RB
Gepubliceerd op maandag 4 april 2011
RB 782
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Tijdens indienen onderneming: klachtgeld

RCC 1 maart 2011, dossiernr: 2010/00929 (Auriculo Van Es)

Reclamerecht. Tabak; stoppen met roken therapie, herkenbaarheid reclame. In deze: beoordeling of op het moment van indienen van de klacht (25 november 2010) de onderneming gedreven werd en klachtengeld verschuldigd is.

Vaststaat dat de echtgenote van klager onder de handelsnaam “Auriculo Van Es” een onderneming heeft gevoerd die zich met vergelijkbare handelsactiviteiten als adverteerder heeft beziggehouden. Op het moment dat de klacht werd ingediend (25 november 2010) stond de onderneming nog ingeschreven in het handelsregister, terwijl op dat moment ook nog de website van de onderneming actief was. Dat dit inmiddels niet meer het geval is, brengt niet mee dat klager als particulier kan worden gezien.

Op het moment van indienen van de klacht had zijn echtgenote immers een zakelijk belang bij de klacht, welk belang geacht moet worden zich ook uit te strekken tot klager. De voorzitter verklaart daarom, onder verwijzing naar artikel 9 lid 2 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Be­roep, artikel 28 lid 2 van dat Reglement van toepassing. Dit brengt mee dat klager klachten­geld verschuldigd is.

De beslissing van de voorzitter 
 
Bepaalt dat klager klachtengeld verschuldigd is. Het klachtengeld dient binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing in het bezit te zijn van de Stichting Reclame Code.

Regeling: Reglement van de RCC en CVB 9 lid 2 en 28 lid 2.