RB
Gepubliceerd op vrijdag 27 mei 2011
RB 933
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Overtreding Woningwet alleen op betrekking op vervanging lamellen

Raad van State 18 mei 2011, LJN BQ4936 (Dagelijks bestuur stadsdeel centrum tegen sigarenmagazijn)

Reclamerecht. Sigarenmagazijn heeft o.a. rolluik vernieuwd en reclame aangebracht op zijpenanten van het pand. Stadsdeel heeft het magazijn opgedragen deze incl. gehele rolluikbak te verwijderen. De rechtbank heeft het het sigarenmagazijn in het gelijk gesteld op bovengenoemde punten en het stadsdeel gaat hiertegen in beroep.

Raad van State: Rechtbank heeft terecht overwogen dat de overtreding van art. 40 lid 1 aanhef en onder a Woningwet alleen betrekking heeft op vervanging lamellen en niet op gehele rolluik, nu het omhulsel al was aangebracht door eerdere huurder. Het betoog omtrent de reclame op de zijpenanten slaagt. De rechtbank heeft ten onrechte het beroep op het gelijkheidsbeginsel beoordeeld. Deze grond was niet in het beroepschrift aan de orde gesteld en daarom hoefde het stadsdeel er geen rekening mee te houden dat het behandeld zou worden bij de rechtbank. Verklaart hoger beroep gegrond, vernietigt uitspraak rechtbank op het punt van de reclame op zijpenanten, bevestigt de uitspraak voor het overige voor zover aangevallen.

2.4.1. De overtreding waar de last op ziet betreft het bouwen zonder bouwvergunning, als bedoeld in artikel 40, eerste lid, aanhef onder a, van de Woningwet. Vast staat dat het vervangen van de lamellen door [sigarenmagazijn] aangemerkt dient te worden als bouwen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Woningwet en daarvoor een bouwvergunning is vereist. Het dagelijks bestuur was dan ook bevoegd om ten aanzien van [sigarenmagazijn] handhavend op te treden tegen de vervangen lamellen. Het dagelijks bestuur wordt niet gevolgd in zijn betoog dat, nu de rolluikbak en de lamellen tezamen als één bouwwerk dienen te worden beschouwd en dat voor het vervangen van de lamellen werkzaamheden aan de rolluikbak met de daarin bevestigde ophang- en oprolconstructie hebben plaatsgevonden, het ook bevoegd was om ten aanzien van [sigarenmagazijn] handhavend op te treden tegen de aan de voorgevel aangebrachte rolluikbak. De rolluikbak is niet aangebracht door [sigarenmagazijn] en het aanbrengen daarvan kan dan ook niet als een door hem begane overtreding worden aangemerkt. De rechtbank heeft derhalve terecht overwogen dat de overtreding van artikel 40, eerste lid, aanhef en onder a, van de Woningwet door [sigarenmagazijn] slechts betrekking heeft op de vervanging van de lamellen.
(...)
2.6.1. Dit betoog slaagt. De rechtbank heeft ten onrechte het beroep op het gelijkheidsbeginsel, dat [sigarenmagazijn] in strijd met de goede procesorde eerst ter zitting bij de rechtbank heeft gedaan, beoordeeld. Deze grond is niet in het beroepschrift aan de orde gesteld. Het dagelijks bestuur behoefde er niet op bedacht te zijn dat het beroep op het gelijkheidsbeginsel, dat eerder in de bezwaarprocedure wel onderdeel van het geding uitmaakte maar in het beroepschrift niet, ter zitting bij de rechtbank opnieuw en verder uitgebreid met nieuwe gevallen aan de orde zou worden gesteld. Daarbij valt ook niet in te zien dat [sigarenmagazijn] de door hem ter zitting aangedragen gevallen niet eerder naar voren heeft kunnen brengen, zodat het dagelijks bestuur daarop naar behoren had kunnen reageren.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)