RB
DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op dinsdag 23 augustus 2016
RB 2750
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) ||
28 jul 2016
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 28 jul 2016, RB 2750; Dossiernr 2016/00416 Dossiernr: 2016/00548 (Chinese geneeskunde bij behandeling kankerpatiënt), https://www.reclameboek.nl/artikelen/misleidende-reclame-chinese-geneeskunde-bij-behandeling-kankerpati-nt

Misleidende reclame Chinese geneeskunde bij behandeling kankerpatiënt

Vz. RCC 28 juli 2016, RB 2750; Dossiernr 2016/00416 en Dossiernr: 2016/00548 (Chinese geneeskunde bij behandeling kankerpatiënt). Uit: Dossiernr 2016/00416: Toewijzing. Klacht: Dit betreft een getuigenis van een darmkankerpatiënt. Hoewel de titel rept van 'kanker te lijf' gaan met Chinese geneeskunde en de patiënt verklaart "Volgens de diagnose van Dhr. Song is de kanker al veel beter", wordt helemaal aan het einde opgemerkt dat de patiënt inmiddels is overleden. Het op deze wijze adverteren “over de rug van een overleden patiënt” is in strijd met de goede smaak en het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Dat geldt ook en vooral voor de bewering dat de patiënt vanwege financiële redenen de behandeling bij adverteerder niet heeft kunnen voorzetten. Daarvan gaat de suggestie uit dat de patiënt nog had geleefd als hij de behandeling had kunnen betalen. Dat is smakeloos, want uit alles blijkt dat de diagnose van het ziekenhuis correct was en de patiënt niet meer te redden viel. Adverteerder is al eens eerder op de vingers getikt voor een advertentie die in strijd was met de goede smaak en het fatsoen (dossiernr. 2015/00550) en heeft daar kennelijk geen lering uit getrokken. De reclame is verder in strijd met artikel 7 NRC. Adverteerder wekt de indruk dat hij kanker kan behandelen en zelfs genezen met acupunctuur, Chinese kruiden en massage. De kop zegt immers “kanker te lijf met Chinese geneeskunde” en in de advertentie wordt beweerd dat de kanker van de patiënt al veel beter was.

Het oordeel van de voorzitter: 

3)  De voorzitter acht de kans reëel dat de uitingen kankerpatiënten ertoe brengen te stoppen met hun reguliere geneeskundige behandelingen en daarbij voorgeschreven medicijnen, in de onjuiste veronderstelling dat adverteerder hen in dat geval kan genezen van kanker. De uitingen zetten zich immers af tegen deze behandelingen en geneesmiddelen, met het doel dat patiënten uitsluitend een behandeling door adverteerder ondergaan. 

4)  De gevolgen van het voorgaande (het patiënten ertoe brengen te stoppen met reguliere geneeskundige behandelingen en geneesmiddelen) zijn dermate ernstig te achten, dat de onderhavige uitingen in strijd zijn met artikel 4 NRC, omdat deze een directe bedreiging voor de lichamelijke volksgezondheid inhouden. Daarbij overweegt de voorzitter dat patiënten met kanker een zeer kwetsbare groep zijn die tegen elke bedreiging met een onjuist te achten behandeling dienen te worden beschermd. Dit geldt zeker indien de uitingen gepaard gaan met negatieve mededelingen over de werking en effecten van reguliere behandelingen en geneesmiddelen. Adverteerder had in de uiting erop dienen te wijzen dat de genezende of verlichtende werking van de door hem gebruikte kruiden en de beweerdelijke doeltreffendheid van zijn therapie niet deugdelijk zijn aangetoond, dit in tegenstelling tot de “westerse geneeskunde” en de “westerse medicijnen” waarover hij zich in de uiting in negatieve zin uitlaat. Adverteerder mag in reclame geen valse hoop wekken ten nadele van erkend werkzame behandelingen en geneesmiddelen.

De beslissing van de voorzitter. Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de bestreden reclame-uitingen in strijd met het bepaalde in artikel 4 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Regeling: NRC art. 4.