Een heel hardnekkig misverstand en een ander voorstel om B2B-acquisitiefraude te bestrijden
P.G.F.A. Geerts, Een heel hardnekkig misverstand en een ander voorstel om B2B-acquisitiefraude te bestrijden, IE-Forum.nl nr. IEF 13013.
Een redactionele bijdrage van Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen.
Een tijdje geleden heb ik mij voorgenomen om mij niet meer (zo) druk te maken over kwesties rondom het toepassingsgebied van art. 6:193a-j BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW. Na het lezen van de MvT wetsontwerp 33 712 (Het tegengaan van acquisitiefraude jegens bedrijven) kan ik mij echter niet meer inhouden. Wat lezen wij namelijk op p. 8:
“Daarbij kan de vraag worden gesteld of het wenselijk is om een afdeling (de OHP afdeling, P.G.) die zich specifiek richt op bescherming van consumenten, ook (deels) toe te passen op ondernemers. De wetgever heeft bij de invoering van de afdeling OHP het toepassingsgebied van de afdeling misleidende en vergelijkende reclame beperkt tot B2B-relaties”.
Opnieuw wordt in een (toelichting bij een) wetsvoorstel gesuggereerd dat na invoering van de OHP-regels, art. 6:194a BW alleen ziet op vergelijkende reclame die zich op handelaren richt (B2B-vergelijkende reclame). En bij deze passage blijft het niet, want op p. 9 lezen wij nog het volgende:
“Daarom stellen de initiatiefnemers voor de afdeling inzake misleidende en vergelijkende reclame aan te passen. De bepalingen uit de afdeling OHP - in het bijzonder artikel 6:193d van het BW - dienen als inspiratie bij de voorgestelde wijziging van artikel 6:194 lid 2 van het BW. Deze oplossing heeft als voordeel dat niet getornd hoeft te worden aan de focus van de afdeling misleidende en vergelijkende reclame, namelijk B2B-relaties”.
Samen met Vollebregt heb ik geprobeerd uit te leggen dat art. 6:194a BW nog steeds van toepassing is op B2C-vergelijkende reclame. Ik ga onze argumenten voor dit standpunt hier niet opnieuw herhalen. Ik volsta met een verwijzing. Nieuwe argumenten heb ik niet.
(dit artikel is sterk ingekort, lees het gehele artikel hier)
Daarbij komt dat wij evenmin in de wet een uitdrukkelijke bepaling hoeven op te nemen die bepaalt dat bij de beoordeling of sprake is van een misleidende omissie art. 6:193d lid 4 BW en art. 6:193e sub a-d BW van overeenkomstige toepassing zijn (zie het voorgestelde art. 6:194 lid 3 BW). Dat zijn zulke voor de hand liggende normen (open deuren zo men wil) die wat mij betreft al in art. 6:194 BW ingebakken zitten. De rechter kan zonder uitdrukkelijke vastlegging in art. 6:194 BW die geldende normen gewoon toepassen.
15. En als wij dan toch bezig zijn met wijzigingen aan te brengen in de afdeling misleidende en vergelijkende reclame dan zou ik ook nog in overweging willen geven om:
- in art. 6:194 BW uitdrukkelijk te bepalen dat ook vereist is dat de misleidende reclame/mededinging het economische gedrag van de ondernemer tot wie de reclame/mededeling zich richt kan beïnvloeden of aan een concurrent schade toebrengt of kan toebrengen. Het gaat er in wezen om de eisen die in art. 2 sub b Richtlijn MVR worden genoemd, duidelijker in art. 6:194 BW tot uitdrukking te laten komen;
- de woorden “op de markt” in art. 6:194a lid 2 sub d BW vervangen door de woorden “onder handelaren”, en
- art. 6:195 BW (meer) in overeenstemming te brengen met de tekst van art. 6:193j BW.
Paul Geerts
Verzoek om een prejudiciële beslissing. Audiencia Provincial de Salamanca.
Misleiding, onjuiste informatie. Aanbeveling. Het betreft een reclamefolder van PostNL met op de voorzijde daarvan de mededeling: “Je pakket voor 18.00 uur verstuurd, is binnen 24 uur bezorgd*”. De asterisk verwijst naar de verticaal in kleine letters aan de zijkant gedrukte tekst: “Als je maandag t/m vrijdag uiterlijk om 18.00 uur (maar altijd een half uur voor sluitingstijd) je pakket aanlevert, streven wij ernaar dit binnen 24 uur te bezorgen.”
Art. 6:194 leden 2 en 3, 6:196 BW en 326d Sr.
Vergelijk
Onduidelijke prijs, bijkomende kosten. Aanbeveling op basis van de
Postfilter. Klacht (afgewezen) vloeit voort uit verkeerde ontdubbelling met diverse wijzen van noteren tussenvoegsels. Aanbeveling voor het onderdeel dat KPN niet heeft gereageerd. De klacht. Klager heeft op 9 maart 2013 van adverteerder geadresseerd reclamedrukwerk ontvangen, hoewel hij adverteerder bij brief van 21 december 2011 heeft verzocht zijn persoonsgegevens niet meer te verwerken. Dit reclamedrukwerk is gericht aan “N.v.d.. Ploeg”.
Ontbreken essentiële informatie. Misleiding. Aanbeveling. Het betreft de verpakking van “Hero B’tween” “Hazelnoot Repen”. Daarop staat onder meer: “Spaar mee & WIN, www.hero.nl, zie de actiecode aan de binnenzijde van de actieverpakking”.
Ontbrekende informatie. Aanbeveling. Het betreft adverteerders brochure voor zover daarin de opleiding HBO Online Marketing & Social Media wordt aangeprezen.
Onduidelijke informatie. Voornaamste kenmerken product. Aanbeveling. Het betreft de uiting voor “1 maand* gratis sporten bij Basic-Fit” op de achterpagina van de “Vaderdagfolder” van BCC en op een “Waardebon” die klanten gedurende de actieperiode bij aankoop van een product bij BCC ontvingen.