RB
Gepubliceerd op vrijdag 22 juni 2012
RB 1432
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Toegeschreven werking niet aannemelijk

RCC 4 juni 2012, dossiernr. 2012/00273 (Nutrilon)
RCC 4 juni 2012, dossiernr. 2012/00425 (Nutrilon)


Voeding. Misleidende reclame. Voornaamste kenmerken product.

In beide beslissingen gaat het om de televisiereclame voor 'Nutrilon Dreumes- of Peutermelk'. De voice-over zegt: “Je kunt ze blijven ondersteunen met Nutrilon Dreumes- of Peutermelk. Dat bevat ‘ImmunofortisProgress’ met vitamines die op een natuurlijke manier bijdragen aan een gezond immuunsysteem. Nutrilon draagt bij aan een gezond immuunsysteem. In ieder geval de eerste drie jaar.” Onderin beeld verschijnt onder meer de tekst: “Nutrilon bevat vitamines A, C en D welke bijdragen aan een normale werking van het immuunsysteem”

De eerste klager zegt dat de uiting suggereert dat het product bewezen bijdraagt aan het immuunsysteem van je kind, wat niet voldoende bewezen is door middel van goede wetenschappelijke onderzoeken. Ouders krijgen onnodig het gevoel dat zij deze dure melk voor hun kinderen moeten kopen, terwijl gewone koemelk als onderdeel van gezonde voeding voldoende is om het immuunsysteem gezond te houden.

De tweede klacht luidt dat de kijker wordt misleid door het medegedeelde over de toevoeging van vitamines A, C en D.  Nu kinderen deze vitamines ook binnen krijgen wanneer ze gezond eten, is de toevoeging van deze vitamines in de melk niet nodig. De reclame wordt door beide klagers misleidend geacht.

De Commissie oordeelt in deze klachten dat de aan Nutrilon Dreumesmelk toegeschreven werking niet aannemelijk is gemaakt en het wel degelijk mogelijk is met gezonde voeding alle benodigde voeding te geven en het immuunsysteem van peuters te ondersteunen. Dus dat onjuiste informatie wordt verstrekt over het bestaan van specifieke kenmerken van het product. De uiting is derhalve misleidend en oneerlijk.

Dossiernr. 2012/00273

Tegenover de stelling van klaagster dat de in de commercial geclaimde werking van Nutrilon Dreumesmelk niet bewezen is, heeft adverteerder in zijn verweer meegedeeld dat deze claim ‘is gekoppeld aan de vitamines A, C en D in deze Dreumesmelk’ en dat ‘voor deze kinderclaims’ dossiers zijn ingediend bij de European Food Safety Authority. Niet is echter duidelijk om welke specifieke kinderclaims het gaat.
Het door adverteerder overgelegde document betreft de in de commercial getoonde grafiek, waarop de klacht geen betrekking heeft. Geen sprake is van recent erkend wetenschappelijk onderzoek dat is verricht met betrekking tot de werking van de Dreumesmelk of artikelen die zijn gepubliceerd in erkende wetenschappelijke tijdschriften.
 
Gelet op het voorgaande is de in de uiting aan Nutrilon Dreumesmelk toegeschreven werking niet aannemelijk gemaakt en is de Commissie van oordeel dat adverteerder onjuiste informatie verstrekt over het bestaan van specifieke kenmerken van het product als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit te nemen over een transactie, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Dossiernr. 2012/00425

Ad 1 en ad 3.
Tussen partijen is niet in geschil dat de kinderen die in de commercial centraal staan zichtbaar ouder zijn dan zes maanden. Het product dat in de commercial wordt aange­pre­zen, is ook uitslui­tend bedoeld voor kinderen die ouder zijn dan 1 jaar (dreumesen). Op grond hiervan is naar het oordeel van de Commissie geen sprake van een commercial die me­de is gericht op ouders met kinderen die jonger zijn dan zes maanden. Gelet hierop, en nu reclame voor opvolgmelk niet is verboden en niet is gebleken dat deze reclame in strijd is met de Warenwetregeling zuigelingenvoeding 2007 respectievelijk artikel 13 van EG-verordening nr. 2006/141, dient de reclame op dit punt toelaatbaar te worden geacht. Voorts kan naar het oordeel van de Commissie niet worden gezegd dat de commercial op enige wijze moeders zou stimuleren om te stoppen met borstvoeding.
Gelet op het voorgaande treffen de klachten zoals genoemd onder 1. en onder 3. geen doel.
 
Ad 2.
In de commercial wordt door één van de moeders gezegd dat dreumesen nog steeds ‘speciale melk nodig hebben’. Mede gelet op de overige inhoud van de commercial wordt naar het oordeel van de Commissie aldus de indruk gewekt dat het zonder de Dreumesmelk niet mogelijk is om peuters voldoende voedingsstoffen binnen te laten krijgen die bijdragen aan een gezond immuunsysteem. Naar adverteerder heeft erkend, is het echter wel degelijk mogelijk om met gezonde voeding alle benodigde voeding te geven en het immuunsysteem van peuters te ondersteunen. Derhalve is de mededeling dat de peuters speciale melk ‘nodig’ hebben onjuist. Gelet op het voorgaande gaat de reclame-uitingop dit punt gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 onder bvan de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oor­deel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.