RB
Gepubliceerd op vrijdag 27 mei 2011
RB 941
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

BRITA Waterfilterkan appelleert ten onrechte aan angstgevoelens

RCC 11 mei 2011, Dossiernr. 2011/00303 (BRITA Waterfilterkan)

Reclamerecht. Advertentie in Telegraaf over BRITA Waterfilterkan: filtert lood, kalk en chloor uit kraanwater. Klager stelt dat deze uiting appelleert aan gevoelens van angst. Water voldoet aan eisen Waterleidingbesluit, er zit geen lood of chloor in. Verweerder heeft slogan "filter lood uit uw kraanwater" eenmalig gebruikt na brand bij Chemie Pack. Klager stelt dat na deze brand geen lood in drinkwater is terechtgekomen.

Commissie oordeelt dat er sprake is van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef en onder b NRC) nu er geen chloor in drinkwater voorkomt. Ook sprake van omissie (art. 8.3 onder c NRC) aangezien er maar beperkt risico is op lichte concentratie lood in drinkwater. Voldoende aannemelijk dat geen lood door brand in drinkwater terechtgekomen. Strijd met art. 7 NRC. Ten onrechte geappelleerd aan gevoelens van angst dus ook strijd met art. 6 NRC. Doet aanbeveling.

2. Als niet weersproken is echter komen vast te staan, dat waterleidingbedrijven in Nederland geen chloor als desinfectiemiddel gebruiken, zodat er geen chloor in het drinkwater voorkomt. Gelet hierop gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de voornaamste kenmerken van het product, meer specifiek de voordelen, als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

3. Van de uiting met de in het oog springende kop “BRITA filtert lood uit uw kraanwater!” gaat de suggestie uit dat op grote schaal een voor de gezondheid schadelijke concentratie lood in het kraanwater kan voorkomen, die met de aangeprezen waterfilterkan uit het kraanwater gefilterd kan worden.
De Commissie acht echter voldoende aannemelijk geworden dat als gevolg van de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk geen lood in het drinkwater terecht is gekomen, niet in de directe omgeving van het bedrijf noch in verder gelegen gebieden, en dat er volgens officiële berichtgeving geen aanleiding bestond om te veronderstellen dat het drinkwater wel met lood verontreinigd zou zijn.
Niet is weersproken dat lood in Nederland in een zeer beperkt aantal gevallen en in een lichte concentratie in het leidingwater kan voorkomen, namelijk in geval van huizen met loden binnenleidingen. Het beperkte risico van de aanwezigheid van lood in het kraanwater is naar het oordeel van de Commissie essentiële informatie, die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over de aanschaf van de BRITA waterkan te nemen. Nu deze informatie niet in de uiting is opgenomen, is sprake van een omissie in de zin van artikel 8.3 onder c NRC.

4. De Commissie is voorts van oordeel, op grond van hetgeen onder 2 en 3 is overwogen, dat de uiting de gemiddelde consument ertoe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

5. Nu in de bestreden advertentie, die bewust korte tijd na de brand bij Chemie-Pack is geplaatst, wordt gesuggereerd dat in het Nederlandse drinkwater een voor de gezondheid schadelijke concentratie lood kan voorkomen,  terwijl adverteerder – mede op grond van het door haar zelf overgelegde rapport – op de hoogte kon zijn van de onjuistheid van die suggestie, is in de advertentie zonder te rechtvaardigen redenen geappelleerd aan gevoelens van angst. Om deze reden acht de Commissie de uiting tevens in strijd met artikel 6 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 6, art. 7, art. 8.2 aanhef en onder b, art. 8.3 onder c