RB
DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op donderdag 14 augustus 2014
RB 2209
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Geen specifiek prijsvoordeel verzekering Bentley

Vz. RCC 29 juli 2014, RB 2209, dossiernr. 2014/00478 (Allsecur)
Voorzitterstoewijzing. Misleidende reclame. Het betreft een televisiecommercial waarin is te zien hoe een rallyauto over een golfbaan scheurt en bij enkele golfers stopt. De bestuurder vraagt aan de golfers van wie “die dikke Bentley op de parkeerplaats” is. Vervolgens zegt de bijrijder tegen degene die de eigenaar van de desbetreffende auto blijkt te zijn: “Daar kun je 342,-- euro per jaar op besparen” en overhandigt daarbij blijkbaar een offerte aan de eigenaar. Vervolgens zegt de voice-over dat autoverzekeringen een stuk goedkoper kunnen en dat men op de website van adverteerder de besparing kan berekenen. Klager stelt dat adverteerder geen auto’s verzekert in de klasse waarin de Bentley valt. De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.

Het oordeel van de voorzitter

1) In de televisiecommercial wordt aan de eigenaar van een Bentley verteld dat hij bij adverteerder aanzienlijk op de kosten van zijn autoverzekering kan besparen, waarbij een concreet bedrag aan besparing wordt genoemd (€ 342,--). Vaststaat echter dat bedoelde auto in een klasse valt waarvan op de website van adverteerder wordt gezegd: “Verzekering afsluiten niet mogelijk. Deze auto valt in een verzekeringscategorie waarin Allsecur niet voorziet”. Derhalve wordt in de televisiecommercial als voorbeeld voor de mogelijke besparing die men bij adverteerder zou kunnen bereiken een auto genoemd uit een categorie die juist niet bij adverteerder kan worden verzekerd, laat staan dat met betrekking tot die auto de specifiek genoemde besparing kan worden gerealiseerd. Dat adverteerder blijkbaar in sommige gevallen een uitzondering op het voorgaande kan maken, te weten indien men, ondanks de tekst op de website, contact met haar opneemt met het verzoek toch een aanvraag te mogen indienen en zij in een individueel geval alsnog besluit de auto te verzekeren, doet verder niet ter zake. In de televisiecommercial krijgt de desbetreffende bestuurder immers zonder specifieke aanvraag een offerte aangereikt, waaruit onmiskenbaar lijkt te volgen dat adverteerder ook dergelijke auto’s standaard verzekert.

2) De voorzitter acht het aannemelijk dat de televisiecommercial door het laatste vooral de eigenaren van auto’s uit de hogere prijsklasse zal aanspreken. Uit de televisiecommercial volgt bovendien dat deze eigenaren aanzienlijk kunnen besparen door hun auto bij adverteerder te verzekeren, waarbij zelfs een concreet bedrag aan besparing wordt genoemd. Ook de verhaallijn lijkt specifiek te zijn afgestemd op eigenaren van dergelijke auto’s. Juist deze personen zullen worden misleid door de onjuiste suggestie in de televisiecommercial dat adverteerder standaard auto’s uit de hogere prijsklasse verzekert en dat men daarbij aanzienlijk op de kosten kan besparen.

3) Op grond van het voorgaande is geen juiste informatie verstrekt over het bestaan van een specifiek prijsvoordeel als bedoeld onder d van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.