RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Reclame  

RB 2519

Niet alleen arrangementen via sail.nl geven toegang tot het hart van SAIL

Vzr. RCC 20 augustus 2015, RB 2519, dossiernr. 2015/00841 (Niet alleen arrangementen via sail.nl geven toegang tot het hart van SAIL)
Voorzitterstoewijzing zonder aanbeveling. Misleiding voornaamste kenmerken product. De uiting: Het betreft een televisiecommercial voor SAIL Amsterdam waarin onder meer wordt gezegd: “Beleef SAIL vanaf het water. Alleen arrangementen geboekt via sail.nl geven toegang tot het hart van SAIL. Kijk nu voor alle unieke arrangementen op sail.nl”. De klacht: Klager stelt, samengevat, dat in de televisiecommercial ten onrechte wordt beweerd dat alleen arrangementen geboekt via sail.nl toegang geven tot het hart van SAIL, waarmee wordt verwezen naar Tall-ships. Er zijn echter andere aanbieders die hetzelfde arrangement aanbieden. Met schepen en vaararrangementen geboekt bij die aanbieders vaart men eveneens langs de schepen. Klager vindt de televisiecommercial om die reden misleidend.

Het oordeel van de voorzitter: 1)  De voorzitter constateert dat niet in geschil is dat de bestreden televisiecommercial afkomstig is van zowel Stichting Sail Amsterdam als Sail Event Partners C.V. Op grond hiervan en nu beiden gezamenlijk op de klacht hebben gereageerd, zal de voorzitter hen als de verantwoordelijke adverteerders aanmerken.

2)  In de bestreden televisiecommercial wordt, na de oproep om SAIL vanaf het water te beleven, gezegd dat alleen arrangementen geboekt via sail.nl toegang geven tot “het hart van SAIL”. Naar het oordeel van de voorzitter zal de gemiddelde consument deze mededeling zo opvatten dat men uitsluitend door middel van arrangementen die via de genoemde website worden geboekt toegang heeft tot het gebied met de belangrijkste attracties. Klager heeft echter met stukken onderbouwd dat er ook aanbieders zijn die niet via deze website kunnen worden geboekt maar die wel over de noodzakelijke accreditatie beschikken voor dit gebied. Adverteerders hebben erkend dat er dergelijke aanbieders bestaan.

3)  Blijkens het voorgaande is geen juiste informatie verstrekt over de voordelen van de diensten van adverteerders als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Anders dan uitdrukkelijk in de televisiecommercial wordt gezegd, is het immers mogelijk ook buiten de in de uiting genoemde website aanbieders te boeken die toegang verschaffen tot het “hart van SAIL”. Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument door deze onjuiste informatie ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Dat, naar adverteerders stellen, de gewraakte mededeling is bedoeld om te waarschuwen voor niet-officiële aanbieders die niet over de noodzakelijke accreditatie beschikken, doet aan dit oordeel niet af. Deze strekking van de boodschap is voor de gemiddelde consument niet kenbaar, zodat deze hem zal ontgaan.

4)  De voorzitter neemt nota van de door adverteerders gemaakte excuses en de mededeling dat de onderhavige televisiecommercial niet meer wordt uitgezonden, zodat ervan kan worden uitgegaan dat geen verdere misleiding meer zal plaatsvinden. Om die reden zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.

De beslissing van de voorzitter:
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.
RB 2518

Celldorado onthoudt consumenten van wezenlijke informatie

CBb 25 augustus 2015, RB 2518; ECLI:NL:CBB:2015:285 (ACM tegen Celldorado).
Hoger Beroep. Misleiding. Consumentenbescherming. Het CBb onderschrijft het oordeel van ACM dat de internet- en televisiecampagnes van sms-dienstaanbieder Artiq Mobile, handelend onder de naam Celldorado, misleidend zijn. In tegenstelling tot de rechtbank Rotterdam oordeelt het CBb dat de wijze waarop Celldorado zijn abonnementsdiensten op internet aanbood wel degelijk misleidend is, omdat moest worden gescrold om essentiële informatie over de aangeboden dienst te kunnen zien. Daar komt bij dat zulke uitingen op internet duidelijke informatie noodzakelijk is, aangezien de consument meestal vluchtig kennis neemt van de informatie op een beeldscherm, aldus het CBb. Ook de televisiereclames van Celldorado zijn volgens het CBb misleidend. Het CBb vernietigt wel een andere overtreding, namelijk het niet naleven van de gedragscode. Volgens het CBb is geen causaal verband aangetoond tussen het feit dat Celldorado de gedragscode niet naleefde en het besluit dat de consument neemt over een overeenkomst.

10.3. ACM heeft op dit punt volstaan met een verwijzing naar haar verweer in eerste aanleg. Daarin heeft zij gesteld dat [naam 1] bij het aanbieden van de sms-diensten tekort is geschoten in het zorgvuldig informeren van consumenten. ACM wijst er in dit verband op dat dit laatste een door de SMS-Gedragscode nagestreefd doel is. [naam 1] heeft onzorgvuldig gehandeld wat betreft de informatievoorziening over geschikte toestellen en benodigde instellingen en door de onjuiste vermelding van de kosten van de IQtest Facebook, waardoor zij niet heeft voldaan aan de vereisten van professionele toewijding en het economische gedrag van de gemiddelde consument wezenlijk is verstoord.

12.4. Het College ziet zich voor de vraag gesteld of het naleven van door marktpartijen opgestelde gedragscodes zou moeten leiden tot het aannemen van verminderde verwijtbaarheid in het geval een marktpartij zich aan de gedragscode houdt, maar er wel een overtreding van de wettelijke bepaling wordt vastgesteld waaraan de gedragscode een nadere invulling geeft. Het College is van oordeel dat ACM zich in haar rol als toezichthouder niet bezig hoeft te houden met de inhoud van door marktpartijen opgestelde gedragscodes. ACM heeft, onder meer, tot taak toe te zien op de naleving van de voor deze marktpartijen geldende wettelijke normen. De regelgeving waarin deze normen zijn vervat en de gedragscodes staan inhoudelijk los van elkaar. De omstandigheid dat er gedragscodes zijn doet niet af aan de bevoegdheid van ACM om in geval van overtreding van de desbetreffende wettelijke normen, een boete op te leggen. Ook in een dergelijke situatie is de van toepassing zijnde wet- en regelgeving bepalend. Van een verminderde verwijtbaarheid van de geconstateerde overtredingen in algemene zin om reden dat [naam 1] en [naam 2] zich wel in overeenstemming met de SMS-gedragscode zouden hebben gedragen - daargelaten of dit inderdaad het geval is - is naar het oordeel van het College geen sprake, aangezien uit het vorenstaande duidelijk is dat [naam 1] en [naam 2] zich in elk geval op meerdere en ook belangrijke andere onderdelen niet aan de SMS-gedragscode hebben gehouden. Gelet hierop ziet de College geen aanleiding tot een ander oordeel te komen dan dat van de rechtbank in de aangevallen uitspraak.
De hogerberoepsgrond slaagt niet.
RB 2517

Pastamachine blijkt geen Marcato maar AH eigen huismerk

Vzr. RCC 25 augustus 2015, RB 2517, dossiernr. 2015/00859 (Pastamachine merk Marcato, of toch huismerk)
Voorzitterstoewijzing. Elektronische apparaten. De uiting: Het betreft de aanbieding van een pastamachine in een folder van Albert Heijn. Deze machine wordt in de uiting omschreven als “AH Pastamachine”. Op de bijgaande afbeelding is een pastamachine te zien van het merk Marcato, type Atlas 150 wellness. In de uiting is voorts een deel van, blijkbaar, een verpakking te zien met daarop onder meer de woorden “Atlas 150 Wellness” en “Marcato”, alsmede een afbeelding van deze machine. De klacht: Klager stelt, kort samengevat, dat de actie geen betrekking blijkt te hebben op een pastamachine van het merk Marcato maar op een apparaat van het AH huismerk. Uit eigen ervaring weet klager dat er een groot verschil bestaat tussen beide machines. Bij het scannen van de barcode van het product via de AH Appie app krijgt men eveneens de Marcato machine te zien. Klager acht de uiting op grond van het voorgaande misleidend.

Het oordeel van de voorzitter:
1)  In de uiting staat een relatief grote afbeelding van een pastamachine van het merk Marcato. Zowel het merk (Marcato) als het type (Atlas 150 wellness) komen daarbij prominent in beeld. Voorts bevat de uiting een afbeelding van de verpakking waarbij eveneens het genoemde merk en type duidelijk in beeld zijn. Niet in geschil is dat de gemiddelde consument op grond van deze informatie zal menen dat de aanbieding specifiek ziet op een pastamachine van bedoeld merk en type in plaats van een machine van het AH huismerk. Dat de omschrijving “AH Pastamachine” kennelijk bedoelt te verwijzen naar een machine van het AH huismerk, zal de gemiddelde consument ontgaan.

2)  Op grond van het voorgaande heeft adverteerder geen juiste informatie verstrekt over de voornaamste kenmerken van het product als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Daarbij verwijst de voorzitter ook naar hetgeen in de Nederlandse Reclame Code onder de Algemene Aanbevelingen sub i is vermeld over de verplichting in een reclame-uiting het product af te beelden waarvoor wordt geadverteerd, aan welke verplichting in het onderhavige geval niet is voldaan. Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument door het voorgaande ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

3)  De voorzitter constateert dat adverteerder heeft aangevoerd dat zij passende maatregelen heeft genomen om herhaling te voorkomen. Niet duidelijk is waaruit deze maatregelen bestaan. De voorzitter is van oordeel dat adverteerder deze maatregelen concreter had dienen te maken, nu niet duidelijk is hoe te verklaren valt dat in de uiting een product van een ander merk is afgebeeld (volgens klager een aanzienlijk beter product) en bovendien ook de verpakking van dat andere product is afgebeeld. Adverteerder heeft verder geen bereidheid getoond om klager alsnog de machine te leveren die in de advertentie is afgebeeld en waarop de aanbieding betrekking lijkt te hebben. Op grond van het voorgaande zal de voorzitter geen gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, zodat adverteerder zal worden aanbevolen niet opnieuw op een dergelijke wijze reclame te maken. Adverteerder zal zich derhalve ervan dienen te vergewissen dat zij in de toekomst niet opnieuw merkartikelen afbeeldt waarop de uiting geen betrekking heeft.

De beslissing van de voorzitter:
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 2515

Een gratis product betekent géén verzend-of verwerkingskosten

RCC 18 augustus 2015, RB 2515, dossiernr. 2015/00798 (Een gratis product betekent géén verzend-of verwerkingskosten)
Aanbeveling. Digitale marketing communicatie. De uiting: Het betreft een uiting op de website van adverteerder www.groupactie.nl, voor zover hierop staat: Deal, Prijs, Verzendkosten, Aantal, Subtotaal
Gratis key finder wit 1x € 4,95 1 € 0,00 Compacte messenslijper 1x € 5,951 € 0,00
Subtotaal  € 0,00 Verzending en verwerking (Verzending-Groupactie)  € 10.90 BTW € 1,89 Te Betalen €10,90 De klacht: In de uiting worden ‘gratis’ producten aangeboden, maar adverteerder brengt vervolgens wel verzend- en verwerkingskosten in rekening. Volgens klager is het in rekening brengen van verwerkingskosten verboden bij een ‘gratis’ actie.

Het oordeel van de Commissie: Krachtens artikel 8.5 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en punt 19 van de bij dit artikel behorende Bijlage 1 is het onder alle omstandigheden misleidend om in een reclame een product als ‘gratis’ te omschrijven als de consument iets anders moet betalen dan de onvermijdelijke kosten om in te gaan op het aanbod en het product af te halen dan wel te laten bezorgen. Deze bepaling betekent – zo blijkt uit de Leidraad voor de tenuitvoerlegging/toepassing van de Europese richtlijn (2005/29/EG) betreffende oneerlijke handelspraktijken met betrekking tot het begrip ‘gratis’ (paragraaf 3.4.3) – dat een aanbod alleen als ‘gratis’ mag worden omschreven als de consument niet meer betaalt dan a) de minimale onvermijdelijke kosten van het reageren op het aanbod, b) de werkelijke vervoers- of verzendkosten en c) de (incidentele) reiskosten om het product op te halen. Er mogen geen kosten in rekening worden gebracht voor verpakking, behandeling of administratie. De Commissie is van oordeel dat de onderhavige reclame-uiting niet voldoet aan voornoemde bepaling. In de uiting staat dat bij bestelling van de als ‘gratis’ omschreven key finder/compacte messenslijper een bedrag van € 10,90 in rekening wordt gebracht wegens verzending en verwerking (verzending-Groupactie). Nu adverteerder – naast de verzendkosten – kennelijk ook verwerkingskosten in rekening brengt, is in de uiting sprake van een onjuist gebruik van de aanduiding ‘gratis’ en is de uiting misleidend en daarmee oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing: De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2511

GSK geeft geen onjuiste mededeling over tanderosie

RCC 21 juli 2015, RB 2511, dossiernr. 2015/00661 (Tandglazuur dat beschadigd is kan niet meer worden hersteld)
Afwijzing. Persoonlijke verzorging. De uiting: Het betreft een televisiecommercial waarin Sensodyne Proglasur tandpasta wordt aangeprezen. In de commercial zegt de “Customer & Shopper Marketing Manager” van GSK het volgende: “Wat wij vandaag de dag eten en drinken, energiedrankjes, vruchtensappen en fruit, dat is alles wat je tandglazuur kan aantasten. Tandglazuur dat eenmaal beschadigd is, kan gewoon helaas niet meer hersteld worden. De tandarts kan je adviseren om Proglasur te gebruiken, want Proglasur helpt tegen tanderosie. Tegen tanderosie moet je preventief al maatregelen nemen.” In beeld verschijnt vervolgens de tekst: “Proglasur helpt beschermen tegen de gevolgen van tanderosie.” De klacht: De mededeling in de reclame dat glazuur nooit meer aangroeit, is niet juist. Sommige tandpasta’s stellen dat ze helpen je glazuur aan te laten groeien. En twee familieleden van klager hebben ervaren dat glazuur wel is teruggekomen.

Het oordeel van de Commissie:
De Commissie vat de klacht aldus op dat klager de televisiecommercial misleidend vindt omdat hierin – volgens klager ten onrechte – wordt gesteld dat eenmaal beschadigd tandglazuur niet meer hersteld kan worden. Deze klacht kan naar het oordeel van de Commissie niet slagen. Adverteerder heeft voldoende onderbouwd dat door tanderosie beschadigd tandglazuur niet meer herstelt. De Commissie ziet hierbij met name op de stelling van prof. Van Loveren in zijn e-mail van 2 juli 2015 dat na het doorbreken van de tand geen glazuur meer gevormd kan worden, en voorts op het artikel “The Role of Erosion, Abrasion and Attrition in Tooth Wear”, waarin met betrekking tot erosie van tandglazuur gesproken wordt van “irreversible loss of surface tissue”. Gelet op het voorgaande wordt naar het oordeel van de Commissie in de televisiecommercial, waarin Proglasur wordt aangeprezen als middel dat helpt tegen tanderosie, geen onjuiste informatie wordt verstrekt over de mogelijkheid van herstel van door erosie beschadigd tandglazuur. Daarom wordt als volgt beslist.

De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.
RB 2510

Eigen keuze van de consument om te reageren op de sms-dienst van AstroTV

Vzr. RCC 7 augustus 2015, RB 2510, dossiernr. 2015/00785 (Eigen keuze consument om te reageren op sms-dienst AstroTV)
Voorzittersafwijzing. SMS/Internet diensten. De uiting: Het betreft een uitzending van AstroTV waarin kijkers worden opgeroepen een sms te zenden naar een daarbij genoemd nummer in het kader van een eenmalige sms-dienst. De klacht: Klager stelt, samengevat, dat in de uitzending wordt geadverteerd met een sms dienst waarbij wordt gezegd dat de paragnosten van verweerder via sms de energie van de afzender ontvangen en dan een blik in de toekomst van de afzender kunnen werpen. Volgens klager hebben veel mensen niet het vermogen fictie van realiteit te onderscheiden waardoor zij gebruik maken van de bewuste dienst. Volgens klager is sprake van een vorm van oplichting waar nietsvermoedende consumenten intrappen.

Het oordeel van de voorzitter: De voorzitter constateert dat klager bezwaar maakt tegen een uiting in de vorm van een oproep om een sms te zenden in het kader van een eenmalige betaalde sms-dienst op het gebied van de astrologie. De voorzitter begrijpt dat deze uiting is uitgezonden tijdens het televisieprogramma AstroTV, kennelijk een programma specifiek bedoeld voor degenen die geïnteresseerd zijn in astrologie. De voorzitter oordeelt dat het de eigen keuze van de consument is of hij in het onderwerp van de uitzending is geïnteresseerd en welke waarde hij daaraan toekent. De uiting is specifiek gericht op kijkers van het televisieprogramma en sluit aan bij hun interesse en overtuiging met betrekking tot de waarde van astrologie. Dat anderen die overtuiging niet delen, brengt niet mee dat de uiting misleidend dient te worden geacht. Degenen die geen waarde hechten aan astrologie, zullen immers de uiting niet zien en ook overigens niet tot een transactie worden bewogen met betrekking tot het verzenden van een sms in het kader van de aangeprezen dienst. Om die reden kan de klacht niet slagen.
RB 2509

Geen verplichting voor studenten tot inschrijving huisarts studentenstad

Vzr. RCC 11 augustus 2015, RB 2509, dossiernr. 2015/00796 (Geen verplichting voor studenten tot inschrijving huisarts studentenstad)
Voorzitterstoewijzing. Misleiding reclamefolder. De uiting: Het betreft de reclamefolder waarvan de aanhef luidt “Huisarts in je studentenstad is verplicht”. De klacht: De mededeling “Huisarts in je studentenstad is verplicht!” is in strijd met de waarheid en daardoor misleidend. Met deze zinsnede tracht verweerder druk op klaagster uit te oefenen teneinde haar ertoe te bewegen om zich bij adverteerder in te schrijven. Bovendien is de uiting bij klaagster bezorgd ondanks het feit dat op klaagster brievenbus een NEE/NEE-sticker was aangebracht.

Het oordeel van de voorzitter:
1. Verweerder heeft niet aangetoond dat er een verplichting bestaat voor studenten om zich in te schrijven bij een huisarts in de stad waar men studeert. Dat, naar verweerder stelt, onder omstandigheden een passantentarief in rekening gebracht kan worden dat niet door zorgverzekeraars zou worden vergoed, betekent niet dat er sprake is van een verplichting zoals gesteld is in de reclame-uiting. In zoverre is de uiting onjuist en daardoor misleidend. Blijkens het voorgaande is in de uiting onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. 2. Voorts is niet weersproken dat de uiting is gedeponeerd in de van een NEE/NEE-sticker voorziene brievenbus van klaagster. Gelet hierop is het bepaalde in artikel 3.1 van de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (Code VOR) overtreden, ingevolge welk artikel afzenders en verspreiders ieder voor zich en in gezamenlijk overleg alle maatregelen en voorzieningen dienen te treffen die noodzakelijk zijn teneinde de respectering van de in bijlage 1 bij de Code VOR vermelde stickers te bereiken. Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing van de voorzitter:
Op grond van het hierboven onder 1 overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en beveelt hij verweerder aan voortaan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Op grond van het onder 2 overwogene is gehandeld in strijd met artikel 3.1 Code VOR. De voorzitter beveelt verweerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 2508

Betekenis van het woord treinkaartje: betalingsbewijs én vervoersbewijs

Vzr. RCC 11 augustus 2015, RB 2508, dossiernr. 2015/00792 (Betekenis woord treinkaartje)
Voorzitterstoewijzing. Misleiding treinkaartjes. De uiting: Het betreft een in een envelop verspreide reclame-uiting met de tekst “Alstublieft Drie gratis treinkaartjes” Daarbij zitten twee “Overgang 2-1 dagkaart”-en en één “Meereiskaart voor 2 dagen”. De klacht: In eerste instantie denk je dat je drie gratis treinkaartjes hebt gekregen, maar dat blijkt niet het geval te zijn. Je moet over een geldig 2e klas vervoersbewijs beschikken om de kaartjes te kunnen gebruiken.

De beslissing van de voorzitter:
De klacht betreft de vraag wat de gemiddelde consument pleegt te verstaan onder het woord “treinkaartje”. Naar het oordeel van de voorzitter zal deze consument bij het lezen van de tekst “Alstublieft. Drie gratis treinkaartjes” in de veronderstelling verkeren dat hij drie kaartjes krijgt, die kunnen gelden als betalingsbewijs dan wel vervoersbewijs voor een reis per trein. De voorzitter weet zich daarin gesteund door de betekenis die het woord “treinkaartje’’ onder meer volgens Van Dale’s woordenboek der Nederlandse Taal en Wikipedia heeft. Nu de kaartjes alleen zijn te gebruiken in combinatie met een geldig vervoersbewijs acht de voorzitter de gewraakte mededeling misleidend. Dat elders op en in de uiting verwezen wordt naar van toepassing zijnde beperkende voorwaarden, leidt niet tot een ander oordeel. Blijkens het voorgaande is in de uiting voor de gemiddelde consument onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing van de voorzitter:
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code en beveelt hij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2507

Waarschuwing Let op! Geld lenen kost geld ontbreekt ten onrechte

Vzr. RCC 11 augustus 2015, RB 2507, dossiernr. 2015/00686/l (Let op! Geld lenen kost geld ontbreekt ten onrechte)
Voorzitterstoewijzing voor zover nodig. Herkenbaarheid reclame. De uiting: Het betreft de op de website www.emmen.nu/nieuws/emmen staande advertentie met de aanhef “Snel geld lenen zonder problemen”. De klacht: In deze advertentie ontbreekt de waarschuwing “geld lenen kost geld”, zoals voorgeschreven door de Autoriteit Financiële Markten (AFM).

Het oordeel van de voorzitter: Ingevolge artikel 53 lid 8 van het Besluit Gedragstoezicht Financiële Ondernemingen WFT (Wet Financieel Toezicht) dient in reclame-uitingen voor krediet de waarschuwing “Let op! Geld lenen kost geld” te zijn opgenomen. Zowel Boom als Geldlenenkostgeld.nl hebben laten weten dat in de gewraakte reclame-uiting deze wettelijk verplichte waarschuwing ten onrechte ontbreekt, maar dat de uiting onmiddellijk is aangepast. Door het ontbreken was de uiting in strijd met de wet en derhalve in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts acht de voorzitter de reclame-uiting op de subpagina niet duidelijk als zodanig herkenbaar, op grond waarvan hij de uiting in strijd acht met artikel 11.1 NRC. 

De beslissing van de voorzitter
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met het bepaalde in de artikelen 2 en 11.1 NRC en beveelt hij, voor zover nodig, de verweerders aan om het in eerdergenoemde artikelen bepaalde voortaan in acht te nemen.
RB 2506

Bosch espressoapparaat niet verkrijgbaar met DE-spaarpunten

Vzr. RCC 11 augustus 2015, RB 2506, dossiernr. 2015/00777 (Bosch espressoapparaat niet verkrijgbaar met DE-spaarpunten)
Voorzittersafwijzing. Douwe Egberts. De uiting: Het betreft de website www.blokker.nl/n/blknl/douwe-egberts. De klacht: Klager wilde zijn DE-spaarpunten inwisselen voor een koffiezetapparaat. Toen klager bij de Blokker-vestiging in Brunssum op de Blokker-website het zoekprogramma had doorlopen, viel zijn keuze op een Bosch espressoapparaat. Dit apparaat bleek klager echter niet met DE-punten te kunnen krijgen. Nu klager de gelegenheid had om via de DE-link een toestel te selecteren dat hij niet met DE-punten kon krijgen, acht hij de website misleidend.

Het oordeel van de voorzitter:
Nu DE voor de besteding van DE-spaarpunten gebruik maakt van de diensten van Blokker, in die zin dat men DE-spaarpunten in een aantal Blokker-vestigingen kan besteden, alwaar men tevens op de Blokker-website in de gelegenheid is een keuze uit het DE-assortiment te maken, acht de voorzitter beide adverteerders verantwoordelijk voor de wijze waarop men op de website het DE-assortiment kan bekijken.
Met betrekking tot de gewraakte website overweegt de voorzitter dat niet is gebleken dat men bij het op correcte wijze doorlopen van het programma, dat de DE-spaarder moet leiden naar het DE-assortiment, uitkomt bij producten die men niet met DE-spaarpunten kan kopen. DE wijst er daarbij op dat, om duidelijk te maken welke  producten tot het DE-assortiment behoren, bij deze producten een “DE”-zegel is afgebeeld, zoals dat bijvoorbeeld het geval is op de door klager overgelegde pagina waarop de stappen 3 en 4 zijn omcirkeld. Op grond van het vorenstaande acht de voorzitter de klacht ongegrond.

De beslissing van de voorzitter
De voorzitter wijst de klacht af.