RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Direct mail marketing (klassieke post)  

RB 1404

Huis-aan-huisblad als één geheel

RCC 17 april 2012, dossiernr. 2011/01271 (De Rijnpost en meer- Code VOR)

Klager heeft zijn brievenbus voorzien van een NEE/JA-sticker. Desondanks heeft hij samen met De Rijnpost op 2 november 2011 ook daarin het “City Jounaal Veenendaal”, op 23 november 2011 folders van Burger King en Game Mania, op 25 november 2011 “Autostad” en op 2 december 2011 “Kijk op wonen” ontvangen.

Moet huis-aan-huisblad De Rijnpost samen met de andere uitgaven per geval als één geheel moeten worden beschouwd? En zo ja, of dit geheel in elk van die gevallen kan worden aangemerkt als een huis-aan-huisblad?

De commissie oordeelt dat City Journaal Veenendaal, Autostad en Kijk op Wonen kunnen worden aangemerkt als huis-aan-huisblad (als bijlage bij De Rijnpost) en dus als één geheel moet worden beschouwd. De losse folders dienen te worden aangemerkt als op zichzelf staande ongeadresseerde reclamedrukwerken, en betreft dit laatste wordt een aanbeveling gedaan.

3) In de eerste plaats blijkt uit de uiterlijke opmaak van deze bijlagen reeds dat deze een geheel vormen met De Rijnpost. De pagina’s van de bijlagen hebben dezelfde grootte en zijn op hetzelfde papiersoort gedrukt als de pagina’s van de krant. De paginanummering loopt door in de bijlagen, ook in de gevallen dat pagina’s van de bijlagen niet (zichtbaar) genummerd zijn. Op grond van het voorgaande dient de klacht, voor zover deze betrekking heeft op de uitgaven “City Journaal Veenendaal”, “Autostad” en “Kijk op wonen” bij De Rijnpost, te worden afgewezen.

4) Voor wat betreft de folders van Burger King en Game media is gebleken dat deze, ook volgens afzender, dienen te worden aangemerkt als op zichzelf staande ongeadresseerde reclamedrukwerken in de zin van de Code Verspreiding Ongeadres­seerd Reclame­druk­werk (Code VOR). Dit drukwerk had derhalve niet in een van een "NEE/JA-sticker" voor­ziene brievenbus mogen wor­den gedeponeerd. Afzender heeft door deze folders in de brievenbus van klager te deponeren artikel 3.1 Code VOR overtreden.

RB 1133

Geopende post

Vz RCC 15 september 2011, dossiernr. 2011/00775 (Geopende post)

Uiting die eruitziet als reeds geopende post, overleg met NL Post was gepleegd om verwarring bij postbodes te voorkomen. Klaagster heeft Nee/Nee sticker. Reclame is anoniem gestuurd en niet als zodanig herkenbaar (11.1 NRC); geopende post-mededeling is in strijd met de waarheid (2 NRC).

Uiting een  reeds geopende vensterenveloppe. Deze enveloppe zat in een doorzichtig plastic hoesje dat eveneens was opengemaakt en waarop een sticker was geplakt met de tekst  “Geopende post”.

Voorzitter: Met betrekking tot klaagsters bezwaar dat deze reclame-uiting haar, zoals zij stelt, in een anonieme enveloppe is toegestuurd, overweegt de voorzitter dat de reclame-uiting niet als zodanig herkenbaar is, als bedoeld in artikel 11.1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Aan het vereiste van herkenbaarheid is in het geval van een geadresseerde reclame-uiting voldaan, als uit de informatie op de enveloppe zonder moeite kan worden vastgesteld dat het om een reclame-uiting gaat. Indien de ontvanger pas na het openen van de enveloppe kan zien dat deze reclame bevat, is in ieder geval niet voldaan aan het bepaalde in artikel 11.1 NRC. Aangezien op de gewraakte  enveloppe, afgezien van “Post Betaald” en het “postnl”-vignet in de rechter bovenhoek, alleen staat “Postbus 160, 3640 AD Mijdrecht”, is deze uiting in strijd met artikel 11.1 NRC.

Voorts overweegt de voorzitter met betrekking tot de op de beschadiging aangebrachte sticker met de tekst “Geopende post” dat deze doet vermoeden dat de enveloppe abusievelijk door een daartoe niet bevoegde persoon is geopend. Daarvan is in dit geval geen sprake, nu de uiting door adverteerder reeds zelf geopend, is verstuurd. Aangezien  de tekst “Geopende post” hier niet in de gebruikelijk betekenis daarvan is gebruikt, acht de voorzitter de uiting in strijd met de waarheid en om die reden in strijd met artikel 2 NRC.    
 
Waar klaagster vermeldt dat haar brievenbus voorzien is van een nee/nee sticker, overweegt de voorzitter dat deze sticker in acht genomen dient te worden bij de verspreiding van ongeadresseerd reclamedrukwerk en daarvan is in dit geval geen sprake.

RB 1106

Aanbieding = factuur

Vz RCC 17 augustus 2011, dossiernr. 2011/00656 (Aanbieding = factuur)

Brief met factuur ten bedrage van € 283,28, echter uit de kleine lettertjes blijkt dat er sprake is van een aanbieding. Misleiding volgens de zwarte lijst. Voorzitter oordeelt dta commissie de klacht zal toewijzen obv art. 7 en 8.5 NRC (nieuw):

Door de opmaak van de uiting, met name de in het oog springende vermelding van de bedragen inclusief korting en inclusief BTW en het totaalbedrag, wordt de indruk gewekt dat de geadresseerde voor een gedane aankoop het in de uiting vermelde totaalbedrag inclusief BTW van € 283,28 verschuldigd is. Deze indruk wordt versterkt door de vermelding van een referentienummer en de in geval van een factuur gebruikelijke mededeling van betaling binnen 14 dagen. Op grond van artikel 8.5 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), in verbinding met punt 20 van de in artikel 8.5 genoemde bijlage 1 van de NRC, is deze wijze van reclame maken onder alle omstandigheden misleidend. Gelet hierop is de uiting oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. De in kleine letters opgenomen tekst, waaruit kan worden afgeleid dat de uiting in werkelijkheid een aanbieding betreft, neemt de misleidende indruk dat sprake is van een factuur onvoldoende weg.

CC-BY-SA M.Minderhoud, wikipedia

RB 1072

UPC overtreedt Code Postfilter

VzRCC 27 juli 2011, Dossiernr. 2011/00472 (UPC)

Reclamerecht. Aan klager geadresseerde mailing van UPC. Klager stelt zich ingeschreven te hebben bij postfilter.nl en ontving toch een aan hem geadresseerde folder. Klager heeft zich hierover via e-mail bij verweerder beklaagd maar heeft geen reactie hierop ontvangen. Verweerder stelt dat uiting ten onrechte naar klager is verzonden, interne problemen waren hiervan de oorzaak. Deze zijn inmiddels opgelost.
Voorzitter oordeelt dat verweerder heeft gehandeld in strijd met art. 5.2 Code Postfilter nu klager ondanks inschrijving bij postfilter toch Direct Mail heeft ontvangen. Doet aanbeveling.

Vast is komen te staan dat klager zich (via www.postfilter.nl) heeft ingeschreven in het Post Register, waarmee hij kenbaar heeft gemaakt geen reclame via Direct Mail te willen ontvangen als bedoeld in artikel 3 van de Code voor het gebruik van Postfilter (Code Postfilter). Op grond van artikel 5.2 van de Code Postfilter dient een adverteerder, voordat hij een adressenbestand met prospects wil gebruiken voor het verzenden van Direct Mail, altijd het Post Register te raadplegen, en is het een adverteerder niet toegestaan een persoon te benaderen van wie de gegevens zijn opgenomen in het bestand van Post Register. Als erkend is komen vast te staan dat adverteerder in het onderhavige geval in strijd met de genoemde bepaling van de Code Postfilter heeft gehandeld.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: Code Postfilter art. 5.2

RB 1047

Extra kans op studioplaatsen

RCC 25 mei 2011, Dossiernrs. 2011/00309A en 2011/00309B (Lotto Weekend Miljonairs)

Reclamerecht. Aan klaagsters gezonden brief over het kans maken op twee extra studioplaatsen bij Lotto Weekend Miljonairs. Klaagsters vinden dat uiting onduidelijke en verwarrende informatie bevat en achten de uiting daarom misleidend. Verweerder stelt dat uit brief duidelijk is dat klaagsters kans maken op studioplaatsen en om kans te verdubbelen een extra lot moet worden geactiveerd. Bijgevoegde tickets zijn geen toegangsbewijzen, zoals ook staat op tickets.
Commissie oordeelt dat brief met tickets indruk wekt dat men twee studioplaatsen heeft gekregen, inhoud brief neemt deze indruk niet voldoende weg. Ook wekt de brief de indruk dat code geactiveerd moet worden om studioplaatsen te krijgen. Sprake van onduidelijke informatie t.a.v. de aard van het product (art. 8.2 onder a NRC). Strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

 

 

Vast is komen te staan dat klaagster zich naar aanleiding van een haar eerder door De Lotto toegezonden e-mail, via een in die e-mail opgenomen link en activeringscode, heeft geregistreerd om kans te maken op twee studioplaatsen voor de televisieshow Lotto Weekend Miljonairs. In vervolg hierop is klaagster de onderhavige uiting toegezonden, bestaande uit een brief en twee tickets van “Ticket Service Lotto”. Hoewel bij nadere beschouwing duidelijk wordt dat de tickets niet werkelijk recht geven op studioplaatsen, wordt door de opeenvolgende registratie door klaagster via internet en ontvangst van een brief met op het eerste gezicht echt lijkende tickets de indruk gewekt dat men twee studioplaatsen toegewezen heeft gekregen. Deze indruk wordt door de inhoud van de brief onvoldoende weggenomen.

Voorts is de Commissie van oordeel dat de inhoud van de brief de lezer op het verkeerde been kan zetten met betrekking tot de noodzaak om de in de brief opgenomen studioplaatscode te activeren. De aansporing om de code die ook te vinden is “op de mogelijke plaatsbewijzen” snel te activeren, wekt de indruk dat deze activering nodig is om de studioplaatsen veilig te stellen. In werkelijkheid gaat men door het activeren van de code automatisch meespelen met een extra lot.

Lees de gehele uitspraak 2011/00309A hier (link / pdf)

 

Lees de gehele uitspraak 2011/00309B hier (link / pdf)

Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 onder a

RB 1026

VVD Limburg respecteert nee/ja-sticker niet

Vz RCC 14 juni 2011, Dossiernr. 2011/00265 (VVD Limburg)

Reclamerecht. Klager stelt VVD Limburg Verkiezingskrant te hebben ontvangen terwijl hij een nee/ja-sticker heeft. Verweerder stelt dat folder per ongeluk bij klager is bezorgd.
Voorzitter oordeelt dat onweersproken is gesteld dat folder in brievenbus van klager is gedeponeerd. Verweerder heeft daarmee art. 3.1 Code VOR overtreden. Doet aanbeveling.

Klager heeft onweersproken gesteld dat de bestreden folder is gedeponeerd in klagers brievenbus, die was voorzien van een NEE/JA sticker in de zin van de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (Code VOR), bedoeld om kenbaar te maken dat men geen ongeadresseerd reclamedrukwerk wenst te ontvangen. Nu desondanks de bewuste folder in klagers brievenbus is gedeponeerd, heeft adverteerder artikel 3.1 van de Code VOR overtreden.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: Code VOR art. 3.1

RB 1014

Onvoldoende als reclame herkenbaar

RCC 17 mei 2011, Dossiernr. 2011/00321 (Nationale Postcode Loterij)

Reclamerecht. Een aan klager geadresseerde mailing met op voorzijde envelop de tekst "betreft uw reservering" en op achterzijde "indien onbestelbaar retourneren naar Nationale Postcode Loterij." Klager acht onduidelijk wie afzender is want onduidelijk lettertype, dus strijd met art. 2 CBR en uiting niet duidelijk als reclame herkenbaar dus strijd met art. 11.1 NRC. Verweerder stelt dat envelop wel leesbaar is en dat het haar vrij staat reclame op pakkende wijze te presenteren. Envelop duidelijk herkenbaar als reclame.
Commissie oordeelt dat door de tekst "betreft uw reservering" niet voldoende duidelijk is dat het gaat om reclame. Strijd met art. 11.1 NRC. Dat op de achterzijde de afzender wordt vermeld, leidt niet tot ander oordeel. Geen strijd met art. 2 CBR want op achterkant envelop gemakkelijk herkenbare vermelding van naam en adres adverteerder. Doet aanbeveling.

Van de tekst: “BETREFT UW RESERVERING” in combinatie met de door het venster zichtbare naam en het adres van de geadresseerde gaat voor de gemiddelde consument de suggestie uit dat de envelop informatie bevat over een door hem of haar gedane reservering. Niet duidelijk, althans niet voldoende duidelijk is dat het -naar tussen partijen vast staat- gaat om reclame van NPL.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regelingen: NRC art. 11.1; CBR art. 2
Lees eerdere soortgelijke uitspraak over de NPL hier: RB 983

RB 1011

Opt in ook voor KvK?

Antwoord Kamervragen Verhoeven over omgang van de Kamer van Koophandel (KvK) met persoonsgegevens Aanhangsel Handelingen II 2010/11, nr. 2951.

Verkoop van contactgegevens door KvK zorgt voor ongevraagde reclamezendingen. De minister antwoord dat men kan opteren voor Non Mailing. Van de nieuwe inschrijvingen kiest 40% daar ook voor. Rond de zomer verwacht de Minister "een meer principiële afweging [te] maken in de openbaarheid, beschikbaarheid en het mogen gebruiken van de gegevens in het handelsregister."

3 Bent u bekend met het feit dat deze verkoop van contactgegevens leidt tot veel ongevraagde reclamezendingen.

Antwoord Iedere onderneming of rechtspersoon die is ingeschreven in het handelsregister kan bij de KvK opteren voor de zogeheten Non Mailing Indicator (NMI). De NMI houdt in dat het de directe of indirecte afnemer van adresgegevens (in bulk) niet is toegestaan reclame-uitingen (per post) toe te zenden aan de betreffende onderneming of rechtspersoon. Bij evidente aanwijzingen dat ongewenste mailing zijn oorsprong vindt in door de KvK verstrekte adressen bestaat de mogelijkheid via klachtenprocedure de KvK daarop opmerkzaam te maken. De KvK beziet vervolgens of binnen de gegeven wettelijke kaders overgegaan kan worden tot het staken van de levering. Voor mailings die langs elektronische weg worden toegezonden, geldt op grond van de Telecomwet het beginsel van opting in.De KvK wijzen sinds medio 2009 bij iedere nieuwe inschrijving op de NMI; inmiddels kiest bij nieuwe inschrijvingen 40% van betrokkenen voor de NMI. Ook reeds bestaande inschrijvingen zijn enkele malen door middel van de Kamerkrant erop geattendeerd. Het is dus aan ingeschrevenen zelf of zij reclame-uitingen (per post) wensen te ontvangen die gebaseerd zijn op levering van adresgegevens door de KvK. Dit sluit uiteraard niet uit dat er ook andere wegen zijn om adressen van ondernemingen of andere organisaties te weten te komen. Correcte naleving van de NMI vormt dus geen absolute garantie tegen het ongewenst ontvangen van reclamezendingen.

4 Wat vindt u van het idee om over te schakelen op opt-out in plaats van opt-in, dat wil zeggen de ‘non mailing indicator’ standaard uitzetten in plaats van standaard op aan?
5. Denkt u ook dat dit veel meer zou passen voor een publieke organisatie?

Antwoord 4 en 5 De Non Mailing Indicator is in de huidige vorm gebaseerd op het opting out beginsel. Ik begrijp deze vragen daarom aldus dat wordt voorgesteld, in plaats van opting out, over te schakelen op opting in. In de beantwoording van bovengenoemde eerdere vragen (in het bijzonder vraag 5 daarvan) is ingegaan op de overwegingen om het stelsel van opting out te behouden. Ik merk daarbij op dat het gebruik van door de KvK geleverde adresgegevens voor
het toezenden van commerciële mailings niet los kan worden gezien van andere toepassingen van dat adressenmateriaal. Ik doel daarbij op andere commerciële toepassingen zoals opname in elektronische telefoonboeken, en op gebruik uit hoofde van de rechtszekerheidsfunctie van het handelsregister. Daarom wil ik op korte termijn een meer principiële afweging maken in de openbaarheid, beschikbaarheid en het mogen gebruiken van de gegevens in het handelsregister. Ik verwacht die afweging rond de zomer bij brief aan uw Kamer te kunnen
voorleggen.

RB 1006

1 sjaal = 2 sjaals

VzRCC 12 mei 2011, Dossiernr. 2011/00317 (ANWB)

Reclamerecht. Huis-aan-huis folder met aanbieding van Lady Chrissy Sjaal voor 14,95 euro (ledenprijs). Klager stelt dat in uiting niet blijkt dat de afgebeelde sjaal bestaat uit 2 sjaals die samen 29,90 euro kosten. Verweerder is van mening dat klacht niet geheel ongegrond is.
Voorzitter oordeelt dat Commissie klacht zal toewijzen. Uiting kan indruk wekken dat men afgebeelde sjaal kan kopen voor 14,95 euro. In werkelijkheid zijn er twee sjaals afgebeeld met een totaalprijs van 29,90 euro. Sprake van ontbreken van essentiële informatie (art. 8.3 aanhef en onder c NRC). Strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal toewijzen. Hij overweegt daartoe het volgende.

Vaststaat dat de gewraakte reclame-uiting de indruk kan wekken dat men de afgebeelde sjaal als zodanig kan kopen voor € 14,95 (ledenprijs). In werkelijkheid blijkt de afgebeelde sjaal uit twee losse sjaals te bestaan die men elk afzonderlijk dient te kopen voor de ge­noem­de prijs. Door het ontbreken van informatie hierover zal de gemiddelde con­sument er niet op bedacht zijn dat hij in totaal € 29,90 (ledenprijs) dient te betalen voor de afgebeelde combinatie. Het gaat naar het oordeel van de voor­zit­ter om essen­tiële infor­ma­tie die de con­sument nodig heeft om een geïnformeerd be­sluit over de transactie te ne­men. Dergelijke informatie dient tijdig, dat wil zeggen reeds in de reclame-uiting, te wor­den vermeld.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)

Regeling: NRC art. 7, art. 8.3 aanhef en onder c

RB 993

Registratie Postfilter vervalt na 5 jaar

RCC 30 mei 2011, Dossiernr. 2011/00356 (aanmelding Postfilter)

Reclamerecht. Klager heeft op 25 januari geadresseerde reclame ontvangen terwijl hij zich op 25 augustus 2010 bij Postfilter heeft aangemeld. Postfilter meldt dat de huidige registratie van klager van 26 januari 2011 is, oudere registratie is van 18 maart 2005 en is vervallen op 29 juni 2010. Verweerder stelt dat de Postfilter check op 23 december 2010 heeft plaatsgevonden en verweerder toen niet in Postfilter geregistreerd stond.

Commissie oordeelt dat niet is vast komen te staan dat klager ten tijde van verzending reclame was geregistreerd bij Postfilter. Niet gebleken van een registratie op 25 augustus 2010. Wijst klacht af.

Volgens de bij het Postfilter namens de Commissie ingewonnen informatie is er sprake van een registratie per 26 januari 2011 en is een eerdere registratie bij het Infofilter op 29 juni 2010 verwijderd. Van een registratie per 25 augustus 2010, zoals in de klacht gesteld, is niet gebleken.

Adverteerder heeft nog meegedeeld dat klager ten tijde van de selectie van adressen en de bijbehorende check met het Postfilter op 23 december 2010 niet was geregistreerd in het Postfilter.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)