Zalando naturisten reclame is fatsoenlijk?
RCC 13 april 2011, Dossiernrs. 2011/00260 en 2011/00260A
Reclamerecht. Televisiecommercial voor Zalando dat zich afspeelt op naturistencamping. Klager 1 maakt bezwaar over tijdstip van uitzending ('s middags), nu er pornografische beelden in voorkomen en kinderen op dat tijdstip naar televisie kijken. Klager 2 stelt dat het bloot in de reclame geen functie heeft, vervagen intieme delen vooroordelen versterkt en naturisme belachelijk wordt gemaakt. Verweerder stelt over klacht 1 dat er geen sprake is van pornografische beelden, kinderen er niet bij betrokken worden en dat uiting ook niet op kinderen is gericht. Over klacht 2 stelt verweerder dat naturisten juist in positief daglicht worden gesteld, er sprake is van humoristische overdrijving en intieme delen vervaagd worden om jonge kijkers te beschermen.
Commissie vat beide klachten samen als geacht in strijd met het goede smaak/fatsoen als bedoeld in art. 2 NRC. Bij de beoordeling hierover stelt Commissie zich terughoudend op, gelet op subjectieve karakter van criteria. Commissie oordeelt dat de uiting de grenzen van art. 2 NRC niet overschrijdt. Oordeelt dat er is geen sprake van pornografische beelden, zeker niet nu intieme delen vervaagd zijn. Oordeelt dat uiting duidelijk humoristisch is bedoeld, ook al wordt dat misschien niet door iedereen gewaardeerd. Wijst beide klachten af.
2011/00260. De Commissie vat het bezwaar van klager aldus op, dat hij de bestreden televisie-commercial niet geschikt acht voor kinderen. In dit verband zal de Commissie beoordelen of de commercial, voor zover deze wordt uitgezonden op tijdstippen dat kinderen ook naar de televisie kijken, in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Bij de beoordeling of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria. Met inachtneming van deze terughoudendheid is de Commissie van oordeel dat in de commercial, voor zover deze uitgezonden wordt op tijdstippen waarop ook kinderen naar de televisie kijken, de grenzen van hetgeen toelaatbaar moet worden geacht niet zijn overschreden. Hierbij is van belang dat in de uiting blote borsten en geslachtsdelen onzichtbaar zijn gemaakt en dat van pornografische beelden, zoals door klager gesteld, naar het oordeel van de Commissie geen sprake is.
2011/00260A. De Commissie vat de bezwaren van klager aldus op, dat hij de bestreden televisie-commercial in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen acht dan wel nodeloos kwetsend voor naturisten.
Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met criteria zoals de goede smaak en/of het fatsoen dan wel nodeloos kwetsend is, stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van die criteria. Met inachtneming van deze terughoudendheid acht de Commissie de onderhavige commercial niet van dien aard dat de grens van het toelaatbare wordt overschreden. Hoewel de uiting, die duidelijk humoristisch is (bedoeld), niet door iedereen zal worden gewaardeerd, geeft dit de Commissie geen aanleiding de televisiecommercial op de door klager aangevoerde gronden ontoelaatbaar te achten.
Lees de gehele uitspraak 2011/00260 hier (link en pdf)
Lees de gehele uitspraak 2011/00260A hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 2
Adapter retour onmogelijk zonder contact
Voorzitter RCC 7 april 2011, Dossiernr. 2011/00172 (adapter retour)
Reclamerecht. Uiting op www.adaptercentrum.nl over "niet goed, geld terug"-garantie. Klager stelt geen contact te hebben kunnen krijgen met adverteerder om accu te retourneren. Klaagt ook over logo thuiswinkelkeurmerk op de website. Verweerder stelt aan klager te hebben laten weten dat accu geretourneerd kon worden. Nu klager deze onderhands heeft verkocht, kan verweerder niets meer voor hem doen aldus verweerder.
Voorzitter acht dat Commissie klacht zal toewijzen en baseert zich op het volgende: nu klager geen contact kon krijgen met adverteerder en dit niet door verweerder is weersproken, is niet voldaan aan eis van art. 15c lid 1 aanhef en onder b BW. Hierdoor handelt adverteerder in strijd met art. 2 NRC. Voorzitter kan niet oordelen over logo thuiswinkelkeurmerk op website nu klager hier geen bewijs van heeft overlegd en laat het derhalve buiten beschouwing. Voorzitter doet aanbeveling.
1) De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal toewijzen. Hij overweegt daartoe het volgende.
2) In de reclame-uiting staat als voorwaarde voor het terugstorten van het aankoopbedrag dat het product dient te worden retour gezonden, waarna binnen vijf dagen het aankoopbedrag wordt teruggestort. Klager, die een niet-passende accu bij adverteerder heeft gekocht, heeft in verband hiermee diverse malen tevergeefs contact gezocht met adverteerder. Nu klager onweersproken heeft gesteld dat hij, ondanks diverse pogingen, geen contact kon krijgen met adverteerder, is niet voldaan aan de eis van artikel 15c lid 1 aanhef en onder b BW, dat adverteerder - kort gezegd - gegevens dient te noemen die op gemakkelijke en directe wijze een snel contact en rechtstreekse en effectieve communicatie met hem mogelijk maken. Als gevolg hiervan heeft geen communicatie kunnen plaatsvinden tussen klager en adverteerder over de terugzending als bedoeld in de gewraakte uiting. Aldus heeft adverteerder niet voldaan aan een wettelijke verplichting die zich ook uitstrekt tot de reclame-uiting, en heeft adverteerder daardoor gehandeld in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 2
Buitenlands spaargeld: depositogarantiestelsel
Reclamerecht. Tweede Kamer, 2011Z07640. Vragen over Nederlandse garanties over buitenlands spaargeld.
Vraag (PvdA-kamerlid Plasterk):
Hoe verhoudt deze manier van informeren zich tot de regel dat geen reclame mag worden gemaakt over een depositogarantiestelsel? Druist de bij vraag 2 genoemde aanprijzing niet in tegen het Nederlandse belang? Bent u niet van mening dat er geen Nederlands belang mee gediend is dat buitenlandse spaarders via het internet hun geld naar Nederlandse banken brengen, met garantie van de Nederlandse overheid?
Antwoord (Minister van Financiën, De Jager):
Tekst over het Nederlandse DGS [red. depositogarantiestelsel]
De vraagsteller verwijst naar een tekst over het Nederlandse DGS op de Belgische internetsite van de Rabobank. Naar aanleiding van de aangehaalde tekst wil ik benadrukken dat alle kosten voor het DGS ten laste komen van de banken, niet ten laste van de schatkist. Verder is relevant om op te merken dat banken, op basis van Europese regelgeving en de Wft, potentiële en bestaande depositohouders dienen te informeren welk DGS op hen van toepassing is. Tegelijkertijd geldt echter dat het een financiële onderneming op grond van artikel 3:264, lid 1, Wet op het financieel toezicht (Wft) niet is toegestaan deze informatie voor reclamedoeleinden te gebruiken. Lid 2 van dit artikel staat wel toe dat een bank in een reclame-uiting vermeldt dat op haar een vangnetregeling van toepassing is. Het is niet aan mij om te oordelen of de informatie die de Rabobank op haar website had opgenomen in strijd is met lid 1 van dit artikel. De Nederlandsche Bank (DNB) ziet hierop toe en kan zo nodig direct of indirect corrigerend optreden. Echter, ik kan me voorstellen dat de door de vraagsteller aangehaalde tekst wervend over kan komen, en dat de tekst niet voldoende tot uitdrukking brengt dat de kosten van het DGS ten laste komen van de banken. Ook de Rabobank heeft aangegeven dat de tekst op de Belgische website van de Rabobank de suggestie wekte dat deze voor reclamedoeleinden was bedoeld. De Rabobank heeft aangegeven dat dit niet had mogen gebeuren en heeft de tekst aangepast om deze suggestie weg te nemen.
Lees de kamervragen met antwoord hier
Prijs fitness misleidend
Voorzitter RCC 7 april 2011, Dossiernr. 2011/00054 (onbeperkt fitnessen)
Reclamerecht. Folder waarin staat "onbeperkt trainen voor 15,95 per maand." Klager stelt dat deze prijs alleen geldt als jaar vooruit wordt betaald en het duurder is als per maand wordt betaald. Verweerder stelt dat dit de abonnementsprijs per jaar is en dat bij betaling per maand extra kosten in rekening worden gebracht, welke duidelijk worden aangegeven voor afsluiten. De voorzitter oordeelt dat Commissie klacht zal toewijzen. Nu de extra kosten niet in uiting worden vermeld, is er sprake van een omissie (art. 8.3 aanhef en onder c NRC). Voorzitter oordeelt in strijd met art. 7 NRC en doet aanbeveling.
De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal toewijzen. Hij overweegt daartoe het volgende:
Vaststaat dat men bij betaling per jaar bij adverteerder een fitnessabonnement kan afsluiten zonder dat bijkomende kosten zijn verschuldigd. In de uiting wordt echter een bedrag per maand genoemd zonder verwijzing naar bijkomende kosten indien voor maandelijkse betaling wordt gekozen. Door het ontbreken van deze informatie in combinatie met het genoemde maandbedrag, wordt de onjuiste indruk gewekt dat men ook bij betaling per maand geen bijkomende kosten is verschuldigd.
Blijkens het voorgaande is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 7 en art. 8.3 aanhef en onder c
Bestaat Dago 30 jaar?
Voorzitter RCC 7 april 2011, Dossiernr. 2011/00147 (Dago)
Reclamerecht. Op website staat dat bedrijf al 30 jaar actief is. Klaagster stelt dat dit vorm van zekerheid suggereert en vindt dit niet het geval nu Dago pas sinds 2009 in de KvK is ingeschreven. Voorzitter oordeelt dat klaagster betwist dat Dago al 30 jaar bestaat en verweerder juistheid van deze mededeling niet heeft aangetoond. Hierdoor is sprake van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef NRC) volgens de voorzitter en zij acht de uiting in strijd met art. 7 NRC. Voorzitter doet aanbeveling.
Klaagster betwist dat adverteerder al sinds begin jaren ’80 actief is en adverteerder heeft de juistheid van de gewraakte mededeling niet aangetoond.
Van deze mededeling gaat, naar het oordeel van de voorzitter, de suggestie uit dat adverteerder al ruim 30 jaar ervaring heeft in de branche. Adverteerder heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat dit het geval is.
Blijkens het voorgaande is onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf).
Regeling: NRC art. 7 en art. 8.2 aanhef
Boerderij vermeldt tarief 0900-nummer niet
Voorzitter RCC 7 april 2011, Dossiernr. 2011/00177 (geen vermelding tarief 0900-nummer)
Reclamerecht. Uitnodiging voor bezoek boerderij. Klaagster stelt dat zij voor bezoeken boerderij moest bellen naar 0900-nummer. Het tarief hiervoor ontbreekt in de uiting en wordt ook niet vermeld aan de telefoon, dus in strijd met art. 8.1 RTI volgens klaagster. Verweerder stelt dat ontbreken tarief fout is van drukker en uiting zal z.s.m. worden aangepast. Nu adverteerder klacht niet weerspreekt, acht voorzitter uiting in strijd met art. 8.1 RTI en voorzitter doet aanbeveling.
Adverteerder heeft niet weersproken dat in de reclame-uiting zelf en voorafgaand aan de aanvang van de informatiedienst het tarief ontbreekt dat voor dit gesprek in rekening wordt gebracht, hetgeen in strijd is met artikel 8.1 RTI. Adverteerder heeft laten weten dat sprake is van een drukfout en heeft toegezegd de uiting te zullen aanpassen, doch dit neem de strijdigheid van de gewraakte uiting met genoemde bepaling niet weg.
Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf).
Regeling: RTI art. 8.1
Vectone tarieven misleidend
Voorzitter RCC 7 april 2011, Dossiernr. 2011/00146 (Vectone tarieven)
Reclamerecht. Smsbericht van 5 november 2010 waarin en website waarop staat dat voor 1ct/minuut naar vaste nummers in Marokka kan worden gebeld. Klager stelt dat hij op 6 november naar vast nummer in Marokko heeft gebeld, maar tarief nog niet was aangepast. Commissie leest deze klacht als dat het niet mogelijk was voor het tarief in genoemde sms naar Marokko te bellen. Nu adverteerder dit niet heeft betwist, is er volgens Commissie sprake van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef en onder d NRC en daarom misleidend. Voorzitter acht uitingen dus in strijd met art. 7 NRC en doet aanbeveling.
De voorzitter vat klagers bezwaar aldus op dat het, nadat adverteerder aan klager een sms bericht had gestuurd met de hierboven onder a bedoelde tekst, niet mogelijk was op voor 1 cent per minuut naar een vast nummer in Marokko te bellen.
Adverteerder heeft hetgeen klager stelt niet betwist, op grond waarvan de voorzitter van oordeel is dat adverteerder het geen hij in de advertentie stelt, niet is nagekomen.
Blijkens het voorgaande is onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden zijn beide reclame-uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf).
Regeling: NRC art. 7 en art. 8.2 aanhef en onder d
Ongevraagde nieuwsbrief verzending in strijd met Code e-mail
RCC 7 april 2011, Dossiernr. 2011/00170 (nieuwsbrief via e-mail)
Reclamerecht. PMA voordelen nieuwsbrief. Klager heeft aangegeven geen digitale nieuwsbrieven van PMA te willen ontvangen. Na aanmelden bonus, waarbij e-mailadres moest worden opgegeven, ontvangt klager echter weer nieuwsbrief. Klager stelt dat Code e-mail wordt overtreden. Verweerder stelt dat via nieuwsbrief mogelijkheid tot afmelden bestaat, maar dat door fout in software e-mailadres van klager was geactiveerd. Inmiddels is fout hersteld en zal klager geen nieuwsbrieven meer ontvangen volgens verweerder. Nu verweerder de klacht heeft erkend, oordeelt de voorzitter dat verweerder in strijd met art. 1.3 Code e-mail heeft gehandeld. Commissie doet aanbeveling.
De klacht; In 2009 heeft klager zich via PMA bij Menzis verzekerd en bij de inschrijving heeft klager aangekruist dat hij geen e-mail wenst te ontvangen. Na enige tijd is aan dit verzoek gevolg gegeven. Toen klager zich niet lang geleden aanmeldde voor een bonus, moest hij wederom zijn e-mail adres opgeven. Daarbij bestond niet de mogelijkheid om mee te delen of hij wel of geen nieuwsbrief zou willen ontvangen. Sinds deze aanvraag ontvangt klager van adverteerder weer de nieuwsbrief, laatstelijk op 9 februari 2011.
Gelet hierop handelt adverteerder in strijd met de Code verspreiding reclame via e-mail (Code e-mail).
Het oordeel van de voorzitter van de Commissie
Adverteerder heeft erkend aan klager ten onrechte een nieuwsbrief te hebben gestuurd, hetgeen betekent dat hij heeft gehandeld in strijd met artikel 1.3 Code e-mail.
Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf).
Regeling: Code e-mail art. 1.3
NavAudio omruilgarantie geen 100%
RCC 11 april 2011, Dossiernr. 2011/00199 (NavAudio)
Reclamerecht. Uiting op website navaudio.nl over 12 maanden omruilgarantie. Klager stelt dat verweerder cd/dvd speler niet wil omruilen nu apparaat niet meer werkt na 9 maanden. Verweerder stelt product te willen repareren, maar niet omruilen. "Omruilen is een gunst, geen moeten" volgens verweerder.
Commissie acht dat uiting doet vermoeden dat defect product vervangen en niet gerepareerd zal worden. Nu verweerder het product alleen wil repareren en niet vervangen, is er sprake van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef NRC). Commissie acht de uiting misleidend en dus in strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.
Door het aanbod van “12 maanden NavAudio OMRUILGARANTIE” waarover onder meer wordt gesteld: “het defecte apparaat zal niet worden gerepareerd, maar direct vervangen worden door een nieuw exemplaar!” wordt gesuggereerd dat de consument er gedurende 12 maanden na aankoop op mag vertrouwen dat een defect apparaat zal worden vervangen in plaats van gerepareerd.
Naar de Commissie begrijpt uit de klacht en het verweer heeft adverteerder zich binnen 12 maanden na aankoop van een navigatiesysteem, waarvoor de 12 maanden NavAudio OMRUILGARANTIE gold, niet bereid getoond om dit systeem te vervangen. Adverteerder heeft onder meer gesteld: “omruilgarantie is een gunst, geen moeten”. Aangezien de bestreden uiting anders doet vermoeden, gaat deze uiting gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de uiting de gemiddelde consument er bovendien toe kan brengen een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf).
Regeling: NRC art. 7 en art. 8.2 aanhef
BMAir: vliegen naar Manilla voor 575 euro?
RCC 19 april 2011, Dossiernr. 2011/00251 (Vliegtickets naar Manilla voor 575 euro)
Reclamerecht. Op website wordt staat aanbieding voor vliegticket naar Manilla vanaf 575 euro. Klager stelt dat hij meerdere malen geprobeeerd heeft ticket voor deze prijs te boeken binnen 8 uur nadat aanbieding online kwam en dat het hem nooit gelukt is. Klager acht de uiting daarom misleidend. Verweerder stelt dat aanbieding geldt op basis van beschikbaarheid en in de door klager gekozen periode was vlucht met deze prijs niet beschikbaar.
Commissie leest de klacht als dat aanbieding feitelijk onmogelijk is door onvoldoende beschikbaarheid. Commissie acht onvoldoende aannemelijk dat verweerder in redelijke mate stoelen heeft gehad voor gestelde prijs, nu verweerder stelling klager niet heeft weersproken. Dat op website voorbehoud is gemaakt m.b.t. beschikbaarheid stoelen is niet voldoende aannemelijk geworden volgens Commissie. Strijd met art. V sub 1 RR.
De Commissie begrijpt de klacht in die zin dat volgens klager het boeken van een vliegreis naar Manilla vanaf Frankfurt voor de in de uiting genoemde prijs van € 575 feitelijk niet mogelijk is wegens onvoldoende beschikbaarheid.
Artikel V sub 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) bepaalt, dat aanbieders (van reisdiensten) dienen te zorgen voor een redelijke beschikbaarheid van de door hen in reclame-uitingen aangeboden diensten voor de genoemde prijs. Voorts dienen aanbieders op grond van artikel VI RR de juistheid en beschikbaarheid van hun aanbiedingen aannemelijk te maken indien deze worden aangevochten.
De Commissie acht onvoldoende aannemelijk geworden dat BM Air Reizen in redelijke mate stoelen beschikbaar heeft (gehad) voor de aanbieding van een ticket vanaf Frankfurt naar Manilla voor de prijs van € 575,-. Daarbij neemt de Commissie in aanmerking dat door adverteerder is erkend dat voor de periode waarin klager wenste te vertrekken de aanbieding niet beschikbaar was, en bovendien door adverteerder klagers stelling dat het bij herhaling is voorgekomen dat al binnen enkele uren na het verschijnen van de aanbieding op internet een boeking tegen het aangeboden tarief van € 575 niet (meer) mogelijk blijkt, niet is weersproken. De mededeling van adverteerder dat op de website een voorbehoud is gemaakt met betrekking tot de beschikbaarheid van de aanbieding is niet met stukken onderbouwd en is om die reden naar het oordeel van de Commissie evenmin voldoende aannemelijk gemaakt. Gelet op het vorenstaande heeft adverteerder niet voldaan aan het bepaalde in artikel V sub 1 RR.
Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf).
Regeling: RR art. V sub 1, art. VI