RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Direct marketing  

RB 971

Geluksnummer hetzelfde als persoonlijk kansnummer?

RCC 25 mei 2011, Dossiernr. 2011/00166 (Pabo)

Reclamerecht. Mailing bestemd aan klager met tekst "betreft: extra uit te keren hoofdprijs van 50.000 euro." Klager stelt dat mailing suggereert dat hij hoofdprijs heeft gewonnen, echter klager maakt alleen kans op deze prijs. Verweerder stelt dat prijs alleen wordt uitgekeerd als klager winnend geluksnummer (= persoonlijk kansnummer) heeft, wat in dit geval niet zo bleek te zijn. Legt ook reglement over. Klager stelt dat reglement niet zichtbaar aanwezig was bij mailing en geluksnummer niet hetzelfde is als persoonlijke kansnummer.
Commissie oordeelt dat in uiting niet duidelijk is dat geluksnummer hetzelfde is als persoonlijke kansnummer. Sprake van onduidelijke reclame (art. 8.2 aanhef NRC) en daarom in strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

Adverteerder heeft bij verweer meegedeeld dat de prijs van € 50.000,- wordt uitgekeerd indien na controle blijkt dat de klant de combinatie van een schoppen aas met geldige code heeft samen met een winnend “geluksnummer”. Voorts heeft adverteerder  meegedeeld dat het geluksnummer gelijk is aan het “persoonlijk kansnummer”.

Naar het oordeel van de Commissie blijkt een en ander onvoldoende duidelijk uit de bestreden uiting. Met name is niet duidelijk dat met “geluksnummer”, waarover op de ene pagina wordt gesproken, wordt gedoeld op “je persoonlijke kansnummer”, waarvan  op een andere pagina sprake is. Ook wordt op de pagina waar gesproken wordt over “geluksnummer”, niet vermeld wat dat nummer is of waar men dat nummer kan vinden. Hierdoor wordt voornoemde onduidelijkheid vergroot.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
NRC: art. 7, art. 8.2 aanhef
Zie ook eerdere uitspraak over Pabo: RB 549

RB 902

Hoofdprijs gewonnen?

RCC 28 maart 2011, Dossiernr. 2011/00100 (Garant-o-matic)

Reclamerecht. Verschillende mailings over prijzen "Wintertrekking." Klager acht teksten suggestief dus misleidend. Acht ook ontbreken van adres gerechtsdeurwaarder die trekking verricht onjuist en verwijst naar besluit Consumentenautoriteit van 21 september 2010. Verweerder stelt dat trekking in overeenstemming is met Gedragscode Promotionele Kansspelen (GPK). Vindt ook dat uit mailing duidelijk blijkt dat deelnemer slechts kanshebber is op hoofdprijs. Reglement staat in mails. Uitspraak Consumentenautoriteit gaat over ander type promotioneel kansspel.

Commissie gaat niet in op besluit Consumentenautoriteit. Verstaat klagers bezwaar als agressieve reclame (art. 14.2 NRC.) Acht dat uiting niet indruk wekt dat hoofdprijs is gewonnen. Ook vervolgmails zijn voldoende duidelijk. Ontbreken naam en adres gerechtdeurwaarder is niet in strijd met NRC of wet. Wijst klacht af.

3. Hoewel naar het oordeel van de Commissie door de aanhef van de aanvangsmailing (GD786C) “Bericht inzake afwikkeling van de betaling van een nog niet uitbetaalde hoofdprijs van € 100.000,00 in de ‘Wintertrekking’” op het eerste gezicht de indruk zou kunnen ontstaan dat de geadresseerde van de mailing (bijna) de hoofdprijs heeft gewonnen, wordt deze indruk door het vervolg van de mailing op voldoende duidelijke wijze weggenomen. Zo staat reeds in de eerste alinea dat wordt overgegaan tot uitbetaling van de hoofdprijs “na controle en goedkeuring van het correcte Bestelformulier dat voldoet aan de voorwaarden zoals hieronder vermeld” en staat in het vetgedrukte en onderstreepte gedeelte “Als u tijdig en correct uw Bestelformulier terugstuurt en u voldoet aan de onderstaande onder A, B en C vermelde voorwaarden, dan zal deze Hoofdprijs in de ‘Wintertrekking’ van € 100.000,00 aan u worden uitbetaald, want dan bent u de winnares.” Blijkens voorwaarde C moet bij controle het deelnamenummer van de geadresseerde gelijk zijn aan het vooraf getrokken winnende deelnamenummer.
Voorts is in de mailing het reglement van de actie opgenomen.

4. Gelet op het vorenstaande wordt naar het oordeel van de Commissie in de bestreden uiting niet de indruk gewekt dat de geadresseerde reeds de hoofdprijs van  € 100.000 heeft gewonnen, maar wordt voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk gemaakt dat en aan welke bepaalde voorwaarden moet zijn voldaan om voor de prijs van € 100.000 in aanmerking te komen. Nu de looptijd van de Wintertrekking 2010/2011 nog niet is verstreken, is de winnaar nog niet bekend. De Commissie ziet geen aanleiding op voorhand ervan uit te gaan dat in het geheel geen prijs wordt toegekend. Klager kan met een beroep op artikel 4 lid 6 GPK en artikel 8 van het actiereglement een overzicht van de uitgekeerde prijzen opvragen bij Garant-O-Matic.

5. De Commissie acht eveneens voldoende duidelijk dat in de vervolgmailings nieuwe deelnamenummers worden toegekend waarmee onder dezelfde voorwaarden als met het eerder verstrekte nummer (opnieuw) aan de Wintertrekking of het Garant-O-Matic Prijzengala kan worden deelgenomen. In de vervolgmailings, die eveneens vergezeld gaan van het actiereglement, wordt niet gesteld of gesuggereerd dat door het niet insturen van het nieuwe deelnamenummer, gekoppeld aan een nieuwe bestelling, de deelname aan de actie met een eerder ingestuurd deelnamenummer vervalt.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 14.2

RB 872

Ongevraagde nieuwsbrief verzending in strijd met Code e-mail

RCC 7 april 2011, Dossiernr. 2011/00170 (nieuwsbrief via e-mail)

Reclamerecht. PMA voordelen nieuwsbrief. Klager heeft aangegeven geen digitale nieuwsbrieven van PMA te willen ontvangen. Na aanmelden bonus, waarbij e-mailadres moest worden opgegeven, ontvangt klager echter weer nieuwsbrief. Klager stelt dat Code e-mail wordt overtreden. Verweerder stelt dat via nieuwsbrief mogelijkheid tot afmelden bestaat, maar dat door fout in software e-mailadres van klager was geactiveerd. Inmiddels is fout hersteld en zal klager geen nieuwsbrieven meer ontvangen volgens verweerder. Nu verweerder de klacht heeft erkend, oordeelt de voorzitter dat verweerder in strijd met art. 1.3 Code e-mail heeft gehandeld. Commissie doet aanbeveling.

De klacht; In 2009 heeft klager zich via PMA bij Menzis verzekerd en bij de inschrijving heeft klager aangekruist dat hij geen e-mail wenst te ontvangen. Na enige tijd is aan dit verzoek gevolg gegeven. Toen klager zich niet lang geleden aanmeldde voor een bonus, moest hij wederom zijn e-mail adres opgeven. Daarbij bestond niet de mogelijkheid om mee te delen of hij wel of geen nieuwsbrief zou willen ontvangen. Sinds deze aanvraag ontvangt klager van adverteerder weer de nieuwsbrief, laatstelijk op 9 februari 2011.

Gelet hierop handelt adverteerder in strijd met de Code verspreiding reclame via e-mail (Code e-mail).

Het oordeel van de voorzitter van de Commissie
Adverteerder heeft erkend aan klager ten onrechte een nieuwsbrief te hebben gestuurd, hetgeen betekent dat hij heeft gehandeld in strijd met artikel 1.3 Code e-mail.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf).

Regeling: Code e-mail art. 1.3

RB 833

Maakt envelop duidelijk genoeg dat het om BankGiroLoterij gaat?

RCC 5 april 2011, Dossiernrs. 2011/00078, 2011/00078A, 2011/00078B (BankGiroLoterij envelop).

Reclamerecht. De BankGiroLoterij (BGL) heeft enveloppen met card rondgestuurd als reclame voor de BGL. Vergelijk ook met RB 791. Hier zijn de volgende klachten over ingediend: neutraliteit envelop waardoor niet zichtbaar is van de buitenkant dat het om BGL reclame gaat; BGL houdt geen rekening met aanmelding bij postfilter; contactmogelijkheden BGL zijn onvindbaar; gebruik logo ING misleidend; niet duidelijk dat het om aanmelding kansspel gaat. Verweerder stelt dat reclame-uiting in zijn geheel dient te worden bekeken worden en uit tekst en voorwaarden brief blijkt dat het om kansspel gaat. Ook stelt verweerder dat gegevens worden ontdubbeld op meldingen in postfilter en logo ING alleen wordt gebruikt om te melden dat ING huisbankier van BGL is. Commissie oordeelt dat envelop niet duidelijk maakt dat het om reclame BGL gaat en oordeelt het daarom in strijd met art. 11.1 NRC. Hieraan doet niet af dat het wel duidelijk wordt na opening envelop. Verder oordeelt zij dat verweerder voldoende heeft bewezen het postfilter te respecteren. Contactmogelijkheden BGL staan op brief. Ook acht Commissie voldoende duidelijk dat, ondanks gebruik logo ING, het om reclame uiting van BGL gaat. Wijst dus overige klachten af.

 

00078 Ad 1.
Op de achterzijde van de envelop is vermeld:
“Indien onbestelbaar s.v.p. retourneren aan: BGL, Postbus 456, 2400 AL Alphen a/d Rijn”.  Noch uit deze vermelding noch uit de rest van de envelop valt voor de gemiddelde consument op te maken dat het een reclame-uiting van de BankGiro Loterij betreft. Gelet op het gebruik van deze envelop acht de Commissie de uiting niet duidelijk als reclame herkenbaar en daardoor in strijd met artikel 11.1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Aan dit oordeel doet niet af dat na het openen van de envelop en het lezen van de inhoud daarvan duidelijk wordt dat het gaat om een reclame-uiting van BGL. 
 
Ad 2.
BGL heeft meegedeeld dat door haar aangekochte gegevens om niet-deelnemers te kunnen benaderen altijd worden “ontdubbeld op de meldingen in het Postfilter”. Voorts heeft BGL meegedeeld dat noch klager noch klagers echtgenote op het in de klacht genoemde adres -naar de Commissie aanneemt tevens het adres waaraan de bestreden reclame was gericht- in het Postfilter is vermeld.
De Commissie ziet geen aanleiding om de juistheid van deze mededelingen in twijfel te trekken. Aldus is niet komen vast te staan dat klager en/of diens echtgenote in het Postfilter waren vermeld ten tijde van verzending van de bestreden reclame.
Daargelaten is nog de vraag of de Nederlandse Reclame Code (NRC) zou zijn overtreden indien zodanige vermelding wel was komen vast te staan. In dit verband overweegt de Commissie het volgende.
 
De “Code voor het gebruik van POSTFILTER”, die deel uitmaakt van de NRC, is op 1 januari 2011 in werking getreden. Ingevolge artikel 6.3 van die code kan een betrokkene, die meent dat in strijd met deze code is gehandeld, een klacht  indienen bij de Stichting Reclame Code, nadat hij eerst een klacht heeft ingediend bij de betreffende adverteerder/opdrachtgever en deze klacht niet tijdig of niet naar tevredenheid van de klager is afgehandeld. Niet is gebleken dat deze procedure in dit geval is gevolgd.
 
Ad 3.
In de bestreden uiting zijn zowel een adres van BGL als twee telefoonnummers vermeld, en wel op de achterzijde van de brief onder het kopje “Hoe het werkt”.
00078A Weliswaar kan de uiting in eerste instantie, gezien de daarop geplakte card en tekstgedeelten als “BankGiroLoterij”, “eerste storting voor u”, “BankGiro card” en de verwijzing naar uitbetaling door ING, inclusief het logo van ING, de gedachte doen postvatten dat het een uiting van een bankinstelling betreft, maar bij lezing van de gehele uiting, daaronder begrepen de achterzijde van de brief met de aanhef: “Hoe het werkt”, acht de Commissie het voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat het gaat om een aanbod van een loterij, te weten de BankGiro Loterij. Voldoende duidelijk is ook dat men, indien men op het aanbod ingaat, gaat meespelen in de BankGiro Loterij, waarbij maandelijks een bedrag van de rekening wordt afgeschreven.

 

Lees de gehele uitspraak 2011/00078 hier en hier.
Lees de gehele uitspraak 2011/00078A hier en hier.
Lees de gehele uitspraak 2011/00078B hier en hier.

RB 735

Renault Klantrelaties: "hoe nu verder te handelen"

https://www.dorzoshop.nlRCC 22 december 2010, Dossiernr: 2010/00683 (Renault Klantrelaties)

Reclamerecht. Meermalig verzoek geen reclame van adverteerder wenst te ontvangen (laatst 6 juni 2010). Op 1 september en 5 november toch reclame ontvangen. Adverteerder heeft gecontroleerd op bewuste klant bekend was, bij Renault Nederland verzoek neergelegd, klager zou uit alle bestanden verwijderd worden. Tot bestand Renault Klantrelaties geen toegang. Zij geeft aan niet te weten: "hoe nu verder te handelen". Art. 14 Code Brievenbusreclame (CBR); schriftelijke mededeling geen geadresseerde reclame ontvangen van adverteerder; is niet binnen drie maanden ingewilligd. Strijd met art. 14 CBR, commissie doet aanbeveling.

Het oordeel van de Commissie

Ingevolge artikel 14 van de Code Brievenbusreclame, Huissampling en Direct response advertising (CBR) dient de opdrachtgever van geadresseerde reclame ervoor te zorgen dat een ontvanger, die schriftelijk heeft meegedeeld geen geadresseerde reclame meer te willen ontvangen, geen geadresseerde reclame meer van hem ontvangt. Deze wens dient zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen drie maanden, zonder restricties te worden ingewilligd.
 
Vast is komen te staan dat aan klaagster, hoewel zij herhaaldelijk (onder meer bij e-mail van 6 juni 2010) schriftelijk aan adverteerder heeft laten weten dat zij geen reclame meer van adverteerder wenste te ontvangen, toch nog verschillende malen geadresseerde reclame van adverteerder aan klaagster is toegezonden (onder meer op 1 september 2010 en 5 november 2010).
 
Op grond van het vorenstaande is vast komen te staan dat adverteerder heeft gehandeld in strijd met artikel 14 CBR.
 
Adverteerders stelling dat zij geen toegang heeft tot de bestanden van Renault Klantrelaties, door wie kennelijk de verspreiding van de bewuste reclame wordt verzorgd, leidt niet tot een ander oordeel, nu uit artikel 14 CBR volgt dat de opdrachtgever (adverteerder, die als zodanig op de brief staat geïdentificeerd), verantwoordelijk is voor het inwilligen van het verzoek van een ontvanger om hem of haar geen reclame meer toe te zenden. Het is aan adverteerder om zodanige maatregelen naar Renault Klantrelaties te nemen dat voldaan wordt aan het verlangen van klager gevrijwaard te zijn van reclame van adverterteerder.

Lees de uitspraak hier(link) en hier(pdf).

Regeling: CBR art. 14

RB 734

mail "Dit is ff iets tussen ons"

RCC 30 november 2010, Dossiernr: 2010/00594-I

Reclamerecht. Een email afkomstig van <irisvanhelvoort@hotmail.com> laat geloven dat er een privébericht van een bekend staat op een weblocatie (URL). Zodra de link wordt aangeklikt wordt alle informatie gedeeld en zo mogelijk wordt er een sms-abonnement afgesloten. Klacht: zeer misleidend en niet herkenbaar als reclame. Verweerders: het heeft niets met ons te maken; wapfun en 12sms horen niet bij deze actie. Commissie neemt strijd met artikel 2.1 Code e-mail aan, tevens strijd met de waarheid ("ik heb je net een bericht verstuurd via onderstaande link") art. 2 NRC; Geen van adverteerders heeft aangetoond zich te hebben ingespannen om onderhavige overtreding te voorkomen. Commissie doet aanbeveling.

Oordeel van de commissie

Geen van beide verweerders heeft weersproken dat klaagster naar aanleiding van de in de gewraakte e-mail opgenomen aansporing om de in die e-mail genoemde website te bezoeken terecht is gekomen op de als bijlage 3 aan deze uitspraak gehechte landingspagina betreffende de betaalde, door verweerder sub 1 aangeboden  abonnementsdienst Wapfun en op de als bijlage 4 aan deze uitspraak gehechte pagina betreffende een betaalde abonnementsdienst van -naar de Commissie uit die pagina begrijpt- 12SMS.
 
Nu de gewraakte e-mail leidt naar voornoemde pagina’s, terwijl door de tekst van de e-mail de indruk wordt gewekt dat deze afkomstig is van een afzender met het e-mailadres irisvanhelvoort@hotmail.com, naar de Commissie begrijpt een kennis van de geadresseerde, moet de e-mail worden aangemerkt als reclame per e-mail die niet duidelijk als zodanig herkenbaar is als bedoeld in artikel 2.1 Code verspreiding reclame via e-mail (Code e-mail). Nu voorts niet is weersproken dat de in de e-mail genoemde afzender geen e-mail aan klaagster heeft verstuurd, acht de Commissie de uiting waarin staat: “Ik heb je net een bericht verstuurd via onderstaande link/website”, tevens in strijd met de waarheid als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).  

De Commissie acht beide verweerders verantwoordelijk voor de onderhavige overtredingen en overweegt daartoe als volgt. De  uiting leidt naar twee pagina’s betreffende respectievelijk een dienst van verweerder sub 1 en een dienst van verweerder sub 2. Voorts heeft geen van beide verweerders  aangetoond zich te hebben ingespannen om de onderhavige overtredingen te voorkomen. 

Lees de uitspraak hier(link) en hier(pdf).

Regeling: Code Email 2.1 en NRC art. 2

RB 729

Overledene heeft niet medegedeeld geen reclame te willen ontvangen

RCC 17 februari 2011, Dossiernr: 2010/00921 (DONG Energy komterugnaarons.nl)

Reclamerecht. Brief aan voormalige klanten met een aanbod om (weer) klant te worden; speciaal aanbod; kijk op de intersite www.komterugnaarons.nl; met persoonlijke videoboodschap waarbij naam voormalig klant verschijnt in video. Brief is gericht aan overleden moeder van klager; kwetsend voor familie. Daarbij inbreuk op privacy (ook voor niet-overledenen), omdat naam online verschijnt. Unieke code; in de brief; schermt video af voor anderen.

Toezending niet zonder meer strijdig met de NRC; geen mededeling ex art. 14 Code Brievenbusreclame gedaan. Code Postfilter nog niet werkzaam; geen toetsing. Afwijzing van de klacht. De unieke code zorgt ervoor dat de reclameboodschap niet toegankelijk is voor derden: Afwijzing van ook deze klacht.

De klacht van klager heeft (met name) betrekking op de door klager als kwetsend ervaren toezending van de brief, met daarin de weblink voor het bekijken van het gewraakte op internet geplaatste filmpje, aan klagers moeder die in mei 2010 is overleden, en is niet primair gericht tegen de inhoud van de gewraakte wervingsbrief en het filmpje. Hoewel de Commissie er begrip voor heeft dat klager onaangenaam kan zijn getroffen door de toezending van de aan zijn moeder geadresseerde brief, is de toezending van de reclame-uiting op zichzelf genomen niet zonder meer strijdig met de Nederlandse Reclame Code (NRC).
 
Niet is gebleken dat klagers moeder op enig moment adverteerder heeft meegedeeld geen geadresseerde reclame te willen ontvangen in de zin van artikel 14 van de Code Brievenbusreclame, huissampling en direct response advertising.
 
Voorts wordt opgemerkt, dat ten tijde van de toezending van de gewraakte uiting (november 2010) de Code Postfilter nog niet in werking was getreden, zodat door de Commissie de correcte naleving door adverteerder van de in de Code Postfilter opgenomen regels met betrekking tot ongevraagde geadresseerde reclamepost niet getoetst kan worden.
 
Gelet op het vorenstaande wordt dit gedeelte van de klacht afgewezen.
 
Voor zover de klacht betrekking heeft op het privacyschendende karakter van de op internet geplaatste reclame-uiting, wordt de klacht eveneens afgewezen. Vast is komen te staan dat in de wervingsbrief een persoonlijke, unieke code is opgenomen die moet worden ingevoerd om het filmpje op internet te kunnen bekijken. De gepersonaliseerde reclameboodschap is daardoor niet voor derden toegankelijk.

Lees de uitspraak hier(link) en hier(pdf).
Regeling: NRC, art. 14 Code Brievenbusreclame, huissampling en direct response advertising; Code Postfilter

Wat meent u, zou onder de Code Postfilter een ander oordeel zijn gekomen? Praat met ons mee op de (gesloten) LinkedIn-groep.

  • 1
  • 2
  • 3
  • 21 - 27 van 27