RB
Gepubliceerd op maandag 11 november 2013
RB 1986
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Ambtshalve toetsen boetebeding in consumentenovereenkomst

Vzr. Rechtbank Gelderland 6 november 2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:4386
Oneerlijk beding in consumentenovereenkomst. Hoor en wederhoor. Algemene voorwaarden. Huurovereenkomst. Onredelijk bezwarend. Verstek. Eiser vordert ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde, betaling van huurachterstand, borg, buitengerechtelijke kosten en een contractuele boete.

Eiser vordert deze boete op grond van artikel 20.6 van de algemene bepalingen. Dit beding op niet nakoming is volgens de kantonrechter een boetebeding en nu er geen sprake is van een kernbeding gaat het om een algemene voorwaarde. Er moet ambtshalve getoetst worden aan de open norm van artikel 6:233 sub a Burgerlijk Wetboek en moet gekeken worden naar Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. De kantonrechter acht het beding onredelijk bezwarend.

De boete geldt voor alle niet-nakomingen, ongeacht de ernst, aard en omvang ervan en zij is verschuldigd onverminderd de aanspraken van de verhuurder op nakoming en schadevergoeding. De boete is niet gemaximeerd en kan derhalve ongelimiteerd oplopen. Dit zou betekenen dat het beding vernietigbaar is en dat [gedaagde partij] geen boete verschuldigd is.

Eiser wordt in gelegenheid gesteld om op de overwegingen te reageren en iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

Beoordeling
2.3 De kantonrechter is vooralsnog van oordeel dat het beding dat op niet nakoming van de bepalingen uit de
huurovereenkomst en de bijbehorende algemene voorwaarden een boete van € 25,00 per kalenderdag stelt, is aan te merken als een boetebeding. Nu geen sprake is van een kernbeding is dit boetebeding aan te merken als een algemene voorwaarde. De kantonrechter overweegt dat toetsing van voormeld boetebeding ambtshalve (HR 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:691) dient plaats te vinden via de open norm van 6:233 sub a Burgerlijk Wetboek (BW). Bij deze toetsing wordt tevens gelet op het bepaalde in artikel 3 lid 1 j° lid 3 van de Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de Richtlijn), in samenhang met het bepaalde in onderdeel e op de bij de Richtlijn gevoegde indicatieve lijst (de zogenaamde “blauwe lijst”). Als oneerlijk beding in de zin van de Richtlijn kan worden aangemerkt “bedingen die tot doel of tot gevolg hebben de consument die zijn verbintenissen niet nakomt, een onevenredig hoge schadevergoeding op te leggen”.