RB
Gepubliceerd op maandag 17 augustus 2015
RB 2479
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Stichting Wakker Dier gebruikt stalmelk en weidemelk misleidend

RCC 11 augustus 2015, RB 2479; dossiernr. 2015/00821 (Westland Kaas tegen Stichting Wakker Dier)
Uitspraak ingezonden door Charles Gielen, NautaDutilh. Radiocommercial. Misleidende informatie. Belang van weidemelk en stalmelk. De uiting: Het betreft de volgende uitingen, waarbij de tussen [ ] staande woorden in een latere versie van de uitingen zijn toegevoegd: A. Een radioreclame waarin wordt gezegd: "Dag. Zit u nu in de auto? Kijk eens naar links...en ook even naar rechts. Veel lege weilanden hè? De koeien die daar horen te grazen, staan altijd op stal. Dag in dag uit. Om lekker goedkoop stalmelk te produceren. Voor bijvoorbeeld Maaslander, en Old Amsterdam. Deze merken gebruiken [deels] stalmelk in hun kaas. Boeh! Meer weten? Kijk op wakkerdier.nl." Deze reclame wordt gevolgd door een tag-on die luidt: "Ziet u liever een weiland mét koeien? Kies dan bijvoorbeeld voor Beemster of Milner. Zij maken hun kaas wél [volledig] van weidemelk. Kijk op wakkerdier.nl".

B. Het op adverteerders website www.wakkerdier.nl geplaatste persbericht met de kop "Wakker Dier start radiospot tegen 'foute kazen'. Dit persbericht is, in de oorspronkelijke en de later aangepaste versie, in kopie aan deze uitspraak gehecht. De klacht: De radiocommercial, de tag-on en het persbericht zijn onwaar in de zin van artikel 2 en misleidend in de zin van artikel 8 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Daartoe wordt namens Westland het volgende aangevoerd. De kazen Maaslander en Old Amsterdam worden gemaakt in opdracht van Westland, die hiertoe overeenkomsten heeft gesloten met Nederlandse producenten, omdat deze producenten het belang van weidemelk onderschrijven en het Convenant Weidegang hebben ondertekend. Het overgrote deel van alle melk die deze producenten inzamelen - voor zover Westland bekend ca. 80 %- is weidemelk. Westland heeft geen reden om aan te nemen dat het percentage weidemelk in haar kazen Maaslander en Old Amsterdam lager ligt. Overigens streeft Westland ernaar om op termijn verdergaande afspraken te maken om deze kazen uiteindelijk van 100% weidemelk te maken. De uiting van Wakker Dier suggereert dat Westland "lekker goedkoop" produceert door stalmelk voor haar kazen te gebruiken. De waarheid is echter dat de keuze voor de Nederlandse coöperaties de kosten van de productie aanmerkelijk verhoogt. Hoewel niet onwaar is dat Maaslander en Old Amsterdam een kleine hoeveelheid stalmelk bevatten, wekt de uiting ten onrechte de indruk dat Maaslander en Old Amsterdam overwegend stalmelk bevatten. Die indruk is mede het gevolg van de willekeurige selectie van deze merken uit alle denkbare kaasmerken. Die selectie zal bij de luisteraar de indruk wekken dat de kazen van de merken Maaslander en Old Amsterdam meer stalmelk bevatten dan andere kazen die in Nederland op de markt zijn. Dat is niet waar. In de tag-on worden Maaslander en Old Amsterdam tegenover merken geplaatst die volgens Wakker Dier "wel van weidemelk gemaakt zijn", hetgeen suggereert dat Maaslander en Old Amsterdam niet van weidemelk gemaakt zijn. Nu deze kazen overwegend van weidemelk gemaakt zijn, is deze suggestie onwaar en misleidend. De aanduiding "foute kazen" in het persbericht is om dezelfde reden onwaar en misleidend, aldus Westland.

Het oordeel van de Commissie: 1. De bestreden uitingen zijn onderdeel van de campagne van Wakker Dier "tegen de afname van weidegang voor koeien en de stijgende productie van stalmelk, van koeien die nooit buiten komen". In dit verband, omdat-naar niet is weersproken- meer dan de helft van de in Nederland geproduceerde melk in kaas wordt verwerkt, vraagt Wakker Dier in de uitingen aandacht voor de naar haar mening onwenselijke situatie dat verschillende in Nederland verkrijgbare kaasmerken deels stalmelk in hun kazen verwerken in plaats van deze kazen volledig van weidemelk (van koeien die minimaal 120 dagen per jaar gedurende 6 uur per dag in de wei lopen) te maken. Aldus is sprake van reclame voor denkbeelden in de zin van artikel 1 NRC. Het feit dat reclame voor denkbeelden wordt gemaakt brengt mee dat de Commissie zich bij de beoordeling van uitingen terughoudend opstelt, in die zin dat-indien de Commissie oordeelt dat sprake is in strijd met de NRC- aan Wakker Dier slechts een vrijblijvend advies kan worden gegeven. 2. Zoals in eerdere uitspraken door de Commissie geoordeeld (vgl. bijvoorbeeld dossiers 2014/00123, 2013/00639 en 2013/00048), staat het Wakker Dier in beginsel vrij om als organisatie in reclame-uitingen haar mening te geven en haar denkbeelden te uiten. Daarbij is het toelaatbaar dat Wakker Dier, gelet op haar toekomende vrijheid van meningsuiting bij het verkondigen van denkbeelden, in bepaalde mate negatieve en/of positieve aandacht vestigt op (met name genoemde) producten waarop die denkbeelden betrekking hebben, mits de uiting op zich juist en- waar Wakker Dier zich beroept op feiten- voldoende onderbouwd is. 3. Met inachtneming van de hiervoor genoemde uitgangspunten oordeelt de Commissie met betrekking tot de verschillende uitingen als volgt.

Uiting A: de radiocommercial. 4. In de radiocommercial wijst Wakker Dier erop dat er veel lege weilanden zijn en dat de koeien die in de weilanden horen te grazen altijd, dat in dag uit, op stal staan. Naar het oordeel van de Commissie is voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat Wakker Dier op deze manier een algemeen beeld wil schetsen van de in haar visie onwenselijke situatie waarin steeds minder koeien buiten komen en steeds meer koeien permanent op stal blijven. Daarbij is niet gebleken dat het door Wakker Dier geschetste beeld onjuist is. Zij heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat sinds 2001 daadwerkelijk sprake is (geweest) van een aanzienlijke afnemende weidegang en een toename van het aantal (melk) koeien dat nooit meer buiten komt, ook al lijken de door Westland genoemde cijfers erop te wijzen dat het aantal koeien dat buiten komt weer (licht) toeneemt. 5. In het vervolg van de commercial wordt meegedeeld dat de koeien niet in de weilanden maar altijd op stal staan "om lekker goedkoop stalmelk te produceren. Voor bijvoorbeeld: Maaslander en Old Amsterdam. Deze merken gebruiken [deels] stalmelk in hun kaas". Naar het oordeel van de Commissie suggereert Wakker Dier hiermee dat de keuze voor het opstal houden van melkkoeien in plaats van weidegang toe te passen en de keuze van de kaasmerken voor het (deels) verwerken van stalmelk in hun kaas alleen gelegen zijn in de lagere productiekosten van stalmelk ten opzichte van weidemelk. De Commissie acht de juistheid van deze beweringen van Wakker Dier onvoldoende aannemelijk geworden. In de eerste plaats is de Commissie gebleken dat andere overwegingen dan (alleen) de kosten een rol (kunnen) spelen bij de keuze om koeien permanent op stal te houden. Zo kan bijvoorbeeld de gezondheid van de koeien een reden zijn om ze niet buiten te laten lopen. Voorts is voor de Commissie niet komen vast te staan dat de kosten van de productie van stalmelk altijd lager zijn dat de kosten die gemoeid zijn met het produceren van weidemelk, nu de kostprijs van melk van meer factoren dan alleen het al dan niet toepassen van weidegang afhankelijk is. In zoverre gaat de radiocommercial (in beiden versies) naar het oordeel van de Commissie gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in de aanhef van artikel 8.2. NRC. 6. Westland heeft aangevoerd dat de radiocommercial de suggestie wekt dat Maaslander en Old Amsterdam in overwegende mate met stalmelk gemaakt zijn. De Commissie is van oordeel dat deze klacht doel treft voor zover dit bezwaar de oorspronkelijke versie van de radiocommercial betreft. Door de mededeling "Deze merken gebruiken stalmelk in hun kaas", gevolgd door de mededeling in de tag-on met betrekking tot Beemster en Milner "Zij maken hun kaas wél van weidemelk", kan bij de gemiddelde consument gemakkelijk de indruk ontstaan dat Maaslander en Old Amsterdam niet (overwegend) met weidemelk maar (overwegend) met stalmelk gemaakt zijn. Als erkend is komen vast te staan dat dit niet juist is; beide kaasmerken van Westland zijn voor het grootste deel met weidemelk gemaakt. Het verweer van Wakker Dier dat de bestreden suggestie niet wordt gewekt, nu met betrekking tot Maaslander en Old Amsterdam wordt gezegd dat zij stalmelk in hun kaas gebruiken en niet dat hun kaas van stalmelk is gemaakt, zoals Beemster en Milner wel van de weidemelk zijn gemaakt, kan het oordeel van de Commissie geen stand houden. Dit onderscheid - ook al is het taalkundig juist- is zo subtiel dat het de gemiddelde luisteraar van de radiocommercial zal ontgaan. Gelet op het voorgaande is de oorspronkelijke versie van de radiocommercial op dit punt naar het oordeel van de Commissie voor de gemiddelde consument onduidelijk als bedoeld in de aanhef van art. 8.2 NRC. 7. In de aangepaste versie van de radiocommercial wordt uitdrukkelijk medegedeeld dat Maaslander en Old Amsterdam deels stalmelk in hun kaas gebruiken, terwijl Beemster en Milner hun kaas volledig van weidemelk maken. Naar het Oordeel van de Commissie is de radiocommercial hierdoor zodanig genuanceerd dat de onder 6 geconstateerde misleidende indruk die in de oorspronkelijke commercial werd gewekt is weggenomen. 8. Westland heeft (ter zitting) aangevoerd dat de toevoeging van het woord "deels" de misleiding niet wegneemt, nu in de uiting niet wordt vermeld dat Maaslander en Old Amsterdam voor het grootste deel -80% volgens Westland- met weidemelk gemaakt worden en dus maar een beetje "minder goed" zijn dan de volledig van weidemelk gemaakte Beemster en Milner. De Commissie volgt Westland niet in dit oordeel. Wakker Dier wil immers met de commercial aan de orde stellen dat naar haar mening voor kaas alleen weidemelk en in het geheel geen stalmelk gebruikt zou moeten worden, terwijl dat bij de genoemde kazen van Westland niet gebeurt. Van Wakker Dier kan niet worden verlangd dat zij in haar boodschap meldt dat Westland kazen het maar een beetje minder goed doen dan kaasmerken die volledig van weidemelk gemaakt worden, nog daargelaten dat Wakker Dier het gebruik van 20% stalmelk - gelet op het aantal koeien dat blijkens haar berekening daarvoor op stal wordt gehouden- niet als een geringe hoeveelheid en dus niet als een slechts "een beetje minder goed" beschouwt. 9. Westland heeft voorts bezwaar gemaakt tegen het noemen van de merken Maaslander en Old Amsterdam en het in negatieve zin afzetten van deze merken tegen de concurrerende kaasmerken Beemster en Milner, waardoor afbreuk wordt gedaan aan de goede naam van de Westland kazen. Zoals reeds onder 2 is overwogen, acht de Commissie het in beginsel toelaatbaar dat Wakker Dier, om aandacht te vragen voor haar visie dat kaas volledig van weidemelk gemaakt zou moeten worden, producten en/of merken noemt die wel of niet aan dit denkbeeld voldoen. Als erkend is komen vast te staan dat Beemster en Milner daadwerkelijk volledig van weidemelk gemaakt zijn en Maaslander en Old Amsterdam niet. In de commercial wordt voorts voldoende duidelijk gemaakt dat de genoemde merken voorbeelden zijn van de kaasmerken die het volgens Wakker Dier verkeerd of juist goed doen, waaruit blijkt dat ook andere kaasmerken voor deze kwalificatie van Wakker Dier in aanmerking komen. Op de website, waarnaar in de commercial verwezen wordt, worden andere kazen genoemd die wel of niet volledig van weidemelk gemaakt zijn. 10. De Commissie is van oordeel dat de gemiddelde consument door de onjuiste informatie (zie onder 5) en - voor zover het de eerste versie van de commercial betreft - onduidelijke informatie (zie onder 6) in de radiocommercial ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Daardoor is de radiocommercial (in beide versies) misleidend en om die reden oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Uiting B: De kop van het persbericht. 11. Westland maakt bezwaar tegen de aanduiding "fout" in de kop van het op de website van Wakker Dier geplaatste persbericht, welke kopt luidt: "Wakker Dier start radiopost tegen "foute kazen". Westland acht deze aanduiding toelaatbaar, nu "fout" een negatieve connotatie heeft en een ernstige misstand suggereert, terwijl de Westland kazen voor 80% 'goed' zijn. Deze klacht treft het naar het oordeel van de Commissie geen doel. Nu 'foute kazen' tussen aanhalingstekens is geplaatst, is direct duidelijk dat hier de mening van Wakker Dier wordt gegeven. Bovendien wordt aan het begin van het persbericht uitgelegd wat Wakker Dier onder 'foute kaas' verstaat, namelijk kaas waar deels stalmelk in zit. De tegen uiting B gerichte klacht wordt daarom afgewezen. 12. Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing: De Commissie acht de radiocommercial (in beide versies) in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij adviseert adverteerder om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst de Commissie de klacht af. Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij het College van Beroep, onder gelijktijdige storing van het voor de behandeling van het beroep verschuldigde bedrag. Het beroepschrift dient, nu sprak is van een spoedeisende zaak, binnen 7 dagen na het dagtekening van deze uitspraak in het bezit te zijn van het College van Beroep, waarvan het secretariaat gevestigd is te Amsterdam.