RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Prijsaanduiding  

RB 1695

Verhoogd “standaardtarieven” voor verzending tijdens actieperiode

RCC 12 maart 2013, dossiernr. 2013/00125 (“standaardtarieven” voor verzending)

Uitspraak in strijd met art. 7 NRC en art. 8.2 NRC. Het betreft de aanbieding in de webshop op adverteerders website www.mediamarkt.nl: “WESTERN DIGITAL Elements Desktop 2TB Zwart (…) € 88,- Media Markt Onlineprijs, Bezorgkosten € 4,99”. In een banner naast de aanbieding staat “21% BTW weg ermee! Nog maar 02 dagen, 09 uren, 39 minuten. Alle getoonde online prijzen zijn inclusief BTW-voordeel. Zolang de voorraad strekt. Klik hier voor alle actievoorwaarden”.

Tijdens de actieperiode bedroeg de actieprijs € 88,- inclusief BTW-voordeel, maar waren de verzendkosten verhoogd tot € 4,95. Toen de BTW-actie was afgelopen, bleek de prijs nog steeds € 88,- te zijn, maar bedroegen de verzendkosten weer € 1,95. Volgens klager is tijdens de actie dus geen korting verleend op de WD harddisk. Voor dit product moest tijdens de actie zelfs meer worden betaald dan na de actie als gevolg van de hogere verzendkosten.

(...) Naar het oordeel van de Commissie blijkt dit voor de gemiddelde consument onvoldoende uit de uiting. In de banner die verschijnt naast de beschrijving van de WD harddisk wordt gewezen op de BTW-actie, de duur van “nog maar” ruim 2 dagen, en wordt meegedeeld  dat alle getoonde online prijzen inclusief BTW-voordeel zijn. Door dit alles wordt de indruk gewekt dat de voor de WD harddisk getoonde prijs van € 88,- een actieprijs inclusief BTW-voordeel is, die slechts gedurende de actieperiode geldt. De in de banner opgenomen link naar de actievoorwaarden maakt de gemiddelde consument onvoldoende attent op het feit dat actie niet voor de naast de banner staande aanbieding geldt.

Gelet op het voorgaande wordt in de uiting dubbelzinnige informatie verstrekt over het prijsvoordeel van de aangeboden harddisk als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Dit geldt temeer, nu tijdens acties voor alle leveringen - waaronder ook, zo begrijpt de Commissie, producten waarop de betreffende actie niet van toepassing is -  de “standaardtarieven” voor verzending gelden. (...) de Commissie acht de uiting misleidend.

RB 1693

De context wekt de indruk dat je niet elders naar aanbiedingen hoeft te zoeken

RCC 12 maart 2013, dossiernr. 2013/00095 (Dag, sjouwen met aanbiedingen, Jumbo reclame)

Uiting in strijd met artikel 7 en 8.2 NRC. Het betreft een televisiecommercial waarin, door een voice-over en door verschillende, afwisselend in beeld verschijnende personen, het volgende wordt gezegd: “Dag, sjouwen met aanbiedingen. Dag, meer kopen dan je nodig hebt. Dag dure, dagelijkse boodschappen. Dag, oude supermarkt.” “Hallo Jumbo!” “Hallo, elke dag de laagste prijs.” “Ja, en dat dag in dag uit.” “En alles met de laagste prijsgarantie.” “Op al onze 32.000 producten. Hallo, altijd de laagste prijs.” “Hallo Jumbo!” In beeld verschijnt de tekst: Hallo Jumbo. Altijd de goedkoopste bij u in de buurt!” En “kijk voor de spelregels op jumbosupermarkten.nl”. Aan het eind van de commercial zegt de voice-over: “En vindt u het ergens toch blijvend goedkoper, dan passen wij de prijs aan en krijgt u het gratis”.
 
In de voorwaarde van de laagste prijsgarantie staat echter dat aanbiedingen van andere winkels niet gelden. In de reclame wordt naar de mening van klager ten onrechte de indruk gewekt dat de producten van Jumbo ook altijd goedkoper zijn dan de aanbiedingen van andere supermarkten.

De commercial, waarin de aandacht wordt gevestigd op de laagsteprijsgarantie van Jumbo, vangt aan met onder meer de zinsneden: “Dag sjouwen met aanbiedingen” en “Dag oude supermarkt”. Gelet op deze mededelingen en gelet op de context van de reclame wordt naar het oordeel van de Commissie de indruk gewekt dat men niet elders naar aanbiedingen hoeft te zoeken omdat Jumbo, vanwege haar laagsteprijsgarantie, toch goedkoper is.

Deze indruk wordt, bezien in het licht van de gehele reclame-uiting, onvoldoende weggenomen door de enkele vermelding aan het eind van de commercial, dat de prijs wordt aangepast indien men het product ergens ‘blijvend’ goedkoper vindt.  Naar het oordeel van de commissie is de uiting in strijd met artikel 7 en 8.2 NRC.

RB 1692

21% BTW weg ermee niet voor gewilde producten

RCC 6 maart 2013, dossiernr. 2013/00092-(A)/(B) (Media Markt actie 21% BTW weg ermee)

Het betreft de televisiecommercial voor de ‘BTW weg ermee-actie’ van Media Markt. De voice-over zegt, voor zover hier van belang:“21% BTW weg ermee! Tot en met zondag betaalt Media Markt voor u de BTW. Tv, computer, witgoed & huishoudelijk, hifi & mp3, telecom & navigatie, foto & video en persoonlijke verzorging, bijna allemaal zonder 21% BTW.” De genoemde productgroepen verschijnen ook in beeld, evenals (het merendeel van) de gesproken tekst. Korte tijd staat onderin beeld de mededeling: “kijk voor de actievoorwaarden op mediamarkt.nl”. Daarnaast betreft het de reclameborden die bij de kassa’s van het Media Markt filiaal(...) staan met de tekst: “Media Markt betaalt voor u de BTW! 21% BTW WEG ERMEE. Dit is hét moment om te kopen!”

Naar aanleiding van de televisiecommercial heeft klaagster een filiaal van Media Markt bezocht. In de winkel bleek haar dat de BTW weg ermee-actie voor een heleboel artikelen (...) niet gold, hoewel de reclamespot het anders doet voorkomen. Klaagster vindt de commercial misleidend. Tevens vindt klager(B) dat de mededeling dat Media Markt de 21% BTW voor de klant betaalt misleidend. Er wordt in strijd met de waarheid gesuggereerd dat de consument geen BTW betaalt, terwijl Media Markt op grond van de Wet op de omzetbelasting verplicht is 21% BTW af te dragen. Al zou Media Markt bedoelen dat men 21% korting krijgt, dan is dat niet het exacte BTW-bedrag. Dit laatste bedraagt immers 21/121e van de verkoopprijs. Er wordt niet verwezen naar voorwaarden.

In de uitspraak in dossier 2012/00958B heeft de voorzitter van de Commissie Media Markt gewezen op de noodzaak beperkende voorwaarden op de juiste wijze te communiceren. In de onderhavige uiting heeft Media Markt deze informatie achterwege gelaten, hoewel daarvoor voldoende ruimte beschikbaar is.

De Commissie stelt voorop dat in de televisiecommercial niet wordt gesteld of gesuggereerd dat de Media Markt gedurende de BTW-actie niet de wettelijk verplichte BTW afdraagt. De Commissie acht voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat de mededeling “Media Markt betaalt voor u de BTW” betekent dat Media Markt gedurende de actie het BTW-gedeelte dat is begrepen in de buiten de actieperiode geldende verkoopprijs van producten voor haar rekening neemt.

 Door deze wijze van presenteren wordt gesuggereerd dat de actie voor vrijwel het gehele assortiment binnen de genoemde productgroepen geldt en dat slechts een gering aantal artikelen van de actie uitgesloten is. Uit de in de actievoorwaarden opgenomen lijst blijkt echter dat de actie niet van toepassing is op een aanzienlijk aantal - vaak gewilde - producten. (...) Gelet hierop is sprake van het ontbreken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in de aanhef en onder c van artikel 8.3 NRC.

RB 1687

HvJ EU: Leverancier verwijst naar dwingende regeling voor andere categorie consumenten

HvJ EU 21 maart 2013, zaak C-92/11 (RWE Vertrieb) - dossier - persbericht

Prejudiciële vraag gesteld door het Bundesgerichtshof, Duitsland.

Uitlegging van artikel 1, lid 2, en, junctis de punten 1, sub j, en 2, sub b, tweede volzin, van de bijlage, van de artikelen 3 en 5 van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB L 95, blz. 29) – Uitlegging van artikel 3, lid 3, juncto bijlage A, sub b en c, van richtlijn 2003/55/EG (...) interne markt voor aardgas – Beding waarbij professionele leveranciers het recht wordt verleend de prijs van de dienst te wijzigen door te verwijzen naar een dwingende regeling die voor een andere categorie van consumenten bedoeld is – Toepasselijkheid van richtlijn 93/13/EG – Vereisten betreffende de verplichting tot duidelijke en begrijpelijk formulering en betreffende de transparantieverplichting.

Het Hof (Eerste kamer) verklaart voor recht:

1) Artikel 1, lid 2, van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten moet aldus worden uitgelegd dat deze richtlijn van toepassing is op de bedingen van algemene voorwaarden die zijn opgenomen in tussen een verkoper en een consument gesloten overeenkomsten waarin een voor een andere categorie overeenkomsten geldende regel van nationaal recht is overgenomen, en die niet aan de betrokken nationale regeling zijn onderworpen.

2) De artikelen 3 en 5 van richtlijn 93/13, gelezen in samenhang met artikel 3, lid 3, van richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en houdende intrekking van richtlijn 98/30/EG, moeten aldus worden uitgelegd dat bij de beoordeling of een standaardbeding waarin een leverancier zich het recht voorbehoudt om de gasprijs te wijzigen, beantwoordt aan de in deze bepalingen gestelde eisen van goede trouw, evenwicht en transparantie, wezenlijk belang moet worden gehecht aan met name:

– de vraag of in de overeenkomst de reden voor en de wijze van aanpassing van deze prijs transparant worden toegelicht, zodat de consument aan de hand van duidelijke en begrijpelijke criteria eventuele wijzigingen van deze prijs kan voorzien. Wanneer vóór sluiting van de overeenkomst daarover geen informatie is verstrekt, kan dit in beginsel niet worden goedgemaakt enkel door het feit dat de consumenten in de loop van de uitvoering van de overeenkomst redelijke tijd vooraf zullen worden geïnformeerd over de prijsaanpassing en hun opzeggingsrecht mochten zij deze aanpassing niet wensen te aanvaarden, en

– de vraag of de consument in concreto daadwerkelijk zijn opzeggingsrecht kan uitoefenen.

Het is de taak van de verwijzende rechter om bij deze beoordeling rekening te houden met alle omstandigheden van het concrete geval, daaronder begrepen alle bedingen van de algemene voorwaarden van de consumentenovereenkomsten waarvan het omstreden beding deel uitmaakt.

Op andere blogs:
Out-Law (Using the words of legal requirements not an absolute defence to 'unfair' contract terms claims, rules CJEU)

RB 1671

Alle producten zijn gratis! 0 euro, noppes, niks, nada!

RCC 4 maart 2013, dossiernr. 2013/00110 (GRATIS producten)

Verzendkosten. Het betreft de website gratiskoop.nl, waarop onder meer wordt gesteld: “Gratiskoop.nl, Alle producten zijn gratis! 0 euro, noppes, niks, nada!” En “Wij maken geen onnodige marketing kosten omdat jij het product deelt via Facebook of Twitter en daardoor kunnen wij blijvend nieuwe GRATIS producten blijven aanbieden aan jullie.”

Klager stelt, kort samengevat, dat de bewering onjuist is dat de producten gratis kunnen worden aangeboden omdat bespaard wordt op de marketingkosten. De producten worden betaald via de te hoge verzendkosten van standaard €5,95 per enkele bestelling. Omdat de producten worden betaald via te hoge verzendkosten, worden ze ten onrechte aangemerkt als ‘Gratis’.

(...) Naar adverteerder erkent komen de standaard voor alle bestellingen in rekening gebrachte verzendkosten niet overeen met de daadwerkelijke verzendkosten die voor de betreffende producten gelden. Op grond hiervan is sprake van een misleidende wijze van reclame maken als bedoeld in artikel 8.5 in combinatie met de aanhef en punt 19 van Bijlage 1 NRC.

De bewering dat de producten gratis kunnen worden aangeboden omdat door de reclame via Facebook of Twitter bespaard wordt op de marketing kosten, is door adverteerder onvoldoende onderbouwd. Om bovengenoemde redenen is de reclame-uiting misleidend (...)

RB 1670

Aanbieding in banner voor niet meer beschikbare tickets

RCC 28 februari 2013 2013, dossiernr. 2012/01107-1 (Voor € 50* met de trein naar hartje Londen)

Het betreft een banner op https://www.eurostar.nl. Daarin staat onder meer: “Voor € 50* met de trein naar hartje Londen” en “Londen vanaf € 50 enkele reis”.

Toen klager op de banner klikte, kwam hij op de boekingspagina van NS Hispeed terecht. Vervolgens boekte hij een treinreis Delft-Londen (en terug) voor 4 maanden later ofwel de maximale periode voor vroegboeken. Het lukte klager niet een enkele reis voor € 50,- te vinden; het laagst aangetroffen tarief was € 77,80. Met ingang van de nieuwe dienstregeling bestaan de aangeboden kaarten volgens klager niet eens meer.

Eurostar heeft -kort samengevat- erkend dat zij in de bestreden banner tickets heeft aangeboden, in het verweer kennelijk aangeduid als “Ieder Station Nederland tickets”, die op het moment van aanbieden niet meer beschikbaar waren. Gelet hierop heeft verweerder 'Eurostar' gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel V onder 2 RR.

Voor zover de klacht is gericht tegen NS Hispeed, wijst de Commissie deze af. Naar haar oordeel is de bestreden banner, waarin de naam NS Hispeed niet voorkomt, geplaatst door Eurostar als adverteerder in de zin van artikel 1 NRC en niet door NS Hispeed of geheel of deels ten behoeve van NS Hispeed. Meer in het bijzonder heeft de Commissie geen aanwijzingen dat NS Hispeed betrokken is geweest bij plaatsing van de bestreden banner, bijvoorbeeld door daartoe opdracht te geven.

RB 1669

Prijs op voorbehoud van beschikbaarheidstoeslag

RCC 28 februari 2013, dossiernr. 2013/00049 (beschikbaarheidstoeslag)

Reclamecode Reisaanbiedingen (RR). Het betreft een aanbieding in een reisgids van adverteerder van een vliegreis van 5 dagen naar Rome inclusief het verblijf in een hotel. Boven een beschrijving van het hotel staat: “vanaf € 479”. Onder het kopje “PRIJSINFORMATIE” staat een aantal vertrekdata, waarachter de “Prijzen p.p in euro op basis van 2-pk” worden genoemd.

Volgens de uiting kost de bewuste reis in de door klaagster gewenste periode € 549,-. Op het moment dat klaagster de reis wilde boeken, bleek echter dat de reis in deze periode € 718,- kostte. Uit een telefoongesprek met het reisbureau bleek dat er een beschikbaarheidstoeslag werd berekend van € 169,- per persoon. Hierover wordt niets in de reisgids vermeld. In de uiting wordt aldus de illusie gewekt dat de genoemde prijs de werkelijke prijs is.

De Commissie acht het aannemelijk dat de onder prijsinformatie opgenomen prijs per vertrekdatum de reissom is, inclusief de op het moment van publicatie vaste onvermijdbare kosten, gebaseerd op de L-vluchtklasse - zoals in de uiting wordt vermeld onder: “Bij ons inclusief”.

Gebleken is dat in de prijs niet is begrepen de eventuele toeslag voor een andere vluchtklasse, indien de L-klasse niet beschikbaar is. Of de L-klasse beschikbaar is, blijkt pas wanneer men daadwerkelijk boekt. De Commissie is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat op grond van artikel 8.4 onder c NRC bij de prijs een mededeling of voorbehoud had dienen te staan, waaruit blijkt dat sprake kan zijn van extra kosten, te weten een beschikbaarheidstoeslag. (...) 

De in de uiting genoemde prijzen zijn onvoldoende duidelijk en de bestreden reclame-uitingen in strijd met artikel IV onder 1 RR.

RB 1665

Voordeel naar vaste lijn in India

RCC 27 februari 2013, dossiernr. 2012/01133 (India Fixed)

Het betreft de Engelstalige folder van “BudgetCalls”. In de uiting staan diverse landen met doorgestreepte tarieven, waaronder : “India Fixed” en de doorgestreepte prijs “29,9 p/min”. Hiernaast staat in een stervormig kader: “1p/min”. Hieronder staan instructies en wordt bij wijze van voorbeeld het bellen naar een vaste lijn in India toegelicht, gevolgd door de tekst: “Now you save 28 pence per minute on your call”.

In de advertentie staat als voorbeeld de situatie dat men 28 pence bespaart indien men via een toegangsnummer van adverteerder naar een vaste lijn in India belt. In de lijst met tarieven wordt voor het bellen naar een vaste lijn in India een oorspronkelijk tarief van 29,9 pence per minuut genoemd, hetgeen op basis van de genoemde besparing impliceert dat het tarief van adverteerder 1,9 pence per minuut bedraagt in plaats van 1 pence per minuut, ondanks dat het om een 0844 nummer gaat. Er is op grond van het voorgaande volgens klager sprake van een kennelijke tegenstrijdigheid in de uiting (“apparent anomaly”).

Adverteerder heeft niet betwist dat uit het in de uiting genoemde voorbeeld volgt dat zij voor bellen naar een vaste lijn in India via haar 0844 nummer een tarief van 1,9 pence per minuut in rekening brengt in plaats van 1 pence per minuut, zoals uitdrukkelijk in de uiting als het toepasselijke tarief wordt genoemd. Blijkens het voorgaande is geen juiste, althans geen duidelijke informatie verstrekt over de prijs van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef onder d NRC. (...) Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1647

Elk moment opzegbaar maar wel met 'buy out' regeling

RCC 20 februari 2013, dossiernr. 2012/01070(A) (Opzeggen met buy out)

Het betreft een advertentie in het Eindhovens Dagblad met de mededeling: “Onbeperkt sporten zonder dat je ergens aan vast zit. Het kan nu bij HealthCity!” Elders in de uiting staat “Sporten v.a. €44,95 p.m. Niet tevreden, geld terug en elk moment opzegbaar"

Klager maakt bezwaar tegen de mededeling “Onbeperkt sporten zonder dat je ergens aan vast zit”, omdat je in praktijk een 2 jarig contract dient af te sluiten en bij tussentijdse opzegging vast zit aan een ‘buy out’ regeling.

Naar het oordeel van de voorzitter zal de gemiddelde consument de mededeling “Onbeperkt sporten zonder dat je ergens aan vast zit” zo interpreteren, dat hij geen enkele additionele verplichting heeft indien hij zijn abonnement tussentijds wenst te beëindigen. Deze indruk wordt versterkt door de mededeling “elk moment opzegbaar” elders in de uiting.

Blijkens artikel 7.5 van de Algemene Voorwaarden HealthCity, en naar adverteerder erkent, is een abonnement vanaf €44,95 per maand echter alleen opzegbaar na een additionele betaling op basis van een herberekening van de abonnementskosten op basis van de daadwerkelijk afgenomen periode en de daarbij behorende hogere lidmaatschapsprijs (“buy out”). Deze financiële verplichting is in tegenspraak met hetgeen wordt medegedeeld in de uiting. (...) Blijkens het voorgaande is geen juiste informatie verstrekt over de voordelen, de uiting is daarom misleidend en daardoor oneerlijk.

RB 1646

0 cent/ minuut-campagne misleidend door niet vermelden van starttarief

RCC 19 februari 2013, dossiernr. 2012/01115-1 (0 cent/ minuut-campagne)

De klacht richt zich op de reclame-uitingen voor de 0 cent/ minuut-campagne. Deze geven volgens klager onjuiste en dubbelzinnige informatie over de prijs van het bellen naar het buitenland. In de uitingen wordt de schijn gewekt dat bellen naar de genoemde landen gratis is, terwijl starttarieven in rekening worden gebracht. Deze worden niet genoemd en hiervoor wordt niet, althans niet op duidelijke wijze, gewaarschuwd.

Vast is komen te staan dat het geadverteerde aanbod “0 cent per minuut internationaal bellen” van Vectone (Delight Mobile) inhoudt dat voor het mobiel bellen naar een vaste lijn op bepaalde internationale bestemmingen, ongeacht de duur van het telefoongesprek, (alleen) een starttarief van 9,5 cent in rekening wordt gebracht.

Naar het oordeel van de Commissie vormt het feit dat voor ieder gesprek een starttarief in rekening wordt gebracht alsmede de hoogte van het starttarief essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te kunnen nemen. De totale gesprekskosten vallen als gevolg van het gehanteerde starttarief immers hoger uit dan door het geadverteerde tarief van 0 cent per minuut wordt gesuggereerd.(...)

De uitingen bevatten een vergelijking van de gesprekskosten van de verschillende aanbieders. Teneinde te voorkomen dat de gemiddelde consument door de vergelijking op het verkeerde been wordt gezet, dienen de vergeleken gegevens juist en volledig te worden vermeld. Het ontbreken van informatie over het door de aanbieders gerekende starttarief, dat onderdeel uitmaakt van de totale gesprekskosten, leidt in de met 1b en 1d aangeduide posters en de met 2a en 2b aangeduide sms-berichten tot een misleidende omissie. (...) Naar het oordeel van de Commissie is sprake van een misleidende vergelijking.

Het oordeel van de Commissie
2. Vast is komen te staan dat het geadverteerde aanbod “0 cent per minuut internationaal bellen” van Vectone (Delight Mobile) inhoudt dat voor het mobiel bellen naar een vaste lijn op bepaalde internationale bestemmingen, ongeacht de duur van het telefoongesprek, (alleen) een starttarief van 9,5 cent in rekening wordt gebracht.

6.2. De uitingen bevatten een vergelijking van de gesprekskosten van de verschillende aanbieders. Teneinde te voorkomen dat de gemiddelde consument door de vergelijking op het verkeerde been wordt gezet, dienen de vergeleken gegevens juist en volledig te worden vermeld. Zoals in het voorgaande reeds is overwogen, leidt het ontbreken van informatie over het door de aanbieders gerekende starttarief, dat onderdeel uitmaakt van de totale gesprekskosten, in de met 1b en 1d aangeduide posters en de met 2a en 2b aangeduide sms-berichten tot een misleidende omissie.