Pijprokende stripdokter valt niet onder Reclamecode voor Tabaksproducten
RCC 20 mei 2014, RB 2144, dossiernr. 2014/00205 (Brabants Dagblad) NIB bevestigd. Afwijzing. Tabak. Het betreft de strip “Elsje” in het Brabants Dagblad van 27 februari 2014. Daarin zegt Elsje tegen de dokter: “Dokter, m`n hond denkt nog steeds dat ie een kat is”. De klacht is dat de dokter een pijp rookt, en dat gebeurt regelmatig in de onderhavige strip, die in meer bladen van het Wegener concern verschijnt, zoals bijvoorbeeld De Stem. Klager acht de uiting in strijd met de artikelen 8.1 en 8.2 van de Reclamecode voor Tabaksproducten (RvT) en misleidend. De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter, inhoudende afwijzing van de klacht.
NIB bevestigd. Afwijzing. Tabak. Het betreft de strip “Elsje” in het Brabants Dagblad van 27 februari 2014. Daarin zegt Elsje tegen de dokter: “Dokter, m`n hond denkt nog steeds dat ie een kat is”. De klacht is dat de dokter een pijp rookt, en dat gebeurt regelmatig in de onderhavige strip, die in meer bladen van het Wegener concern verschijnt, zoals bijvoorbeeld De Stem. Klager acht de uiting in strijd met de artikelen 8.1 en 8.2 van de Reclamecode voor Tabaksproducten (RvT) en misleidend. De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter, inhoudende afwijzing van de klacht.
Het oordeel van de Commissie
Naar het oordeel van de Commissie betreft de bestreden uiting een uiting van redactionele aard in het Brabants Dagblad en geen reclame in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame (NRC). De tekening van een deel van een stripfiguur, die kennelijk een pijp rookt, en als dokter wordt aangeduid, betekent niet dat de uiting een aanprijzing inhoudt van goederen, diensten en/of denkbeelden door een adverteerder of geheel of deels ten behoeve van deze.
 Warenwetbesluit  hygiëne van levensmiddelen. Appellant exploiteert een Chinees  restaurantbedrijf. Deze is gecontroleerd op naleving van de  hygiënevoorschriften. Het constateren van overtredingen is voor NVWA  aanleiding geweest het bedrijf van appellant te selecteren voor het  project “Hard waar het moet”. Ook deze inspecties resulteerden telkens  in het opleggen van een boete. Daarop is de appellant opgedragen  onmiddellijk een zestal maatregelen te nemen, waaraan niet is voldaan.  Naar aanleiding hiervan heeft de minister appellant gelast zijn  bedrijfsruimten onmiddellijk te sluiten en gesloten te houden. Na  herinspectie mocht appellant de bedrijfsruimten weer openen. Bij besluit  heeft de minister het bezwaar van appellant tegen het besluit tot  sluiting ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelt over de stelling dat  het opleggen van de last tot sluiting disproportioneel is geweest, dat  de met de wettelijke voorschriften strijdige hygiënische omstandigheden  daartoe voldoende aanleiding vormden. Het betoog van appellant dat de  minister hem ten onrechte niet in de gelegenheid heeft gesteld zijn  zienswijze naar voren te brengen, is terecht verworpen. Appellante is  voldoende in de gelegenheid gesteld. Het beroep is ongegrond.
Warenwetbesluit  hygiëne van levensmiddelen. Appellant exploiteert een Chinees  restaurantbedrijf. Deze is gecontroleerd op naleving van de  hygiënevoorschriften. Het constateren van overtredingen is voor NVWA  aanleiding geweest het bedrijf van appellant te selecteren voor het  project “Hard waar het moet”. Ook deze inspecties resulteerden telkens  in het opleggen van een boete. Daarop is de appellant opgedragen  onmiddellijk een zestal maatregelen te nemen, waaraan niet is voldaan.  Naar aanleiding hiervan heeft de minister appellant gelast zijn  bedrijfsruimten onmiddellijk te sluiten en gesloten te houden. Na  herinspectie mocht appellant de bedrijfsruimten weer openen. Bij besluit  heeft de minister het bezwaar van appellant tegen het besluit tot  sluiting ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelt over de stelling dat  het opleggen van de last tot sluiting disproportioneel is geweest, dat  de met de wettelijke voorschriften strijdige hygiënische omstandigheden  daartoe voldoende aanleiding vormden. Het betoog van appellant dat de  minister hem ten onrechte niet in de gelegenheid heeft gesteld zijn  zienswijze naar voren te brengen, is terecht verworpen. Appellante is  voldoende in de gelegenheid gesteld. Het beroep is ongegrond. Kort geding. Tabakswet. Gebruik van insteekbriefjes in de verpakking van tabaksprodukten ('inserts') is in strijd met het reclameverbod zoals neergelegd in de Tabakswet.
Kort geding. Tabakswet. Gebruik van insteekbriefjes in de verpakking van tabaksprodukten ('inserts') is in strijd met het reclameverbod zoals neergelegd in de Tabakswet. Tabak. Aanbeveling. De bevindingen zoals weergegeven op www.acvoda.nl nemen naar het oordeel van de Commissie niet weg dat er sprake is van (mogelijk) kankerverwekkende stoffen. Nu voornoemde beelden van de vrouw ten onrechte suggereren dat -in elk geval- de damp onschadelijk is voor de gezondheid en de in de uiting opgenomen waarschuwing de gedachte kan doen postvatten dat slechts met de daarin bedoelde risico’s rekening behoeft te worden gehouden, acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de risico’s van het product als bedoeld in artikel in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Tabak. Aanbeveling. De bevindingen zoals weergegeven op www.acvoda.nl nemen naar het oordeel van de Commissie niet weg dat er sprake is van (mogelijk) kankerverwekkende stoffen. Nu voornoemde beelden van de vrouw ten onrechte suggereren dat -in elk geval- de damp onschadelijk is voor de gezondheid en de in de uiting opgenomen waarschuwing de gedachte kan doen postvatten dat slechts met de daarin bedoelde risico’s rekening behoeft te worden gehouden, acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de risico’s van het product als bedoeld in artikel in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Misleidend. Oneerlijk. Milieuclaim. E-smoking. Aanbeveling. Het betreft een
Misleidend. Oneerlijk. Milieuclaim. E-smoking. Aanbeveling. Het betreft een  The legal basis originally proposed by the Commission was Article 114(1) of the Treaty on the Functioning of the European Union (TFEU), which is the general legal basis in the Treaty concerning measures for the harmonisation of Member States' legislation in the internal market. Plenary confirmed the mandate based on Article 114(1) TFEU on 8 October 2013.
The legal basis originally proposed by the Commission was Article 114(1) of the Treaty on the Functioning of the European Union (TFEU), which is the general legal basis in the Treaty concerning measures for the harmonisation of Member States' legislation in the internal market. Plenary confirmed the mandate based on Article 114(1) TFEU on 8 October 2013.  Vraag 1: Bent u bekend met de recente berichtgeving over de verslavende, en daarmee voor de gezondheid schadelijke gevolgen van de e-sigaret?1
Vraag 1: Bent u bekend met de recente berichtgeving over de verslavende, en daarmee voor de gezondheid schadelijke gevolgen van de e-sigaret?1 Uit het persbericht
Uit het persbericht Misleiding, voornaamste kenmerken, folders. Het betreft een
 Misleiding, voornaamste kenmerken, folders. Het betreft een 
 
       
       
       
       
       
       
 
         
 
         
 
         
 
         
 
        