RB
DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op vrijdag 17 oktober 2014
RB 2234
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

De Italiaanse tekstversie van 'misleidende handeling'

HvJ EU 19 december 2013, RB 2234, zaak C-281/12 ( Trento Sviluppo et Centrale Adriatica)
Het gaat in deze casus om de vertaling van een uitdrukking die is opgenomen in het Italiaanse wetboek voor consumentenrecht: artikel 21 (Misleidende handelingen), lid 1, van de Codice del consumo bepaalt: „Als misleidend wordt beschouwd een handelspraktijk die gepaard gaat met informatie die niet met de werkelijkheid overeenstemt of, zelfs als die informatie feitelijk correct is, de gemiddelde consument op enigerlei wijze, inclusief door de algemene presentatie, misleidt of kan misleiden ten aanzien van een of meer van de volgende elementen, en de gemiddelde consument er zowel in het ene als in het andere geval [‘e in ogni caso’] toe brengt of kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen (…)”

Trento Sviluppo drijft enkele supermarkten in Trento uit de groep COOP Italia. Centrale Ariatica verleent diensten aan vennootschappen van de COOP-groep (van welke groep zij zelf ook deel uitmaakt).

In 2008 start CA een promotiecampagne met enkele producten als ‘aanbieding’ waaronder een laptop. Volgens de folder met ‘kortingen tot 50%’. Een consument klaagt bij de Italiaanse consumentenautoriteit (AGCM) dat er in de campagneperiode geen laptops te koop waren in de winkel waar hij vaak komt. AGCM start dan een procedure tegen verzoeksters wegens oneerlijke handelspraktijken die in eerste instantie tot een boeteoplegging leidt. Hiertegen gaan verzoeksters in beroep. Zij stellen voldoende laptops te hebben ingekocht maar niet alles kon direct door de fabrikant worden geleverd. Er zijn dan ook alsnog laptops geleverd ver nadat de campagne voorbij was.

De verwijzende Italiaanse rechter is van mening dat het gebeurde niet valt onder praktijken die ‘onder alle omstandigheden’ misleidend zijn zoals voorgeschreven in de Italiaanse consumentenwet. Hij ziet dan ook reden een vraag aan het Hof te stellen, en stuit bovendien op een taalkundig probleem in de tekst van de richtlijn: Moet de uitdrukking ‚e in ogni caso’ in de Italiaanse [...]versie van artikel 6, lid 1, van richtlijn 2005/29[...] aldus worden uitgelegd dat één van de in het eerste deel van het genoemde lid bedoelde voorwaarden volstaat om een praktijk te kwalificeren als een misleidende handelspraktijk, of is van een dergelijke handelspraktijk alleen sprake indien ook is voldaan aan de aanvullende voorwaarde dat de handelspraktijk de consument ertoe kan brengen een afwijkend besluit over een transactie te nemen?”

Antwoord: Een handelspraktijk moet worden aangemerkt als „misleidend” in de zin van artikel 6, lid 1, van („richtlijn oneerlijke handelspraktijken”), wanneer die praktijk ten eerste gepaard gaat met onjuiste informatie of de gemiddelde consument kan bedriegen en ten tweede van dien aard is dat zij de consument ertoe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Artikel 2, sub k, van genoemde richtlijn moet aldus worden uitgelegd dat onder het begrip „besluit over een transactie” alle besluiten vallen die rechtstreeks verband houden met het besluit om een product al dan niet te kopen.