RB
RB 3909
16 juni 2025
Artikel

deLex zoekt Juridisch eindredacteur (32 uur)

 
RB 3913
3 juli 2025
Uitspraak

Influencer op TikTok heeft onvoldoende kenbaar gemaakt dat zij samenwerkt met Gymshark en Upfront

 
RB 3917
1 juli 2025
Artikel

Nieuw verschenen bij deLex: Het Rechterlijk Verbod en Bevel van Prof. mr. C.J.J.C. van Nispen - Tweede geheel herziene druk

 
RB 2403

Gebruik van de absolute term 'gifvrij' niet te rechtvaardigen

RCC 7 mei 2015, RB 2403, dossiernr. 2015/00297 (Gifvrije transfermarker)
Milieu Reclame Code. Voorzitterstoewijzing zonder opleggen aanbeveling. De uiting: Het betreft de website www.homemade4you.nl voor zover hierop ten aanzien van een “transfermarker (AD chartpack blender)” wordt meegedeeld: “AD markers van Chartpak zijn op alcoholbasis, permanent, gifvrij en snel-streeploos drogend.” De klacht: Klaagster stelt dat in de bestreden uiting staat dat het product gifvrij is en op basis van alcohol. Op de verpakking van het product staat echter dat er een kankerverwekkende stof in zit, te weten xyleen. Het is misleidend om dit als een gifvrij product te verkopen.

Het oordeel:

1) Klaagster maakt bezwaar tegen een uiting die blijkbaar onderdeel vormt van de webshop van verweerder. Deze uiting bevat mededelingen over het onderhavige product die duidelijk aanprijzend zijn bedoeld, onder meer voor zover wordt gezegd dat het product gifvrij is. Hierdoor is sprake van een reclame-uiting in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code. Meer in het bijzonder gaat het om een reclame-uiting waarin blijkens het voorgaande expliciet wordt gerefereerd aan milieuaspecten. Hierdoor valt de uiting onder de werkingssfeer van de Milieu Reclame Code (MRC), zodat de voorzitter aan deze code zal toetsen.

2) In de uiting, zoals deze luidde ten tijde van het indienen van de klacht, stond dat het product gifvrij is. Niet gebleken is dat in de uiting de ingrediënten van het product werden genoemd, zodat de consument de mededeling “gifvrij” niet kon verifiëren.

3) Verweerder heeft inmiddels de uiting aldus gewijzigd dat daarin nu, kort weergegeven, staat dat het product weliswaar een “veiligheidslabel” bevat, maar dat de reden hiervan is dat daardoor de niet-giftigheid van het product niet hoeft te worden bewezen in een “zeer kostbaar onderzoek”. De voorzitter acht dit onvoldoende om aan te nemen dat sprake is van een “gifvrij” product of een product dat geen schadelijke bestanddelen bevat. Ook verder is dit niet aannemelijk geworden, mede gelet op het feit dat in de gewijzigde uiting staat dat men het product niet moet gebruiken indien men zwanger is en dat men het product in een goed geventileerde omgeving moet gebruiken. Nu niet aannemelijk is geworden dat het product geen schadelijke stoffen bevat, acht de voorzitter de uiting door het gebruik van het woord “gifvrij” in strijd met het bepaalde in artikel 2 MRC en 5 MRC. Dat de koper akkoord moet gaan met de voorwaarden en met de “disclaimer” van adverteerder doet daaraan niet af. Dit laatste kan immers het gebruik van de term “gifvrij” niet rechtvaardigen.

4) Nu adverteerder de bestreden uiting dusdanig heeft aangepast dat daarin niet meer in absolute zin staat dat het product “gifvrij” is en in plaats daarvan uit de uiting blijkt dat aan het gebruik van het product bepaalde gezondheidsrisico’s kunnen zijn verbonden, zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, en een aanbeveling achterwege laten. Derhalve wordt beslist als volgt.
RB 2402

Zichtbare grillplaat niet inbegrepen in prijs

Vz RCC 1 mei 2015, RB 2402, dossiernr. 2015/00505 (Barbecuegrill)
Misleidend. Voorzittertoewijzing. De uiting: Het betreft een advertentie van adverteerder in de krant ‘Alkmaar op Zondag’ waarin een barbecue wordt aangeboden met een afbeelding van de barbecue en de omschrijving “Gas-barbecue Las Vegas” en in kleine letters “3 Hoofd- en 1 zijbrander”  De klacht: De verkoper heeft klager medegedeeld dat de grillplaat niet bij de barbecue hoort. Klager verwachtte echter dat de barbecue compleet wordt geleverd, inclusief grillplaat.

Het oordeel:

1) De voorzitter begrijpt dat klager op grond van de uiting meende bij adverteerder voor het in de advertentie genoemde bedrag een barbecue te kunnen kopen met grillplaat. In de winkel bleek echter dat de grillplaat apart dient te worden aangeschaft voor 29,95 euro.

2) Niet in geschil is dat op de foto van de barbecue in de advertentie, die van 299 euro voor 249 euro wordt aangeboden, op het grillrooster een grillplaat zichtbaar is terwijl deze grillplaat niet blijkt te zijn inbegrepen in voornoemde prijs. Deze beperking blijkt niet uit de uiting.

Adverteerder heeft aangevoerd dat sprake is van een ongelukkige onoplettendheid en verwijst daarvoor naar de in de uiting opgenomen zinsnede dat fouten zijn ‘voorbehouden’. Omdat van een evidente fout echter geen sprake is, kan de gemiddelde consument niet op de hoogte worden geacht van het feit dat in de uiting een onjuiste afbeelding van het product is getoond. Naar het oordeel van de voorzitter kan het beroep door adverteerder op de mededing in de advertentie dat fouten zijn voorbehouden, op grond van het voorgaande niet afdoen aan het oordeel dat voor de gemiddelde consument onvoldoende duidelijk is dat de grillplaat niet is inbegrepen in de prijs.

3) Blijkens het voorgaande is geen juiste informatie verstrekt over de uitvoering van het product als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2401

De genoemde vanafprijs gold niet voor het afgebeelde type e-bike

RC 29 april 2015, RB 2401, dossiernr. 2015/00282 (Matrabike)
Misleidend. Gedeeltelijke aanbeveling. De uiting: Het betreft een advertentie in De Telegraaf van 20 maart 2015 met als kop: “Elektrische Fiets? Kijk eerst bij Matrabike…Verder hoeft niet!” Aan de linkerzijde van de advertentie staat een foto van een vrouw met een (elektrische) fiets. Daarbij staat de tekst “Stuntprijzen zolang de voorraad strekt” en “E-bikes v.a. 399,-”. Naast deze grotere afbeelding staan een aantal kleinere afbeeldingen van onder andere elektrische fietsen met bijbehorende specificaties en prijzen. Aan de rechterzijde van de advertentie staat een opsomming van “de voordelen van de grootste online fietsenwinkel” en “matraBIKE.nl Outletshop De Bilt” met adresgegevens en openingstijden.
 

De klacht:
Naar aanleiding van de foto van de e-bike waarbij staat “v.a. 399,-” is klaagster naar de winkel gegaan om twee van die elektrische fietsen te kopen. Gevraagd naar de fiets van € 399,- liet de verkoper een elektrische vouwfiets zien. Op de klacht van klaagster tegenover de eigenaar van het bedrijf dat de vouwfiets een heel andere fiets betreft dan de in de advertentie afgebeelde e-bike vanaf € 399,-, deelde de eigenaar mee dat klaagster eerst op de website van adverteerder had moeten kijken. Klaagster meent dat sprake is van foute voorlichting.

Het oordeel:

1) De Commissie begrijpt de klacht aldus dat klaagster de advertentie misleidend acht omdat deze volgens haar de indruk wekt dat de genoemde vanafprijs van € 399,- geldt voor de bij deze prijs afgebeelde e-bike, terwijl in werkelijkheid die vanafprijs geldt voor een elektrische vouwfiets. De Commissie overweegt daarover het volgende.

2) Naast enkele specifieke aanbiedingen van e-bikes en andere soorten fietsen bevat de advertentie de aanbieding “e-bikes v.a. 399,-”. Deze mededeling is zo algemeen gesteld, dat voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk is dat de afgebeelde elektrische fiets dient als voorbeeld van een e-bike en de genoemde vanafprijs van € 399,- niet per se voor die afgebeelde e-bike hoeft te gelden. In zoverre wordt de klacht afgewezen.

3) De klacht treft wel doel voor zover deze betrekking heeft op het feit dat bij klaagsters bezoek aan de winkel in De Bilt alleen een elektrische vouwfiets voor de prijs van € 399,- verkrijgbaar was. Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument niet begrijpen dat de omschrijving ‘e-bikes’ in de advertentie (ook) op elektrische vouwfietsen slaat. Dit geldt vooral nu bij de vanafprijs van € 399,- een ‘gewone’ e-bike is afgebeeld.

4) Dat via de website wellicht wel een ‘gewone’ e-bike voor de prijs vanaf € 399,- verkrijgbaar is, zoals door adverteerder ter zitting gesteld, doet niet ter zake. De bestreden advertentie vermeldt als afzender adverteerders “Outletshop De Bilt” met bijbehorende adresgegevens en openingstijden. De gemiddelde consument zal daarom de advertentie opvatten als een uitnodiging om de betreffende winkel te bezoeken, en mag tevens ervan uitgaan dat de in de advertentie aangeboden fietsen in die winkel te zien en te verkrijgen zijn (zolang de voorraad strekt). Niet is weersproken dat in de winkel voor de prijs van € 399,- alleen een elektrische vouwfiets beschikbaar was en geen ‘gewone’ e-bike van het type dat in de advertentie is afgebeeld.

5) De Commissie acht de advertentie onduidelijk ten aanzien van een van de voornaamste kenmerken, te weten de uitvoering, van de e-bikes die voor de vanafprijs van € 399,- worden aangeboden. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC), en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

6) Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.
RB 2400

Tarief per minuut na doorverbinden niet vermeld

RCC 4 mei 2015, RB 2400, dossiernr. 2015/00238 (telefoonboek.nl)
Artikel 8.1 van de Reclamecode voor Telefonische Informatiediensten. Aanbeveling. De uiting: Het betreft een reclame-uiting op de website www.telefoonboek.nl waarin een logo met een 0900 nummer is te zien en is vermeld: “ 0900-2225551 informatienummer ? Hulp nodig met het vinden van […] in […]? ? Indien gewenst verbinden we u direct door Bel nu 0900-2225551 € 0,90 cpm, incl. doorverbonden gesprek”  De klacht: Klager heeft de volgende bezwaren. Klager heeft getracht op de website www.telefoonboek.nl een telefoonnummer te vinden. Vervolgens werd aangegeven dat het telefoonnummer onvindbaar was. Vrijwel direct verscheen de bestreden reclame-uiting met het aanbod om het gezochte telefoonnummer op te zoeken voor € 0,90 cpm inclusief doorverbonden gesprek.

Klager acht het misleidend dat de € 0,90 cpm wordt doorberekend indien de consument na het doorverbinden in gesprek blijft met degene met wie hij is doorverbonden, tot een maximum van € 45,-. Dit blijkt niet uit de reclame-uiting, aldus klager. Voorts is het bedrijf dat het telefoonnummer exploiteert onvindbaar op internet en wordt per minuut gerekend en niet per seconde, wat volgens klager wel zou moeten.

Het oordeel:

1. De Commissie begrijpt het eerste bezwaar aldus, dat volgens klager de onderhavige reclame-uiting misleidend is nu hierin staat: “€ 0,90 cpm, incl. doorverbonden gesprek”. Hiermee wordt volgens klager gesuggereerd dat het gesprek dat de consument voert nadat hij door de telefoniste is doorverbonden, ‘bij de prijs in zit’, terwijl de consument ook nadat hij is doorverbonden een verkeerstarief van € 0,90 cent per minuut aan adverteerder dient te voldoen.

2. In de gewraakte uiting wordt gebruik gemaakt van een informatienummer uit de nummerreeks 0900 waarvoor betaald moet worden. Ingevolge artikel 8.1 van de Reclamecode voor Telefonische Informatiediensten (RTI) dient in een reclame-uiting voor een informatiedienst via een betaalnummer het tarief dat per minuut of per oproep voor de informatiedienst in rekening wordt gebracht te worden vermeld. In de toelichting op artikel 8.1 staat dat het niet is toegestaan een tarief voor de informatiedienst te noemen zonder dat wordt vermeld dat daarnaast nog geheel of gedeeltelijk een verkeerstarief in rekening wordt gebracht, terwijl dat in de praktijk wel gebeurt.

3. In de reclame-uiting is vermeld: “€ 0,90 cpm, incl. doorverbonden gesprek”. De Commissie is van oordeel dat de gemiddelde consument dit aldus zal opvatten dat hij voor zijn nummeroproep (zoekopdracht) en doorverbinden samen € 0,90 cent per minuut aan adverteerder verschuldigd is. De consument zal niet verwachten dat hij na het doorverbinden ook nog kosten aan adverteerder verschuldigd is van € 0,90 cent per minuut tot een maximum van € 45,-, nu hiervan in de reclame-uiting geen melding wordt gemaakt, terwijl het onderhavige medium daartoe voldoende ruimte biedt. Op grond van het vorenstaande is de Commissie van oordeel dat adverteerder in strijd heeft gehandeld met artikel 8.1 RTI. Dat de consument die het informatienummer oproept (belt) voordat hij een telefoniste te spreken krijgt op een ingesproken bandje hoort: “Dit informatienummer en het doorverbonden gesprek kost 0,90 cent per minuut met een maximum van 45 euro met een starttarief van 4,5 cent plus uw gebruikelijke belkosten”, maakt het oordeel van de Commissie niet anders. De reclame-uiting waarover is geklaagd dient te worden aangemerkt als een zelfstandige reclame-uiting, die op zichzelf genomen dient te voldoen aan de NRC, los van het ingesproken bandje.

4. Voorts stelt klager dat het bedrijf dat het informatienummer exploiteert onvindbaar is op internet. Adverteerder heeft meegedeeld dat bij een zoekopdracht in ‘Google’ met de zoekterm ‘0900 2225551 direct te lezen is dat de eigenaar van het informatienummer ‘De Belfabriek te Den Haag is. De Commissie ziet geen aanleiding om de juistheid hiervan in twijfel te trekken, zodat dit gedeelte van de klacht zal worden afgewezen.

5. Op grond van de thans geldende wetgeving is het adverteerder toegestaan om haar tarief in minuten te rekenen, zodat de Commissie ook dit gedeelte van de klacht zal afwijzen.

6. Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist
RB 2399

Een aanbod dat voldoende recht doet aan de gewekte verwachtingen

CvB 26 mei 2015, RB 2399, dossiernr. 2015/00128A (Eyewish merkmontuur)
Uitspraak ingezonden door Bram Duivenvoorde en Ebba Hoogenraad, Hoogenraad & Haak. Gedeeltelijke vernietiging. De uiting: Het betreft de volgende uitingen voor adverteerders actie "Allebei een merkmontuur gratis". I. Een televisiecommercial, waarin wordt door de voice-over gezegd: "Bij Eye Wish Opticiens (...) geven we nu 50% korting op een merkmontuur. En komt u samen dan krijgt u allebei een merkmontuur gratis." Deze gesproken tekst wordt begeleid door achtereenvolgens een 'bord' waarop staat: "NU 50% KORTING op een merkmontuur GRATIS kijk voor de voorwaarden op eyewish.nl" II. Een radiocommercial, waarin wordt gezegd: “Bij Eye Wish Opticiens (...) geven we nu 50% korting op alle merkmonturen, zelfs op die uit de nieuwste collectie. En komt u met z'n tweeën, dan krijgt u allebei een merkmontuur gratis." 

III. Een aan klager gezonden geadresseerde folder. Op de voorzijde van de folder staat - voor zover hier van belang -: "Allebei een merkmontuur gratis of 50% korting als u  alleen komt." "Kijk voor de voorwaarden op eyewish.nl" In de  folder staat onder meer: "Want koopt u nu een bril, dan krijgt u 50% korting op uw merkmontuur. Neem u echter iemand mee, dan krijgt u allebei een merkmontuur gratis.*" De asterisk verwijst naar de in kleine letters onderaan de pagina opgenomen mededeling: "Kijk voor de voorwaarden op eyewish.nl".

IV. Een uiting op de openingspagina van adverteerders website www.eyewish.nl, waarin staat: "ALLEBEI een merkmontuur GRATIS of  50% korting als u alleen komt." (...) "Bekijk de voorwaarden".  

De klacht:
De klacht wordt als volgt  samengevat. In de uitingen wordt meegedeeld "Kom samen en krijg allebei een merkmontuur gratis". Pas in de winkel, nadat klager en zijn vrouw hun ogen hadden laten opmeten en voor ieder en merkmontuur hadden uitgezocht, bleek dat op  de prijs van een merkmontuur een maximale korting van EUR 200,- gegeven wordt. De verkoper deelde mee dat deze beperking in de voorwaarden op de website  is opgenomen. Klager meent dat een zo wezenlijke beperking direct bij de aanbieding "allebei  een merkmontuur gratis" in de uiting zou moeten staan, en niet op de website. Bovendien ontbreekt in de radiocommercial een verwijzing naar voorwaarden,  terwijl de in de overige uitingen opgenomen verwijzingen onopvallend en onduidelijk zijn. Op de website komt men pas na veel moeite bij de actievoorwaarden. Pas dan wordt de beperking van de maximale korting van EUR 200,- per montuur genoemd. Klager meent dat sprake is van misleidende reclame.

Het College vernietigt de beslissing van de Commissie voor zover deze de televisie-commercial en de uiting op de website misleidend heeft geacht en wijst de klacht in zoverre alsnog af. Voor het overige bekrachtigt het College de bestreden beslissing met enige wijziging van gronden.

Het oordeel van het College

6.1. Ten aanzien van de televisiecommercial
6.1.1. In de televisiecommercial wordt, voor zover hier van belang, gesproken over "een" merkmontuur gratis. Dat men in het kader van deze actie onder bepaalde voorwaarden daadwerkelijk "een" merkmontuur gratis kan krijgen, staat niet ter discussie. In de televisiecommercial wordt naar die actievoorwaarden verwezen. Deze voorwaarden bevatten beperkingen, immers bepalen, voor zover hier belang, dat merkmonturen tot EUR 200,- gratis zijn en dat duurdere monturen niet gratis zijn maar dat daarvoor een korting van EUR 200,- geldt. Het College stelt voorop dat (actie)voorwaarden die een aanbod beperken reeds in de reclame-uiting dienen te worden toegelicht voor zover deze als essentiële informatie in de zin van artikel 8.3 aanhef en onder c van de NRC dienen te worden beschouwd. Beoordeeld dient te worden of in dit geval sprake is van dergelijke informatie.

6.1.2. Eye Wish heeft toegelicht dat men in het kader van de onderhavige actie kan kiezen uit diverse merkmonturen, waaronder een gevarieerd aanbod aan bekende merken. Dit aanbod betreft - Naar Eye Wish in beroep heeft gesteld in aanvulling op hetgeen zij reeds bij de Commissie had aangevoerd - ongeveer tweederde deel van haar collectie en omvat in totaal ruim 600 monturen inclusief verschillende monturen van bekende merken in het hoogste segment, zoals Prada, Ralph Lauren en Hugo Boss. Eye Wish heeft deze stellingen voldoende aannemelijk gemaakt. De consument die een bril bij Eye Wish wil kopen naar aanleiding van de mededeling in de televisiecommercial dat men onder bepaalde voorwaarden bij haar een merkmontuur gratis krijgt, zal derhalve uit het overgrote deel van haar assortiment een keuze kunnen maken, ook voor wat betreft bekende merken.

6.1.3. Nu Eye Wish voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij met betrekking tot het gratis aanbod een ruime variëteit aan merkmonturen aanbiedt waarbij men ook kan kiezen uit diverse monturen van bekende merken in het hoogste segment, ziet het College geen aanleiding om de televisiecommercial misleidend te achten. De consument beschikt immers over een aanbod dat voldoende recht aan de verwachtingen die deze televisiecommercial wekt, te weten dat men onder bepaalde voorwaarden een gratis merkmontuur kan krijgen. Van een beperking die zodanig afbreuk doet aan het gratis aanbod dat die reeds in deze televisiecommercial had dienen te worden genoemd, is op grond van het voorgaande geen sprake. Derhalve kan niet worden gezegd dat in de televisiecommercial essentiële informatie ontbreekt. Het College komt aldus, naar aanleiding van de informatie die Eye Wish in beroep heeft verstrekt over het gedeelte van haar collectie dat onder de actie valt, tot een ander oordeel dan de Commissie.

6.2. Ten aanzien van de radiocommercial
6.2.1. In de radiocommercial ontbreekt elke verwijzing naar voorwaarden. Terecht heeft de Commissie mo die reden de radiocommercial in strijd met artikel 7 NRC geacht. Het College onderschrijft derhalve op dit punt het oordeel van de Commissie.

6.3. Ten aanzien van de geadresseerde folder (mailing)
6.3.1. De folder wekt, anders dan de televisiecommercial en de radiocommercial, naar het oordeel van het  College in enige mate de indruk dat alle merkmonturen van Eye Wish onder de actie vallen. [...] De mededelingen in de folder kunnen naar het oordeel van  het College door de gemiddelde consument zo worden begrepen, dat sprake is van een speciaal voor gem bedoeld aanbod waarbij men elk montuur uit de gehele collectie kan kiezen.

6.4. Ten aanzien van de website
6.4.1. Het  College constateert dat de uiting op de website eveneens melding maakt van een gratis merkmontuur, waarbij hyperlinks staan naar "bekijk de collectie" en "bekijk de aanbieding". Het College begrijpt dat de consument langs deze weg nader wordt geïnformeerd over de inhoud van de actie en de actievoorwaarden. Het College ziet onder deze omstandigheden geen aanleiding om de uiting op de website misleidend te achten, ook niet voor zover de consument enkele malen moet doorklikken. In zoverre oordeelt het College ander dan de Commissie.
RB 2383

Jurisprudentielunch Merken-, Modellen-, Auteursrecht

Woensdag 10 juni 2015, De Balie, Amsterdam, 12.00 - 15.15 uur
Dé halfjaarlijkse bijeenkomst over merken-, modellen- en auteursrecht. Tobias Cohen Jehoram, Charles Gielen en Joris van Manen bespreken belangrijke en actuele jurisprudentie van het afgelopen half jaar. Van iedere uitspraak wordt de essentie en het belang voor de praktijk besproken. Deze cursus biedt verdieping voor de specialist met voorkennis (3 PO of 2 BMM-punten).
Hier aanmelden

Onder andere de volgende thema's en uitspraken worden besproken
Merkenrecht
- 3D merken (Hauck/Stokke, Louboutin-saga, Rubik, Caprisun)
- Bekende merken (Outils Wolf, Iron & Smith/Unilever)
- Nieuwe wetgeving: Richtlijn & Verordening, nieuwe procedures bij BBIE)

Modellen-octrooirecht
Gerecht EU, IEF 14578 (warmtewisselaar)
Hof van Beroep Brussel, Friesland Brands/Incopack, IEFbe 1143
Grote Kamer van Beroep EOB (broccoli en tomaten-octrooi), IEF 14812

Auteursrecht
HvJ EU: C More entertainment, Copydan, Allposters, Ryanair en Britt Dekker
E-books rechtspraak: Tom Kabinet, VOB v. NUV)
Wetsvoorstel auteurscontractenrecht

Programma
11.45 – 12.00 uur Ontvangst en intekenen
12.00 – 12.55 uur Merkenrecht, Tobias Cohen Jehoram, De Brauw Blackstone Westbroek / EUR
13.00 – 13.55 uur Modellenrecht, Charles Gielen, NautaDutilh / RUG
14.15 – 15.15 uur Auteursrecht, Joris van Manen, Hoyng Monegier LLP
15.15 uur Einde programma

Opleiding/accreditaties

3 Punten voor de Permanente Opleiding (Nederlandse Orde van Advocaten)
3 Punten voor de Permanente Vorming (Orde van Vlaamse Balies) ingebracht ex artikel 2 Reglement inzake Permanente Vorming)
2 BMM-keurmerkpunten zijn toegekend door de BMM-Keurmerkcommissie

Locatie
De Balie, Kleine-Gartmanplantsoen 10 te Amsterdam.
Adres, route en parkeren op 2 minuten loopafstand.

Kosten deelname
€ 375,00 Per persoon
€ 295,00 Sponsors IE-Forum
€ 100,00 Rechterlijke macht/wetenschappelijk personeel (full time)
Genoemde prijzen zijn excl. BTW, uw factuur wordt direct toegezonden als bevestiging. Komt u in aanmerking voor korting, selecteer de juiste prijs in het bestelformulier, uw factuur ontvangt u direct. Inbegrepen zijn de kosten van lunch, koffie, thee en documentatie.

Hier aanmelden

RB 2398

Claims ten aanzien van conditie bloedvaten onvoldoende onderbouwd

CVB 7 mei 2015, RB 2398, dossiernr. 2015/00056 (Curanol)
Claims. Aanbeveling bevestigd. De klacht: In de uiting betreffende Curanol zalf ontbreken de hoeveelheden van de in de zalf aanwezige ingrediënten. In de uiting voor Curanol tabletten zijn wel de hoeveelheden van het extract van muizendoorn (Ruscus aculeatus) en van vitamine K2 vermeld, maar ontbreken de hoeveelheden van de andere ingrediënten. De zalf is met name bedoeld voor de aambeien (uitgezette aderen, d.w.z. spataderen) waarvan zwangere en/of kraamvrouwen last hebben. De uiting suggereert dat Curanol zalf in combinatie met Curanol tabletten iets aan (de conditie van) de vaatwand zou kunnen bijdragen, maar wetenschappelijk bewijs hiervoor ontbreekt. Een cosmetische verbetering kan alleen bereikt worden als Curanol de aambeien zou kunnen verkleinen c.q. genezen. Daarvan is echter niets gebleken en deze werking is uiterst onwaarschijnlijk.

Voor de Curanol producten worden kruiden gebruikt die blijkens de - door klaagster overgelegde - gegevens in de Natural Medicines Comprehensive Database (NMCD) niet de voor Curanol geclaimde werking hebben. Voor Hamamelis virginiana (Amerikaanse toverhazelaar) wordt de toepassing die Curanol vermeldt niet genoemd; bij Calendula officinalis (goudsbloem) wordt geen enkele betrouwbare toepassing genoemd wegens onvoldoende bewijsmateriaal; voor Echinacea purpurea (rode zonnehoed) wordt alleen bij “mogelijk effectief” een voorbeeld genoemd, maar dan in combinatie met econazola zalf; de werkzaamheid van Aesculus hippocastanum (paardenkastanje) bij symptomen van moeilijkheden met aderen is mogelijk maar niet zeker; en voor Ruscus aculeatus (muizendoorn) bestaan onvoldoende betrouwbare gegevens voor het gebruik bij zwangerschap en borstvoeding.

Omdat de uitingen de gemiddelde consument ertoe brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen misleidend en daardoor oneerlijk.

Het College oordeelt:
Ten aanzien van de tabletten

1.1. Het College constateert dat ter zake van de klacht met betrekking tot de tabletten door geïntimeerde een uiting is overgelegd voor tabletten waaraan blijkens het kopje “samenstelling” geen vitamine C is toegevoegd. Het College begrijpt uit het verweer van Pharma Webwinkel dat deze uiting per abuis nog op haar website stond, omdat zij nu tabletten op de markt brengt waaraan wel vitamine C is toegevoegd. Zij gebruikt hiervoor een aangepaste uiting die volgens haar voldoet aan de Claimsverordening. Het College zal evenwel uitsluitend de door geïntimeerde overgelegde uiting beoordelen nu de klacht hiertegen is gericht en deze uiting ten tijde van het indienen van de klacht op de website van Pharma Webwinkel stond.

1.2. Niet in geschil is dat in laatstbedoelde uiting een gezondheidsclaim werd gebruikt (“houdt de bloedvaten elastisch en in goede conditie”) die als zodanig niet letterlijk is opgenomen in de in de artikelen 13 en 14 van de Claimsverordening bedoelde lijsten van toegestane claims met betrekking tot de ingrediënten en nutriënten van Curanol tabletten. Deze claim heeft naar het oordeel van het College voor de consument ook niet dezelfde betekenis als een officieel vastgestelde bewoording voor een bestanddeel van die tabletten. Het College oordeelt derhalve dat de uiting, zoals die ten tijde van het indienen van de klacht op de website van Pharma Webwinkel stond, in strijd is met artikel 10 lid 1 Claimsverordening. Nu een wettelijk verbod is overtreden, is niet voldaan aan de eis dat reclame in overeenstemming met de wet dient te zijn. Om die reden is de uiting in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Het College komt derhalve tot dezelfde uitkomst als de Commissie. Daarbij merkt het College nog op dat de Commissie had kunnen volstaan met te oordelen dat een gezondheidsclaim is gebruikt die niet voor de tabletten is toegestaan. Dat inmiddels aan de tabletten vitamine C wordt toegevoegd, doet verder niet ter zake nu de claim “houdt de bloedvaten elastisch en in goede conditie” voor vitamine C niet als een toegelaten gezondheidsclaim kan worden beschouwd, in tegenstelling tot de claims “van belang voor een goede conditie van de bloedvaten” en “gunstig voor elastische aderen”.
Ten aanzien van de zalf
2.1. Ten aanzien van de zalf heeft geïntimeerde de ook voor dit product gebruikte claim “houdt de bloedvaten elastisch en in goede conditie” bestreden. Dit product valt niet onder de werking van de Claimsverordening omdat het niet voor orale nuttiging is bestemd. De Commissie heeft - in beroep onbestreden - geoordeeld dat de zalf als een gezondheidsproduct dient te worden aangemerkt en dat de uiting dient te worden getoetst aan het algemene gedeelte van de Nederlandse Reclame Code. Het College volgt de Commissie hierin, evenals in het oordeel dat het feit dat de Keuringsraad KOAG KAG een vergelijkbare reclame-uiting destijds - in 2004 - preventief heeft goedgekeurd, niet uitsluit dat thans, naar aanleiding van een specifieke klacht en op basis van toetsing na hoor en wederhoor, in deze procedure anders wordt beslist over de vraag of de geclaimde werking voldoende aannemelijk is.

2.2. Pharma Webwinkel heeft in beroep stukken overgelegd ter onderbouwing van de stelling dat de Keuringsraad de uiting voor Curanol zalf terecht van een toelatingsnummer heeft voorzien. Deze stukken dienen specifiek ter ondersteuning van de claim “houdt de bloedvaten elastisch en in goede conditie”. Ook verwijst Pharma Webwinkel naar Monographs van de European Medicines Agency. Het College gaat aan die Monographs voorbij omdat hiervan geen stukken zijn overgelegd. Met betrekking tot de vier afzonderlijk door Pharma Webwinkel genoemde ingrediënten ter zake waarvan wel stukken zijn overgelegd en waarop de geclaimde werking van de tabletten wordt gebaseerd, oordeelt het College als volgt. Daarbij verwijst het College voor de volledige specificaties van de hierna te noemen onderzoeken naar de in het beroepschrift sub 1 tot en met 9 genoemde gegevens.

2.2.1. Met betrekking tot het bestanddeel Aesculus stelt Pharma Webwinkel dat dit bestanddeel volgens de overgelegde onderzoeken de natuurlijke werking van de bloedvaten verbetert en effectief is bij veneuze insufficiëntie. Het College acht dit niet zonder meer gelijk aan “houdt de bloedvaten elastisch en in goede conditie”. Daarnaast oordeelt het College dat de onderzoeken die Pharma Webwinkel in dit verband overlegt ook onvoldoende houvast bieden om een dergelijk effect van de aangeprezen zalf te verwachten. Ter zake van het onderzoek van Siebert e.a. (“Efficacy, routine effectiveness, and safety of horsechestnut seed extract in the treatment of chronic venous insufficiency”) merkt het College op dat hier blijkbaar “oral therapies” zijn onderzocht en niet lokale behandeling met een zalf, zodat reeds om die reden aan dit onderzoek dient te worden voorbijgegaan. Hetzelfde geldt voor het overzichtsonderzoek door Pittler e.a. (“Horse chestnut seed extract for chronic venous insufficiency”), het onderzoek door Diehm e.a. (“Comparison of leg compression stocking and oral horse-chestnut sees extract therapy in patients with chronic venous insufficiency”), het onderzoek door Felixsson e.a. (“Horse chestnut extract contract bovine vessels and affect human platelet aggregation through 5-HT(2A) receptors: an in vitro study”) en het onderzoek door Carrasco e.a. (“Endothelium protectant and contractile effects of the antivaricose principle escin in rat aorta”). Hetzelfde geldt voor het in nummer 2.2.4 van deze beslissing genoemde artikel van MacKay waarin onder meer naar Aesculus wordt verwezen.

2.2.2. Met betrekking tot het bestanddeel Calendula verwijst Pharma Webwinkel naar de resultaten van het onderzoek door Duran e.a. met de titel “Results of the clinical examination of an ointment with marigold (Calendula officinalis) extract in the treatment of venous leg ulcers”. Bij dit onderzoek is getest met zalf. De resultaten van dit onderzoek worden door de onderzoekers echter “preliminary” genoemd en betreffen specifiek de genezing van zweren bij spataderen. Deze resultaten onderbouwen onvoldoende de claim “houdt de bloedvaten elastisch en in goede conditie”.

2.2.3. Met betrekking tot het bestanddeel Echinacea verwijst Pharma Webwinkel naar de resultaten van het onderzoek door Raduner e.a. met de titel “Alkylamides from Echinacea are a New Class of Cannabinomimetics”. Het College constateert dat dit onderzoek het menselijk immuunsysteem betreft. Voor zover daarbij wordt verwezen naar een effect op het “Human Whole Blood”, leest het College daarin geen specifieke verwijzing naar het elastisch en in goede conditie houden van de bloedvaten.

2.2.4. Met betrekking tot het bestanddeel Hamamelis verwijst Pharma Webwinkel in de eerste plaats naar de resultaten van het onderzoek door Erdelmeier e.a. met de titel “Antiviral and antiphlogistic Activities of Hamamelis virginia Bark”. Dit onderzoek betreft de antivirale en ontstekingsremmende werking van dit bestanddeel, maar niet het elastisch en in goede conditie houden van de bloedvaten, zodat het College daaraan voorbijgaat. Met betrekking tot het artikel van MacKay met de titel “Hemorrhoids and varicose veins: a review of treatment options” heeft geïntimeerde gesteld dat dit artikel geen wetenschappelijke status heeft. Het College laat dit verder in het middel. Dit artikel verwijst specifiek naar “oral supplementation” en niet naar toepassing in de vorm van zalf.

2.3. Het College oordeelt op grond van het voorgaande dat Pharma Webwinkel onvoldoende heeft onderbouwd dat Curanol zalf bestanddelen bevat die bloedvaten elastisch en in goede conditie houden. Dit wordt niet anders indien de hiervoor aangehaalde publicaties in onderling verband en samenhang worden bezien. Deze werking is derhalve onvoldoende aannemelijk geworden. Daar komt bij dat, ook indien zou zijn aangenomen dat sommige bestanddelen wel een bepaalde werking zouden hebben, daarmee niet is gegeven dat dit ook voor het product als zodanig geldt. Denkbaar is immers dat de werkzame stoffen in dat geval in onvoldoende mate in het product aanwezig zijn of een zodanige invloed op elkaar hebben dat de werking wordt opgeheven. Het College onderschrijft derhalve het oordeel van de Commissie dat, nu de claim niet aannemelijk is gemaakt, de uiting in zoverre misleidend is.
Ten aanzien van de verantwoordelijkheid voor vermelde uitingen
2.4.Het College constateert dat de door de Commissie genoemde website www.curanol.nl doorlinkt naar de webshop op www.curanolwebwinkel.nl, waarop eveneens de bestreden uitingen voor Curanol tabletten en zalf zijn gepubliceerd. Het College begrijpt grief 3 aldus, dat Pharma Webwinkel op zichzelf genomen erkent dat zij verantwoordelijk is voor de op laatstgenoemde website geplaatste uitingen, maar dat zij van mening is dat de klacht tegen de distributeur Forest Healthcare had dienen te worden gericht die kennelijk de uiting heeft opgesteld en de website www.curanol.nl beheert. Wat hiervan verder zij, dit aspect kan niet tot het oordeel leiden dat de Commissie ten onrechte Pharma Webwinkel heeft aanbevolen niet meer op de onderhavige wijze reclame te maken met betrekking tot de Curanol tabletten en de Curanol zalf. Dit oordeel betreft, naar het College nader preciseert, de onjuist geachte mededelingen over Curanol tabletten en Curanol zalf op de website van Pharma Webwinkel zelf.
RB 2397

Sport 1 Go app niet beschikbaar voor android smartphone

RCC 23 april 2015, RB 2397, dossiernr. 2015/00237 (Sport1.nl)
Ontbrekende informatie. Aanbeveling. De uiting:  Het betreft een uiting op de website van adverteerder www.sport1.nl, subpagina https://video.sport1.nl/. Onder het tabblad ‘home’ staat onder meer: “Featuring Picture-in-Picture 6 kanalen 24 uur per dag Toegang via iPad, iPhone en Android (…)” De klacht: Klager heeft een abonnement afgesloten voor het product Sport 1 Go omdat in de reclame-uiting staat dat Sport 1 Go beschikbaar is via Android. Klager verkeerde hierdoor in de veronderstelling dat hij Sport 1 Go via de Sport 1 Go applicatie (hierna: app) ook op zijn smartphone met een android besturingssysteem (hierna: android smartphone) kon bekijken. Na het afsluiten van het abonnement ontdekte klager dat de Sport 1 Go app niet beschikbaar is voor zijn android smartphone.

Het oordeel:

1. De Commissie begrijpt de klacht aldus, dat volgens klager de onderhavige uiting misleidend is nu hierin zonder voorbehoud staat dat de consument toegang kan krijgen tot Sport 1 Go via iPad, iPhone en Android, terwijl dit niet mogelijk is voor android smartphones.

2. Vaststaat dat het niet mogelijk is om de ‘Sport 1 Go app’ te downloaden op een android smartphone, zodat het voor de consument met dit type smartphone niet mogelijk is om Sport 1 Go via zijn smartphone te volgen. De Commissie is van oordeel dat derhalve sprake is van een wezenlijke beperking van de mogelijkheden die het product Sport 1 Go biedt. Deze beperking betreft essentiële informatie die duidelijk uit de uiting zelf had moeten blijken. Daarvan is geen sprake, terwijl het onderhavige medium voldoende ruimte biedt om deze (essentiële) informatie te vermelden. Adverteerder heeft gesteld dat de consument deze informatie elders op haar website kan vinden. De Commissie is echter van oordeel dat de gemiddelde consument er niet op bedacht hoeft te zijn dat hij geen gebruik kan maken van Sport 1 Go via zijn android smartphone nu op de hoofdpagina van de website van adverteerder zonder voorbehoud staat: “Toegang via iPad, iPhone en Android” en niet wordt verwezen naar productkenmerken of voorwaarden elders op de website.

3. Het aanbod in de bestreden uiting betreft een uitnodiging tot aankoop die verband houdt met een overeenkomst op afstand als bedoeld in artikel 8.4 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Dit houdt in dat voor adverteerder extra informatieverplichtingen gelden. Deze brengen – voor zover hier van belang – met zich dat in de uiting de voornaamste kenmerken van het product vermeld dienen te worden en dat deze mededeling op een duidelijke en in het oog springende manier dient te geschieden. Dit volgt uit het bepaalde in artikel 8.4 onder f NRC. Gelet op hetgeen hiervoor onder punt 2 is overwogen oordeelt de Commissie dat sprake is van het te laat verstrekken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.4 onder f van de Nederlandse Reclame Code (NRC) in samenhang met artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Nu de reclame-uiting de gemiddelde consument er bovendien toe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk als bedoeld in artikel 7 NRC.
RB 2396

"Genieten van het prachtige natuurgebied de Drentsche Aa"

Vz. RCC 22 april 2015, RB 2396, dossiernr. 2015/00258 (Fletcher - Drenths landschap)
Voorzitterstoewijzing. Zonder opleggen aanbeveling. De uiting: Het betreft een advertentie van adverteerder in het magazine Wandel.nl waarin een heuvelachtig heidelandschap is te zien en waarin onder meer staat: “Wil je ook genieten van het prachtige natuurgebied de Drentsche Aa?”. De klacht: Klager stelt, samengevat, dat het landschap dat in de reclame-uiting is te zien niet een foto van het Drentse landschap is, maar een foto van de Posbank bij Arnhem. Beide landschappen zijn duidelijk verschillend en niet goed met elkaar te vergelijken. Volgens klager is daarom sprake van misleidende reclame.

Het oordeel:

1) Niet in geschil is dat in de uiting gebruik is gemaakt van een foto die niet het Drentse landschap weergeeft en die ook wezenlijk afwijkt van dat landschap. Hierdoor is sprake van onjuiste informatie in de zin van artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code. De uiting wekt onjuiste verwachtingen bij de gemiddelde consument en kan deze ertoe brengen een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

2) De voorzitter is van oordeel dat adverteerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij passende maatregelen heeft genomen om herhaling te voorkomen. Om die reden zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.
RB 2395

Fletcher aanbieding veel korter aangeboden dan vermeld

Vz. RCC 22 april 2015, RB 2395, dossiernr. 2015/00215 (Fletcher - lokkertje)
Misleidend. Voorzitterstoewijzing. De uiting: Het betreft de website www.fletcher.nl voor zover op deze website een “65 euro actie” stond die inhield dat men voor deze prijs in 65 hotels met twee personen kon overnachten inclusief welkomstdrankje, ontbijtbuffet en informatiepakket van de omgeving. In de uiting stond onder meer: “Deze aanbieding is te boeken t/m maart 2015”. De klacht: Klager stelt, samengevat, dat een kennis van hem op 22 januari 2015 de aanbieding op de website van adverteerder zag. Toen klager wilde gaan boeken, was de aanbieding niet meer te vinden, ondanks dat deze tot en maart 2015 te boeken zou zijn. Volgens klager is sprake van een lokkertje.

Het oordeel:

1) In de bestreden uiting staat dat de daarin vermelde aanbieding “is te boeken t/m maart 2015”. Uit hetgeen klager stelt, blijkt echter dat het op 3 maart 2015 niet meer mogelijk was de aanbieding te boeken omdat deze niet meer online beschikbaar was. Uit hetgeen adverteerder stelt blijkt dat de aanbieding online stond van 2 november 2014 tot 11 februari 2015.

2) Het enkele feit dat de aanbieding begin maart 2015 niet meer online stond, is onvoldoende om te oordelen dat sprake is van een lokkertje in de zin van punt 5 van de bij artikel 8.5 van de Nederlandse Reclame Code behorende bijlage 1. Evenmin kan dit enkele feit tot het oordeel leiden dat sprake is van onvoldoende beschikbaarheid in de zin van het bepaalde onder V lid 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) 2014.

3) Wel brengt het feit dat de aanbieding blijkbaar vanaf 11 februari 2015 niet meer kon worden geboekt mee dat de mededeling in de uiting dat de aanbieding “is te boeken t/m maart 2015” onjuist is. Hierdoor is geen juiste informatie verstrekt over de beschikbaarheid als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.