RB
RB 3744
7 mei 2024
Artikel

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair vanaf juni/juli 2024

 
RB 3834
6 mei 2024
Artikel

Seminar Uitingsvrijheid op donderdag 16 mei 2024 - Panel compleet!

 
RB 3833
25 april 2024
Uitspraak

Boete wegens reclame over 'geneesmiddel' zonder handelsvergunning

 
RB 2336

Rectificatie op een openingspagina met veel andere informatie

Vzr. Rechtbank Gelderland 20 maart 2015, RB 2336 (Sigma tegen Starsurgical)
Uitspraak ingezonden door Marga Verwoert, Hoogenraad & Haak advocaten. Er diende twee maanden te worden gerectificeerd op de openingspagina in zwarte letters tegen een witte achtergrond zonder verdere mededeling. Er gebeurt van alles op de website waardoor de aandacht wordt afgeleid en de rectificatie niet opvalt: een opvallende afbeelding, een foto van de directeur-eigenaar en reclame voor andere Sigma Medical-producten.De plaatsing van de rectificatie op deze manier is niet overeenkomstig het doel en de strekking is van de rectificatie om reputatieschade van het merk Starsurgical te voorkomen. Er zijn dwangsommen verbeurd en executie mag plaatsvinden.

 

4.8. De voorzieningenrechter overweegt dat het doel en de strekking van de rectificatie het voorkomen reputatieschade van het merk, met de volledige Engelse vertaling van de rectificatie wrodt gewaarborgd. Voor derden is immers duidelijk dat de "Wittmann Patches" niet langer bij Sigma Medical kunnen worden gekocht. Dat de laatste zin van de Engelse tekst niet exact overeenkomt met de laatste zin van de Nederlandse tekst doet daar niet aan af. Uit de rest van de Engelse vertaling van de rectificatie, (... ) wordt duidelijk dat Starsurgical de exclusief gerechtigde distributeur is van de "Wittmann Patches" en dat Sigma Medical niet gerechtigd is het product te verkopen (...)
Dit kan echter niet worden gezegd van de de plaatsing van de rectificatie op de openingswebsite van Sigma Medical. De rectificatie diende geplaatste te worden op de openingspagina in zwarte letters tegen een witte achtergrond zonder verdere mededelingen. De plaatsting aan de linkerzijde op een openingspagina die verder veel andere informatie bevat, voldoet daar naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter, niet aan. Er gebeurt van alles op de website waardoor de aandacht wordt afgeleid en de rectificatie niet opvalt. Er staat een opvallende afbeelding weergegeven, een foto van de directeur-eigenaar en er wordt overduidelijk reclame gemaakt voor andere producten die door Sigma Medical wordt verkocht. Niet gezegd kan worden dat de plaatsing van de rectificatie op deze manier overeenkomstig het doel en de strekking is van de rectificatie om reputatieschade van het merk Starsurgical te voorkomen. Dat de toevoeging 'zonder verdere mededelingen' ziet op de rectificatie zelf is, gelet op de gemotiveerde betwitsting hiervan door Starsurgical niet aannemelijk geworden.
Gelet hierop is voorshans voldoende aannemelijk dat Sigma Medical op het punt van de rectificatie niet op de juiste wijze volledig aan het vonnis heeft voldaan. Derhalve zijn er dwangsommen verbeurd (...)
RB 2335

Geen totally remanufactured toner bij 123Inkt.nl

Vzr. Rechtbank Den Haag 19 maart 2015, RB 2335 (Hewlett Packard tegen Digital Revolution)
Uitspraak ingezonden door Rutger Kleemans, Freshfields Bruckhaus Deringer. Misleidende reclame. Reclamerecht. HP produceert printers en toners. Digital Revolution verkoopt via 123inkt.nl ook originele en huismerk (compatible) toners. HP adverteert met toner recycling/remanufactured toners en vordert met succes een bevel tot staking van misleidende mededeling [klik afbeelding] waaronder het aanbieden van 'totally rebuild' toners door Digital Revolution. Het gaat niet om een toner samengesteld uit hergebruikte onderdelen, maar nieuwe, compatible toners zonder enig hergebruikt onderdeel. Staking en rectificatie.

3.3. De gecreëerde misleiding is volgens HP niet weggenomen door de na de dagvaarding doorgevoerde aanpassing van de advertentie op de website, zoals die is weergegeven hiervoor onder 2.9. Door thans in het midden te laten of de toner die onder het huismerk wordt aangeboden remanufactured of compatible is, kan de misleidende mededeling naar stelling van HP nawerken. In het hoofd van de consument heeft zich door de eerdere misleidende mededeling het beeld vastgezet dat Digital Revolution remanufactured toners aanbiedt. Dit beeld kleurt volgens HP de huidige aanbieding, waardoor de huidige aanbieding eveneens misleidend is.

De ‘totally rebuild’-uiting
4.5. HP behoudt naar voorlopig oordeel wel belang bij de gevorderde rectificatie, welke beperkt wordt toegewezen. Digital Revolution heeft de onjuistheid van de gedane uiting niet bestreden. Door het gebruik van de term ‘totally rebuild’ wordt met HP aangenomen dat dit bij de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende consument tot wie de mededeling zich richt of die zij bereikt, de ‘maatman’, de onjuiste indruk wekt dat de toner van Digital Revolution ten minste3 ten dele is opgebouwd uit hergebruikte materialen, terwijl door Digital Revolution erkend is dat in een aantal gevallen compatible en derhalve geheel nieuwe toners zijn geleverd. Het wordt redelijkerwijs aannemelijk geacht dat de term ‘totally rebuild’ van materieel belang is voor de beslissing van de maatman om al dan niet tot aankoop van de betreffende toner over te gaan. Nu die uiting onjuist blijkt te zijn, kunnen consumenten daardoor zijn misleid. Die misleiding kan door de rectificatie worden weggenomen. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat een rectificatie op de homepage van Digital Revolution als hierna in het dictum te melden en gedurende een ononderbroken periode van 14 dagen, geplaatst in het door Digital Revolution gesuggereerde kader (waar normaliter wordt aangegeven dat zij een aantal maal is uitgeroepen als beste webwinkel – vgl. paragraaf 4.4.3 van de conclusie van antwoord) een voldoende proportionele en gepaste maatregel is. De ook gevorderde rectificatie door een brief aan de afnemers zal gelet hierop worden afgewezen.

Dictum:
“RECTIFICATIE:
Onlangs hebben wij toner cartridges aangeboden in Nederland, welke werden aangeduid als ‘totally rebuild’.

Bij vonnis van 19 maart 2015 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag beslist dat deze mededeling misleidend was. Onder de door ons aangeboden toners bevonden zich nieuwe, compatible toners zonder enig hergebruikt onderdeel. Van deze toners kan derhalve niet worden gezegd dat zij ‘totally rebuild’ zijn”.
RB 2334

Prejudiciële vraag: Claimsverordening ook van toepassing wanneer uiting zich uitsluitend tot vakkring richt?

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 16 december 2014, RB 2333, zaak C-19/15 (Verband Sozialer Wettbewerb tegen Innova Vital)
Reclamerecht. Claims. Verzoekster is een vereniging met als (belangrijkste) statutaire taak het toezicht op naleving van de regels inzake eerlijke mededinging. Zij eist op grond van de Wet tot bestrijding van oneerlijke mededinging dat verweerster Innova Vital stopt met reclame maken voor het door haar op de markt gebrachte product, het voedingssupplement “Innova Mulsin Vatimin D3” wegens onterechte gezondheidsclaims. De door verweerster gebruikte gezondheidsclaim is niet in de bijlage bij Vo. 1924/2006 als toegestane claim opgenomen. Verweerster stelt echter dat de brief waarin reclame gemaakt wordt uitsluitend aan artsen (op vakkringen) is gericht, zodat de Vo. niet van toepassing zou zijn.

De verwijzende Duitse rechter (Landgericht München) stelt vast dat de vraag of de verordening voor commerciële mededelingen of reclame zowel in als buiten de vakkring geldt in de Duitse rechtsleer verschillend wordt beantwoord en ook nog niet eerder aan het HvJ EU is voorgelegd; hij stelt het HvJ EU dan ook de volgende vraag:

“Moet artikel 1, lid 2, van verordening nr. 1924/2006 aldus worden uitgelegd dat de bepalingen ervan ook van toepassing zijn op voedings- en gezondheidsclaims die in commerciële mededelingen worden gedaan in reclameboodschappen voor levensmiddelen die als zodanig bestemd zijn om aan de eindverbruiker te worden geleverd, wanneer de commerciële mededeling respectievelijk reclame zich uitsluitend tot de vakkring richt?”
RB 2333

Keuzevak IE Reclamerecht zoekt praktijkjuristen

De sectie IE in Leiden is op zoek naar een aantal ervaren praktijkjuristen die één of twee studenten willen begeleiden bij het schrijven van een kort schriftelijk stuk op het gebied van het reclamerecht (in ruime zin), over een onderwerp naar keuze van de praktijkjurist. In Leiden wordt vanaf 24 maart 2015 voor het eerst het bachelor keuzevak IE Reclamerecht aangeboden. Het keuzevak wordt aangeboden in samenwerking met de Vereniging voor Reclamerecht.

De student-deelnemers aan het Keuzevak doen schriftelijk tentamen (dat telt voor 50% voor het cijfer) en schrijven een praktisch juridisch advies in antwoord op een vraag op het gebied van het reclamerecht (in ruime zin) (de andere 50% van het cijfer). Het schrijven van het advies wordt begeleid door praktijkjuristen met ervaring op het gebied van het reclamerecht. Deze begeleiding bestaat uit het voeren van twee korte gesprekken met de student, het becommentariëren van het concept en het doorgeven van een korte indicatie van de kwaliteit aan de docenten.

Er komt een lijst met praktische vragen op het gebied van het reclamerecht. Bij elke vraag staat de naam van een ervaren praktijkjurist die bereid is op basis van die vraag te begeleiden.

Als u bereid bent een student te begeleiden bij dit keuzevak kunt u zich vóór 24 maart 2015 aanmelden bij Dirk Visser (d.j.g.visser@law.leidenuniv.nl, tel. 06-51 55 32 85), bij voorkeur met vermelding van één of meer praktische rechtsvragen op het gebied van het reclamerecht.

RB 2330

Over ringen en rangen in het theater

Vz. RCC 17 februari 2015, RB 2330; dossiernr. 2014/00916 (Vakantieveiling/Seetickets zitplaatsen)
Toewijzing. Het betreft de website www.vakantieveilingen.nl voor zover op deze website “2 kaartjes voor Blue Planet in Concert” werden geveild waarbij onder meer werd meegedeeld “Door spectaculaire beelden en intense muziek, waan jij je voor even in de adembenemende onderwaterwereld” en “Zitplaatsen op de 1e ring”.

Klacht: Klager heeft naar aanleiding van de reclame-uiting via VakantieVeilingen.nl de tickets gekocht voor in totaal € 50,--, vermeerderd met € 5,-- administratiekosten. De kaartjes worden geleverd door Seetickets.nl. Laatstgenoemde spreekt echter niet over ringen maar over rangen. Op de website van Ziggo Dome wordt ook niet over ringen gesproken. Nergens was op voorhand een plattegrond te vinden en evenmin werd gecommuniceerd welke zitplaats men koopt. VakantieVeilingen.nl zegt niet te weten voor welk vak de tickets zijn. Na het ontvangen van de kaartjes blijkt dat deze niet “eerste rang” zijn. De plaatsen zijn gesitueerd in een uithoek en men kan vanaf daar bijna onmogelijk het bioscoopscherm zien, terwijl men naar de film gaat om beeld te zien. Bij een kaartje voor de derde rang zou klager beter beeld hebben gehad. Blijkbaar heeft VakantieVeilingen.nl minder goede plaatsen in de aanbieding en veilen ze deze als kaartjes die vergelijkbaar zijn met die bij Seetickets.nl los in de verkoop zijn. Hierbij wordt niet gezegd wat je normaal voor dergelijke kaartjes zou betalen en dat de plekken aanzienlijk minder geschikt zijn omdat men het scherm van de zijkant ziet. Klager voelt zich zwaar misleid.

Het oordeel van de voorzitter
1) De voorzitter stelt voorop dat in de reclame-uiting zitplaatsen op de “1e ring” worden aangeboden. Uit de in deze procedure overgelegde plattegrond, waarop de indeling van de zaal is te zien, blijkt dat zich in de zaal centrale plaatsen bevinden, aangeduid met letters, met daaromheen twee ringen, waarbij de eerste ring is genummerd 101 tot en met 112. Niet in geschil is dat de zitplaatsen die klager heeft gekocht, in deze eerste ring zijn gesitueerd, immers zijn gelegen in sectie 102 van de eerste ring. De aanduiding “1e ring” voor de door klager gekochte zitplaatsen is derhalve technisch gezien juist en ook niet misleidend te achten. Deze aanduiding is ook wezenlijk anders dan “eerste rang” en zal naar het oordeel van de voorzitter door de gemiddelde consument ook niet als zodanig worden opgevat.

2) Klager stelt in zijn klacht dat het vanaf de door hem gekochte zitplaatsen vrijwel onmogelijk is om het scherm te zien. VakantieVeilingen.nl en Seetickets.nl bestrijden dat sprake is van een “slecht zicht plek”. Dergelijke plekken, die er in de zaal wel waren, zijn volgens hen niet geveild. De voorzitter constateert dat klager in zijn repliek zijn standpunt in deze zin heeft genuanceerd, dat de plaatsen wel zicht op het scherm boden, maar dat hij een blik van opzij op het scherm niet in overeenstemming vindt met hetgeen hij mocht verwachten. Voorts stelt klager dat hij uit de uiting niet kon opmaken om wat voor plaatsen het ging, alsmede dat hij niet tot aankoop van de kaartjes zou zijn overgegaan indien vooraf duidelijk zou zijn geweest dat het plaatsen aan de zijkant van het scherm betrof. Juist bij een veiling is het volgens hem belangrijk een goede inschatting te kunnen maken van hetgeen men koopt en de prijs die men hiervoor wil bieden. De voorzitter oordeelt hierover als volgt.

3) Het moet als feit van algemene bekendheid worden beschouwd dat bij een theater de zitplaatsen over een hele zaal zijn verspreid en dat dus de mogelijkheid bestaat dat sommige zitplaatsen zich, gezien vanaf het podium, aan de zijkant van het theater bevinden. Indien in een reclame-uiting een voorstelling als de onderhavige wordt aangeprezen (blijkbaar een combinatie van film en muziek door een aanwezig orkest in een theater) zal de consument derhalve rekening dienen te houden met de mogelijkheid dat niet alle plaatsen centraal tegenover het scherm zijn gelegen. Het ligt in het algemeen op de weg van de consument om zich te informeren over de situering van een bepaalde zitplaats. In het onderhavige geval is echter sprake van een uitnodiging tot aankoop in verband met een overeenkomst op afstand. Dit schept voor een adverteerder extra informatieverplichtingen. Deze brengen naar het oordeel van de voorzitter mee dat de adverteerder in een dergelijk geval de consument inzicht dient te bieden in welke specifieke plaatsen worden geveild en waar deze zijn gesitueerd. De voorzitter verwijst naar het bepaalde in artikel 8.4 onder f van de Nederlandse Reclame Code (NRC) op grond waarvan informatie moet worden verstrekt over de voornaamste kenmerk van het product in de mate waarin dit passend kan worden geacht.

4) Naar het oordeel van de voorzitter had adverteerder ter voldoening aan deze informatieplicht op zijn minst genomen een link in de uiting dienen op te nemen naar een webpagina die een plattegrond van het theater bevat met de nummers van de beschikbare zitplaatsen waarop geboden kan worden. Zonder deze informatie biedt de consument in feite “blind” op zitplaatsen in de eerste rij en is hij onvoldoende geïnformeerd. Deze informatie kan, zeker bij een veiling, voor de consument van belang zijn bij de beslissing al dan niet tot een transactie over te gaan. Het ligt ook voor de hand dat voor plaatsen aan de zijkant van het scherm minder hoge prijzen zullen worden geboden dan voor plaatsen centraal voor het scherm. De voorzitter beschouwt op grond van het voorgaande de informatie over welke specifieke plaatsen worden geveild en waar deze zijn gesitueerd als essentiële informatie.

5) De voorzitter constateert dat klager herhaaldelijk stelt dat niet duidelijk is waarop men biedt. Voorts stelt klager dat aan de hand van de geboden informatie geen goede beslissing valt te nemen en dat hij daardoor is overgegaan tot een aankoop die hij anders niet zou hebben gedaan. De voorzitter begrijpt uit deze stellingen dat het niet mogelijk was reeds in het kader van de reclame-uiting nadere informatie te verkrijgen over de situering van de geveilde zitplaatsen. Uit hetgeen VakantieVeilingen.nl en Seetickets.nl stellen blijkt evenmin dat het mogelijk was hierover in dat kader informatie op te vragen. Op grond hiervan gaat de voorzitter ervan uit dat deze informatie ontbrak. Aldus is niet de essentiële informatie verschaft als bedoeld in artikel 8.4 onder f NRC in verbinding met artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Uit laatstgenoemde artikel volgt dat het ontbreken van essentiële informatie misleidend is indien, zoals in het onderhavige geval, de consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

6) De voorzitter acht zowel VakantieVeilingen.nl als Seetickets.nl verantwoordelijk voor het feit dat in de uiting essentiële informatie ontbreekt. De uiting staat op de website van VakantieVeilingen.nl, maar strekt onmiskenbaar tevens tot de verkoop van kaartjes ten behoeve van Seetickets.nl. De uiting kan derhalve ook als een indirecte aanprijzing van een product of dienst van Seetickets.nl worden beschouwd. Derhalve wordt beslist als volgt.
RB 2331

EHRM: Juiste belangenafweging bij satirische sigarettenreclame

EHRM 19 februari 2015, RB 2331; verzoek 53495/09 en 53649/09 (Bohlen en Ernst August von Hannover tegen Duitsland)
Uitspraak ingezonden door Otto Volgenant, Boekx. Mediarecht. Geen schadevergoeding 'notional licence fee'. De zaak betreft het zonder toestemming gebruiken van de voornamen van klagers (twee publieke personen in Duitsland) in een humoristische sigarettenreclame en een nieuwsitem. De advertenties waar het om gaat, gaan over, respectievelijk, een boek gepubliceerd door de musicus Dieter Bohlen en de woordenwisseling waarbij Ernst August von Hannover betrokken was.

Het Hof constateert dat het Duitse Federale Hof van Justitie een billijke afweging heeft gemaakt tussen de vrijheid van meningsuiting enerzijds en het recht op privacy anderzijds, door rekening te houden met het commerciële en humoristische karakter van de advertenties, de context waarin deze zijn gepubliceerd, het ontbreken van een vernederende of negatieve inhoud in relatie tot klagers, en het voorafgaande publieke gedrag van klagers. Derhalve is er naar het oordeel van het Hof een grondige afweging geweest tussen de op het spel staande belangen.

However, the Federal Court of Justice, to which the company British American Tobacco appealed on points of law, quashed the Court of Appeal judgments on 5 June 2008. It held, in particular, that despite their commercial nature the advertisements in question were apt to help shape public opinion. Furthermore, they had not exploited the applicants’ good name or contained anything that was degrading to them. The applicants’ claims seeking a notional licence fee were therefore dismissed.

RB 2329

Gratis oogmeting alleen bij aankoop van contactlenzen

Vz. RCC 17 februari 2015, RB 2329; dossiernr. 2014/00936 (Pearle)
Toewijzing zonder opleggen aanbeveling. Misleiding. Ontbrekende informatie. Het betreft een aan klager verzonden brief waarin adverteerder hem uitnodigt voor een “Gratis deskundige oogmeting”. In de brief staat onder meer: Bij Pearle bieden we u uw leven lang gratis service. U bent altijd welkom in onze winkels voor een gratis oogcontrole, onderhoud van uw bril en kleine reparaties”.

Klacht: Klager stelt dat hij naar aanleiding van de brief naar een Pearle winkel is gegaan voor een gratis oogcontrole. Na afloop moest klager € 15,-- betalen omdat de gratis oogcontrole alleen geldt bij aankoop van contactlenzen. Deze voorwaarde staat niet in de brief.

Oordeel:
De voorzitter begrijpt dat klager in december 2012 bij adverteerder een bril op sterkte heeft gekocht en in verband daarmee de gewraakte brief ontving met de oproep voor een gratis oogmeting. Voorts begrijpt de voorzitter dat, indien klager de oogmeting voor zijn bril had laten uitvoeren, deze gratis zou zijn geweest, zodat in zoverre de uiting niet onjuist of misleidend is. Klager heeft evenwel, naar adverteerder stelt, een meting laten uitvoeren voor contactlenzen die hij bij een andere leverancier had gekocht. Deze situatie valt niet onder het aanbod van een gratis oogmeting. Adverteerder erkent dat de brief niet duidelijk is over deze uitsluiting en zal om die reden de tekst in de brief aanpassen.

Uit het voorgaande blijkt dat sprake is van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Niet in geschil is dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet zou hebben genomen, zodat de uiting oneerlijk is in de zin van artikel 7 NRC. Nu adverteerder de bereidheid heeft getoond om de uiting aan te passen en zij het door klager voor de oogmeting betaalde bedrag zal retourneren, zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.
RB 2328

Beelden in reiscommercial verwijzen niet naar specifiek land of bestemming

Vz. RCC 17 februari 2015, RB 2328; dossiernr. 2015/00057 (Corendon Spanje)
Afwijzing. Reizen. Uiting: Het betreft een televisiecommercial waarin onder meer is te zien hoe een moeder haar zoon aan de arm meesleurt om hem toe te vertrouwen aan “Cor & Don” die op een terras zitten. De voice-over zegt: “Uw kind wil nooit meer naar huis na een kids & co-vakantie van Corendon.” In de tag-on bij deze commercial wordt onder meer gezegd: “Bijvoorbeeld all-inclusive naar Spanje”, terwijl een foto van mensen aan een strand is te zien.

Klacht: Klager stelt, samengevat, dat adverteerder reclame maakt voor de kids & co vakantie in Spanje waarbij beelden van hotels op Curaçao worden gebruikt. Ook voor andere landen maakt adverteerder reclame met beelden van Curaçao. Dit schaadt het vertrouwen in reclame en is misleidend.

Voorzitter: De bestreden reclame-uiting betreft in de eerste plaats een commercial waarin is te zien hoe een moeder haar kind naar “Cor & Don” brengt. In deze commercial wordt duidelijk gedoeld op de service die adverteerder onder de naam “kids & co” bij sommige vakanties aanbiedt.

In de commercial is geen verwijzing te zien naar een specifiek land of een specifieke bestemming, anders dan dat dit blijkbaar een (sub)tropische bestemming is. Dat in de tag-on vervolgens Spanje wordt genoemd als een van de landen waar men kan de beschikking heeft over een “kids & co-club”, kan op grond van het voorgaande niet tot het oordeel leiden dat sprake is van misleidende reclame. De beelden van de moeder zijn immers niet bedoeld om een bepaalde bestemming aan te prijzen. Evenmin kan worden gezegd dat de onderhavige reclame het vertrouwen in reclame schaadt. De klacht kan derhalve niet slagen.

RB 2327

Klacht over 'Een kikker laat zich niet koken' afgewezen

RCC 6 februari 2015, RB 2326, 2014/00862 (Triodos Bank- kikker) - 2014/00862A - 2014/00862B
Afwijzing. Goede smaak en/of fatsoen. Niet bedoeld tot aanzetten tot veroorzaken van dierenleed. Het betreft een televisiecommercial voor ‘Triodos Bank’. In de commercial is een boomkikker te zien die zich bevindt in een bak met water met daaronder een gasbrander die het water aan het verwarmen is. De voice-over zegt: “Ken jij het verhaal van de kikker en het kokende water? Als een kikker in heel heet water valt springt ie d’er meteen uit. Maar leg je ‘m in koud water en breng je dat water langzaam aan de kook dan blijft ie zitten. (...)

1. De Commissie begrijpt de klacht aldus, dat klager de televisiecommercial in strijd acht met de goede smaak en/of fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Gelet op het subjectieve karakter van deze criteria stelt de Commissie zich, bij de beoordeling of een uiting daarmee in strijd is, terughoudend op. Met inachtneming van deze terughoudendheid is de Commissie op grond van het volgende van oordeel dat in de onderhavige uiting de grens van wat naar huidige maatschappelijke opvattingen toelaatbaar moet worden geacht niet is overschreden.

2. In de onderhavige commercial is een kikker te zien die uit het (ogenschijnlijk) verwarmde water springt. De commercial is duidelijk niet bedoeld om mensen aan te zetten tot het veroorzaken van dierenleed, maar om het publiek aan te zetten tot kritisch denken: net zoals de kikker niet in het langzaam aan de kook gebrachte water blijft zitten tot hij sterft, zo zal de gehele mensheid in staat kunnen zijn om zich aan te passen aan langzaam veranderende en uiteindelijk bedreigende omstandigheden, zoals de opwarming van de aarde of het disfunctioneren van de economie. Gelet op de strekking van de commercial, het aan de kaak stellen van de onjuiste, maar ingesleten ‘boiling frog’-mythe, kan niet worden geoordeeld dat sprake is van het aanzetten tot navolging. Adverteerder heeft ook voldoende aannemelijk gemaakt dat de beelden in de televisiecommercial zodanig zijn bewerkt, dat het slechts lijkt alsof een kikker wordt verwarmd. Dit is in werkelijkheid niet gebeurd, terwijl voor het overige ook niet is gebleken van dierenmishandeling. Tegen deze achtergrond kan niet kan worden gezegd dat marketeers worden neergezet als gewetenloze schoften.

3. Het voorgaande neemt overigens niet weg dat de Commissie er begrip voor heeft dat niet iedereen de onderhavige uiting zal waarderen. Dit leidt evenwel niet tot een andere beslissing.
RB 2326

Foodwatch: voorbeeld van legale misleiding

Vanaf 13 december 2014 gelden er EU-brede regels voor de etikettering van levensmiddelen (EU verordening 1169/2011). Het wetgevingsproces werd echter massaal beinvloed door de levensmiddelenindustrie. Om de mazen in de nieuwe etiketteringswet aan te tonen heeft foodwatch een fictief product ontworpen: de “Framboos Fitness Flakes”. Dit product voldoet aan de nieuwe regels, maar misleidt toch! Klik hier om de verschillende soorten misleiding te ontdekken!
Lees verder