Advies AG aan Hoge Raad over limiet aan lengte civiele processtukken in hoger beroep

De in de procesreglementen van de gerechtshoven opgenomen regels dat civiele processtukken in hoger beroep niet langer mogen zijn dan 25 pagina’s zijn toelaatbaar, omdat zij gebaseerd kunnen worden op de eisen van een behoorlijke rechtspleging. Die regels zijn niet in strijd met het recht op toegang tot de rechter of met het beginsel van hoor en wederhoor. De regels mogen echter niet bepalen dat een processtuk dat langer is dan 25 pagina’s in zijn geheel wordt geweigerd. Voor zo’n ingrijpende sanctie is een wettelijke basis vereist, maar die is er niet. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) De Bock de Hoge Raad in haar conclusie van vrijdag.
Lees verder op Hoge Raad.nl.
Uitspraak ingezonden door Rogier de Vrey, Marcoline van der Dussen en Yasar Celebi, CMS.
Misleidende reclame inktcartridges

Rechtbank Amsterdam 15 december 2021, IEF 20412, RB 3582; C/13/687259 / HA ZA 20-7049 (Digital Revolution tegen HP) HP is onderdeel van een wereldwijd technologiebedrijf dat onder meer inktcartridges fabriceert. HP brengt deze inktcartridges onder eigen naam op de markt. Digital Revolution exploiteert een webwinkel 123inkt.nl. Via deze webwinkel verkoopt zij HP-cartridges en huismerkcartridges. Beide partijen hebben teksten op hun website geplaatst die volgens de andere partij onder meer misleidend zijn. De rechter concludeert in conventie dat HP zich niet schuldig heeft gemaakt aan misleidende (vergelijkende) reclame en oneerlijke handelspraktijk. In reconventie wordt geoordeeld dat de mededelingen die Digital Revolution openbaar heeft gemaakt op onderdelen ongeoorloofd vergelijkend zijn en daarmee onrechtmatig tegenover HP. Aannemelijk is dat HP als gevolg van dit onrechtmatig handelen van Digital Revolution schade heeft geleden. Digital Revolution wordt veroordeeld die schade aan HP te vergoeden. Zie ook [IEF 20404] betreffende misleidende reclame van tonercartridges.
Uitspraak ingezonden door Robbert Sjoerdsma en Katrien van de Wijdeven, Holla.
Bezwaren tegen terugbetalingsregeling afgewezen

Vzr. Rechtbank Den Haag 14 december 2021, IEF 20405, RB 3581, LS&R 2008;C/09/619649 / KG ZA 21 /1010 (Boehringer tegen AstraZeneca) Kort geding. Zowel Boehringer als AstraZeneca brengt geneesmiddelen op de markt voor de behandeling van patiënten met diabetis mellitus type 2 (hierna: DM2). In deze zaak gaat het over de zogenoemde SGLT-2 remmers voor de behandeling van DM2. De bezwaren van Boehringer tegen de TBR (terugbetalingsregeling) van AstraZeneca zijn te onderscheiden in (i) bezwaren tegen de TBR als zodanig en (ii) bezwaren tegen de communicatie over de TBR. Aan bod komen, onder meer: de toelaatbaarheid van TBR-en in het kader van receptgeneesmiddelen in het algemeen; de toelaatbaarheid van TBR-en in het licht van de regels omtrent gunstbetoon; de relativiteit van de normen uit hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet inzake geneesmiddelenreclame; en de reikwijdte van de ‘algemene’ reclameregels vervat in de artikelen 6:193 en 6:194 BW. De vorderingen van Boehringer worden afgewezen.
Uitspraak ingezonden door Rogier de Vrey, Marcoline van der Dussen en Yasar Celebi, CMS.
Misleidende reclame tonercartridges

Rechtbank Amsterdam 15 december 2021, IEF 20404; C/13/689643 / HA ZA20-930 (Digital Revolution tegen HP) HP is onderdeel van een wereldwijd technologiebedrijf dat onder meer tonercartridges fabriceert. HP brengt deze cartridges onder eigen naam op de markt. Digital Revolution exploiteert een webwinkel 123inkt.nl. Via deze webwinkel verkoopt zij HP-cartridges en huismerkcartridges die gebruikt kunnen worden in printers van HP. Beide partijen hebben teksten op hun website geplaatst die volgens de andere partij onder meer misleidend zijn. De rechter concludeert o.a. in conventie dat HP zich niet schuldig heeft gemaakt aan misleidende (vergelijkende) reclame en oneerlijke handelspraktijk. In reconventie wordt geoordeeld dat de mededelingen die Digital Revolution openbaar heeft gemaakt op onderdelen ongeoorloofd vergelijkend zijn en daarmee onrechtmatig tegenover HP. Aannemelijk is dat HP als gevolg van dit onrechtmatig handelen van Digital Revolution schade heeft geleden.
Kansspelreclame toegestaan

SRC VAF 17 november 2021, RB 3578; Dossiernr: 2021/00484 (Holland Casino) Kansspel. Bijzondere reclamecode. De klacht betreft een televisiecommercial van Holland Casino die begint met beelden van een zakelijke bespreking en de door een voice-over gesproken mededeling: “Met Holland Casino online speel je poker nu ook op je telefoon”. Vervolgens is te zien dat een vrouw tijdens de bespreking een pokkerspel speelt op haar telefoon. Op het moment dat een nieuwe vrouwelijke CEO wordt voorgesteld, roept de vrouw die poker speelt: “Nee, geen vrouw”. De klacht houdt in dat het onacceptabel is dat reclame voor gokken is toegestaan en dat onmatige deelname tot voorbeeld wordt gesteld door de beelden van de vrouw die tijdens haar werk, ook tijdens een belangrijke vergadering, blijft deelnemen aan een online pokerspel op haar telefoon. De voorzitter oordeelt dat voor zover klager bezwaar maakt tegen het feit dat reclame wordt gemaakt voor een kansspel op afstand, dergelijke reclame is toegestaan binnen de kaders van de Reclamecode voor kansspelen. De televisiecommercial is bovendien uitgezonden op een tijdstip waarop dit is toegestaan, namelijk na 21.00 uur. Het feit dat de vrouw deelname aan een online kansspel boven het werkbelang en carrière stelt duidt inderdaad op een situatie van kansspelverslaving. Dit is echter onvoldoende om te oordelen dat de televisiecommercial in strijd met de regelgeving is. Daarvoor is noodzakelijk dat de reclame ook aanzet tot onmatige deelname. Aan deze eis is niet voldaan. De voorzitter wijst de klacht af.
Geen verwijzing naar de transgender- en travestiewereld

RCC VAF 17 november 2021, RB 3577; Dossiernr: 2021/00512 (Undiemeister ondergoed) Audiovisuele Mediadiensten. De klacht betreft een televisiecommercial van Undiemeister waarin te zien is hoe twee ambulancemedewerkers de broek openknippen van een man die naast een motorfiets op de grond ligt. Als zij zien dat de man een opvallende tangaslip draagt, moeten de ambulancemedewerkers lachen. Vervolgens wordt Undiemeister ondergoed aangeprezen. De klacht houdt in dat deze reclame stuitend is voor de “transgender en travestie wereld”. De voorzitter ziet in de beelden geen directe of indirecte verwijzing naar de “transgender en travestie wereld”. Een motorrijder met een tangaslip is niet per definitie een transgender of travestiet. De beelden zijn humoristisch bedoeld. Dat niet iedereen de televisiecommercial vanwege het soort humor zal waarderen, leidt in dit geval niet tot het oordeel dat sprake is van strijd met de goede smaak en het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code. De klacht wordt afgewezen.
Vennootschap schuldig aan oneerlijke handelspraktijken

Rechtbank Midden-Nederland 24 november 2021, IEF 20397, IT 3748, RB 3576; ECLI:NL:RBMNE:2021:5725 (Eiseres tegen Hoch Capital LTD) Hoch Capital is een Cypriotische vennootschap, dat in Nederland Contracts for Difference (CFD’s) aanbiedt. Hoch Capital heeft zich naar het oordeel van de rechtbank schuldig gemaakt aan oneerlijke handelspraktijken. Zij heeft op een misleidende manier geadverteerd over haar product door te doen alsof het ging om bitcoins. Daarnaast heeft zij in strijd met consumentenbeschermende maatregelen van de Europese toezichthouder op de financiële markten (ESMA) gehandeld door eiseres met onware mededelingen over te halen om een professionele cliënt te worden, waardoor het financiële risico voor eiseres verder toenam. Dit betekent dat eiseres alle CFD-transacties terecht heeft vernietigd op grond van artikel 6:193j lid 3 BW. De vennootschap wordt veroordeeld om alle bedragen die eiseres heeft ingelegd terug te betalen.
Doosjevol is eigenlijk maar 65% vol

RCC CvB 3 november 2021, IEF 20363, RB 3571; 2021/00342 (Doosjevol blauwe bessen) De klacht is gericht tegen de verpakking van “Doosjevol blauwe bessen” van het huismerk van Albert Heijn. Bij meting van twee exemplaren van het onderhavige product blijkt dat het doosje slechts voor 65% gevuld is. Om die reden acht geïntimeerde de vermelding “Doosjevol” misleidend. De Commissie heeft de klacht gegrond geacht omdat zowel op de voorzijde als de bovenzijde van het product: “Doosjevol blauwe bessen” staat, hierdoor wordt gesuggereerd en zal de gemiddelde consument ervan uitgaan dat het betreffende doosje “vol” is met blauwe bessen, temeer nu de verpakking ondoorzichtig is. De comissie oordeelt dat er sprake van misleidende voedselinformatie, waardoor de uiting oneerlijk is als bedoeld in artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en tevens in strijd is met artikel 7 lid 4 onder b van Verordening (EU) Nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, waardoor de uiting ook in strijd is met de wet als bedoeld in artikel 2 NRC. In appel komt Het College komt tot hetzelfde oordeel als de Commissie, er sprake is van misleidende voedselinformatie, waarbij de misleiding ziet op de hoeveelheid van het product.
Leiden Law Lunch over online pricing, reclame en handelspraktijken

De online Leiden Law Lunch IE van woensdag 1 december (13.00 tot 14.00 uur) gaat over online pricing, misleiding en oneerlijke handelspraktijken. De sprekers zijn Kimia Heidary en Jean-Pierre van der Rest. De moderator is Willem Leppink.
Aanleiding is onder meer HR 2 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1040 Digital Revolution / Media Concept Bürobedarf [IEF 20061]
Lees verder >>
Uiting in strijd met Milieu Reclame Code

RCC 3 november 2021, IEF 20335, RB 3569; Dossiernr: 2021/00432 (Too Good to Go en Albert Heijn) Buitenreclame. De klacht betreft een reclame-uiting op een digitaal scherm op het treinstation met de tekst “De #1 oplossing tegen klimaatverandering = minder voedsel verspillen”. De klacht houdt in dat de tekst onwaar is en ertoe kan leiden dat consumenten via de app van adverteerder 1 eten bestellen, terwijl ze dat wellicht niet hadden gedaan als niet op deze misleidende wijze reclame was gemaakt. Omdat de bestreden uiting refereert aan milieuaspecten wordt de uiting getoetst aan de Milieu Reclame Code (MRC). Volgens artikel 3 van de MRC moet de juistheid van een milieuclaim door de adverteerder aangetoond worden. De gemiddelde consument zal de reclame-uiting zo zou kunnen begrijpen dat het verspillen van voedsel op zich de nummer 1 oorzaak van klimaatverandering is.