RB
Gepubliceerd op vrijdag 1 maart 2019
RB 3283
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) ||
6 feb 2019
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 6 feb 2019, RB 3283; 2018/00861 (Klaagster tegen Gall & Gall), https://www.reclameboek.nl/artikelen/gall-gall-voert-promotie-met-misleidende-beschikbaarheid

Gall & Gall voert promotie met misleidende beschikbaarheid

Vz. RCC 6 februari 2019, RB 3283; dossiernr. 2018/00861 (Klager tegen Gall & Gall). Gedeeltelijke voorzitterstoewijzing. Misleiding beschikbaarheid. Het betreft een op 24 november 2018 in het NRC Handelsblad gepubliceerde advertentie van Gall & Gall in het kader van ‘Topselectie wijnen’ waarin onder meer een ‘Tokara Director’s Reserve 2014’ wordt aangeboden voor € 11,99. In de advertentie staat, haaks op de verdere inhoud daarvan: “Deze actie is geldig t/m woensdag 5 december 2018, of zolang de voorraad strekt”. Toen klaagster de wijn uit de advertentie bij aanvang van de actie wilde kopen bleek deze niet meer beschikbaar.

2)  Wel is de klacht gegrond voor zover klaagster bezwaar maakt tegen het feit dat zij van de actie geen gebruik kon maken doordat de wijn bij de aanvang van de actie in (een aantal) filialen van adverteerder niet te koop was, terwijl het evenmin mogelijk was de wijn via de webshop van adverteerder te bestellen. Op het moment dat een actie start, dient immers altijd enige voorraad van het actieproduct beschikbaar te zijn, tenzij in de reclame-uiting bepaalde filialen worden uitgezonderd. De vermelding “zolang de voorraad strekt” of een soortgelijke vermelding ontslaat adverteerder niet van deze verplichting (vgl. dossier 2013/000085). Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De uiting wekt immers ten onrechte de indruk dat de desbetreffende wijn als aanbieding beschikbaar is. Verder is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden acht de voorzitter de bestreden uiting misleidend en oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.