RB
Gepubliceerd op dinsdag 20 januari 2015
RB 2307
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Robeco ONE-commercial onduidelijk over “behaald rendement”

RCC 5 januari 2015, RB 2307 (Robeco ONE)
Aanbeveling. 8.2 NRC en 4:19 lid 2 Wft. De uiting: Tijdens de laatste gesproken tekst, zijnde “Wow, met een rendement van 10,7% per jaar” verschijnt in beeld een cirkel met de tekst “10,7% per jaar*”. De asterisk komt niet nogmaals voor in de bestreden uiting. De klacht: In de commercial wordt een opbrengst gesuggereerd van 10,7%. Robeco kan echter niets garanderen, maar dat ontdekt men pas na het aanvragen van de prospectus.

De Commissie stelt vast dat in de uiting in relatief grote letters een rendement van “10,7%” is vermeld, voorzien van een asterisk die niet -ter toelichting- terugkomt in de uiting. Voorts wordt door de voice-over zonder nadere, gesproken toelichting gezegd:

“Wow, met een rendement van 10,7% per jaar”.
In relatief kleinere letters is in de uiting vermeld:
“Fondsvariant is offensief. Gemiddeld jaarrendement van Robeco ONE Offensief sinds start tot 31 augustus” en:
”De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.”

Uit deze mededelingen moet de consument kennelijk opmaken dat genoemd rendement een “gemiddeld jaarrendement” betreft over een bepaalde periode in het verleden, waarbij het begin van die periode -sinds start”- niet aan iedereen bekend zal zijn.

Naar het oordeel van de Commissie ligt aldus in de uiting weliswaar niet de garantie besloten dat het product Robeco ONE een rendement van 10,7% zal opleveren, maar is voor de gemiddelde consument niet voldoende duidelijk dat het gaat om een “behaald rendement”, noch van welke periode daarbij precies is uitgegaan. Gelet hierop is de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de voordelen van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de uiting de gemiddelde consument er bovendien toe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk als bedoeld in artikel 7 NRC en in strijd met artikel 4:19 lid 2 Wet op het financieel toezicht en daardoor in strijd met artikel 2 NRC.