RB
DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op maandag 16 augustus 2021
RB 3544
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) ||
27 jul 2021
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 27 jul 2021, RB 3544; (Klager tegen Lucovitaal), https://www.reclameboek.nl/artikelen/reclame-voor-mondkapjes-met-hoge-beschermingsgraad-misleidend

Reclame voor mondkapjes met hoge beschermingsgraad misleidend

RCC 27 juli 2021, RB 3544; 2021/00260 (Klager tegen Lucovitaal) Het betreft de website lucovitaal.nl en reclame van Lucovitaal in een folder voor zover in beide uitingen een uitwasbaar mondkapje wordt aangeboden in combinatie met hygiënische handgel en daarbij over het mondkapje wordt gezegd: “Beschermingsgraad 98,65%”. Klager is van mening dat adverteerder hiermee de indruk wekt dat het mondkapje een met een FFP2-mondmasker vergelijkbaar beschermingsniveau heeft. De voorzitter van de Commissie stelt, dat uit het door adverteerder overlegde testrapport blijkt dat het slecht een hoge beschermingsgraag tegen bacteriën heeft. Op deze manier is de reclame dus misleidend in die zin dat er geen sprake is van een hoge beschermingsgraad tegen virussen zoals het coronavirus. Nu de geclaimde beschermingsgraad niet bestaat, levert dit een gevaar voor de volksgezondheid op. Adverteerder wordt verboden om op deze manier reclame te maken. 

2)  Blijkens het voorgaande is geen juiste informatie verstrekt over de van het product te verwachten resultaten als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Verder is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Dat de uiting een misleidend beeld geeft over de bescherming van het product tegen corona, brengt ook mee dat de gebruiker ten onrechte op die beweerdelijke bescherming zal vertrouwen. Nu niet kan worden aangenomen dat die bescherming ook maar in enige mate bestaat, vormt de uiting tevens een bedreiging voor de lichamelijke volksgezondheid als bedoeld in artikel 4 NRC. De voorzitter beslist daarom als volgt.