RB
DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op woensdag 31 januari 2018
RB 3088
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) ||
16 nov 2017
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 16 nov 2017, RB 3088; Dossiernr. 2017/00744 (Rabobank 'Growing a better world together'), https://www.reclameboek.nl/artikelen/uitgesproken-intentie-van-rabobank-om-wereldvoedselprobeem-op-te-lossen-wordt-een-harde-belofte

Uitgesproken intentie van Rabobank om wereldvoedselprobeem op te lossen wordt een harde belofte

RCC 16 november 2017, RB 3088; Dossiernr. 2017/00744 (Rabobank 'Growing a better world together') Aanbeveling. Het betreft de televisiecommercial en de radiocommercial van Rabobank ‘Growing a better world together’. De klacht Klager vindt de televisie- en radiocommercial misleidend, omdat Rabobank zich daarin ten onrechte profileert als een duurzame bank. Rabobank stelt haar beleid op het gebied van voeding veel duurzamer en meer maatschappelijk verantwoord voor dan wordt gestaafd door onderzoek. Klager verwijst hierbij naar het laatste onderzoek van de Eerlijke Bankwijzer, waarin Rabobank volgens klager gemiddeld een 5.7 scoort op duurzame thema’s en op 9 van de 21 thema’s zelfs een onvoldoende.

1. Klager maakt bezwaar tegen de televisie- en radiocommercial en acht die misleidend omdat Rabobank zich daarin op het gebied van voedsel duurzamer en verantwoorder voordoet dan op grond van de Eerlijke Bankwijzer gerechtvaardigd is.

2. De Commissie acht het voldoende duidelijk dat de bestreden radio- en televisiecommercial geen betrekking hebben op het beleid van Rabobank op het gebied van voeding in het (recente) verleden, welk beleid door de Eerlijke Bankwijzer – naar Rabobank heeft erkend – niet als meest duurzaam is beoordeeld. Naar het oordeel van de Commissie maakt Rabobank in de radiocommercial en in het eerste gedeelte van de televisiecommercial voldoende duidelijk dat zij daarin de intentie uitspreekt (“droomt”) om samen met anderen de voedselproblemen in de wereld aan te pakken en dat zij het publiek oproept om zich dat voor te stellen. Rabobank heeft naar het oordeel van de Commissie – bij verweer en ter zitting – voldoende aannemelijk gemaakt dat zij daadwerkelijk concrete plannen heeft en uitvoert om een rol te vervullen op het gebied van de aanpak van voedselissues in de wereld, zoals bijvoorbeeld de ‘Rabobank Kickstart Food’, het opschalen van lntegrated Crop Livestock Forestry Farming (ICLF) in Brazilië en het financieren van de herplanting van palmoliebomen in Indonesië.

3. Aan het eind van de televisiecommercial zegt Rabobank echter: “Stel je eens voor dat we samen het wereldvoedselprobleem oplossen en dat je ons aan deze belofte mag houden.” Hier wordt naar het oordeel van de Commissie gesuggereerd dat Rabobank niet alleen de eerdergenoemde intentie en ambitie heeft om (samen met anderen) voedselproblemen in de wereld aan te pakken, maar ook belooft deze problemen daadwerkelijk op te lossen. Hiermee gaat Rabobank verder dan te ‘dromen’ over het oplossen van de voedselproblemen in de wereld en wordt een belofte tot een oplossing gedaan. Dat de aanpak van Rabobank tot een oplossing van het wereldvoedselprobleem zal leiden, is door Rabobank niet aannemelijk gemaakt.

4. Gelet op het voorgaande acht de Commissie de televisiecommercial voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van hetgeen Rabobank wil bereiken als bedoeld in de aanhef van artikel 8.2 NRC. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie – het gaan of blijven bankieren bij de Rabobank – te nemen dat hij anders niet had genomen, is de televisiecommercial misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Dit oordeel geldt niet voor de radiocommercial, nu daarin niet, volgend op de zinsnede “Stel je eens voor dat we samen het wereldvoedselprobleem oplossen”, de zinsnede “en dat je ons aan deze belofte mag houden” voorkomt. In de radiocommercial blijft het bij een intentie, een ‘droom’.

5. Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing De Commissie acht de televisiecommercial in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. De tegen de radiocommercial gerichte klacht wordt afgewezen.

Bron afbeelding