RB
Gepubliceerd op woensdag 7 augustus 2013
RB 1886
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

RCC: reclame datingsite Second Love mag

RCC 2 augustus 2013, dossiernr. 2013/00491 (Second Love)

In navolging van RB 1875. De radiocommercial van Second Love heeft heel wat stof doen opwaaien. De klacht tegen de reclame betreft dat sprake is van strijd met artikel 2 NRC. De radiocommercial nodigt gelukkig getrouwde echtgenoten uit om het gegeven woord en de beloofde huwelijkstrouw overboord te zetten door gebruik te maken van de diensten die Second Love biedt en vreend te gaan.

De Commissie neemt tot uitgangspunt dat het Second Love in beginsel toegestaan is de door haar aangeboden dienst aan te prijzen. Daaraan doet niet af dat deze bestaat uit ene datingsite die is gericht op mensen die op zoek zijn naar een 'tweede relatie', tegen welke dienst - naar ook adverteerder heeft onderkent - morele of andere bezwaren kunnen bestaan. De dienst op zich wordt niet getoetst, slechts enkel de wijze waarop daarvoor reclame gemaakt wordt.

Met inachtneming van terughoudendheid acht de Commissie de wijze waarop adverteerder in de radiocommercial de op zich toegestane website van Second Love onder de aandacht van het publiek brengt, niet van dien aard dat de grens van het toelaatbare is overschreden. De boodschap wordt niet in bewoordingen gebracht die als zodanig als aanstootgevend kunnen worden beschouwd. De klacht wordt afgewezen.

In artikel 1:81 BW, waarop klager zich beroept, is (onder meer) bepaald dat echtgenoten elkaar getrouwheid verschuldigd zijn. Wat onder “getrouwheid” moet worden verstaan, is niet nader gedefinieerd. Volgens vaste jurisprudentie (en naar het oordeel van de Commissie) kan nakoming van deze verplichtingen niet in rechte worden afgedwongen en derhalve stelt Artikel 1:81 BW geen sanctie op overtreding van “getrouwheid”. Dat het gaat om verplichtingen die niet in rechte afdwingbaar zijn geldt zowel tussen de echtgenoten onderling als ten aanzien van derden. Bovendien is overspel niet (meer) strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht en wordt dus ook als zodanig niet als een wetsovertreding gezien. Dat de reclame voor Second Love er feitelijk toe zou kunnen leiden dat een gehuwde in strijd met de uit artikel 1:81 BW voortvloeiende  getrouwheid in de zin van huwelijkstrouw handelt, betekent niet dat de reclame-uiting reeds om die reden in strijd met de wet is als bedoeld in artikel 2 NRC. Nu immers overtreding van artikel 1:81 BW niet onrechtmatig kan worden geacht, is reclame die oproept tot overtreding van dit artikel vanwege die oproep ook niet onrechtmatig.

Om dezelfde reden als hiervoor genoemd treft klagers stelling dat de reclame-uiting in strijd met de wet is omdat de belangen van derden - te weten de partner van degene die zich inschrijft bij Second Love - worden veronachtzaamd geen doel. Naast strijdig met de wet acht klager de reclame in strijd met het fatsoen, nu (gelukkig) gehuwden worden opgeroepen om de website van Second Love te bezoeken en vreemd te gaan, met als mogelijke gevolgen een echtscheiding en leed bij kinderen en gezinnen, alsmede ontbinding en verzwakking van maatschappelijke (ver)banden. Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd met het fatsoen is, stelt de Commissie zich terughoudend op. In een dergelijk geval dient immers te worden getoetst aan subjectieve normen waarbij, anders dan bij objectieve normen, de persoonlijke waardering een belangrijke rol speelt. Bij toetsing van een uiting aan subjectieve normen beoordeelt de Commissie of volgens huidige maatschappelijke opvattingen de grenzen van het toelaatbare zijn overschreden.

Met inachtneming van voornoemde terughoudendheid acht de Commissie de wijze waarop adverteerder in de radiocommercial de op zich toegestane website van Second Love onder de aandacht van het publiek brengt, niet van dien aard dat de grens van het toelaatbare is overschreden. De boodschap wordt niet in bewoordingen gebracht die als zodanig als aanstootgevend kunnen worden beschouwd. Daarbij geldt dat niet voorbij kan worden gegaan aan de eigen verantwoordelijkheid van de consument om te beslissen of hij, als hij de website van Second Love bezoekt, eventueel gebruik zal maken van de aangeboden dienst. Op de website van Second Love (onder de Algemene gebruiks- en ledenvoorwaarden) wordt de consument daarop ook nog eens uitdrukkelijk gewezen.

Op andere blogs:

Adformatie, RCC: reclame datingsite Second Love mag