetzelfde meisje als in de openingsscène. Klaagster acht de uiting om die reden misleidend. Daarnaast vindt klaagster dat de reclame de verkeerde doelgroep benadert. Het gaat om reclame gericht op dames in hun eind tienerjaren tot begin twintig, die suggereert dat het ideale figuur in korte tijd haalbaar is. Er staat wel in de advertentie dat het ideale figuur behaald wordt in een langere periode en in combinatie met gezonde voeding en voldoende beweging, maar dit neemt de misleiding niet weg. De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.


 

 

Het oordeel van de voorzitter
1) Vooropgesteld wordt dat de Keuringsraad KOAG KAG de uiting heeft voorzien van een toelatingsnummer hetgeen impliceert dat de uiting volgens deze instantie niet in strijd is met de wet. De voorzitter is eveneens van oordeel dat geen aanleiding bestaat om de onderhavige commercial in strijd met de wet te achten. Nu sprake is van een gezondheidsclaim met betrekking tot een botanische stof die in het product is verwerkt, valt het product onder de overgangsregeling als bedoeld in artikel 28 lid 6 aanhef en onder b van Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen. Het feit dat deze overgangsregeling van toepassing is, ontslaat adverteerder overigens niet van de verplichting om de werking van het product voldoende aannemelijk te maken. Dienaangaande is het volgende van belang.

2) Dat het aangeprezen product daadwerkelijk leidt tot gewichtsverlies, is door adverteerder op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt. Op grond hiervan oordeelt de voorzitter dat de televisiecommercial voor de gemiddelde consument een onjuist beeld geeft met betrekking tot de van het gebruik van het onderhavige product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Daarbij gaat de voorzitter uit van de gemiddelde jeugdige consument. Uit de informatie van adverteerder blijkt weliswaar dat de actrices allen meerderjarig zijn (leeftijd variërend van 21 jaar tot 27 jaar), maar zij hebben een dusdanig jeugdige uitstraling dat de commercial met name een jong publiek zal aanspreken, en dan meer in het bijzonder een jong vrouwelijk publiek gelet op de uitgebeelde situaties. Dat, zoals adverteerder stelt, LipoControl exclusief wordt verkocht bij zelfstandige drogisten en de gemiddelde leeftijd van klanten van deze drogisten “40+” zou zijn, doet aan het voorgaande niet af. Ook het feit dat het product € 29,95 kost, doet niet af aan het feit dat de reclame-uiting op grond van het voorgaande geacht moet worden te zijn gericht op een jong en vrouwelijk publiek. Voorts is de voorzitter van oordeel dat het gemiddelde lid van deze groep door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat zij anders niet zou hebben genomen. Er wordt immers een sterk afslankend effect van LipoControl gesuggereerd, waardoor gemakkelijk aan een ideaalbeeld van deze groep (slank) lijkt te kunnen worden voldaan. Nu deze werking niet aannemelijk is geworden, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

 
RB 2156

Live MotoGP-wedstrijden niet live maar slechts samenvatting

RCC 5 juni 2014, RB 2156, dossiernr. 2014/00322 (Canal Digitaal)
Aanbeveling. Misleidende reclame. Het betreft de uiting op de website www.canaldigitaal.nl betreffende het “Sport1 + Motors-pakket”, in het bijzonder de volgende tekst: “Het Sport1 + Motors-pakket is als volgt samengesteld: De beste live-sportevenementen in HD-kwaliteit: met voetbal, tennis, golf, NBA basketbal, MotoGP, atletiek en beachvolleybal.” De klacht: de uiting belooft live uitzendingen van MotoGP. In werkelijkheid gaat het om samenvattingen, die (bij eerste uitzending) ’s nachts bekeken konden worden. Sport1 zendt wel alle wedstrijden (Moto1, Moto2 en MotoGP) live uit. Klager veronderstelt dat CanalDigitaal samenvattingen heeft ingekocht. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de Commissie

In de bestreden uiting wordt zonder voorbehoud gesteld dat men bij een abonnement op het Sport1 + Motors-pakket “de beste live-sportevenementen in HD-kwaliteit: met voetbal, tennis, golf, NBA basketbal, MotoGP, atletiek en beachvolleybal” krijgt. Vast is komen te staan dat in ieder geval sinds enige tijd de MotoGP-wedstrijden niet live zijn uitgezonden, maar slechts in samenvattingen achteraf. De gemiddelde consument zal kunnen begrijpen dat bij het samenvallen van verschillende tot het pakket behorende sportevenementen niet alle evenementen live kunnen worden uitgezonden, maar hij hoeft er niet op bedacht te zijn dat van de specifiek genoemde live-sportevenementen in sommige gevallen slechts een samenvatting beschikbaar is.

Nu het voorgaande niet uit de uiting blijkt, gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van een van de voornaamste kenmerken van het aangeprezen product, te weten de van het Sport1 + Motors-pakket te verwachten gebruiksresultaten, als bedoeld in de aanhef en onder b van artikel 8.2 NRC. Nu de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over het afsluiten van het aangeprezen abonnement te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2155

Inruilactie wekt onjuiste indruk van inruilkorting

Vz. RCC 2 juni 2014, RB 2155, dossiernr. 2014/00354 (MyCom)
Voorzitterstoewijzing. Misleidende reclame. Het betreft een folder waarin op de voorpagina onder meer staat: “Inruilservice: Ruil uw oude notebook of pc in en ontvang 100.- inruilvoordeel”. Naast deze tekst staat een symbool met daaronder de tekst: “www.mycom.nl/inruilservice voor meer informatie”. Op de even pagina’s van de folder staat onder meer “100.- inruilvoordeel Als u nu uw oude notebook of pc inruilt voor een nieuw apparaat met Windows 8, profiteert u van inruilvoordeel t.w.v. 100.-. Dit geldt zowel bij de aanschaf van een nieuwe notebook, pc of tablet. Bij inruil ontvangt u gratis: ‘Office 365 Personal’-pakket, 'het boek ‘ontdek Windows 8.1’ en '100.- gratis kijk voor meer informatie op: www.mycom.nl/inruilservice”. Klager meende op grond van de onderhavige uiting dat hij in het kader van de inruilservice bij adverteerder een korting van 100 euro zou ontvangen bij de aanschaf van een nieuwe notebook of pc tegen inruil van een oud apparaat. Nu geen sprake is van een inruilkorting maar van twee gratis items met een waarde van 100 euro is de uiting volgens klager misleidend. De voorzitter wijst de klacht toe.

Het oordeel van de voorzitter
2) Naar het oordeel van de voorzitter zal de gemiddelde consument een actie waarbij men tegen inruil van een oud apparaat een bepaald bedrag aan voordeel ontvangt, associëren met een inruilactie in de gebruikelijke vorm, te weten een actie waarbij men door een oud apparaat in te ruilen korting op de aanschafprijs van een nieuw apparaat krijgt. Een dergelijke actie kan inmiddels algemeen gebruikelijk worden geacht en betreft in feite de standaard situatie die het verwachtingspatroon van de gemiddelde consument bepaalt.
3) De actie waar het in deze zaak om gaat, wijkt in zoverre af van de standaard inruilactie, dat men geen korting op de aanschafprijs krijgt, maar een voordeel ontvangt in de vorm van een softwarepakket en een boek. Nu een dergelijke actie afwijkt van de standaardsituatie, ligt het op de weg van adverteerder om voldoende duidelijk te maken dat geen sprake is van een korting op de aanschafprijs. Naar het oordeel van de voorzitter heeft adverteerder dit in onvoldoende mate gedaan. Door in het kader van een “inruilservice” te spreken over inruilvoordeel ter hoogte van € 100,-- dat men ontvangt bij de inruil van een oude notebook of pc, zal de gemiddelde consument immers aannemen dat sprake is van een korting op de aanschafprijs. Het door adverteerder bedoelde onderscheid tussen inruilkorting en inruilvoordeel zal de gemiddelde consument ontgaan. Ook voor klager was dit onderscheid niet duidelijk.
4) Eveneens zal het deze consument op basis van de toelichting op de even pagina’s ontgaan dat geen sprake is van een inruilkorting, maar van twee gratis items met een gezamenlijke waarde van kennelijk € 100,--. In de toelichting staat dat deze items gratis zijn, maar niet met zoveel woorden dat deze items gezamenlijk het inruilvoordeel vormen. Naar het oordeel van de voorzitter zou de consument kunnen denken dat men bij de inruil deze items gratis ontvangt naast inruilkorting. Aan die indruk draagt bij dat sprake is van een perfect rond getal (€ 100,--), hetgeen eerder op een korting wijst dan op de exacte waarde die de items vertegenwoordigen. Het ligt immers niet voor de hand dat de totale waarde precies € 100,-- is.
5) Dat volgens adverteerder op de website wel voldoende informatie over de actie staat, neemt de misleidende indruk die de folder wekt onvoldoende weg. Het had op de weg van adverteerder gelegen om reeds in de folder duidelijk en ondubbelzinnig de consument te informeren over het feit dat geen sprake is van inruilkorting, teneinde aldus onjuiste verwachtingen bij de consument te vermijden en hem in staat te stellen een geïnformeerd besluit over de transactie te nemen. Nu adverteerder dit heeft nagelaten, is sprake van het op onduidelijke wijze verstrekken van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 2154

Ontbreken essentiële voorwaarden gebruik cadeaukaart

RCC 2 juni 2014, RB 2154, dossiernr. 2014/00328 (HelloFresh)
Aanbeveling. Misleidende reclame. Ontbrekende informatie. Het betreft een cadeaukaart van HelloFresh ter waarde van € 20,-, een folder en twee uitingen op de website www.hellofresh.nl bestemd voor deelnemers van “Test Exclusive”. De klacht: klaagster kreeg twee cadeaukaarten, elk ter waarde van € 20,-. Een cadeaukaart was geldig bij een minimale afname van 2 HelloFresh Boxen hetgeen, aldus de actievoorwaarden, impliceert dat men een abonnement neemt. Toen klaagster een abonnement had genomen, bleek zij de tweede cadeaukaart niet te kunnen verzilveren omdat deze alleen geldig is voor de eerste bestelling. Dit bleek inderdaad in hele kleine lettertjes op de achterkant van de kaart te staan. Om die reden besloot klaagster “het hierbij“ te laten. Een paar dagen later deed klaagster mee aan een test op internet en ontving zij als dank een actiecode waarmee zij “€ 20,- korting op een maaltijdbox” zou krijgen. Ook van deze korting kon klaagster geen gebruik maken omdat ze al lid was. Deze voorwaarde is niet vermeld. Wel staat er dat men minimaal 2 boxen moet afnemen om van de korting gebruik te kunnen maken. Gezien het vorenstaande had adverteerder de kaarten beter welkomstkaarten kunnen noemen. De Commissie acht de uitingen in strijd met artikel 7 NRC en beveelt de adverteerder aan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de Commissie
Op grond van het feit dat klaagster in haar e-mail van 28 maart 2014, waarin zij bezwaar maakt tegen de wijze waarop adverteerder reclame maakt, met betrekking tot de cadeaukaart constateert dat zij de voor de cadeaukaart geldende beperkende voorwaarden in kleine lettertjes op de achterkant van de cadeaukaart zag staan en zij daaraan toevoegt “Dus ik laat het hierbij”, is de Commissie van oordeel dat haar bezwaar tegen de cadeaukaart geen onderdeel van de aan de Commissie voorgelegde klacht (meer) is. Met betrekking tot de op de website van adverteerder staande tekst in de “Test Exclusive”-uitingen heeft adverteerder erkend dat daarin ten onrechte niet staat dat de korting van € 20,- alleen geldt voor de eerste HelloFresh Box, zodat diegenen die een HelloFresh abonnement hebben geen gebruik kunnen maken van deze korting. Aldus is in deze uitingen sprake van een verborgen houden van een essentiële voorwaarde die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2153

Informatie over dataverbruik misleidend

RCC 2 juni 2014, RB 2153, dossiernr. 2014/00333 (hollandsenieuwe)
Gedeeltelijke aanbeveling. Misleidende reclame. Ontbrekende informatie. Het betreft de website www.hollandsnieuwe.nl waarin op de subpagina www.hollandsnieuwe.nl/klantenservice, onder de rubriek “Verbruik & Opwaarderen” een aantal vragen wordt beantwoord, alsmede de op www.hollandsnieuwe.nl/sim-only onder het kopje “toelichting” staande tekst. De klacht: vroeger werd op adverteerders website vermeld dat je dataverbruik werd afgerond op 100 KB per sessie. Dat is nu niet meer het geval. Gesteld wordt dat je kunt zien hoeveel data je hebt verbruikt of nog over hebt in “mijn hollandsnieuwe” en met de app van hollandsnieuwe. Dit is misleidend aangezien de applicatie Data counter alleen aangeeft wat je werkelijk hebt verbruikt, terwijl adverteerder het internetverbruik afrondt. De Commissie wijst een deel van de klacht af. Ten aanzien van het afronden van het verbruik stelt de Commissie dat dit in strijd is met artikel 7 NRC.

Het oordeel van de Commissie
1. Adverteerder heeft klagers bezwaar tegen de als bijlage 1 en 2 aangehechte uitingen gemotiveerd weersproken. Klanten van adverteerder kunnen op de website www.hollandsnieuwe.nl/klantservice exact zien hoeveel MB’s zij de afgelopen 12 contractmaanden hebben verbruikt en welk bedrag daarvoor in rekening is gebracht. Met betrekking tot de lopende contractmaand is het om technische redenen niet mogelijk daar het exacte verbruik te vermelden. Van deze lopende contractmaand wordt alleen het opgebouwde tegoed vermeld en wat daarvan nog over is en aan de hand daarvan kan men uitrekenen hoeveel er is verbruikt. Wil men ook met betrekking tot de lopende maand over de exacte datagegevens beschikken, dan dient men daarvoor een app te installeren, zoals op bijlage 1 en 2 is vermeld.

Gelet op het vorenstaande acht de Commissie klagers onderhavige bezwaar ongegrond.

2. Uit de toelichting die staat op de door klager overgelegde uitdraai van www.hollandsnieuwe.nl/sim-only blijkt niet of sprake is van een afronding (naar boven dan wel naar beneden) en evenmin per welke eenheid er 100 KB op het data tegoed in mindering wordt gebracht.

Aldus is sprake van een verborgen houden van een essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de gewraakte zinsnede misleidend en oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.