RB
DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op vrijdag 25 maart 2011
RB 752
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Reclame met portretfoto's

Hof Amsterdam 23 maart 2011, LJN: BP8876, 200.054.572/01 (Appellant (=Steve Brown) v. Uitgeverij Nieuw Amsterdam)

Portretrecht. Reclame voor boeken, op site plaatsing van foto's. Auteursrecht. Appellant exploiteert een website waar hij reclame maakt voor door hem geschreven boeken over onder andere zijn carrière als drugshandelaar ("drugsbaron in spijkerbroek"). Daarbij zijn foto’s gepubliceerd van directeuren van Nieuw Amsterdam. Nieuw Amsterdam vorderde in reconventie veroordeling van Appellant tot verwijdering van de portretten. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen Nieuw Amsterdam toegewezen.

Hof: Nieuw Amsterdam stelt primair dat het gaat om gebruik van in opdracht vervaardigde portretten (19 lid 3 Aw vereist toestemming) Subsidiair heeft zij een eigen redelijk belang om zich te verzetten  tegen openbaarmaking (21 Aw). Grondslagen zijn niet juist, Appelant heeft niet jegens Nieuw Amsterdam onrechtmatig gehandeld. geen vrijbrief, omdat geportretteerden zelf zich kunnen verzetten (zij waren geen partij in deze zaak):

2.10 Het hof begrijpt dat Nieuw Amsterdam de foto’s van haar directeuren heeft laten vervaardigen, op haar eigen website heeft laten plaatsen en dat [ Appellant ] deze portretten zonder toestemming heeft overgenomen en gepubliceerd op zijn website. Nieuw Amsterdam heeft primair gesteld dat het hier gaat om in opdracht vervaardigde portretten, zodat ingevolge art. 19 lid 3 Auteurswet (Aw) toestemming van de geportretteerden was vereist. Subsidiair heeft zij aangevoerd dat een redelijk belang van haar geportretteerde directeuren, en in het verlengde daarvan ook een redelijk belang van haar zelf als uitgeverij, zich verzet tegen de openbaarmaking van de portretten zodat deze niet geoorloofd was ingevolge art. 21 Aw. Beide grondslagen kunnen de vordering echter niet dragen. Nu gesteld noch gebleken is dat Nieuw Amsterdam het auteursrecht heeft op de portretten of dat [ directeur B ] en [ directeur L ] haar gemachtigd hebben om de vordering tot verwijdering namens hen in te stellen, biedt de Auteurswet geen grond voor toewijzing van deze vordering van Nieuw Amsterdam.

Het mag zo zijn dat [ directeur B ] en [ directeur L ] de publicatie van hun portretten op [ Appellant ]s website als bezwaarlijk en beangstigend hebben ervaren maar dat is zonder nadere toelichting, die ontbreekt, onvoldoende om aan te nemen dat (“in het verlengde daarvan”) [ Appellant ] met die publicatie onrechtmatig jegens Nieuw Amsterdam heeft gehandeld, zodat aan haar evenmin op die grond een eigen vordering ter zake toekomt.

Grief III slaagt en de vordering tot verwijdering van de portretten zal alsnog worden afgewezen.  Het hof merkt daarbij ten overvloede op dat [ Appellant ] daarmee geen vrijbrief heeft verworven om de portretten terug te plaatsen op zijn website, omdat uit het voorgaande voortvloeit dat [ directeur B ] en [ directeur L ], die geen partij zijn in deze procedure, het recht hebben om zich tegen publicatie te verzetten. Dat zij er mee hebben ingestemd dat Nieuw Amsterdam hun portretten publiceert brengt niet mee dat die bevoegdheid dan daarmee ook aan [ Appellant ] toekomt. 

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf)