Vroegboekkorting alleen voor vliegreizen
CvB 5 juni 2012, dossiernr. 2012/00251 (OAD vroegboekkorting)
In een tv-reclame wordt onder meer gezegd: “Zeg bent u al vakantieVIP? Dat word je als je nu bij OAD Reizen een heerlijke vakantie boekt. Maar wees er snel mee, want dan profiteer je van hele hoge vroegboekkortingen”.
Klacht: In geen van de bestreden uitingen is vermeld dat de vroegboekkortingen alleen gelden voor all-in vliegreizen en bestemmingen aan de Middellandse Zee.
RCC: Adverteerder heeft niet weersproken dat uit geen van de bestreden uitingen valt op te maken dat de vroegboekkortingen alleen gelden voor vliegreizen en reizen naar bestemmingen aan de Middellandse Zee en dus niet voor andere door OAD aangeboden reizen. Er wordt essentiële informatie verborgen gehouden.
Er worden drie grieven ingediend:
1) geen goede procesorde, omdat de SRC aan klaagster (in eerste instantie) twee mogelijke samenvattingen heeft aangeboden van haar klacht.
2) De beslissing wordt gewezen door een onbevoegd Commissielid, zij wordt niet op de website van de SRC vermeld.
3) OAD kon de klacht niet onderzoeken omdat bepaalde gegevens ontbraken. Volgens OAD is de datum van boeken bepalend voor de toepasselijkheid van de gewraakte uitingen.
De CVB bevestigt de aanbeveling:
1. OAD miskent het Reglement en de eigen procesregels dat geen verbod inzake het vragen van nadere inlichtingen bevat.
2. De secretaris is - volgens art. 5 lid 2 Reglement - bevoegd als plaatsvervangenr van elk van de Commissieleden.
3. Voor de beoordeling van deze klacht is niet relevant of geïntimeerde een reis heeft geboekt, en zo ja, op welke datum. Kern van de klacht is immers dat uit de uitingen niet blijkt dat de vroegboekkortingen alleen gelden voor all-in vliegreizen en bestemmingen aan de Middellandse Zee.
4. Er is niet inhoudelijk weersproken, dus onderschreid het college het oordeel van de commissie
citaten:
onder 1: (...) OAD stelt dat in een procedure voor de rechter een dergelijke handelwijze ongeoorloofd is. OAD miskent echter met dit betoog dat de procedure die volgt na het in behandelen nemen van een klacht door de Commissie, wordt beheerst door eigen procesregels, die zijn vastgelegd in het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, welke colleges zijn ingesteld ingevolge artikel 2 lid 2 van de Statuten van de Stichting Reclame Code. In het Reglement zijn beginselen van een behoorlijke klachtprocedure uitgewerkt. Het Reglement bevat geen verbod om naar aanleiding van een ingediende klacht nadere inlichtingen aan een klager te vragen. De door OAD bedoelde brief gaat het kader van een informatieverzoek niet te buiten. Van “helpen” van geïntimeerde bij het indienen van een correcte klacht is geen sprake. Het was blijkens de inhoud van de brief de bedoeling duidelijkheid te verkrijgen over de reikwijdte van de klacht teneinde die op efficiënte wijze te kunnen behandelen. OAD was hierbij ook gebaat, nu zij het verweer in eerste aanleg kon beperken tot datgene wat volgens het antwoord van geïntimeerde op voormelde brief de essentie van de klacht was. Aldus kan niet worden gezegd dat sprake is van schending van het Reglement en evenmin dat OAD door voormelde handelwijze in haar belangen is geschaad. Grief 1 faalt derhalve.
3. Ten aanzien van de stelling van OAD dat zij de klacht niet kon onderzoeken omdat met betrekking tot de door geïntimeerde gemaakte boeking bepaalde gegevens ontbraken, is het College van oordeel dat deze stelling niet ter zake doet voor de beoordeling van de onderhavige klacht. Kern van de klacht is immers dat uit de uitingen niet blijkt dat de vroegboekkortingen alleen gelden voor all-in vliegreizen en bestemmingen aan de Middellandse Zee. Voor de beoordeling van deze klacht is niet relevant of geïntimeerde een reis heeft geboekt, en zo ja, op welke datum. Het gaat in deze procedure immers uitsluitend om de vraag of de gewraakte uitingen misleidend zijn voor de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende consument.
4. De Commissie heeft geoordeeld dat niet is weersproken dat de in de klacht bedoelde informatie in de uitingen ontbreekt en dat om die reden sprake is van een verborgen houden van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen (...)
5. Het College neemt kennis van de stelling van OAD dat zij geïntimeerde een korting zal geven, ongeacht hoe de uitkomst van deze procedure zal luiden.