RB
Gepubliceerd op donderdag 30 april 2015
RB 2369
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

80% goekoper ten aanzien van de gemiddelde prijzen van 5 concurrenten

RCC 26 maart 2015, RB 2369, dossiernr. 2015/00126 (De Giro)
Vergelijkende reclame. Aanbeveling. De uiting: Het betreft de in Het Financieele Dagblad geplaatste advertentie met de kop: “DE GIRO 100% Broker. 80% Goedkoper”. De klacht: De uiting, waarin DeGiro stelt “80% goedkoper” te zijn, betreft vergelijkende reclame, nu in de uiting diensten van concurrenten, waaronder Lynx, impliciet worden genoemd. In artikel 13 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en artikel 6:194a lid 2 BW wordt een aantal voorwaarden genoemd waaraan vergelijkende reclame dient te voldoen, onder andere dat deze niet misleidend is en dat deze op objectieve wijze een of meer wezenlijke, relevante, controleerbare en representatieve kenmerken van de goederen of diensten, zoals de prijs, vergelijkt. De reclame van DeGiro voldoet niet aan voornoemde eisen.

Uit de website van DeGiro blijkt dat zij haar slogan “80% goedkoper” baseert op de vergelijking van haar tarieven voor verschillende diensten met het gemiddelde van de tarieven voor soortgelijke diensten van vijf concurrenten, waaronder Lynx. In de uiting staat zonder meer “80% goedkoper”, zonder nadere onderbouwing en zonder toelichting op welke onderdelen en ten opzichte van welke concurrent dit zou gelden. Doordat in de uiting controleerbare gegevens ontbreken, is de stelling dat DeGiro 80% goedkoper is misleidend. De mededeling “80% goedkoper” is ook onjuist, omdat DeGiro niet op alle onderdelen goedkoper is dan de concurrentie of niet 80% goedkoper is. Bovendien wordt in de uiting verzwegen dat DeGiro een minder uitgebreid pakket aan diensten aanbiedt. De reclame is tevens in strijd met artikel 4:19 van de Wet op het financieel toezicht (Wft), dat voorschrijft dat reclame-uitingen correct, duidelijk en niet misleidend moeten zijn. De onderhavige uiting is – zoals hiervoor besproken – misleidend en niet correct. Bovendien zijn niet alle voor de vergelijking relevante kenmerken meegenomen en is geen sprake van een evenwichtige vergelijking, nu niet alle concurrenten daarin zijn opgenomen.

De prijs van beleggingsdienstverlening is een belangrijk element voor consumenten bij hun keuze voor een aanbieder van beleggingsdiensten. Door de onjuiste dan wel onduidelijke of dubbelzinnige informatie “80% goedkoper” wordt de gemiddelde consument ertoe gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen en wordt het economische gedrag van consumenten wezenlijk verstoord. De uiting is misleidend en oneerlijk, aldus Lynx.

Het oordeel:

1. De Commissie stelt voorop dat zij in de onderhavige uitspraak alleen de advertentie met de slogan “DeGiro 100% broker. 80% goedkoper” beoordeelt die bij de klacht is overgelegd en waarop in de klacht is ingegaan. Daarbij is van belang dat adverteerder ervan uit mocht gaan dat de klacht alleen op de slogan in deze advertentie betrekking had en dus haar verweer op deze uiting heeft toegespitst.

2. Met de slogan “100% broker. 80% goedkoper” maakt DeGiro een vergelijking op prijs waardoor andere brokers, waaronder Lynx, zich aangesproken kunnen voelen. Daarmee is de uiting te beschouwen als vergelijkende reclame en wordt de uiting getoetst aan artikel 13 NRC. Vergelijkende reclame is, wat de vergelijking betreft, geoorloofd indien aan de in artikel 13 NRC (onder a t/m h) genoemde voorwaarden is voldaan. De eerste voorwaarde luidt dat de vergelijking niet misleidend is in de zin van de NRC. Daaromtrent overweegt de Commissie als volgt.

3. In de uiting stelt DeGiro zonder voorbehoud of nuancering dat zij “80% goedkoper” is. Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument deze absoluut gestelde claim aldus opvatten dat DeGiro daadwerkelijk 80% goedkoper is dan iedere andere broker. Vast is komen te staan dat dat niet het geval is. De claim blijkt gebaseerd te zijn op een vergelijking van de door DeGiro gerekende tarieven voor een aantal beleggingsproducten (‘mandje’) met het gemiddelde van de tarieven voor die producten van vijf concurrenten, waaronder Lynx. Niet alleen is daardoor geen sprake van een vergelijking met iedere aanbieder in de branche, zoals in de uiting wordt gesuggereerd, maar ook kan de daadwerkelijke besparing bij DeGiro ten opzichte van elk van de concurrenten aanzienlijk - zowel naar boven als naar beneden - afwijken van het geclaimde gemiddelde van 80%. Vast is komen te staan dat dit laatste bijvoorbeeld het geval is bij de vergelijking van de kosten van het ‘mandje’ bij DeGiro en Lynx, waar de besparing ten opzichte van Lynx 70% (volgens DeGiro) dan wel 60,94% (volgens Lynx) bedraagt, maar in ieder geval (aanzienlijk) minder is dan 80%.

4. Dat de claim “80% goedkoper” ziet op de vergelijking met gemiddelde tarieven van slechts een aantal concurrenten van DeGiro is essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over een transactie, in dit geval de keuze voor de diensten van DeGiro of van een andere broker. Deze informatie dient daarom reeds uit de advertentie te blijken. Daaraan heeft adverteerder niet voldaan.

De stelling van DeGiro dat, voor zover de claim “80% goedkoper” voor de gemiddelde consument al onduidelijk zou zijn, in de bestreden uiting wordt verwezen naar haar website waar de prijsvergelijking is opgenomen, kan haar niet baten. In de advertentie wordt de website slechts genoemd in verband met de mogelijkheid om aldaar een gratis account te openen. Een uitdrukkelijke verwijzing naar adverteerders website om de consument te wijzen op de basis van de claim “80% goedkoper” en de betekenis die volgens DeGiro aan de claim moet worden toegekend, ontbreekt echter.

5 Gelet op het voorgaande is sprake van het ontbreken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen, waardoor deze consument ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Dit betekent dat de bestreden uiting misleidend is in de zin van artikel 8.3 aanhef en onder c NRC en daardoor in strijd met het bepaalde in artikel 13 onder a NRC.

6. Nu de reclame-uiting reeds wegens de misleidende vergelijking niet is toegestaan, kan buiten bespreking blijven of is voldaan aan de overige voorwaarden van artikel 13 NRC.