RB
Gepubliceerd op donderdag 25 augustus 2016
RB 2760
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) ||
27 jul 2016
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 27 jul 2016, RB 2760; Dossier: 2016/00451 (Reclame zonder toelatingsnummer en ongeregistreerd geneesmiddel), https://www.reclameboek.nl/artikelen/reclame-uiting-zonder-toelatingsnummer-en-ongeregistreerd-geneesmiddel

Reclame-uiting zonder toelatingsnummer en ongeregistreerd geneesmiddel

Vz. RCC 27 juli 2016, RB 2760 en LS&R 1367; Dossiernr: 2016/00451 (reclame-uiting zonder toelatingsnummer en ongeregistreerd geneesmiddel)
Toewijzing. Reclame. Gezondheid. Toelatingsnummer. Ongeregistreerd geneesmiddel. Het betreft de verpakking van het product “Lucovitaal Puur en Groen Lactose Gluten Intolerantie” voor zover op deze verpakking de volgende mededelingen staan: “Lactose Gluten Intolerantie.” “Verbetert de vertering van voeding met gluten en lactose.”
De klacht: De claim op de verpakking is misleidend en ronduit gevaarlijk. Mensen met een Coeliakie die het product gebruiken kunnen hiervan ernstige darmschade oplopen en ziek worden. De uiting valt onder de competentie van de Keuringsraad Aanprijzing Gezondheidsproducten. De uiting is niet ter preventieve toetsing aan de Keuringsraad voorgelegd en derhalve niet van een toelatingsnummer voorzien. Derhalve is sprake van een ongeregistreerd geneesmiddel volgens het aandieningscriterium, dat wil zeggen dat door het gebruik van medische claims het product wordt gepositioneerd als een geneesmiddel waarvoor de wettelijk vereiste handelsvergunning niet is afgegeven. De uiting is daarom in strijd met artikel 3c en 4 Code Publieksreclame voor Geneesmiddelen (CPG) 2015 alsmede in strijd met artikel 84 lid 2 Geneesmiddelenwet. De voorzitter oordeelt, in navolging van de Keuringsraad KOAG/KAG, dat het onderhavige product door de hiervoor weergegeven mededelingen volgens het aandieningscriterium (als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder b Geneesmiddelenwet) als een geneesmiddel dient te worden gekwalificeerd. Daarnaast kan het doen van dergelijke mededelingen in reclame misleidend en gevaarlijk zijn.

 

 

Het oordeel van de voorzitter 

2)  De voorzitter oordeelt, in navolging van de Keuringsraad KOAG/KAG, dat het onderhavige product door de hiervoor weergegeven mededelingen volgens het aandieningscriterium (als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder b Geneesmiddelenwet) als een geneesmiddel dient te worden gekwalificeerd. Het product wordt immers uitdrukkelijk in verband gebracht met de verbetering van de vertering van personen die lijden aan coeliakie en een andere voedselintolerantie welke als een gebrek in de zin van dit artikel kunnen worden beschouwd. Het product wordt in feite aangeprezen als zijnde geschikt voor het voorkomen of genezen van dit gebrek, immers verbetert het product voor deze personen de mogelijkheid producten te verteren waarvoor zij allergisch zijn. Dit impliceert dat het product de voedselallergie vermindert of opheft.

3)  Voor reclame voor een geneesmiddel is vereist dat hiervoor een handelsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 84 lid 1 Geneesmiddelenwet. Niet gesteld of gebleken is dat voor het onderhavige product een dergelijke handelsvergunning is verleend. Om die reden is de uiting in strijd met het verbod van artikel 84 lid 1 Geneesmiddelenwet en daardoor in strijd met artikel 2 NRC. Tevens is de uiting daardoor in strijd met artikel 4 Code Publieksreclame voor Geneesmiddelen (CPG) 2015. Het feit dat het niet is toegestaan voor het onderhavige product reclame te maken, impliceert dat niet meer wordt toegekomen aan de beantwoording van de vraag of in de uiting gezondheidsclaims worden gebruikt in overeenstemming met de voor dergelijke claims geldende regulering als bedoeld in Verordening (EG) 1924/2006. Om dezelfde reden wordt evenmin toegekomen aan de vraag of de mededelingen in de uiting misleidend en “gevaarlijk” zijn.

4)  De voorzitter neemt nota van de mededeling van adverteerder dat het product van de website wordt verwijderd en de overgebleven verpakkingen zullen worden vernietigd. De voorzitter vindt hierin aanleiding gebruik te maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep. Derhalve zal de voorzitter een aanbeveling achterwege laten en wordt beslist als volgt.

De voorzitter acht op grond van het voorgaande de bestreden reclame-uiting in strijd met artikel 2 NRC en met artikel 4 CPG 2015.
Regeling:    
NRC art. 2 (wet)
CPG 2015 art. 4