RB
Gepubliceerd op dinsdag 26 april 2011
RB 840
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Ongewenste reclame via e-mail

RCC 1 april 2011, Dossiernr. 2011/00156 (Ongewenste reclame via e-mail)

Reclamerecht. Klager heeft een ongewenste reclame uiting via e-mail ontvangen en stelt dat er geen mogelijkheid is om zich hiervoor af te melden. Verweerder stelt dat klager niet in klantenbestand voorkomt, weet dan ook niet hoe de e-mail in de inbox van klager is gekomen en biedt excuses aan. Commissie oordeelt dat nu verweerder de klacht niet heeft weersproken, de verweerder in strijd heeft gehandeld met art. 1.3 Code e-mail. Ook oordeelt de Commissie dat adveerteerder in strijd heeft gehandeld met art. 5.1 en 5.2 Code e-mail, nu verweerder niet heeft weersproken dat de mogelijkheid ontbreekt om zich voor dergelijke uitingen af te melden. Commissie beveelt aan niet meer op deze wijze reclame te maken.

De Commissie heeft met betrekking tot klagers bezwaren het volgende overwogen.
Ad a. Adverteerder erkent dat klager ten onrechte de gewraakte reclame-uiting heeft ontvangen. Adverteerder heeft derhalve gehandeld in strijd met artikel 1.3 van de Code Verspreiding Reclame via E-mail (Code e-mail).

Ad b. Adverteerder heeft niet weersproken dat in de uiting niet de mogelijkheid wordt geboden om kenbaar te maken dat men geen prijst stelt op verdere toezending van reclame van adverteerder. Door het ontbreken van deze mogelijkheid is de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in de artikelen 5.1 en 5.2 van de Code e-mail.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf).

Regelingen: Code e-mail, art. 1.3, 5.1 en 5.2