RB
RB 3832
9 april 2024
Uitspraak

Reclame over "duurzame" cruisereis is misleidend

 
RB 3830
28 maart 2024
Uitspraak

Google aansprakelijk voor nepadvertenties rond Jort Kelder

 
RB 3831
28 maart 2024
Uitspraak

Verzoek Amazon om openbaarmakingsplicht van advertentieopslag op te schorten afgewezen

 
RB 1968

Niet aangetoond dat CheapTickets de belofte van de beste deal op het betreffende moment niet waar maakte

RCC 16 oktober 2013, dossiernr 2013/00685 (cheap tickets)
Afwijzing. Het betreft reclame voor CheapTickets.nl op www.google.nl.
Daarin staat onder www.cheaptickets.nl/GoedkopeTickets” onder meer: “Vergelijk de Goedkoopste Tickets En Boek Direct op CheapTickets.nl! op CheapTickets.nl  - alle airlines, alle bestemmingen, altijd de beste deals (..)” en “Boek de Goedkoopste Vliegtickets!”. Onder “CheapTickets.nl: Goedkoopste vliegtickets!” staat onder het kopje “Ryanair” onder meer:  “Goedkoop uw vliegtickets met Ryanair boeken…”.
 De klacht - Deze kan als volgt worden samengevat. Gegrepen door teksten zoals “Altijd de beste deals”, “Goedkoopste vliegtickets” en vooral “Goedkoop uw vliegtickets met Ryanair boeken…” boekte één van klagers reisgenoten via CheapTickets.nl 4 tickets voor een vlucht met Ryanair naar Pula (Kroatië) voor 9 september. Na boeking bekeek klager de prijzen indien rechtstreeks zou zijn geboekt bij Ryanair. Bij CheapTickets bleek € 113,56 meer ofwel ruim 37% meer te moeten worden betaald.
Omdat klager voor de terugreis van Split naar Rotterdam met als vertrekdatum 25 september bij CheapTickets geen directe vlucht zag, boekte hij voor € 460,- rechtstreeks 4 tickets bij Transavia. Later zag klager dat deze tickets ook bij CheapTickets konden worden geboekt, en wel voor € 598,-, dus voor 30% meer.
Klager vindt dat adverteerder zijn naam niet waarmaakt komt en acht de uiting misleidend.

Het oordeel van de Commissie
Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument de uiting opvatten in die zin dat CheapTickets.nl inzicht geeft in de op het moment van raadplegen van die site beschikbare, goedkoopste vliegtickets en dat die tickets via CheapTickets.nl kunnen worden geboekt.

Het feit dat klager heeft ervaren dat hij bepaalde tickets op enig moment rechtstreeks bij de luchtvaartmaatschappijen Ryanair respectievelijk Transavia goedkoper kon boeken dan op een ander moment via CheapTickets.nl, betekent niet dat CheapTickets.nl niet op het moment van raadplegen van de site de goedkoopste, beschikbare tarieven toont. De klacht mist dan ook een feitelijke grondslag.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.

RB 1967

Door kopje "Free Breakfast" krijgt men de indruk dat het om een speciale aangeprezen dienst gaat

RCC 16 oktober 2013, dossiernr 2013/00685
Aanbeveling. Het betreft adverteerders website met de aanhef: “ebookers speciale aanbiedingen voor NH Plaza de Armas. Zie hieronder voor beschikbare aanbieding(en) voor dit hotel. De korting wordt toegepast op de prijs exclusief BTW en kosten” waarna onder meer staat:  “Includes Breakfast Algemene voorwaarden: Free Breakfast Geldigheid: Free Breakfast”. alsmede de pagina “Sevilla Reisgegevens: Vlucht + Hotel” waarop de vluchtgegevens staan en de mogelijke kamertypes zijn vermeld.
De klacht - Klager wilde hotel “NH Plaza de Armas” in Sevilla boeken “Included Free Breakfast”, dat als een speciale aanbieding wordt gepresenteerd. Op de pagina waar de vlucht- en hotel-gegevens moeten worden ingevuld, moet een keuze worden gemaakt tussen een standaardkamer zónder ontbijt en een standaardkamer mét ontbijt.
Aangezien klager een kamer met ontbijt wilde hebben, koos hij voor de tweede optie waarvoor € 278,06 extra in rekening werd gebracht, in de verwachting dat bij voltooiing van de boeking de meerprijs, waarvan hij vermoedde dat deze verband hield met het  ontbijt, weer op de totale reissom in mindering zou worden gebracht, gezien de speciale e-bookers aanbieding “Free Breakfast”. Dit bleek evenwel niet te gebeuren, zodat adverteerder zijn Free Breakfast-aanbieding, die in de eerste stap van het boekingsproces wordt gedaan, niet nakomt.

Klager voelt zich hierdoor misleid.
Telefonisch heeft een medewerker van adverteerder aan klager meegedeeld dat voor de duurdere standaardkamer van € 278,06 een betere annuleringsregeling geldt. Echter  beide standaardkamers worden op de website, afgezien van de prijs, alleen van elkaar onderscheiden door de mededeling mét of zónder ontbijt.

Het oordeel van de Commissie
In de gewraakte reclame-uiting, waarin een stedentrip naar Sevilla wordt aangeboden, is sprake van een uitnodiging tot aankoop van een reisdienst, zodat de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) daarop van toepassing is. Ingevolge artikel IV sub 1 RR zijn aanbieders, conform artikel III lid 1 RR, gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen. Een uitnodiging tot aankoop moet informatie bevatten als vermeld in artikel 8.4 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

In de uiting staat dat adverteerder daarin “speciale aanbiedingen” doet, waarna onder het vetgedrukte kopje “Includes Breakfast” staat: “Free Breakfast”. Hierdoor krijgt men de indruk dat deze dienst als een speciale aanbieding wordt aangeprezen.

Nadat men op adverteerders website een vlucht heeft geselecteerd, dient men een keuze te maken uit drie kamertypes. Niet dan wel onvoldoende duidelijk is waarin deze kamers zich van elkaar onderscheiden. Bij de eerste kamer staat “Deze kamer is inbegrepen in de totaalprijs”. Voor de tweede kamer moet een meerprijs worden betaald van € 66,82 en voor de derde kamer -de enige kamer waarbij uitdrukkelijk staat “Includes Breakfast”- geldt een meerprijs van € 278,06.

Gezien de mededeling “Includes Breakfast” bij de laatste en duurste kamer-keuzemogelijkheid krijgt men de indruk deze optie te moeten aanklikken als men van de aanbieding “Free Breakfast” gebruik wil maken.

Dat het prijsverschil is gelegen in een betere annuleringsregeling, valt uit de uiting niet op te maken, zodat de Commissie klagers conclusie dat dit verband houdt met de wél daarbij staande mededeling “Includes Breakfast” alleszins begrijpelijk acht.

Evenmin is duidelijk op welke wijze men kan bewerkstelligen dat men gebruik maakt van de aanbieding “Free Breakfast”.

Op grond van het vorenstaande is de Commissie van oordeel dat de wijze waarop de prijs(opbouw) wordt vermeld onvoldoende duidelijk is en daarom in strijd is met artikel IV sub 1 RR.

 

De beslissing
Op grond van het vorenstaande acht de Commissie de uiting in strijd met artikel IV sub 1 RR en beveelt zij adverteerder aan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 

Regeling: RRA IV. sub 1.

RB 1966

TradeTracker heeft bij door haar geplaatste advertenties niet de zorgplicht te controleren op frauduleuze kliks

Hof Amsterdam 29 oktober 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:3722 (Vliegticketinfo B.V. tegen TradeTracker Nederland B.V.)
TradeTracker en Vliegticketinfo hadden een overeenkomst gesloten over het plaatsen van advertenties van Vliegticketinfo op de websites van relaties van TradeTracker. Vliegticket is gehouden te betalen per klik, de kliks werden bijgehouden door Nedstat. Per e-mail heeft Vliegticket op 23 oktober 2009 het vertrouwen in TradeTracker opgezegd en de overeenkomst per direct gestaakt. De administratie betreffende de kliks van Trade Tracker wijkt af van die van NedStat. Volgens Vliegticketsinfo heeft TradeTracker te veel kliks in rekening gebracht en klikfraude gepleegd. De rechtbank heeft de vorderingen van Vliegticketinfo afgewezen en het hof gaat hier in mee.

Er is afgesproken dat bij een dispuut de meetresultaten van TradeTracker doorslaggevend zijn. Vliegticketinfo heeft niet duidelijke, ondubbelzinnige aanwijzingen getoond dat de registratie van TradeTracker onjuist is. TradeTracker heeft deze gegevens onweersproken overlegd en het hof ziet dan ook geen aanleiding tot het opleggen van de administratie van TradeTracker.

Het is ook niet aan TradeTracker om te verklaren waarom er meetverschillen bestaan tussen haar administratie en die van Nedstat. Vliegticketinfo heeft niet voldoende onderbouwd dat TradeTracker kliks in rekening heeft gebracht die aantoonbaar niet hebben plaatsgevonden. Ook heeft zij niet voldoende aangetoond dat advertenties niet op alle sites waren geplaatst. Verder geeft Vliegticketinfo niet aan welke kliks volgens haar dubieus zijn. Tradetracker heeft geen wanprestatie gepleegd. Het uitvoeren van controle hoort niet per se tot de zorgplicht van TradeTracker als opdrachtnemer en zij heeft de in rekening gebracht bedragen voor 'afgekeurde' kliks gecrediteerd. Volgens het hof blijkt overigens nergens uit dat TradeTracker alle kliks dient te controleren op frauduleuze kenmerken, laat staan dagelijks en zonder concrete aanleiding.

Het hof bekrachtigt het vonnis en wijst de vorderingen af.

Beoordeling
3.12 Het hof overweegt naar aanleiding van deze grieven het volgende. Het is, zoals onder 3.6 reeds overwogen, aan Vliegticketinfo om feiten en omstandigheden aan te voeren die, indien juist, tot de conclusie leiden dat niet van de registratie van TradeTracker kan worden uitgegaan. Vliegticketinfo voert bij de onderhavige grieven in feite alleen maar aan dat er meetverschillen bestaan in het aantal kliks en dat TradeTracker voor die verschillen geen sluitende verklaring heeft gegeven. Niet valt echter in te zien waarom op TradeTracker de verplichting zou rusten een sluitende verklaring voor de meetverschillen te geven. De vaststelling dat zij daarin niet is geslaagd, kan dan ook niet worden aangemerkt als een feit of omstandigheid leidend tot een gerechtvaardigde twijfel aan de juistheid van de registratie van TradeTracker. Vliegticketinfo heeft daarnaast nog gesteld dat in de zomer van 2009 sprake is van een piek in de meetverschillen en daarmee van een nog grotere afwijking dan eerder het geval was. Ook daarin is evenwel geen concrete aanwijzing te vinden dat de meting van TradeTracker onjuist is. Vliegticketinfo heeft nagelaten om – al dan niet aan de hand van de door TradeTracker overgelegde lijst - in concreto aan te geven welke van de door TradeTracker geregistreerde kliks niet zouden hebben plaatsgevonden. Zij heeft evenmin aangevoerd dat het voor haar onmogelijk is om haar stellingen - bijvoorbeeld door het inschakelen van een eigen deskundige - nader te concretiseren. Omdat Vliegticketinfo haar stelling dat TradeTracker kliks in rekening heeft gebracht die aantoonbaar niet hebben plaatsgevonden aldus onvoldoende heeft onderbouwd, gaat het hof aan die stelling voorbij.

3.17 Grief 5 luidt dat de rechtbank ten onrechte overweegt dat het aan Vliegticketinfo is om de kliks te controleren. Dat is in strijd met de overeenkomst en de zorgplicht van TradeTracker en bovendien feitelijk onmogelijk, aldus Vliegticketinfo. Vliegticketinfo voert daartoe meer concreet het volgende aan. Artikel 2.1 van de algemene voorwaarden verplicht TradeTracker om alle activiteiten op de website van Vliegticketinfo die gegenereerd worden door de affiliaties te inspecteren. Voorts rust op grond van de zorgplicht van een goed opdrachtnemer op TradeTracker de plicht om maatregelen te treffen die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend bedrijf dat webadvertentiediensten aanbiedt mogen worden verwacht. TradeTracker is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van deze verplichtingen. Vliegticketinfo licht dat als volgt toe. Een groot concurrerend webadvertentiebedrijf als Google filtert en analyseert kliks zowel geautomatiseerd als handmatig. Het percentage reactief afgekeurde kliks bedraagt bij Google slechts 0,02% hetgeen bevestigt dat TradeTracker, die achteraf 34% van de kliks afkeurt, tekortschiet in haar verplichtingen. TradeTracker kan op eenvoudige en volledig geautomatiseerde wijze controleren of, op het moment dat een klik wordt gegenereerd, op de website van de betreffende affiliate daadwerkelijk de juiste advertentie heeft gestaan. TradeTracker beschikt immers over alle gegevens om die controle uit te voeren. Er zijn diverse bedrijven die websites automatisch controleren op de aanwezigheid van bepaalde inhoud zoals advertenties. Vliegticketinfo kan die controle niet uitvoeren. Zij krijgt de gegevens achteraf en een controle achteraf is illusoir. Bovendien adverteren affiliates als MSN en Google weer op andere websites hetgeen zij helemaal niet kan controleren. Vliegticketinfo kon slechts zien de hoeveelheid kliks die per affiliate waren gegenereerd. Zo was niet zichtbaar of er bijvoorbeeld vanuit een Spaans- of Chineestalig land op een Nederlandstalige advertentie was geklikt wat, indien dat het geval was geweest, waarschijnlijk duidt op fraude. Juist op basis van dergelijke gegevens heeft TradeTracker besloten om een groot deel van de gegenereerde kliks af te keuren. Vliegticketinfo heeft alles gedaan wat in redelijkheid mogelijk was om de kliks te controleren. Meer dan het instellen van de controle door Nedstat kon van haar niet worden verlangd, aldus nog steeds Vliegticketinfo.

3.18. Vliegticketinfo bedoelt bij grief 5 kennelijk te stellen dat TradeTracker op twee punten is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen, namelijk door niet te controleren of kliks afkomstig zijn van een website waarop een advertentie van Vliegticketinfo te zien is, en door niet te controleren of sprake is van kliks met kenmerken die aanleiding geven te veronderstellen dat sprake is van fraude, zoals kliks vanuit een Spaans- of Chineestalig land. Het hof zal beide punten hieronder afzonderlijk bespreken.

3.19. TradeTracker voert ten aanzien van de eerste door Vliegticktinfo gestelde tekortkoming als verweer dat zij steekproefsgewijs de websites van haar affiliaties controleert en dat zij daarmee heeft voldaan aan het bepaalde in artikel 2.1 van de algemene voorwaarden. Het is ondoenlijk, aldus TradeTracker, om dagelijks miljoenen webpagina’s van haar ruim 35.000 affiliates te controleren. Het hof oordeelt als volgt. Vliegticketinfo beroept zich op artikel 2.1 van de algemene voorwaarden dat bepaalt dat TradeTracker alle activiteiten op de website van Vliegticketinfo, die gegenereerd worden door de affiliates, dient te inspecteren. Vliegticketinfo licht evenwel onvoldoende toe waarom TradeTracker de afspraak dat zij de activiteiten op de website van Vliegticketinfo inspecteert zo dient in te vullen dat zij bij elke klik dient te controleren of er op dat moment daadwerkelijk een advertentie van Vliegticketinfo op de website van een affiliate heeft gestaan. De enkele omstandigheid dat het technisch mogelijk is om dit volledig geautomatiseerd te doen en dat bepaalde bedrijven als dienst aanbieden om websites op de aanwezigheid van content, bijvoorbeeld advertenties, te controleren, zoals Vliegticketinfo stelt, is daartoe onvoldoende. Dat een dergelijke controle technische mogelijk en op de markt beschikbaar is, maakt evenmin dat het uitvoeren van die controle tot de zorgplicht van TradeTracker als opdrachtnemer behoort.

3.20. Het hof overweegt ten aanzien van de tweede door Vliegticketinfo gestelde tekortkoming als volgt. Vliegticketinfo stelt zelf dat TradeTracker de door haar, TradeTracker, geregistreerde kliks voor de periode van 1 juni 2009 tot en met 13 oktober 2009 achteraf heeft gecontroleerd, 34 % van de kliks heeft ‘afgekeurd’ op grond van kenmerken die op fraude wijzen en vervolgens de daarvoor in rekening gebrachte bedragen heeft gecrediteerd. Daaruit volgt dat het kennelijk mogelijk is de kliks achteraf op frauduleuze kenmerken te beoordelen en dat TradeTracker dat ook heeft gedaan nadat Vliegticketinfo daarom had verzocht. Het valt dan ook niet in te zien dat TradeTracker op dit punt is tekortgeschoten in enige verplichting. Vliegticketinfo stelt immers niet dat TradeTracker over de desbetreffende periode meer kliks had moeten afkeuren dan zij heeft gedaan en zij stelt evenmin, zoals reeds overwogen, voldoende concreet dat in de periode voorafgaand aan de gecontroleerde periode sprake is geweest van kliks met kenmerken die wijzen op fraude. Evenmin is gesteld of gebleken dat Vliegticketinfo aan TradeTracker heeft verzocht de kliks in die periode alsnog te controleren. Vliegticketinfo stelt nog wel dat het ook in die periode om 34% aan frauduleuze kliks zal gaan maar die conclusie is onvoldoende op feiten gebaseerd.

Lees de uitspraak hier:
Rechtspraak.nl (link)
Rechtspraak.nl (pdf)

RB 1965

"Break the rules" De reclame is stoer, maar niet realistisch voor kinderen

RCC 14 oktober 2013 dossiernr. 2013/00693 (Duthler)
Afwijzing. Subjectieve normen. Het betreft een folder van adverteerder getiteld “Musthave Jackets, kids & teens collectie”. Op pagina 9 van deze folder staat een afbeelding met drie jongetjes die een garagedeur proberen open te breken en daarbij staan de teksten “break the rules” en “is ie open?”.
De klacht - In de uiting wordt gesuggereerd dat het normaal is voor lagere school jongens om zich niets van de regels aan te trekken. Terwijl twee jongetjes proberen een deur open te breken, staat één jongetje kennelijk op de uitkijk (voor de politie?). Omdat kinderen van deze leeftijd zeer beïnvloedbaar zijn, acht klaagster deze uiting niet behoorlijk.

Het oordeel van de Commissie
De Commissie vat de klacht aldus op dat klaagster de uiting in strijd acht met de goede smaak en/of het fatsoen. Bij de beoordeling van de vraag of een reclame-uiting met (één van) deze criteria in strijd is, stelt de Commissie zich terughoudend op, gezien het subjectieve karakter daarvan. Met inachtneming van deze terughoudendheid is de Commissie de oordeel dat de gewraakte uiting niet met de NRC in strijd is.

Met de duidelijk in scène gezette foto, beoogt adverteerder aan het kledingmerk Duthler een stoere uitstraling te geven. De op de foto aangebrachte teksten en de ingetekende attributen versterken het niet realistische karakter van de afbeelding. Naar het oordeel van de Commissie is ook voor kinderen c.q. voor leeftijdgenoten van de afgebeelde jongetjes voldoende duidelijk dat de uiting geen realistische situatie toont, zodat de uiting niet geacht kan worden tot navolging aan te zetten. 

De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.

RB 1964

Overzichtspagina en advertenties hotelarrangementen geen uitnodiging tot aankoop, veilingbieders voldoende voor plaatsen bod geïnformeerd

Vzr. Rechtbank Den Haag 31 oktober 2013, KG ZA 13-1040 (Hotels.nl B.V. tegen Hotel Booker B.V.-Hotelkamerveiling.nl)
Uitspraak ingezonden door Wouter Dammers, ICTRecht.
Hotels.nl biedt via haar website sinds 2001 hotelarrangementen aan. Gedaagden doen hetzelfde sinds 2004 respectievelijk 2010. Organisaties uit de reisbranche conformeren zich aan de Reclamecode Reisaanbiedingen, maar dienen zich aan wettelijke regels te houden. Eisers vorderen dat alle vaste onvermijdbare kosten direct in de aanbiedingsprijzen worden opgenomen.

Nu partijen twisten over de vraag of deze regels bindend zijn, zal het handelen worden getoetst aan de wettelijke regels; de OHP (6:193a-j BW). Hoewel het onderhavige geschil strikt genomen een geschil tussen ondernemers betreft, is een beroep op de OHP-artikelen toch mogelijk.

Reclame-uitingen van Hotel Booker op de overzichtspagina's van haar websites en nieuwsbrieven en online advertenties/banners kunnen niet worden aangemerkt als uitnodigingen tot aankoop in de zin van artikel 6:193e BW. Er is onvoldoende informatie over het aangeboden product vermeldt zodat de consument voldoende in staat moet worden geacht een aankoop te doen. De presentatiepagina dient te worden beschouwd als een uitnodiging tot aankoop in de zin van artikel 6:193e BW, maakt genoegzaam melding van de wijze waarop de prijs van het arrangement wordt berekend.

Hotelkamerveiling informeert de consument, die wenst deel te nemen aan een veiling op de door haar geëxploiteerde veilingsite, vóór het uitbrengen van een bod herhaaldelijk en op ondubbelzinnige wijze over de veilingvoorwaarden en de eventuele verschuldigdheid van bijkomende kosten. De vorderingen worden afgewezen.

3.7. In haar betoog dat Hotel Booker zich schuldig maakt aan een schending van voormelde bepalingen van de OHP kan Hotels.nl niet worden gevolgd. Anders dan Hotels.nl betoogt, is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat de door Hotels.nl bestreden reclame-uitingen van Hotel Booker op de overzichtspagina's van haar websites en nieuwsbrieven en online advertenties/banners (al dan niet op websites van derden) niet kunnen worden aangemerkt als uitnodigingen tot aankoop in vorenbedoelde zin. Daartoe is van belang dat deze reclame-uitingen, zoals die door zowel Hotels.nl als Hotel Booker voornamelijk in de vorm van screenshots aan de voorzieningenrechter zijn voorgelegd, onvoldoende kenmerken van c.q. informatie over het aangeboden product vermelden in de zin van artikel 6:193e BW en aldus de consument op basis van uitsluitend die kenmerken onvoldoende in staat moet worden geacht een aankoop te doen. (...) Op deze presentatiepagina, die naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dient te worden beschouwd als een uitnodiging tot aankoop in de zin van artikel 6:193e BW, wordt door Hotel Booker genoegzaam melding gemaakt van de wijze waarop de prijs van het arrangement wordt berekend (...)

3.8. De vorderingen van Hotels.nl jegens Hotelkamerveiling komen  evenmin voor toewijzing in aanmerking. Beoordeld dient derhalve te worden of Hotelkamerveiling anderszins een oneerlijke, en meer in het bijzonder een misleidende, handelspraktijk verricht in de zin van OHW. Hiervan is (...) geen sprake nu Hotelkamerveiling (...) betoogd dat zij de consument, die wenst deel te nemen aan een veiling op de door haar geëxploiteerde veilingsite, vóór het uitbrengen van een bod herhaaldelijk en op ondubbelzinnige wijze informeert over de veilingvoorwaarden en de eventuele verschuldigdheid van bijkomende kosten. Hotelkamerveiling heeft daarbij gewezen op de door haar gehanteerde algemene voorwaarden die door de consument bij het aanmaken van een account dienen te worden geaccepteerd, haar homepage en de veilinginformatie op de desbetreffende veilingsite, waarin c.q. waarop uitdrukkelijk melding wordt gemaakt van bijkomende kosten als reserveringskosten en toeristenbelasting, die door de consument bovenop het uitgebrachte bod, zo dit het winnende bod mocht zijn, zijn verschuldigd. Gelet hierop behoeven deze bijkomende kosten (...) niet (...) in de startprijs te worden opgenomen.
RB 1963

Prejudiciële vragen: Wanneer valt een contractueel beding een oneerlijk beding in een consumentenovereenkomst?

Prejudiciële  vragen aan HvJ EU 10 september 2013, in zaken C-482/13 - C-487/13 (Unicaja Banco ea) - dossier (zie onder)
Prejudiciële vragen gesteld door Juzgado de Primera Instancia e Instrucción de Marchena (Spanje)
Verzoeksters (twee banken, in de zaken C-484/13 tot en met C-487/13 is het Caixabank SA) leggen beslag op woningen wegens niet nakoming van financiële verplichtingen van huizenbezitters (verweerders). In zaak C-482/13 gaat het om hypothecaire leningen van € 71.000,- gesloten in maart 2010. In oktober 2012 besluit de bank wegens wanbetaling de rechter te verzoeken om een executoire titel tot uitwinning van de hypotheken.
Alleen de verwijzingsbeschikking in zaak C-482/13 is volledig. Bij de overige zaken wordt alleen vermeld: “de feiten, de motivering en de prejudiciële vragen zijn in wezen dezelfde als in de prejudiciële zaak C-482/13”.

De verwijzende SPA rechter vraagt zich echter af of hier sprake is van oneerlijke bedingen in de overeenkomsten, met name wat de te betalen rente betreft, en of het contractuele beding binnen de werkingssfeer van richtlijn 93/13 valt. Met name de clausule over de moratoire rente is volgens hem ‘oneerlijk’ omdat de schadevergoeding onevenredig hoog is. Dit oneerlijke beding zou dan ook buiten toepassing gelaten moeten worden en van rechtswege nietig verklaard worden. Om zijn twijfels weg te nemen legt hij de volgende prejudiciële vragen voor aan het HvJEU:

A) Dient de nationale rechter die vaststelt dat een beding betreffende moratoire rente in hypothecaire leningsovereenkomsten oneerlijk is, krachtens richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten, meer bepaald artikel 6, lid 1, van de richtlijn, met het oog op de bescherming van de belangen van consumenten en gebruikers overeenkomstig de beginselen van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid, het beding ongeldig en onverbindend te verklaren of dient hij daarentegen het rentebeding te matigen en de executant of kredietverstrekker te gelasten de rente te herberekenen?

B) Vormt de tweede overgangsbepaling van Ley 1/2013 van 14 mei dan althans een duidelijke beperking van de bescherming van het consumentenbelang doordat zij de rechter impliciet verplicht tot matiging van een oneerlijk beding over moratoire rente door middel van herberekening van de overeengekomen rente, met instandlating van het oneerlijke beding, in plaats van het beding nietig en nietbindend voor de consument te verklaren?

C) Is de tweede overgangsbepaling van Ley 1/2013 van 14 mei, doordat zij de toepassing van de beginselen van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid in het kader van de consumentenbescherming uitsluit en verhindert dat de sanctie van nietigheid en onverbindendverklaring van oneerlijke bedingen over moratoire rente wordt toegepast op vóór de inwerkingtreding van Ley 1/2013 van 4 mei afgesloten hypothecaire leningen, in strijd met richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten, meer bepaald met artikel 6, lid 1, van die richtlijn?

Prejudiciële  vragen aan HvJ EU 10 september 2013, in zaken C-482/13 - dossier
Prejudiciële  vragen aan HvJ EU 10 september 2013, in zaken C-483/13 - dossier
Prejudiciële  vragen aan HvJ EU 10 september 2013, in zaken C-484/13 - dossier
Prejudiciële  vragen aan HvJ EU 10 september 2013, in zaken C-485/13 - dossier
Prejudiciële  vragen aan HvJ EU 10 september 2013, in zaken C-486/13 - dossier
Prejudiciële  vragen aan HvJ EU 10 september 2013, in zaken C-487/13 - dossier

RB 1962

Reclame in de vorm van pornografische dvd is in strijd met eisen van goede smaak en fatsoen

RCC 15 oktober 2013, dossiernr. 2013/00646(pornografische DVD)
Het betreft een aan klager toegestuurde DVD.
De klacht- Klager maakt -kort samengevat- bezwaar tegen het feit dat hem deze pornografische DVD ongevraagd is toegestuurd. Klager acht het verachtelijk dat een dergelijke uiting ongevraagd wordt toegestuurd. Klager heeft twee jonge kinderen en deze hadden de enveloppe met voor hen ongeschikte afbeeldingen kunnen openen. Voorts ziet klager in de op de DVD staande tekst “Unsubscribe from this disc call 0844 096 1055” een poging om software op zijn pc te plaatsen of om bankgegevens te bemachtigen.

Het oordeel van de Commissie
De klacht richt zich tegen een reclame-uiting die in Engeland openbaar is gemaakt maar waarvan de adverteerder in Nederland is gevestigd. Aldus is sprake van een grensoverschrijdende reclame-uiting, waarover de Commissie bevoegd is te oordelen.

De Commissie vat klagers bezwaar aldus op dat hij van oordeel is dat adverteerder in strijd met de eisen van goede smaak en fatsoen reclame heeft gemaakt door klager de onderhavige uiting ongevraagd toe te sturen.

Bij de beoordeling van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met eerdergenoemde criteria stelt de Commissie zich terughoudend op, gezien het subjectieve karakter daarvan. Met inachtneming van eerdergenoemde terughoudendheid is de Commissie van oordeel dat door adverteerder de grens van het toelaatbare is overschreden.

Zij overweegt daartoe dat de uiting die, naar klager stelt, hem ongevraagd is toegestuurd, seksueel prikkelende afbeeldingen bevat. Nu klager onverhoeds met deze afbeeldingen is geconfronteerd, heeft adverteerder in strijd met de goede smaak en het fatsoen en derhalve in strijd met de artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) reclame gemaakt.

 

Klager heeft met betrekking tot de op de DVD staande tekst “Unsubscribe from this disc call 0844 096 1055”, verschillende vermoedens geuit, doch nu van enige grondslag voor de juistheid van deze vermoedens niet is gebleken, acht de Commissie dit onderdeel van de klacht ongegrond.

 

De beslissing
Op grond van het vorenstaande acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 2 NRC en beveelt zij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor het overige wijst zij de klacht af.
Regeling: NRC (nieuw) art. 2 (goede smaak en fatsoen)

 

RB 1961

Ook Biomed fresh eyes kan wallen niet verwijderen zonder operatie

RCC 8 oktober 2013, dossiernr. 2013/00713 (Biomed fresh eyes)
Aanbeveling. Misleiding. Het betreft een uiting in “De Posthoorn” van 28 augustus 2013. Onder de kop “Wallen verwijderen en ooglidcorrectie zonder operatie!” wordt het product “Fresh Eyes” van Biomed aangeprezen met onder meer de volgende tekst: “Eindelijk een wallen- en donkere kringen crème die wallen laat verdwijnen en de huid onder én boven de ogen weer glad en strak maakt…binnen drie minuten!” “Ongelofelijk, na slechts één tube Biomed Fresh Eyes had ik geen vermoeide ogen meer en leek ik wel vijf jaar jonger!” De uiting eindigt met de “Aanbieding”: “Twee tubes voor slechts € 35,-!”.
De klacht - De uiting is misleidend. Boven de uiting staat niet dat het een advertentie betreft. Klager meende daarom dat sprake was van een artikel over een nieuw middel en geloofde de tekst. Klager, die twee kleine tubetjes voor de aanbiedingsprijs van € 35,- heeft gekocht, voelt zich door de uiting “behoorlijk opgelicht”. Op zijn telefonisch verzoek zal hem door de leverancier het geld worden teruggegeven.

Het oordeel van de Commissie
1. De Commissie vat de klacht aldus op dat klager in de eerste plaats de uiting onvoldoende herkenbaar acht als reclame en voorts de in de uiting gestelde werking van het product “Fresh Eyes” betwist.

 

2. Als onweersproken is komen vast te staan dat de bestreden uiting, waarin het product “Fresh Eyes” van Biomed wordt aangeprezen, reclame voor dit product betreft. In artikel 11.1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) is bepaald dat reclame duidelijk als zodanig herkenbaar dient te zijn “door opmaak, presentatie, inhoud of anderszins, mede gelet op het publiek waarvoor zij is bestemd”. Naar het oordeel van de Commissie is de uiting door de op een artikel lijkende opmaak ervan en het ontbreken van de aanduiding “advertentie” of “advertorial” onvoldoende als reclame herkenbaar. De uiting is daarom in strijd met artikel 11.1 NRC.

 

3. Nu door klager de juistheid wordt betwist van de mededelingen omtrent de werking van “Fresh Eyes”, dient adverteerder de beweerde werking van het aangeprezen product - en daarmee de juistheid en eerlijkheid van de reclame-uiting - aannemelijk te maken. Adverteerder heeft dit niet gedaan. Er is immers geen onderbouwing voor de in de uiting gestelde werking van het product aangevoerd.
Het voorgaande impliceert dat het ervoor moet worden gehouden dat de uiting onjuiste informatie bevat over de van het gebruik van “Fresh Eyes” te verwachten resultaten, een van de voornaamste kenmerken van het aangeprezen product als bedoeld onder b van ar­tikel 8.2 NRC. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de bestreden uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

 

4. Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in de artikelen 7 en 11.1 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Regeling: NRC (nieuw) art. 7
NRC (nieuw) art. 11.1
NRC (nieuw) art. 8.2 aanhef
NRC (nieuw) art. 8.2 onder b.

 

RB 1960

Het aanbod van vluchten is onrealistisch

RCC 8 oktober 2013, dossiernr. 2013/00628 (travelgenio)
Aanbeveling. Bijzondere reclamecode. Het betreft het aanbod van vluchten op de website www.travelgenio.nl.
Klager heeft de volgende bezwaren.
1. Het aanbod is onrealistisch.*
2. Een verzekering wordt vooraf aangevinkt. Dit is in strijd met artikel 23 lid 1 van de EU-verordening 1008-2008
3. Tijdens het boekingsproces worden extra kosten, namelijk servicekosten opgevoerd, welke kosten eerder in het boekingsproces hadden kunnen worden opgenomen en die (indien niet onvermijdelijke en onvoorzienbaar) aan de klant hadden moeten worden meegedeeld. Dit is in strijd met artikel III lid 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR).
Klager vraagt de Commissie adverteerder te verzoeken haar website aan te passen. Voorts vraagt klager de Commissie om zowel andere adverteerders als vergelijkingssites aan te bevelen geen advertentie van adverteerder (Travelgenio SL) op te nemen zolang adverteerder vluchtprijzen op de

*1. Het aanbod is onrealistisch. Klager wijst op de volgende voorbeelden.
a. Anders dan adverteerder het in de uiting doet voorkomen, worden in werkelijkheid geen vluchten aangeboden van Amsterdam naar Maastricht, ook niet via een tussenstop.
b. Geadverteerd wordt met een tarief “vanaf 7 €” voor een vlucht “Balearen”. Op de advertentie kan niet worden doorgeklikt naar dat tarief. Ook is onduidelijk om welke luchthaven het gaat.
c. Geadverteerd wordt met een vlucht Amsterdam-Barcelona voor € 44,50. Niet is echter vermeld wanneer en voor welke maatschappij deze prijs geldt. Klager heeft meer dan 20 data geprobeerd tot ver in december. De laagste verkoopprijs voor een enkele reis bleek 2x boven het geadverteerde tarief te liggen.

Het oordeel van de Commissie
Met betrekking tot de verschillende bezwaren overweegt de Commissie het volgende.

Ad 1 a. Adverteerder heeft niet weersproken dat hij in werkelijkheid geen vluchten aanbiedt van Amsterdam naar Maastricht. In zoverre gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van het bestaan van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder a van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ad 1 b. Adverteerder heeft niet aannemelijk gemaakt dat het gestelde tarief “vanaf 7 €” voor een vlucht naar de Balearen juist is. Gelet hierop acht de Commissie de uiting in strijd met artikel III onder 1 RR, waarin onder meer staat: “Aanbieders zijn gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen in hun reclame-uitingen”. Voorts heeft adverteerder niet weersproken dat uit de uiting niet valt op te maken naar welke luchthaven wordt gevlogen, in het geval van de vlucht “Balearen”. In zoverre is de reclame voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de uitvoering als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ad 1 c. Adverteerder heeft niet aannemelijk gemaakt dat het gestelde tarief van € 44,50 voor een vlucht Amsterdam-Barcelona juist is. Gelet hierop acht de Commissie de uiting in strijd met artikel III onder 1 RR, waarin onder meer staat: “Aanbieders zijn gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen in hun reclame-uitingen”.

Ad 2. In de uiting is een verzekeringsoptie, namelijk de Annulatieverzekering PLUS ad € 35,- per passagier, reeds aangevinkt. Dit is in strijd met artikel IV onder 2 RR, met welke bepaling, blijkens de Toelichting daarbij, invulling wordt gegeven aan (het door klager genoemde) artikel 23 lid 1 van de EU-verordening 1008-2008. In artikel IV onder 2 RR staat onder meer: “Facultatieve prijstoeslagen worden op duidelijke, transparante en ondubbelzinnige wijze aan het begin van elk boekingsproces medegedeeld en moeten door de passagier op een “opt-in”-basis worden aanvaard”.

Ad 3. Adverteerder heeft niet weersproken dat tijdens het boekingsproces extra kosten, namelijk servicekosten worden opgevoerd, welke kosten eerder in het boekingsproces hadden kunnen worden opgenomen. In zoverre is de uiting in strijd met artikel III onder 1 RR, waarin onder meer staat:
“Aanbieders zijn gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen in hun reclame-uitingen. Zij publiceren hun prijzen, (..) inclusief de hen op het moment van publicatie bekende onvermijdbare (…) kosten die voor de aangeboden diensten aan de aanbieder moeten worden betaald”.
Naar aanleiding van klagers verzoek met betrekking tot “adverteerders” en “vergelijkingssites” overweegt de Commissie dat zij niet bevoegd is om in het kader van de onderhavige procedure, waarin alleen klager en adverteerder partij zijn, een aanbeveling te doen aan “andere adverteerders” en “vergelijkingssites”, zoals in de klacht bedoeld. In hetgeen adverteerder bij verweer heeft aangevoerd, ziet de Commissie aanleiding een aanbeveling “voor zover nodig” te doen.

De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC en de artikelen III onder 1 en IV onder 2 RR. Zij beveelt adverteerder, voor zover nog nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Het meer of anders gevraagde wijst de Commissie af.

Regeling: NRC (nieuw) art. 7
NRC (nieuw) art. 8.2 aanhef
NRC (nieuw) art. 8.2 onder a.
NRC (nieuw) art. 8.2 onder b.
RRA III. sub 1.
RRA IV. sub 2.

RB 1959

De totale bodyscan geeft volgens de mededeling informatie, maar geen garantie

RCC 16 oktober 2013, dossiernr. 2013/0062 (prescan)
Ingezonden door: Willem Leppink, Ploum Lodder Princen.
Afwijzing. Het betreft een advertentie in de Volkskrant van 24 augustus 2013, waarin onder de aanhef “Total body scan. Dé APK voor uw lichaam!” onder meer wordt gezegd: “De Total Body Scan van Prescan is inclusief uitgebreid hartonderzoek en geeft direct inzicht in uw gezondheid. Herken levensbedreigende ziekten vroegtijdig, want een tijdige behandeling kan erger voorkomenl”. Onderaan in de advertentie staat, naast een foto van Willeke van Ammelrooy: “Prescan heeft mijn leven gered .. Willeke van Ammelrooy: Lees haar hele verhaal op www.prescan.nl. (Een kopie van de uiting is aan de uitspraak gehecht.)
De klacht -  Een eerder door adverteerder geplaatste advertentie die qua inhoud grotendeels hetzelfde was, werd door het College van Beroep op 4 november 2011 misleidend en oneerlijk geoordeeld. Klager verwijst in het bijzonder naar hetgeen het College van Beroep met betrekking tot grief 2 heeft overwogen, Iuidende: “In de uiting staat zonder voorbehoud en met zoveel woorden dat men dankzij de Total Body Scan van Prescan kan weten of men gezond is. De redelijk geïnformeerde, omzichtige en oplettende consument zal dan ook veronderstellen dat men na het ondergaan van de Total Body Scan op dat punt zekerheid heeft en aldus een onjuiste verwachting hebben over het resultaat van deze scan".

De in de onderhavige uiting staande mededeling “geeft direct inzicht in uw gezondheid” heeft dezelfde intentie, namelijk dat men door een Total Body Scan zekerheid krijgt over zijn gezondheid. De mededeling “geeft direct inzicht in uw gezondheid” is tevens misleidend en oneerlijk omdat het mogelijk is dat bij een Total Body Scan niet alle aandoeningen worden ontdekt. Voorts maakt klaagster bezwaar tegen de quote van Willeke van Ammelrooy: “Prescan heeft mijn leven gered. Op grond van het vorenstaande acht klaagster de uiting in strijd met de artikelen 6, 8.2 en 10 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Het oordeel van de Commissie
Allereerst overweegt de Commissie dat zij zich beperkt tot de vraag of hetgeen over de Total Body Scan zelf wordt gezegd in strijd is met de NRC. De vraag of een Total Body Scan wenselijk c.q. zinvol is staat niet ter beoordeling van de Commissie. Ten aanzien van de gewraakte tekst en in het bijzonder de mededeling “De Total Body Scan (...) geeft direct inzicht in uw gezondheid” overweegt de Commissie dat daarmee tot uitdrukking wordt gebracht dat men door het laten uitvoeren van een Total Body Scan iets te weten komt over zijn gezondheid op dat moment. Na een Total Body Scan te hebben ondergaan, weet men meer over (de status quo van) zijn gezondheid dan daarvoor. De Total Body Scan geeft informatie, maar geen garantie en adverteerder heeft aannemelijk gemaakt dat de gemiddelde consument de gewraakte mededeling ook
in die zin zal opvatten.

Ook uit de uiting in haar geheel blijkt voldoende duidelijk dat door adverteerder geen absolute zekerheid in het vooruitzicht wordt gesteld. Zo staat onder het kopje “Uw dag bij Prescan” welke onderzoeken deel uitmaken van de Total Body Scan en het met“goed gevolg” doorlopen hebben van deze onderzoeken geeft geen zekerheid over de algehele gezondheidssituatie.

Met betrekking tot de in de uiting opgenomen uitspraak van Willeke van Ammelrooy en “haar hele verhaal” op adverteerders website. overweegt de Commissie dat adverteerder. door middel van de van Willeke van Ammelrooy afkomstige verklaring, aannemelijk heeft gemaakt dat haar uitlating in de advertentie en het verslag van haar persoonlijke ervaring met de Total Body Scan waartoe adverteerders website toegang
geeft van haar afkomstig zijn.

Ten aanzien van de vraag of de uiting in strijd is met artikel 6 NRC overweegt de Commissie dat, zoals zij in een eerdere uitspraak oordeelde ten aanzien van een reclame-uiting voor de Total Body Scan, de uiting weliswaar angstige gevoelens kan oproepen, maar dat niet kan worden geoordeeld dat door de wijze waarop de Total Body Scan in de uiting wordt aangeprezen, zonder te rechtvaardigen redenen appelleert aan gevoelens van angst, aangezien het gaat over een preventief onderzoek met betrekking tot de gezondheidssituatie.

Tot slot acht de Commissie de uiting ook niet in strijd met artikel 10 NRC, aangezien de uiting geen wetenschappelijke termen, statistieken en aanhalingen bevat, die tot begripsven/varring zouden kunnen leiden.

De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.

Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij het College van Beroep, onder gelijktijdige storting van het voor de behandeling van het beroep verschuldigde bedrag.

dossiernr. 2013/0062 (pdf)