RB
Gepubliceerd op vrijdag 30 augustus 2019
RB 3334
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) ||
6 aug 2019
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 6 aug 2019, RB 3334; 2019/00255 (X tegen MSC), https://www.reclameboek.nl/artikelen/msc-vermeldt-ten-onrechte-verplichte-service-fees-niet-bij-aanprijzingen

MSC vermeldt ten onrechte verplichte service fees niet bij aanprijzingen

CVB RCC 6 augustus 2019, RB 3334, 2019/00255 (X tegen MSC) Het betreft de op de website www.msccruises.nl vermelde prijzen voor cruises, waarbij klager als voorbeeld een uiting noemt betreffende de 22-daagse “cruise naar Groenland” met vertrekdatum 10 augustus 2019 en met een geadverteerde vanafprijs van “€ 2.689* Volwassene p.p.” De asterisk verwijst naar de onder de prijs staande mededeling “Getoonde prijzen zijn inclusief havengelden. Exclusief Hotel Service Charge”.

1. Beoordeeld moet worden of de vermelding van de prijs exclusief hotel service charge van een cruise naar Groenland op de website van MSC in overeenstemming is met de eisen die de Reclamecode voor Reisaanbiedingen (RR) 2014 aan een prijsvermelding in een uitnodiging tot aankoop stelt. De zaak spitst zich daarbij toe op de vraag of de hotel service charge moet zijn begrepen in de prijs die op de website wordt geadverteerd.

2. In artikel IV lid 1 RR 2014 is bepaald dat aanbieders in een uitnodiging tot aankoop op dezelfde wijze als in reclame-uitingen conform artikel III lid 1 van deze code correcte en duidelijke prijzen dienen te hanteren. Dit betekent dat alle op het moment van publicatie van de reclame-uiting bekende vaste onvermijdbare kosten in de prijs zelf moeten worden verdisconteerd. Variabele onvermijdbare kosten, waarvan de hoogte niet vooraf kan worden berekend omdat deze afhankelijk is van bepaalde keuzes van de consument, moeten in de uiting direct naast of onder de geadverteerde prijs worden gespecificeerd, zodat de consument in één oogopslag kan zien welke extra kosten er zijn en hoe hoog deze zijn of, als de hoogte niet vooraf kan worden weergegeven, hoe de hoogte berekend kan worden. Facultatieve prijstoeslagen moeten aan het begin van elk boekingsproces worden meegedeeld en moeten op een opt-in basis worden aanvaard.

3. In artikel 3.6 van de (bij het verweer gevoegde) Algemene Boekingsvoorwaarden vermeldt MSC met betrekking tot de hotel service charge:
“Voor het gemak van de Reizigers zal de Reisorganisator automatisch een dagelijkse Hotelservicecharge aan de cruiserekening van Reizigers aan boord van het schip toevoegen, welke afhankelijk is van de route en het aantal dagen waarop de diensten daadwerkelijk worden geleverd. Deze Hotelservicecharge is bedoeld om de Reizigers te garanderen dat de Reisorganisator aan de hoogste kwaliteitsstandaarden voldoet. Het derhalve dagelijks in rekening gebrachte bedrag is, met inachtneming van het vorenstaande, berekend en kan niet worden gewijzigd. Indien een Reiziger niet tevreden is over deze service en bezwaar wil maken tegen één of meerdere bedragen van de Hotelservicecharge, dan kan deze zich aan boord van het schip wenden tot de Guest Relations Manager. De Reisorganisator adviseert reizigers om geen afzonderlijke fooien te geven aan individuele medewerkers van de Reisorganisator.”
Volgens het verweer is op de website – niet is vermeld op welke plek – een tabel opgenomen, waarin de hoogte is vermeld van de hotel service charge. De Commissie gaat ervan uit dat deze tabel op de website gelijk is aan de bij verweer overgelegde tabel uit de brochure. Hieruit blijkt dat de hotel service charge voor de cruise naar Groenland (“Noord-Europa”) voor “Volwassenen (>12): 10 Euro per nacht” bedraagt. Voor kinderen van 2 tot 12 jaar is deze 5 euro per nacht en kinderen jonger dan 2 jaar zijn geen servicebijdrage verschuldigd.

4. Op grond van het voorgaande kan de stelling van MSC dat de hotel service charge een vrijwillige bijdrage is, die als optionele kostenpost moet worden beschouwd, niet slagen. De hotel service charge betreft immers een gestandaardiseerd, vooraf vastgesteld bedrag dat per dag per reiziger via de boordrekening automatisch in rekening wordt gebracht. Dit gebeurt zonder voorafgaande toestemming van de reiziger, er is geen sprake van een opt-in bij het begin van het boekingsproces.

5. Dat de reiziger de mogelijkheid heeft tijdens de cruise bezwaar te maken tegen de (hoogte van de) hotel service charge, maakt niet dat deze kostenpost het karakter heeft van een vrijwillige bijdrage, ter vrije keuze van de reiziger. In de boekingsvoorwaarden wordt uitdrukkelijk gesteld dat de hotel service charge, waarvan de hoogte niet kan worden gewijzigd, is bedoeld om de reiziger te garanderen dat de service aan boord aan de hoogste kwaliteitsstandaarden voldoet, en dat de reiziger bezwaar kan maken tegen deze bijdrage indien hij “niet tevreden is over deze service”. Ter zitting is door MSC verklaard dat in de praktijk geldt dat een aanpassing van de bijdrage kan volgen indien de reiziger gedurende de cruise ‘principiële bezwaren’ uit tegen de verleende service en (daardoor tegen) de gerekende servicebijdrage. Aldus geldt duidelijk het uitgangspunt dat de reiziger het standaardbedrag van de hotel service charge betaalt en dat slechts in een uitzonderlijk geval van de automatisch in rekening gebrachte bijdrage kan worden afgeweken.

6. De mogelijkheid om bezwaar te maken tegen het standaard als hotel service charge in rekening gebrachte bedrag wegens onvoldoende kwaliteit van de geleverde service, om daardoor de bijdrage geheel of gedeeltelijk te laten aanpassen, kan niet op één lijn worden gesteld met de situatie waarin de reiziger zelf in vrijheid bepaalt of hij de servicebijdrage wil betalen en/of wat de hoogte van die bijdrage is. Dit leidt tot het oordeel dat de hotel service charge niet kan worden aangemerkt als optionele of variabele kosten, maar moet worden beschouwd als een kostenpost die qua aard en verschuldigdheid niet wezenlijk verschilt van vaste onvermijdbare kosten in de zin van artikel III RR 2014 in verbinding met artikel IV RR 2014. Zoals hiervoor (onder 2) is uiteengezet, moeten vaste onvermijdbare kosten in de geadverteerde prijs worden verdisconteerd.

7. De stelling van MSC dat de hotel service charge niet in de geadverteerde prijs kan worden begrepen, omdat de hoogte ervan afhankelijk is van de route en de duur van de cruise en de leeftijd van de passagier, kan niet slagen. In de bestreden uiting wordt de cruise naar Groenland aangeboden met vermelding van de vertrekdatum, in- en ontschepingshaven, het schip, de vaarroute en de duur van de cruise voor de prijs “vanaf € 2.689* Volwassene p.p.”. Bij de aldus voor een volwassen reiziger geadverteerde cruise met een bekende duur en vaarroute hoort een gestandaardiseerde hotel service charge. Van een onmogelijkheid om deze kostenpost in de prijzen op de website te verdisconteren, is daarom geen sprake. Nu de hotel service charge niet in de geadverteerde prijs is begrepen, is de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel IV lid 1 RR 2014 in verbinding met artikel III aanhef en lid 1 RR 2014.

8. Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist. De beslissing van de Reclame Code Commissie
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel IV lid 1 RR 2014 in verbinding met artikel III aanhef en lid 1 RR 2014. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.