RB
Gepubliceerd op woensdag 27 februari 2013
RB 1639
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Misselijkmakend fotomateriaal van een aapje in proefdierenlaboratorium overschrijdt het toelaatbare

RCC 8 februari 2013, dossiernr. 2013/00017 (aapje in een proefdierenlaboratorium)

Capuchin Monkey

Afbeelding slechts ter illustratie, niet de uiting als besproken

Het betreft een advertentie in het weekblad Adformatie. Boven de foto van een aapje dat – kennelijk als proefdier – in een apparaat zit met ‘stekkers’ op zijn kop, staat de tekst: “We werken niet aan obscure projecten, maar voor A-merken”. Onder in de advertentie staat “Ontdek de geheimen van succesvolle apps, websites en facebook-acties op thesecretlab.tv”, gevolgd door adresgegevens en het logo van adverteerder.

De klacht richt zich tot het (volgens klager) "misselijkmakend fotomateriaal over dierentesten”, om als adverteerder beter uit de bus te komen. De vraag is of de reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en het fatsoen als bedoeld in artikel 2 NRC.

Gezien het subjectieve karakter van de criteria "goede smaak en fatsoen", stelt de Commissie zich terughoudend op.

Met inachtneming van deze terughoudendheid is de Commissie van oordeel dat in de onderhavige uiting de grenzen van het toelaatbare zijn overschreden. In de uiting wordt het leed van een aapje in een proefdierenlaboratorium gebruikt voor het aanprijzen van adverteerder, terwijl er geen redelijke grond aanwezig is om deze afbeelding voor dit commerciële doel te gebruiken. Zo dient de uiting bijvoorbeeld niet om het lot van proefdieren aan de kaak te stellen. Het volgens adverteerder humoristisch bedoelde karakter van de afbeelding van het als proefdier fungerende aapje zal de gemiddelde consument ontgaan.
De Commissie heeft er kennis van genomen dat adverteerder de bestreden uiting niet meer zal plaatsen. Dit kan echter niet tot een ander oordeel leiden.

 

Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 2 NRC. Zij beveelt adverteerder – voor zover nog nodig - aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.