RB
DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op woensdag 6 november 2013
RB 1981
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Reclame wekt onjuist de indruk dat de lpg-installatie veilig en in overeenstemming met geldige wetgeving kan worden gebruikt

Vz. RCC 21 oktober 2013, dossiernr. 2013/00686 (Konag viswagen)
Voorzitterstoewijzing. Het betreft de website van adverteerder (konag.nl/kopen/verkoopwagen/visverkoopwagen) waarop een “Konag Viswagen” wordt aangeboden waarbij onder meer wordt meegedeeld dat de wagen beschikt over een “Lpg gas installatie”.
De klacht - Klager stelt, kort samengevat, dat het gaat om een wagen die is bedoeld voor de ambulante verkoop van onder andere verwarmde visproducten. Nu dergelijke wagens periodiek een standplaats innemen op een markt, vallen zij onder de Wet milieubeheer. Als gevolg hiervan moeten deze verkoopwagens voldoen aan de bepalingen van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Artikel 4.1 lid 6 van het Activiteitenbesluit milieubeheer bepaalt dat het verboden is in een in-richting gasflessen voorhanden te hebben en te gebruiken die zijn gevuld met autogas (lpg). Adverteerder overtreedt dit besluit.

Het oordeel van de voorzitter
1) Met betrekking tot het betoog van adverteerder dat de uiting inmiddels is gewijzigd, merkt de voorzitter op dat in het kader van de onderhavige procedure uitsluitend wordt geoordeeld over de uiting zoals deze werd gepubliceerd ten tijde van het indienen van de klacht. De voorzitter is van oordeel dat deze klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende.

2) Niet weersproken is dat het aangeprezen product in overeenstemming dient te zijn met artikel 4.1 lid 6 van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Ingevolge deze bepaling is het, voor zover hier van belang, verboden gasflessen voorhanden te hebben en te gebruiken die gevuld zijn met autogas (lpg). In de bestreden uiting wordt de visverkoopwagen aangeprezen onder de vermelding dat deze is voorzien van een lpg gas installatie. Het gebruik van deze installatie dient op grond van het voorgaande in strijd met de wet te worden geacht. Klager heeft bovendien onweersproken gesteld dat de strekking van artikel 4.1 lid 6 van het Activiteitenbesluit milieubeheer is om gevaarlijke situaties te voorkomen, te weten een explosie van autogas met brand tot gevolg.

3) Een en ander brengt mee dat in de uiting ten onrechte de indruk wordt gewekt dat de in de visverkoopwagen aanwezige lpg-installatie veilig en in overeenstemming met de geldende wetgeving kan worden gebruikt. In zoverre is de uiting in strijd met de waarheid. Nu voorts bij het gebruik van de installatie gevaarlijke situaties kunnen ontstaan waartegen het genoemde besluit zich keert, is de uiting naar het oordeel van de voorzitter tevens in strijd met het algemeen belang. Derhalve wordt beslist als volgt.

De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 2 en artikel 5 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Regeling:    NRC (nieuw) art. 5
NRC (nieuw) art. 2 (waarheid)