24 jun 2025
Uitspraak ingezonden door Jurre Reus, Aniek Faber en Huib Lebbing, Houthoff.
Beweringen over schadelijkheid van PUR-schuim wakkeren onterecht gevoelens van angst aan
RCC 24 juni 2025, RB 3912; 2025/00001 (Kpf tegen Stichting Meldpunt PURslachtoffers). De klacht betreft twee advertenties van Stichting Meldpunt PURslachtoffers, gepubliceerd in dagbladen. In deze advertenties wordt gesuggereerd dat het gebruik van PUR-schuim als isolatiemateriaal op verschillende manieren schadelijk zou zijn voor de gezondheid. Kennisplatform Gespoten PURschuim (Kpf) is van mening dat de advertenties in strijd zijn met meerdere artikelen van de Nederlandse Reclame Code (NRC), waaronder artikel 2 (strijd met de waarheid), 5, 6 (angst), 7 en 8. Kpf verzoekt de Reclame Code Commissie om de klacht toe te wijzen en het Meldpunt te verbieden op deze wijze reclame te maken. De Commissie acht tien van de zestien aangevoerde beweringen in strijd met artikel 6 van de NRC, dat het aanwakkeren van ongegronde angst verbiedt. Zo stelt het Meldpunt onder andere dat mensen niet in een met PUR geïsoleerd huis kunnen wonen, dat PUR-schuim uiterst gevaarlijke, giftige en kankerverwekkende stoffen bevat, dat bedrijven onvoldoende afdichten waardoor deze stoffen de woning binnendringen, en dat het gebruik van PUR bij veel mensen blijvend letsel zou hebben veroorzaakt. Volgens de Commissie zijn deze beweringen niet voldoende onderbouwd en wekken ze onterecht gevoelens van angst op. Vanwege deze conclusie acht de Commissie het niet nodig te oordelen over mogelijke schendingen van de overige artikelen. Zij oordeelt dat het Meldpunt met de tien uitingen de grenzen van de vrijheid van meningsuiting heeft overschreden en adviseert het Meldpunt om niet meer op een dergelijke manier reclame te maken.
Bewering 2, 2023: De hier bestreden tekstgedeelten zijn verspreid in de advertentie opgenomen. Over deze verschillende tekstgedeelten oordeelt de Commissie als volgt.
Klager heeft de juistheid van de zinsnede "Het gaat bij gespoten PUR-isolatie om uiterst gevaarlijke stoffen" niet, althans niet voldoende gemotiveerd weersproken. Dat er gevaarlijke stoffen zitten in gespoten purschuim is op zichzelf voldoende waarschijnlijk. Voor zover de klacht hiertegen is gericht, acht de Commissie deze klacht daarom ongegrond.
Iets verder in dezelfde alinea en aan het eind van de hierop volgende alinea staat: "Gezonde mensen krijgen niet direct last van deze giftige, kankerverwekkende stoffen" respectievelijk "Vooral tijdens het aanbrengen komen er zeer giftige en kankerverwekkende stoffen vrij". Door deze tekstgedeelten, gezien in de context waarin deze mededelingen worden gedaan, wordt de indruk gewekt dat mensen, ook gezonde mensen, een gerede kans maken om ook bij een juiste toepassing van gespoten purschuim op den duur last te krijgen van giftige, kankerverwekkende stoffen, die vooral tijdens het aanbrengen van PURschuim vrij zouden komen.
Naar het oordeel van de Commissie heeft verweerder de juistheid van deze suggestie niet, althans niet voldoende aannemelijk gemaakt. In zoverre appelleert de advertentie zonder te rechtvaardigen redenen aan gevoelens van angst als bedoeld in artikel 6 NRC.
De mededeling "De stoffen die bij het aanbrengen van pur vrijkomen, zijn namelijk zeer giftig en kunnen ernstige gezondheidsklachten veroorzaken" rechts in de advertentie, onder het kopje "Wettelijke verplichtingen", moet worden gelezen in de context van de opmerking daarboven, namelijk: "De PUR-spuiters moeten kunnen aantonen dat ze de verplichte opleiding met succes hebben afgerond".
Ook deze uiting appelleert zonder dat daar voldoende rechtvaardiging voor is aan gevoelens van angst als bedoeld in artikel 6 NRC omdat niet, althans niet voldoende aannemelijk is geworden dat "ernstige gezondheidsklachten" kunnen worden veroorzaakt zoals gesteld in de advertentie.