RB
Gepubliceerd op dinsdag 25 oktober 2016
RB 2785
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) ||
10 okt 2016
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 10 okt 2016, RB 2785; dossiernr: 2016/00688, 2016/00687, 2016/00694, 2016/00691 (bedreiging volksgezondheid vaccinatie en homeopathie), https://www.reclameboek.nl/artikelen/reclame-over-vaccinaties-en-homeopathie-vormen-een-bedreiging-voor-de-lichamelijke-volksgezondheid

Reclame over vaccinaties en homeopathie vormen een bedreiging voor de lichamelijke volksgezondheid

RCC 10 oktober 2016, RB 2785; dossiernr: 2016/00688, 2016/00687, 2016/00694, 2016/00691 (bedreiging volksgezondheid vaccinatie en homeopathie) Gezondheid. Misleidende reclame. Toegewezen. De klacht: adverteerder verkondigt onwaarheden over reguliere vaccinatie en homeopathische profylaxe. Er is geen wetenschappelijk bewijs dat homeopathische profylaxe of homeopathie in het algemeen werkt. Het advies om homeopathische profylaxe te gebruiken als alternatief voor reizigersvaccinatie is ronduit gevaarlijk. De bewering dat homeopathische profylaxe reguliere vaccinaties kan vervangen en dat deze vaccinaties allerlei ernstige risico’s met zich brengen, is niet alleen misleidend maar ook gevaarlijk voor de volksgezondheid. Verder wordt er volgens de klager ten onrechte beweerd dat allerlei klachten kunnen optreden als gevolg van genetisch gemanipuleerde voedingsmiddelen en E-nummers. Adverteerder beweert hiervoor een oplossing te bieden die steeds vaker noodzakelijk zou zijn. De gevolgen van het voorgaande zijn naar oordeel van de voorzitter dermate ernstig te achten, dat de onderhavige uiting in strijd met artikel 4 NRC is, omdat deze een directe bedreiging voor de lichamelijke volksgezondheid inhoudt.

3)  Klager heeft gemotiveerd betwist dat homeopathische profylaxe enige bescherming tegen infectieziekten biedt. Vervolgens ligt het op de weg van adverteerder om de geclaimde effectiviteit en voordelen van homeopathische profylaxe vergeleken met reguliere vaccinatie voldoende aannemelijk te maken. Daarbij is van belang dat adverteerder zich afzet tegen reguliere vaccinaties die zijn bedoeld om bij kinderen en reizigers ernstige ziekten te voorkomen. Gelet hierop kan de onderhavige uiting, met het oog op de bescherming van de lichamelijke volksgezondheid, slechts dan aanvaardbaar worden geacht indien wetenschappelijk bewijs bestaat waaruit onomstotelijk blijkt dat reguliere vaccinaties nadelen hebben en dat de aangeprezen homeopathische profylaxe hiervoor een daadwerkelijk alternatief is. Voorkomen dient immers te worden dat mensen besluiten zichzelf of hun kinderen niet te laten vaccineren door niet gefundeerde beweringen in een reclame-uiting. Dit risico doet zich hier voor. De voorzitter acht de kans reëel dat de uiting mensen ertoe kan brengen af te zien van reguliere vaccinaties in de veronderstelling dat deze meer voor- dan nadelen hebben en dat adverteerder hen een beter alternatief biedt in de vorm van homeopathische profylaxe. In de uiting wordt homeopathische profylaxe eerste keuze genoemd. Adverteerder heeft de mededelingen over de nadelen van reguliere vaccinatie en de effectiviteit van haar behandeling echter niet onderbouwd, waardoor deze niet als juist kunnen worden beschouwd. Derhalve kan niet worden aangenomen dat reguliere vaccinaties nadelen hebben en dat homeopathische profylaxe hiervoor een goed alternatief is, zodat de uiting onjuiste verwachtingen wekt.

4)  De gevolgen van het voorgaande zijn dermate ernstig te achten, dat de onderhavige uiting in strijd met artikel 4 NRC is, omdat deze een directe bedreiging voor de lichamelijke volksgezondheid inhoudt. De uiting kan immers ertoe leiden dat mensen afzien van reguliere vaccinatie en kiezen voor homeopathische profylaxe als alternatief voor reguliere vaccinatie, terwijl homeopathische profylaxe niet de bescherming tegen gevaarlijke infectieziekten biedt die reguliere vaccinatie wel heeft. De uiting dient daarom ontoelaatbaar te worden geacht. Nu de uiting reeds om deze reden in strijd met de NRC is, komt de voorzitter niet meer toe aan de vraag of deze uiting ook om andere redenen in strijd met de Nederlandse Reclame Code is. Derhalve wordt beslist als volgt.

7)  Met betrekking tot de verwijzing door adverteerder naar de noodzaak van het gebruik van ontstoringsmiddelen wegens “E-stoffen” en “GMO’s” in voeding, oordeelt de voorzitter als volgt. De uiting suggereert dat voeding door bepaalde toevoegingen (E-nummers) of productiewijze (GMO’s) tot lichamelijke klachten leidt waardoor een behandeling door adverteerder met ontstoringsmiddelen noodzakelijk is om weer gezond te worden. Een dergelijke behandeling zou steeds vaker nodig zijn. In zoverre gaat van de uiting de boodschap uit dat hedendaagse voeding steeds ongezonder is door het gebruik van bepaalde additieven (E-nummers) en door de wijze waarop het geproduceerd wordt, alsmede dat adverteerder de beweerdelijke schadelijke gevolgen daarvan voor het lichaam ongedaan kan maken. Onder 6) is reeds geoordeeld dat deze boodschap ongefundeerd is. Nu de uiting tevens toegelaten additieven door het voorgaande in een ongunstig daglicht stelt en de indruk wekt dat op grote schaal gebruik wordt gemaakt van 'GMO' (genetische modificatie), oordeelt de voorzitter dat uiting 2 tevens zonder te rechtvaardigen redenen appelleert aan gevoelens van angst. Hierdoor wordt ten onrechte angst ingeboezemd voor voeding met toegelaten additieven en is uiting 2 in strijd met artikel 6 NRC.