RB
Gepubliceerd op dinsdag 22 april 2014
RB 2111
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Zending reclame naar overleden geadresseerde in strijd met Code Postfilter

RCC 28 maart 2014, dossiernummer 2014/00103 (Reclame overleden geadresseerde)
Voorzitterstoewijzing. Code Postfilter. Het betreft een aan [naam betrokkene] geadresseerde mailing van afzender. De geadresseerde is overleden. Ten onrechte verzendt afzender nog steeds reclame die op haar naam is geadresseerd. Het overlijden van geadresseerde is niet in de administratie van afzender doorgevoerd en afzender heeft bovendien geadresseerde administratief verhuisd naar het huidige adres van klager. Afzender heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 5.1 van de Code Postfilter. De voorzitter beveelt afzender, uitsluitend voor zover nog nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Op grond van artikel 5.1 van de Code voor het gebruik van Postfilter (Code Postfilter) dient een afzender, voordat hij een adressenbestand met personen of prospects wil gebruiken voor het verzenden van Direct Mail, altijd het Nationaal Overledenen Register te raadplegen, en is het hem niet toegestaan een persoon te benaderen van wie de gegevens zijn opgenomen in dat register. Uit de door de administratie van de Stichting Reclame Code bij Stichting Postfilter opgevraagde informatie blijkt dat geadresseerde sinds 9 januari 2013 staat ingeschreven in het Nationaal Overledenen Register. Vaststaat derhalve dat afzender de onderhavige mailing niet op naam van geadresseerde had mogen verzenden.

De voorzitter neemt kennis van de mededeling van afzender dat zij naar aanleiding van de klacht haar administratie direct heeft aangepast, zodat er geen post meer op naam van de geadresseerde wordt verzonden, alsmede van het feit dat zij excuses aanbiedt. Dit op zichzelf genomen te waarderen handelen kan evenwel niet afdoen aan het feit dat op grond van het voorgaande de klacht gegrond dient te worden geacht. Wel zal de voorzitter met het voorgaande rekening houden door te bepalen dat de aanbeveling wordt gedaan uitsluitend voor zover nog nodig.