RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Promotionele acties  

RB 2330

Over ringen en rangen in het theater

Vz. RCC 17 februari 2015, RB 2330; dossiernr. 2014/00916 (Vakantieveiling/Seetickets zitplaatsen)
Toewijzing. Het betreft de website www.vakantieveilingen.nl voor zover op deze website “2 kaartjes voor Blue Planet in Concert” werden geveild waarbij onder meer werd meegedeeld “Door spectaculaire beelden en intense muziek, waan jij je voor even in de adembenemende onderwaterwereld” en “Zitplaatsen op de 1e ring”.

Klacht: Klager heeft naar aanleiding van de reclame-uiting via VakantieVeilingen.nl de tickets gekocht voor in totaal € 50,--, vermeerderd met € 5,-- administratiekosten. De kaartjes worden geleverd door Seetickets.nl. Laatstgenoemde spreekt echter niet over ringen maar over rangen. Op de website van Ziggo Dome wordt ook niet over ringen gesproken. Nergens was op voorhand een plattegrond te vinden en evenmin werd gecommuniceerd welke zitplaats men koopt. VakantieVeilingen.nl zegt niet te weten voor welk vak de tickets zijn. Na het ontvangen van de kaartjes blijkt dat deze niet “eerste rang” zijn. De plaatsen zijn gesitueerd in een uithoek en men kan vanaf daar bijna onmogelijk het bioscoopscherm zien, terwijl men naar de film gaat om beeld te zien. Bij een kaartje voor de derde rang zou klager beter beeld hebben gehad. Blijkbaar heeft VakantieVeilingen.nl minder goede plaatsen in de aanbieding en veilen ze deze als kaartjes die vergelijkbaar zijn met die bij Seetickets.nl los in de verkoop zijn. Hierbij wordt niet gezegd wat je normaal voor dergelijke kaartjes zou betalen en dat de plekken aanzienlijk minder geschikt zijn omdat men het scherm van de zijkant ziet. Klager voelt zich zwaar misleid.

Het oordeel van de voorzitter
1) De voorzitter stelt voorop dat in de reclame-uiting zitplaatsen op de “1e ring” worden aangeboden. Uit de in deze procedure overgelegde plattegrond, waarop de indeling van de zaal is te zien, blijkt dat zich in de zaal centrale plaatsen bevinden, aangeduid met letters, met daaromheen twee ringen, waarbij de eerste ring is genummerd 101 tot en met 112. Niet in geschil is dat de zitplaatsen die klager heeft gekocht, in deze eerste ring zijn gesitueerd, immers zijn gelegen in sectie 102 van de eerste ring. De aanduiding “1e ring” voor de door klager gekochte zitplaatsen is derhalve technisch gezien juist en ook niet misleidend te achten. Deze aanduiding is ook wezenlijk anders dan “eerste rang” en zal naar het oordeel van de voorzitter door de gemiddelde consument ook niet als zodanig worden opgevat.

2) Klager stelt in zijn klacht dat het vanaf de door hem gekochte zitplaatsen vrijwel onmogelijk is om het scherm te zien. VakantieVeilingen.nl en Seetickets.nl bestrijden dat sprake is van een “slecht zicht plek”. Dergelijke plekken, die er in de zaal wel waren, zijn volgens hen niet geveild. De voorzitter constateert dat klager in zijn repliek zijn standpunt in deze zin heeft genuanceerd, dat de plaatsen wel zicht op het scherm boden, maar dat hij een blik van opzij op het scherm niet in overeenstemming vindt met hetgeen hij mocht verwachten. Voorts stelt klager dat hij uit de uiting niet kon opmaken om wat voor plaatsen het ging, alsmede dat hij niet tot aankoop van de kaartjes zou zijn overgegaan indien vooraf duidelijk zou zijn geweest dat het plaatsen aan de zijkant van het scherm betrof. Juist bij een veiling is het volgens hem belangrijk een goede inschatting te kunnen maken van hetgeen men koopt en de prijs die men hiervoor wil bieden. De voorzitter oordeelt hierover als volgt.

3) Het moet als feit van algemene bekendheid worden beschouwd dat bij een theater de zitplaatsen over een hele zaal zijn verspreid en dat dus de mogelijkheid bestaat dat sommige zitplaatsen zich, gezien vanaf het podium, aan de zijkant van het theater bevinden. Indien in een reclame-uiting een voorstelling als de onderhavige wordt aangeprezen (blijkbaar een combinatie van film en muziek door een aanwezig orkest in een theater) zal de consument derhalve rekening dienen te houden met de mogelijkheid dat niet alle plaatsen centraal tegenover het scherm zijn gelegen. Het ligt in het algemeen op de weg van de consument om zich te informeren over de situering van een bepaalde zitplaats. In het onderhavige geval is echter sprake van een uitnodiging tot aankoop in verband met een overeenkomst op afstand. Dit schept voor een adverteerder extra informatieverplichtingen. Deze brengen naar het oordeel van de voorzitter mee dat de adverteerder in een dergelijk geval de consument inzicht dient te bieden in welke specifieke plaatsen worden geveild en waar deze zijn gesitueerd. De voorzitter verwijst naar het bepaalde in artikel 8.4 onder f van de Nederlandse Reclame Code (NRC) op grond waarvan informatie moet worden verstrekt over de voornaamste kenmerk van het product in de mate waarin dit passend kan worden geacht.

4) Naar het oordeel van de voorzitter had adverteerder ter voldoening aan deze informatieplicht op zijn minst genomen een link in de uiting dienen op te nemen naar een webpagina die een plattegrond van het theater bevat met de nummers van de beschikbare zitplaatsen waarop geboden kan worden. Zonder deze informatie biedt de consument in feite “blind” op zitplaatsen in de eerste rij en is hij onvoldoende geïnformeerd. Deze informatie kan, zeker bij een veiling, voor de consument van belang zijn bij de beslissing al dan niet tot een transactie over te gaan. Het ligt ook voor de hand dat voor plaatsen aan de zijkant van het scherm minder hoge prijzen zullen worden geboden dan voor plaatsen centraal voor het scherm. De voorzitter beschouwt op grond van het voorgaande de informatie over welke specifieke plaatsen worden geveild en waar deze zijn gesitueerd als essentiële informatie.

5) De voorzitter constateert dat klager herhaaldelijk stelt dat niet duidelijk is waarop men biedt. Voorts stelt klager dat aan de hand van de geboden informatie geen goede beslissing valt te nemen en dat hij daardoor is overgegaan tot een aankoop die hij anders niet zou hebben gedaan. De voorzitter begrijpt uit deze stellingen dat het niet mogelijk was reeds in het kader van de reclame-uiting nadere informatie te verkrijgen over de situering van de geveilde zitplaatsen. Uit hetgeen VakantieVeilingen.nl en Seetickets.nl stellen blijkt evenmin dat het mogelijk was hierover in dat kader informatie op te vragen. Op grond hiervan gaat de voorzitter ervan uit dat deze informatie ontbrak. Aldus is niet de essentiële informatie verschaft als bedoeld in artikel 8.4 onder f NRC in verbinding met artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Uit laatstgenoemde artikel volgt dat het ontbreken van essentiële informatie misleidend is indien, zoals in het onderhavige geval, de consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

6) De voorzitter acht zowel VakantieVeilingen.nl als Seetickets.nl verantwoordelijk voor het feit dat in de uiting essentiële informatie ontbreekt. De uiting staat op de website van VakantieVeilingen.nl, maar strekt onmiskenbaar tevens tot de verkoop van kaartjes ten behoeve van Seetickets.nl. De uiting kan derhalve ook als een indirecte aanprijzing van een product of dienst van Seetickets.nl worden beschouwd. Derhalve wordt beslist als volgt.
RB 2320

Korting op waardebon voor gepersonaliseerde M&M's, niet op product

RCC 26 januari 2015, RB 2320; dossiernr. 2014/00869 (gepersonaliseerde M&M's)
Aanbeveling. Voeding. Groupon/M&M gepersonaliseerde M&M's, korting op waardebon, korting niet op product, onjuist beeld geschetst van aanbod. Het betreft een tweetal uitingen op de website www.groupon.nl waarin gepersonaliseerde M&M’s worden aangeprezen.

Klacht: In beide uitingen staat dat de consument gepersonaliseerde M&M’s kan kopen vanaf € 2,- en in uiting 2 wordt er tevens bij vermeld dat de consument hiermee een korting ontvangt van 80%. Echter, de gepersonaliseerde M&M’s zijn niet verkrijgbaar vanaf € 2,-. De korting ziet op de aanschaf van waardebonnen die de consument met korting kan aanschaffen en die vervolgens te verzilveren zijn indien de consument voor een bedrag van minimaal € 29,90 bij adverteerder besteedt. De consument moet ten minste € 22,- (in plaats van € 30,-) uitgeven om het product daadwerkelijk te kunnen kopen. Dit komt neer op een korting van nog geen 30%, terwijl adverteerder het doet voorkomen alsof zij een korting verstrekt van 80%.

Het oordeel van de Commissie
1. De Commissie vat de klacht aldus op dat klager de bestreden uitingen misleidend acht nu hierin volgens hem de indruk wordt gewekt dat de consument voor een bedrag van

€ 2,- gepersonaliseerde M&M’s kan verkrijgen. Voorts zijn de uitingen volgens klager misleidend omdat er geen korting van 80% wordt verstrekt, zoals in uiting 2 wordt vermeld.

2. Adverteerder sub 1 heeft betwist dat uiting 1 dient te worden beschouwd als een zelfstandige reclame-uiting. Het betreft een nieuwsbrief die slechts als onderdeel moet worden beschouwd van en in samenhang met uiting 2. De Commissie is echter van oordeel dat de nieuwsbrief waarover is geklaagd dient te worden aangemerkt als een (zelfstandige) reclame-uiting. Deze uiting dient zelfstandig aan de Nederlandse Reclame Code (hierna: NRC) te voldoen, los van de website waarnaar deze verwijst.

3. De Commissie is van oordeel dat de nieuwsbrief (uiting 1) niet anders kan worden begrepen dan dat gepersonaliseerde M&M’s worden aangeboden voor een bedrag van

€ 2,00. De kop van de uiting luidt: gepersonaliseerde M&M’s en er staat € 10,00 € 2,00 bekijk de deal (link), terwijl in de uiting met geen enkel woord wordt gesproken over het feit dat de korting ziet op ‘waardebonnen’ waarmee men gepersonaliseerde M&M’s kan aanschaffen. Evenmin wordt in de uiting vermeld dat het minimum bestedingsbedrag om gepersonaliseerde M&M’s te kunnen aanschaffen € 29,90 bedraagt (exclusief € 7,90 verzendkosten). Gelet op het vorenstaande oordeelt de Commissie dat in de reclame-uiting een onjuist beeld wordt geschetst van wat het aanbod daadwerkelijk inhoudt en dat onjuiste informatie is verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef NRC. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden acht de Commissie uiting 1 misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Ook indien, zoals adverteerder sub 2 stelt, in de reclame-uiting beperkte ruimte is, brengt dit niet met zich dat op misleidende wijze reclame mag worden gemaakt.

4. Met betrekking tot uiting 2 oordeelt de Commissie als volgt. Bij de vraag of sprake is van misleiding dient op de totale uiting te worden gelet. In de kop van de uiting wordt gezegd: “Geef iemand met Kerstmis een gepersonaliseerd chocolade cadeau met My M&M’s – tot 80% korting” en daaronder staat vermeld: “vanaf € 2”, waardoor men stellig de indruk krijgt dat met 80% korting en vanaf € 2,- gepersonaliseerde M&M’s verkrijgbaar zijn. Hierna volgt een uitleg van 3 opties waaruit de consument kan kiezen en waarvan niet aanstonds duidelijk is hoe deze zich verhouden met het in de kop van de uiting genoemde aanbod. Deze uitleg is complex en pas bij zorgvuldige bestudering van de voorwaarden blijkt de korting geen betrekking te hebben op een gepersonaliseerd chocolade cadeau, maar op een waardebon. Gelet hierop is de Commissie van oordeel dat in de uiting onduidelijke informatie is verstrekt over wat het aanbod daadwerkelijk inhoudt in de zin van artikel 8.2 aanhef NRC. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden acht de Commissie deze uiting eveneens misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

5. De Commissie acht beide adverteerders verantwoordelijk nu het een product van adverteerder sub 1 betreft en dit product kennelijk in overleg met haar wordt aangeprezen door adverteerder sub 2.
RB 2319

Kortingsactie niet geldig in combinatie met andere acties

RCC 30 januari 2015, RB 2319; dossier 2014/00875 (Dacia Wintercheck - Winterbanden)
en RCC 30 januari 2015, RB 2319; dossiernr. 2014/00874 (Renault wintercheck)
Aanbeveling. 7 NRC. 8.3 aanhef onder c NRC. Klager heeft enkele weken vóór de winterbandenactie bij adverteerder een offerte gevraagd voor winterbanden. Toen klager tijdens de winterbandenactie langs ging om winterbanden te bestellen, kreeg hij op de offerte geen 30% korting. Adverteerder heeft hem meegedeeld dat winterbanden altijd al een actieprijs hebben en dat daarom geen korting op winterbanden wordt gegeven.

Klacht: Klager heeft enkele weken vóór de winterbandenactie bij adverteerder een offerte gevraagd voor winterbanden. Toen klager tijdens de winterbandenactie langs ging om winterbanden te bestellen, kreeg hij op de offerte geen 30% korting. Adverteerder heeft hem meegedeeld dat winterbanden altijd al een actieprijs hebben en dat daarom geen korting op winterbanden wordt gegeven.

Nu uit de tekst van de reclame-uiting niet blijkt dat de kortingsactie niet geldig is in combinatie met andere acties is de Commissie van oordeel dat het voor de gemiddelde consument niet duidelijk is dat geen korting wordt verstrekt op een offerte die (kennelijk) al van een actieprijs is voorzien.

Het oordeel van de Commissie

1. De Commissie begrijpt de klacht aldus dat klager het in de eerste plaats misleidend acht dat in de uiting wordt vermeld dat 30% korting wordt geboden op winterbanden, terwijl adverteerder deze korting niet aan klager heeft willen verstrekken. Tevens acht klager het misleidend dat de in de uiting vermelde korting niet geldt voor winterbandensets.

2. Ten aanzien van de eerste klacht oordeelt de Commissie als volgt. Niet in geschil is dat adverteerder kort voor aanvang van deze actie een offerte aan klager heeft verstrekt die zag op een winterbandenset (banden + velg) en dat adverteerder tijdens de actieperiode op deze offerte geen korting heeft willen geven omdat de op de offerte vermelde prijs volgens de dealer al een actieprijs zou zijn. Nu uit de tekst van de reclame-uiting niet blijkt dat de kortingsactie niet geldig is in combinatie met andere acties is de Commissie van oordeel dat het voor de gemiddelde consument niet duidelijk is dat geen korting wordt verstrekt op een offerte die (kennelijk) al van een actieprijs is voorzien. Blijkens het voorgaande heeft adverteerder, vanwege het ontbreken van essentiële informatie, reclame gemaakt in strijd met het bepaalde onder c van artikel 8.3 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden zijn de uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

3. Ten aanzien van de klacht dat de op de website van adverteerder vermelde korting niet geldt voor winterbandensets oordeelt de Commissie als volgt. Bij de vraag of sprake is van misleiding dient op de totale uiting te worden gelet. De Commissie is van oordeel dat het voor de gemiddelde consument onvoldoende duidelijk is dat de kortingsactie alleen geldt voor banden. In de uiting wordt immers naast de advertentietekst een winterband met velg afgebeeld, waardoor – hoewel in de disclaimer onderaan de uiting staat dat de korting uitsluitend geldt voor banden en niet voor bandensets – toch de indruk kan ontstaan dat de actie ziet op een set in plaats van uitsluitend een band. Op grond van vorenstaande is de Commissie van oordeel dat er in de reclame-uiting op de website van adverteerder dubbelzinnige informatie is verstrekt als bedoeld onder in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Voorts voldoet de uiting niet aan de Algemene Aanbeveling onder i: “afbeelding van het aangeboden product” van de NRC nu de afbeelding van de winterband niet exact hetzelfde weergeeft als hetgeen in de aanduiding wordt geadverteerd.

 

RB 2132

Hyundai-in-actie.nl advertentie misleidend

RCC 12 mei 2014, RB 2132, dossiernr. 2014/00193 (www.hyundai-in-actie.nl)
Aanbeveling. Misleidende reclame. Het betreft adverteerders website www.hyundai-in-actie.nl, waarop een Hyundai i10 wordt aangeboden met de tekst: “Van € 9.995,- nu voor € 8.990,-“. De klacht: klaagster heeft op woensdag 12 februari 2014 telefonisch aan adverteerder gevraagd of deze actie nog gold, welke vraag bevestigend werd beantwoord. Vervolgens is een afspraak gemaakt voor 13 februari 2014. Toen klaagster op 13 februari 2014 met haar man bij adverteerder langs ging, deelde de verkoper mee dat de actie niet meer gold. Klaagster heeft haar ongenoegen hierover geuit, maar omdat zij en haar man al langer bezig waren met het zoeken naar een nieuwe auto, besloten ze te accepteren dat de actie voorbij was. Na overeenstemming bereikt te hebben over de prijs (met inruil van hun huidige auto) is een koopcontract getekend op basis van de normale (catalogus)prijs, met de toezegging dat de actie zo snel mogelijk van de website verwijderd zou worden. De week daarop bleek adverteerder echter nog actief op de nog steeds op de website staande actie te “acteren”. Gelet hierop voelen klaagster en haar man zich misleid. De Commissie acht de reclame uiting in strijd met artikel 7 NRC en beveelt de adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de Commissie
Op adverteerders website www.hyundai-in-actie.nl wordt de Hyundai i10 aangeboden “Nu voor € 8.990,-“.

Partijen verschillen van mening over de vraag of klaagster, toen zij met haar man op 13 februari 2014 bij adverteerder was om van deze actie gebruik te maken, daar (nog) gebruik van heeft kunnen maken.

Klaagster heeft haar stelling dat de op adverteerders website staande actie -anders dan haar telefonisch op 12 februari 2014 was meegedeeld- op 13 februari 2014 niet meer gold, gemotiveerd toegelicht.

Adverteerder heeft klaagster stelling dat zij op 13 februari 2014 niet meer van de actie gebruik kon maken, onvoldoende inhoudelijk weersproken. Adverteerder heeft zich in zijn reactie op de klacht namelijk slechts uitgelaten over de (hoogte van de) inruilwaarde van klaagsters auto onder verwijzing naar een later opgemaakte factuur, maar is -hoewel dit op adverteerders weg lag- niet ingegaan op klaagsters herhaalde mededeling dat de betreffende verkoper haar meermalen heeft meegedeeld dat de actie niet meer gold en ten onrechte (nog) op de website stond.

Op grond van het vorenstaande is de Commissie van oordeel dat klaagster aannemelijk heeft gemaakt dat zij, hoewel zij duidelijk heeft laten weten van de op adverteerders website staande actie gebruik te willen maken, daar desondanks geen gebruik (meer) van heeft kunnen maken.

Blijkens het voorgaande is onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 1779

Misleidend: Media Markt verhoogt haar prijzen voorafgaand aan acties niet

RCC 22 mei 2013, dossiernr. 2013/00282 (BTW weg ermee-actie)
Onjuiste mededeling. Gemiddelde consument. Het betreft de volgende mededeling op adverteerders website, op de pagina betreffende  de voorwaarden van de “BTW Weg Ermee-actie”: “Media Markt verhoogt haar prijzen voorafgaand aan acties niet om vervolgens de korting te verlenen. Alleen de prijzen van tijdelijke aanbiedingen die in de week voor de actie in flyers en advertenties zijn verschenen, worden aangepast naar het prijsniveau van voor de uiting in de flyer of advertentie.”

Toen klager tijdens de eind januari 2013 gehouden “BTW Weg Ermee-actie” bij Media Markt een Acer Aspire ultrabook wilde kopen, bleek hem dat de actieprijs van dit product werd berekend vanaf de adviesprijs van de leverancier. Media Markt hanteert echter altijd een laagsteprijsgarantie en berekent buiten actieperioden nooit de adviesprijs. De mededeling op de website dat voorafgaand aan een actie de prijzen niet worden verhoogd, is dus onjuist.

Het oordeel van de Commissie
De gemiddelde consument zal de bestreden mededeling “Media Markt verhoogt haar prijzen voorafgaand aan acties niet om vervolgens de korting te verlenen. Alleen de prijzen van tijdelijke aanbiedingen die in de week voor de actie in flyers en advertenties zijn verschenen, worden aangepast naar het prijsniveau van voor de uiting in de flyer of advertentie” aldus opvatten dat de prijs van producten tijdens acties wordt gebaseerd op de gebruikelijke, voorafgaand aan de betreffende actie door Media Markt gehanteerde prijs. Door bij de berekening van de actieprijs tijdens de “BTW Weg Ermee-actie” uit te gaan van een hogere dan de gebruikelijk door Media Markt gerekende prijs, is de bestreden mededeling “Media Markt verhoogt haar prijzen voorafgaand aan acties niet om vervolgens de korting te verlenen” niet juist.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1776

Verwijzen naar voorwaarden onvoldoende

RCC 13 mei 2013, dossiernr. 2013/00299 (Proefabonnementen)
MagazinesAbonnement. Aanbeveling. Het betreft de reclamefolder op de voorpagina waarvan staat: “”Fiscaal Rendement. Alles bij elkaar opgeteld het meest complete vaknieuws”. De klacht: Aangeboden worden “3 top-bladen, 3 maanden lang voor slechts € 15,-!”, maar na afloop van die 3 maanden worden ongevraagd 3 facturen gestuurd van € 100,- per stuk. Nergens staat dat men het abonnement had moeten opzeggen één maand voordat het proefabonnement zou aflopen.

Het oordeel van de voorzitter. Adverteerder laat onduidelijkheid bestaan over de situatie aan het eind van het proefabonnement. Op de achterzijde van de folder wordt, voor de algemene voorwaarden, verwezen naar adverteerders website, doch daarmee had adverteerder niet mogen volstaan, nu het abonnement automatisch nog 5 maanden blijkt door te lopen, indien men het proefabonnement niet 2 maanden vóór het einde van de abonnementsperiode, derhalve reeds binnen één maand, opzegt. Voor een dergelijk belangrijke voorwaarde kan adverteerder ook niet met succes een beroep doen op de verwijzing in de aan klager gestuurde brieven naar adverteerders website. Dit geldt temeer daar in de folder de niet onaanzienlijke abonnementsprijs van € 100,- per blad per maand ontbreekt.

 

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en beveelt hij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1769

Aanbieding alleen voor online bestellingen

Vz. RCC 21 mei 2013, dossiernr. 2013/00312 (Kruidvat foto's)

Essentiële informatie. Misleidend. Het betreft adverteerders aanbieding in de huis aan huis folder waarin onder de aanhef “Kruidvat foto’s” onder meer staat “Voordelig je foto’s afdrukken. 100 voor € 6.00 Bestel makkelijk online, kruidvat.nl”. De klacht - Deze aanbieding bleek alleen voor online-bestellingen te gelden, maar dat valt uit de uiting niet op te maken. Nu deze beperking niet uit de reclame-uiting blijkt, acht klaagster de uiting misleidend.

Het oordeel van de voorzitter - Niet duidelijk is dat de aanbieding uitsluitend geldt voor online-bestellingen en dat het niet mogelijk is om via de winkel van de actie gebruik te maken. Blijkens het voorgaande is in de uiting sprake van het verborgen houden van essentiële informatie die de consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1674

Vloerbedekking-reclame in de vorm van officieel politiebericht

RCC 28 februari 2013, dossiernr. 2013/00114 (vloerbedekking-reclame in de vorm van officieel politiebericht)

Met ALERT. In een advertentie in het lokale nieuwsblad “De Twenterand Courant” van donderdag 17 januari 2013 wordt reclame gemaakt voor vloerbedekking en parket van ‘Beboparket’ in Vriezenveen. Adverteerder gebruikt een politiebericht als reclame-uiting. Klager was in eerste instantie in de veronderstelling dat sprake was van een officieel politiebericht.

De advertentie heeft het uiterlijk en de opmaak van een officieel politiebericht. Pas nadat men de moeite heeft moeten nemen de advertentie in zijn geheel goed door te lezen is duidelijk dat het in werkelijkheid gaat om een reclame van Beboparket.

Nu de gemiddelde consument door het uiterlijk van de advertentie op het verkeerde been wordt gezet en omdat de reclame-uiting niet duidelijk als reclame herkenbaar is, oordeelt de Reclame Code Commissie dat de uiting in strijd is met artikel 11.1 NRC. Dit artikel zegt ‘Reclame dient duidelijk als zodanig herkenbaar te zijn, door opmaak, presentatie, inhoud of anderszins, mede gelet op het publiek waarvoor het is bestemd’.

Omdat de Commissie ‘Beboparket’ al eerder heeft aanbevolen een dergelijke reclame-uiting niet meer te gebruiken en Beboparket daar geen gevolg aan heeft gegeven, heeft de Commissie besloten de uitspraak als “ALERT” te laten verspreiden.(...)

RB 1655

De door de lettergrootte sterk aandacht trekkende mededeling

RCC 27 februari 2013, dossiernr. 2013/00042 ( C&A 50% korting te kleine letters)

Verhouding lettergrootte van de uiting en disclaimer. De klacht: In de uiting wordt met grote letters aangekondigd dat 50% korting op alles wordt gegeven. In de praktijk blijkt deze aanbieding slechts te gelden voor een beperkt aantal rekken met kleding. De mededeling op de uiting dat de aanbieding slechts geldt voor goederen met een gekleurde sticker valt door het gebruik van kleine letters niet op.

Het verweer: De posters van 70 x 100 cm bevatten door de asterisk een duidelijke verwijzing naar de disclaimer onderaan de poster. De tekst van de disclaimer, waarin staat dat de korting van 50% geldt voor goederen met een gekleurde actiesticker, is goed leesbaar en door de hoogte waarop de poster is opgehangen ook goed zichtbaar.

De Commissie: De mededeling “Nu! 50% korting op alles*” wekt de indruk van een nagenoeg absolute mededeling. Dit aanbod wordt echter in belangrijke mate beperkt door de onderaan de poster opgenomen toevoeging dat dit geldt voor goederen met een gekleurde actiesticker, waarvan – naar klager onweersproken heeft gesteld – slechts enkele rekken aanwezig waren. Deze beperking van het aanbod “50% korting op alles” tot een klein gedeelte van het assortiment wordt naar het oordeel van de Commissie op de poster onvoldoende duidelijk meegedeeld. Weliswaar wordt met een asterisk verwezen naar de ‘disclaimer’, maar deze in kleine letters weergegeven disclaimer valt nauwelijks op in verhouding tot de door de lettergrootte sterk de aandacht trekkende mededeling “50% korting op alles”. De gemiddelde consument wordt aldus onvoldoende attent gemaakt op het feit dat met “alles” in dit verband alleen wordt gedoeld op alles met een gekleurde actiesticker.

RB 1630

Hoofdprijs te winnen door boek te bestellen

CvB 19 februari 2013, dossiernr. 2012/00811 (Kans op hoofdprijs)

Het College vernietigt de beslissing van de Commissie en wijst de klacht alsnog af.

Om mee te mogen dingen naar de, in de geadresseerde mailing, genoemde hoofdprijs van € 100.000,-, dient men een retourformulier terug te sturen. Dat men door middel van dit formulier tevens een boek bestelt, wordt pas achterop de brief vermeld. In hoofdletters wordt meegedeeld dat de ontvanger van de brief is uitgekozen voor deelname aan de hoofdprijs. Klager stelt: “Voordat je het weet zit je dus ergens aan vast.” De Commissie acht de reclame-uiting, in de beslissing van 12 november 2012, misleidend en daarmee oneerlijk.

De vraag of de Commissie de uiting terecht misleidend heeft geacht, is aan de orde. In verband daarmee dient te worden beoordeeld of voor de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende consument voldoende duidelijk uit de uiting blijkt dat inzending van het deelnamebewijs met betrekking tot de in de uiting bedoelde promotionele kansspelen tevens impliceert dat men het boek “Voeding die baat, voeding die schaadt” bestelt.

Met betrekking tot de begeleidende brief constateert het College dat op de voorzijde van deze brief uitdrukkelijk en ook uitsluitend de aandacht wordt gevestigd op de mogelijkheid een “hoofdprijs” van € 100.000,- te winnen. Het College acht het aannemelijk dat de gecombineerde promotionele kansspelen de meeste aandacht van de consument zullen trekken. Anderzijds kan niet worden voorbijgegaan aan het feit dat op de achterzijde van de begeleidende brief uitdrukkelijk staat dat de promotionele actie verband houdt met het boek “Voeding die baat, voeding die schaadt”. De inhoud van het boek wordt uitvoerig toegelicht in de opvallende flyer. De uiting dient op grond van informatie in de flyer en de overige inhoud van de uiting tevens als een uitnodiging tot aankoop van dit boek te worden aangemerkt. Het College vernietigt de beslissing van de Commissie en wijst de klacht alsnog af.

Al deze genoemde aspecten tegen elkaar afwegend, oordeelt het College dat uit het geheel van de uiting voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk blijkt dat inzending van het deelnamebewijs meebrengt dat men tevens bedoeld boek bestelt. Het College komt derhalve tot een ander oordeel dan de Commissie. Het College vernietigt de beslissing van de Commissie en wijst de klacht alsnog af.